Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Kennes heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, wij zijn blij dat de middelen van het Gemeentefonds blijven toenemen met 3,5 procent. Wij hebben evenwel al vaker aangedrongen op een aantal hervormingen. Wat nu voorligt, zijn kleine hervormingen. Een aantal parameters worden uitgevlakt, zoals het aantal geboortes in kansarme gezinnen en het aantal bestaansminimumtrekkers.
Het is de bedoeling om, door dat te spreiden over drie jaar, minder schommelingen in het aandeel van een bepaalde gemeente te krijgen. Dat komt op zich tegemoet aan heel wat praktische vragen van steden en gemeenten.
Een andere, fundamentelere aanpassing is dat het aantal sociale huurappartementen en niet langer het aantal bewoners ervan in rekening wordt gebracht. Ik betreur dat daarbij enkel de huurappartementen en niet de huurwoningen of sociale woningen in het algemeen in rekening worden gebracht. Ook dat heeft nogal wat gevolgen. Dat is toch een belangrijke parameter.
De huidige verdelingscriteria gaan al mee sinds 2002. Mijn fractie vindt dat er zich toch, na tien jaar, een structurele hervorming opdringt in de financiering van de gemeenten. We mogen daarbij drie vragen niet uit de weg gaan. Welke verdelingscriteria zijn nog actueel? Welke nieuwe criteria moeten nog worden ingevoerd? In welke mate moet een aanzienlijke voorafname voor bepaalde steden ook vandaag nog gehandhaafd blijven? We beseffen dat dit niet snelsnel kan gaan. We hebben ook begrip voor de argumentatie van minister Bourgeois, dat op dit moment zijn kabinet en administratie de voorrang moeten geven aan de interne staatshervorming en aan een goede organisatie van de verkiezingen in oktober. Dat zijn de eerste prioriteiten. Maar wij willen absoluut niet dat dit een grondige hervorming van het Gemeentefonds zou hypothekeren of op de lange baan schuiven.
Minister Schauvliege, u zult dit ongetwijfeld overbrengen aan minister Bourgeois: mijn fractie vraagt hem om de volgende jaren de aanzet tot een veel grondigere hervorming van het Gemeentefonds op de politieke agenda te zetten. In afwachting daarvan zullen wij deze wijzigingen alvast goedkeuren.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik sluit mij aan bij de heer Kennes: het gaat hier inderdaad om nuttige en noodzakelijke aanpassingen, die niets te maken hebben met het fundamentele debat over de hervorming van het Gemeentefonds of over de evaluatie van de wijze waarop criteria worden gehanteerd om het Gemeentefonds te hervormen. Dat hebben we ook al in de commissie gezegd. Dat is nu net het probleem. De heer Kennes zei het al: we hebben enerzijds het Gemeentefonds, en anderzijds hebben we het Stedenfonds, dat dan weer tot de bevoegdheid van een andere minister behoort. En binnenkort hebben we het Plattelandsfonds, dat tot de bevoegdheid van nog een andere minister zal behoren. Laat ons nu eens werk maken van een structurele financiering van de lokale besturen op een eenduidige en eenvormige manier. Het uitblijven van de evaluatie van die verschillende fondsen, en van de criteria en parameters daarvan, blijft nu toch aanslepen. Tijdens de vorige legislatuur stond al in het Vlaamse Regeerakkoord dat men dat zou doen. Het is er niet van gekomen. Ik denk dat het er in deze legislatuur ook niet van zal komen. Ik besef heel goed dat dit een zeer moeilijk en zeer delicaat debat zal zijn, maar het is niet omdat het moeilijk en delicaat is dat men het voor zich uit moet schuiven. Met hier en daar, hoe terecht ook, enkele technische wijzigingen aan te brengen, lossen we de fundamentele vragen over criteria en parameters niet op.
Omwille van het uitblijven van de evaluatie van het Gemeente- en Stedenfonds en straks ook van het Plattelandsfonds, en dus van de structurele financiering van lokale besturen, zullen wij ons bij dit ontwerp van decreet onthouden.
De heer De Loor heeft het woord.
Voorzitter, mijn fractie zal dit ontwerp van decreet met plezier goedkeuren. Het is enerzijds een beperkt ontwerp van decreet, maar anderzijds betekenen de technische zaken erin wel een meerwaarde. Dit zal zorgen voor een stabieler financieel beleid op lokaal vlak. Wij zijn van oordeel dat zowel nu als in de toekomst financieel stabiel beleid op lokaal vlak heel belangrijk is en zal zijn voor de lokale besturen. Het biedt meer zekerheid. De sterke schommelingen, die zich nu vooral bij kleine gemeenten voordeden door toedoen van een aantal parameters die niet correct waren gedefinieerd en toegepast, zullen nu de wereld uit worden geholpen.
Mijn fractie is ook tevreden met dit ontwerp van decreet omdat de input al sinds 2005 ter beschikking stond. Deze noodzakelijke hervorming kan nu plaatsvinden. Daarom steunen wij dit ontwerp van decreet volmondig.
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me aan bij de vorige sprekers, maar het is wel noodzakelijk om ook in deze legislatuur nog de grondige denkoefening te doen over het Gemeentefonds. De heer Van Hauthem heeft het ook al gezegd. Als je ziet hoe de gemeentelijke financiën deze dagen onder druk staan, maar ook hoe de verdelingscriteria nog steeds onevenwichtig zijn, moeten we erop aandringen om, zeker wat de meest extreme categorieën in ons Vlaamse land betreft, in correcties te voorzien. Het Gemeentefonds is niet meer helemaal actueel, bijvoorbeeld voor het platteland, maar ook voor de grootsteden. Voor die twee extreme categorieën moeten we echt naar aanpassingen gaan, om onze lokale besturen te versterken.
We staan op de drempel van een nieuwe lokale legislatuur en hebben nog tweeënhalf jaar voor de boeg in deze Vlaamse legislatuur. Dit is echt het moment om de boodschap aan de heer Bourgeois over te maken om er alvast mee te beginnen.
De heer Verfaillie heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, elke hervorming gaat ermee gepaard dat iedereen de rekenoefening maakt voor zijn eigen gemeente, stad of regio. Dat geeft natuurlijk bepaalde gevolgen en moeilijkheden. Wij gingen er bij het begin van de legislatuur van uit dat er met een globale verhoging van het Gemeentefonds een aantal mogelijkheden waren en dat een aantal gemeenten meer konden krijgen, zonder dat andere gemeenten zouden verliezen. Wij hadden toen, in 2009-2010, echter niet meegerekend dat wij opnieuw met een alomvattende economische crisis zouden worden geconfronteerd in 2011-2012, met als resultaat dat de budgettaire beleidsruimte vanuit de Vlaamse Regering voor een stuk beperkt is.
Als ik de meningen en visies van alle partijen aanhoor, denk ik dat er een kamerbrede meerderheid ontstaat om te bekijken of we binnen de beschikbare middelen van het Gemeentefonds van ruim 2 miljard euro, jaarlijks extra gespijsd door de Vlaamse Regering met 3,5 procent, iets zouden kunnen doen met die 3,5 procent om de onevenwichten en andere zaken weg te werken. Het is alvast positief dat hieromtrent een kamerbrede meerderheid is.
We hebben twee weken geleden in de commissie Binnenlands Bestuur ook een discussie gehad over landelijke gemeenten. Mevrouw De Knop van Open Vld pleitte er toen ook voor om binnen afzienbare tijd te bekijken hoe we aan de verdelingscriteria van het Gemeentefonds kunnen sleutelen. Als meerderheid zullen we die oproep ter harte nemen. We zullen bekijken hoe we in ideale omstandigheden tot een herverdeling van de criteria kunnen komen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 1265/1)
De artikelen 1 tot en met 3 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.