Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, het voorbije weekend waren we getuige van een tragisch ongeval in Maaseik. Daar is een man om het leven gekomen, en dat blijkbaar in een dispuut over jachtgronden. Het is niet aan ons om de ware toedracht daarvan uit de doeken te doen: laat dat alstublieft over aan het gerecht. Wel moeten we proberen vergelijkbare twisten over jachtgronden in de rest van Vlaanderen te vermijden. Er zijn er wel wat, ook al omdat de procedure om jachtplannen in te dienen en dergelijke wat verouderd is. Een jachtrechthouder moet kunnen beschikken over een aaneengesloten terrein van 40 hectare, waarbij de grondeigenaars allemaal jachtrecht hebben toegekend aan die jachtrechthouder. Daar begint het probleem al. Veel van die toezeggingen zijn mondeling gebeurd. Vaak worden gronden overgeërfd, de erfgenamen weten dan niet meer welke rechten zoal van toepassing zijn op de overgeërfde gronden en dies meer. De jachtplannen worden manueel ingediend. Daarbij wordt nogal eens met dik krijt geschreven.
In de praktijk zijn er dus heel wat overlappingen. Dat blijkt ook uit een proefproject opgestart door de provincie Oost-Vlaanderen. Daarin heeft men alle jachtplannen gedigitaliseerd, en dat trouwens samen met het kenniscentrum van Hubertus Vereniging Vlaanderen (HVV). Die vereniging neemt de digitalisering voor haar rekening, niet alleen voor wildbeheerseenheden, maar ook voor particuliere jagers. Door die digitalisering is men tot de conclusie gekomen dat er in Oost-Vlaanderen niet minder dan vierhonderd overlappingen van jachtplannen kunnen worden vastgesteld. Op basis van die vaststelling heeft men een procedure uitgewerkt waarbij bij een overlapping de diverse betrokken partijen worden uitgenodigd bij de arrondissementscommissaris. Men tracht een vergelijk te vinden. Wordt die consensus niet gevonden, dan treedt men op, desnoods via een jachtverbod.
Minister, in welke mate bent u bereid die positieve ervaringen van de provincie Oost-Vlaanderen uit te breiden tot heel Vlaanderen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Martens, die positieve ervaringen zijn er niet alleen in Oost-Vlaanderen, want die digitalisering bestaat al in Limburg en in Vlaams-Brabant. We hebben inderdaad projectmiddelen gegeven zodat Oost-Vlaanderen, samen met HVV, daarmee aan de slag kan gaan. Het klopt dat die regelgeving momenteel eigenlijk verouderd is. Die dateert van 1980. Men moet inderdaad een hele administratieve mallemolen doorlopen om die plannen in te dienen. De ervaringen in Limburg, Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen zijn positief. We staan daar volledig achter en willen er dus mee doorgaan en de regelgeving in die zin ook aanpassen. In de praktijk kan het dus al en bestaat het ook al.
Ik wil er wel op wijzen dat het niet zo is dat er door het digitaal indienen geen overlappingen meer kunnen zijn. Dat lijkt me niet de oplossing voor het overlappen.
Het klopt dat daar een aantal procedures aan verbonden zijn. Bij echt grote geschillen is de vrederechter bevoegd, bij andere kan de arrondissementscommissaris effectief bemiddelen. U weet dat in de interne staatshervorming de functie van arrondissementscommissaris zal worden opgeheven. Er zal een belangrijke taak zijn weggelegd voor de gouverneur om daarin te bemiddelen.
In het Jachtdecreet, waaraan we gebonden zijn, staat dat je het jachtrecht op zich niet aan verschillende personen kunt toekennen, maar afhankelijk van het soort wild, kun je wel aan anderen een jachtrecht geven. Je kunt dus aan iemand een jachtrecht geven voor grof wild en aan iemand anders een jachtrecht voor klein wild. Die zaken moeten we vermijden. We moeten bekijken hoe we daarmee omgaan.
Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) is bezig met een sterke vereenvoudiging en verbetering van het volledige systeem en moet daar volgend jaar mee rond zijn. Het maakt een screening samen met het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Wij hopen daar in de loop van volgend jaar helemaal mee rond te zijn en dat in die zin dan ook te kunnen aanpassen in de regelgeving.
Minister, het klopt dat er in Limburg en Vlaams-Brabant plannen worden gedigitaliseerd, maar dat is niet gebiedsdekkend. Dat gebeurt bijvoorbeeld niet voor de jachtplannen van particuliere jagers. Het voorbeeld in de provincie Oost-Vlaanderen is in die zin uniek dat het op een gebiedsdekkende manier gebeurt en in samenwerking met het kenniscentrum van Hubertus Vereniging Vlaanderen, bij wijze van spreken een publiek-private samenwerking die tot succes leidt.
Uiteraard is bij het vaststellen van overlappingen de kous niet af. Er moet een gemoderniseerde procedure komen, maar het vaststellen van de overlappingen is natuurlijk een eerste, noodzakelijke en belangrijke stap. In die zin pleit ik inderdaad voor een uitbreiding van dat initiatief naar heel Vlaanderen en voor een modernisering van de procedure bij het vaststellen van overlappende jachtplannen.
Welke jagers wensen het woord te voeren?
De heer Van Dijck heeft het woord.
Voorzitter, ik ben geen jager, laat dat duidelijk zijn, maar ik ben wel vaker betrokken bij de problematiek ter zake.
Minister, ik wil onderstrepen dat heel wat wildbeheerseenheden heel goed werken en dat er heel veel overleg is. Ik ken ook het project dat in Oost-Vlaanderen loopt. Het is zeer belangrijk dat je de overlappingen kunt detecteren. De vraag is natuurlijk is hoe we dat dan verder gaan aanpakken. Soms zijn er overlappingen die geen grond hebben. Wie moet daarover uitsluitsel geven? In die optiek stel ik open de vraag of het niet opportuun is dat ook een administratieve overheid een bevoegdheid kan hebben in plaats van dat men onmiddellijk naar de rechtbank moet stappen.
De heer Sabbe heeft het woord.
Het initiatief van de provincie Oost-Vlaanderen in samenwerking met Hubertus Vereniging Vlaanderen is zeer lovenswaardig en heeft succes. Minister, ik vraag me af of we in dit parlement geen gedachtewisseling kunnen houden met de betrokken partijen om dat zo goed mogelijk te kunnen implementeren. Laat ons eerlijk zijn, het leidt sowieso tot vereenvoudiging, op termijn tot digitalisering. Iedereen is daarbij gebaat, aan welke kant je ook zit. Doordat Hubertus Vereniging Vlaanderen dat kenniscentrum heeft en de provincie Oost-Vlaanderen dat voorbeeld heeft gegeven, kunnen we er op basis van die gedachtewisseling voor zorgen dat dat versneld ingevoerd raakt over heel het Vlaamse grondgebied.
De heer Peeters heeft het woord.
Minister, ik heb een informatieve vraag. Naast die overlap zijn er ook de afschotplannen die moeten worden ingediend bij ANB. Daar gebeurt ook overlap en daar zitten ook dubbeltellingen. Mijn vraag sluit aan bij die van de heer Van Dijck. Hoe wordt ANB in de toekomst uitgerust om die overlap ook in de afschotplannen tegen te gaan en gemotiveerd te verwerven wanneer dat het geval is?
De heer Ceyssens heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid: ik spreek ook als niet-jager. De heer Martens haalt terecht een probleem aan dat deels gegroeid is uit het verleden. De minister heeft, vooruitziende als ze is, daar al deels op geanticipeerd en dat ook in haar antwoord gezegd.
Digitaliseren is één zaak, waardoor we de knelpunten kennen, maar dan moeten we er ook in slagen die op korte termijn op te lossen, want er liggen er nogal wat.
Minister, bent u bereid om te zorgen voor de rechtsmiddelen zodat er desnoods jachtverloven kunnen worden ingetrokken om druk uit te oefenen, zodat er effectief en snel een bemiddelingspoging plaatsheeft? Anders wordt er dikwijls jarenlang onderhandeld zonder dat er ooit een oplossing uit de bus komt.
De heer Tack heeft het woord.
Als Oost-Vlaming kan ik niet anders dan te beklemtonen dat het initiatief van de Oost-Vlaamse arrondissementscommissaris, om te starten met de digitalisering van die vergunningen, alle lof verdient. Minister, ik heb u niet horen antwoorden op de vraag van de heer Martens of u dat initiatief wilt uitbreiden naar de andere provincies, met aandacht voor de opvolging en dergelijke.
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Ik ben heel blij dat ik met de heer Martens in verband met jacht op één en dezelfde lijn zit. Minister, het is nog maar twee weken geleden dat uw administratie of kabinet heeft bevestigd dat er een kleine financiële bijdrage zal zijn. Dat heeft de arrondissementscommissaris er niet van weerhouden om al heel wat nuttig werk te doen.
Naast de digitalisering en de middelen is er nog een punt van belang: mocht men de arrondissementscommissaris arbitragebevoegdheid geven om het toekennen van jachtrechten vast te leggen, zouden al heel wat conflicten vermeden kunnen worden. Nu moet hij curatief optreden, maar hij zou ook preventief kunnen optreden. Ik zou durven voor te stellen, minister, om daarover aan tafel te zitten met de arrondissementscommissaris van Oost-Vlaanderen. Bent u daartoe bereid?
Mevrouw Van der Borght, we zijn al heel lang in gesprek met de arrondissementscommissaris van Oost-Vlaanderen. Hij wist dat zijn project door ons met enthousiasme ondersteund zou worden. We blijven erin geloven. Het klopt dat dit een positief resultaat is. We zijn van plan om dat ook naar andere provincies uit te breiden. Het is een geslaagd project, waar wij achter staan.
Er wordt gevraagd hoe we omgaan met het bemiddelen over afschotplannen. Om voor al die problemen samen een oplossing te zoeken en naar een vereenvoudiging te gaan, heb ik het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) gecontacteerd. Wie zal er administratief mee bezig zijn? Hoe gaan we die overlappen beoordelen? Hoe gaan we de afschotplannen beoordelen? Dat zal er allemaal deel van uitmaken. De voorzitter van het parlement zal, als het zo ver is, wel oordelen of het zinvol is om daarover in het parlement verder van gedachten te wisselen. Dat laat ik aan het parlement over. Het lijkt me in elk geval bijzonder interessant om daarmee verder te gaan.
Er zijn in de praktijk heel wat problemen. Het heeft ook wat te maken met de veroudering van de regelgeving. Al is het niet zo dat je vandaag, als er conflicten zijn, enkel naar de vrederechter kunt gaan. De arrondissementscommissaris kan vandaag ook een bemiddelende rol spelen in het zoeken naar een oplossing. We zullen in de toekomst moeten bekijken wie die taak zal opnemen. Ik ben het ermee eens, mijnheer Van Dijck, dat we dat niet volledig naar de rechtbank of justitie moeten trekken, maar aan een administratieve instantie kunnen geven, bijvoorbeeld de gouverneur.
In die lijn denken we verder in het ANB. Het ANB doet dat samen met het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en met alle stakeholders, waaronder het Kenniscentrum van de Hubertus Vereniging.
Ik ben zeer blij met uw engagement om het positieve voorbeeld van Oost-Vlaanderen uit te breiden naar heel Vlaanderen. Ik zou de suggestie van de heer Sabbe ter harte willen nemen om de problematiek uit te diepen in de commissie. De arrondissementscommissaris heeft gisteren trouwens een brief geschreven waarin hij zich beschikbaar stelt om daarover een gedachtewisseling op te zetten. We moeten dat doen om ook die procedure bij vaststelling van overlap te kunnen moderniseren.
Vandaag is het zo dat bij het vaststellen van een overlap die niet opgelost geraakt, de arrondissementscommissaris dit moet overmaken aan de procureur des Konings, maar dat het gebruikelijk is dat alles verticaal geklasseerd en geseponeerd wordt, met als gevolg dat er geen oplossing komt. Ik stel voor dat we ons toeleggen op het moderniseren van de procedure en dat we inderdaad in stokken achter de deur voorzien voor het geval dat men niet tot een vergelijk komt. Ik denk aan het intrekken van het jachtverlof of het instellen van een jachtverbod. We moeten daar in alle wijsheid in de commissie over oordelen. (Applaus bij sp.a)
Het incident is gesloten.