Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, collegas, vorige week was het feest: twintig jaar Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) en twintig jaar Vlaams innovatiebeleid. In die twintig jaar is er heel wat beleid gevoerd, zijn er heel wat initiatieven genomen en zijn er heel wat competentiepolen ontstaan. Dat zijn organisaties die de brug willen slaan tussen het bedrijfsleven en kennisinstellingen. Dat is eerlijkheidshalve gebeurd met wisselend succes. Bepaalde competentiepolen hebben hun doelstellingen bereikt en zijn erin geslaagd die brug te slaan. Andere hebben hun doelstellingen niet bereikt en hebben geen of onvoldoende cofinanciering uit de privésector weten los te krijgen.
Minister, u hebt op dat feest uw nieuwe beleidslijnen aangekondigd voor die competentiepolen. U wilt die laten evolueren naar lichte structuren met als personeel vier tot zes voltijdse equivalenten. Collegas, nu zijn er competentiepolen die vele tientallen medewerkers hebben aangeworven. U kunt zich voorstellen dat er wat ongerustheid is in het veld.
Minister, er zitten zeer goede elementen in de hervormingen die u voorstelt. IWT zou een spilfiguur worden om projectfinanciering toe te kennen. Maar het is ook belangrijk om de aanwezige competentie in de competentiepolen te valoriseren en bestendigen. Het risico bestaat ook dat iets van de sectorgedreven dynamiek uit het bedrijfsleven zou wegvallen door een te sterke sturing vanuit IWT.
Minister, hoe zult u bij de hervorming de continuïteit en vooral ook de kwaliteit van de werking van deze competentiepolen in hun nieuwe vorm garanderen?
Minister Lieten heeft het woord.
Collegas, ik heb geen nieuw beleid aangekondigd. Het is goedgekeurd in de conceptnota, die we al hebben toegelicht in de commissie.
We willen de competentiepolen absoluut voortzetten, maar ook leren van het verleden. Daarom gaan we een lichtere organisatiestructuur toepassen op zowat alle mogelijke subsidiekanalen, niet enkel op de competentiepolen. We geven extra middelen om de continuïteit te garanderen van die platformen, waar bedrijven en kennisinstellingen elkaar vinden. Zo willen we de kennisopbouw en -verspreiding garanderen. Daarnaast zijn er ook middelen om projecten te financieren. Die projectfinanciering gaan we nu bij IWT parkeren, zodat het elke keer zelf de kwaliteitscontrole kan doen of de ingediende projecten excellent zijn, de juiste partners meewerken en er geen overlap is met andere projecten.
Zo kan het IWT als subsidieagentschap zijn rol van kwaliteitsbewaker spelen. We willen het bottom-upverhaal op geen enkele manier doorkruisen, integendeel. Het is nog altijd de competentiepool die haar strategie en missie uitwerkt, die zelf zegt welke projecten ze uitwerkt. In plaats van dat ze daar zelf over beslist, en tegelijk rechter en partij is, moet ze die beslissing overlaten aan en laten adviseren door het IWT. Zo komen we tegemoet aan een van de aanbevelingen van het rapport-Soete: tegengaan van versplintering, investeren in platformen, waar men elkaar vindt, en zorgen voor kwaliteitscontrole. Daarvoor is het IWT goed geplaatst. Daarvoor moeten we geen nieuwe agentschappen oprichten: we moeten het IWT juist versterken. Dat was de toelichting die ik heb gegeven.
Het is heel belangrijk om versnippering tegen te gaan en ook voldoende kritische massa te hebben in de schoot van de competentiepolen. Kritische massa veronderstelt natuurlijk inzet van mensen en middelen. We moeten die zekerheid bieden aan de sectoren die veel mensen en middelen nodig hebben om een innovatiebeleid vorm te geven. Die kritische massa moet er zijn. De aanpak op maat is heel belangrijk.
De bruggen die zijn geslagen tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen mogen niet worden opgeblazen. Er moet continuïteit zijn in het beleid. De strategische visie moet op de lange termijn worden vertaald, ook in de structuren die worden vormgegeven.
De heer Diependaele heeft het woord.
Minister, het zal u niet verbazen dat wij u steunen bij het vereenvoudigen van dat instrumentarium. We pleiten er in de commissie al twee jaar voor. Nu gaat het de goede weg op. Ik ben ook bezorgd dat de in de competentiepolen aanwezige competenties niet verloren gaan.
In het artikel stond ook dat u aan het IWT vraagt om zijn focus op technologische innovatie te verminderen en dus te verbreden. Deze morgen had u de eer om de openingsspeech te geven op het Creativity World Forum. Ik weet niet of u tijd had om naar de andere sprekers te luisteren. Peter Hinssen, auteur van The New Normal, zei er dat we nog maar halfweg de technologische innovatie zitten. Hij bedoelt dat er nog heel veel kansen open liggen. De Europese Commissie beveelt Vlaanderen aan te blijven inzetten op technologische innovatie omdat dat voor ons het grootste potentieel heeft inzake waardecreatie en export.
We zijn bezorgd dat de aanbeveling van de Europese Commissie om ons daarop toe te spitsen, verloren zou gaan door de verbreding van de focus van het IWT.
De heer Vereeck heeft het woord.
Minister, twee jaar geleden sprak u al veel concreter over een lichtere structuur, toen u zinnens was om drie van de competentiepolen, het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL), het Vlaams Instituut voor Mobiliteit (VIM) en Flanders DRIVE te integreren in één competentiepool, met hetzelfde idee om te poolen voor de omkadering. Komt er dan één groot kader voor al die competentiepolen met zetel in Brussel, waar de administratie en selectie gebeurt? Is het zon vereenvoudiging die u voor ogen hebt?
Mijnheer Diependaele, ik wil u absoluut geruststellen. Aan technologische innovatie gaan we op geen enkele manier afbreuk doen. De budgetten die we daarvoor hebben vrijgemaakt, zullen niet verminderen, maar stijgen. We hebben ook, in uitvoering van het ViA-plan, een rondetafelconferentie gehad met de creatieve sectoren. Daaruit kwam de aanbeveling dat niet elke innovatie een technologische innovatie is. Ons instrumentarium van subsidies moet vooral focussen op technologische innovaties. Mensen met innoverende projecten, die niet meteen technologisch zijn, dringen niet door tot ons subsidiekanaal. Om niet opnieuw parallelle circuits op te zetten voor niet-technologische innovatie, heb ik aan de mensen van het IWT gevraagd dat ze die uitdaging mee opnemen, dat ze in het bestaande instrumentarium kijken, dat ze daar een werkwijze voor opbouwen, en dat ze op basis van hun ervaring daarvoor criteriaprocedures kunnen uitschrijven.
Mijnheer Vereeck, we gaan absoluut niet ingrijpen. De competentiepolen groeien vanuit het werkveld, vanuit een bepaalde sector, zoals de heer Bothuyne zegt, waar bedrijven en wetenschappers elkaar vinden. Ze spreken af om zich in de volgende jaren toe te leggen op een bepaald programma.
Het nadeel van de vroegere structuur was dat die mensen meteen ook geld kregen om over al die projecten zelf te beslissen. Dat leidt tot verkokering. U verwijst terecht naar het domein Mobiliteit. Daar hebben we verschillende competentiepolen, die weliswaar een andere missie hebben, maar ook dikwijls op elkaars terrein komen. Nu willen we er juist voor zorgen dat de projecten goedgekeurd worden door het agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT). Het IWT heeft een overzicht en kan overlappen vermijden. Het kan ervoor zorgen dat er met de juiste partners wordt samengewerkt, zonder dat we het initiatief dat uit de samenleving komt, zouden fnuiken en daarna zouden sturen. Dat is helemaal niet de bedoeling, we willen juist het beste van de twee. We willen ervoor zorgen dat de initiatieven van onderuit kunnen komen en het IWT de rol geven om de kwaliteit te bewaken, overlappingen te voorkomen en de excellentie te toetsen.
Collegas, als u fractieoverleg wilt houden, kunt u dat in het Koffiehuis doen. We kunnen de minister bijna niet meer verstaan. Het is niet de bedoeling dat iedereen hier zit te praten. Mijnheer Reekmans, dat geldt ook voor u.
Deze regering, en ook u, minister, investeren meer dan ooit in innovatie, onderzoek en ontwikkeling. Dat is zeer goed. Het is belangrijk dat die investeringen een economische meerwaarde hebben voor Vlaanderen. Om dat te bereiken, gaan we goed moeten luisteren naar onze bedrijven en industrie en inspelen op hun noden. Ik hoop dat u daar maximaal rekening mee houdt bij uw hervorming.
Het incident is gesloten.