Verslag plenaire vergadering
Voorstel van resolutie ter begeleiding van het in de commissie voorliggend voorstel van decreet houdende de machtiging tot oprichting van de vzw I-Cleantech Vlaanderen - innovatie in Cleantech
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde zijn het voorstel van decreet van de heren Tom Dehaene, John Crombez, Matthias Diependaele, Koen Van den Heuvel en Bart Van Malderen, mevrouw Helga Stevens en de heer Robrecht Bothuyne houdende de machtiging tot oprichting van de vzw I-Cleantech Vlaanderen innovatie in Cleantech en het voorstel van resolutie van de heren Bart Van Malderen, John Crombez, Matthias Diependaele, Robrecht Bothuyne, Koen Van den Heuvel en Jan Laurys en mevrouw Helga Stevens ter begeleiding van het in de commissie voorliggend voorstel van decreet houdende de machtiging tot oprichting van de vzw I-Cleantech Vlaanderen innovatie in Cleantech.
Het Uitgebreid Bureau stelt voor om de bespreking van het voorstel van resolutie samen te voegen met de algemene bespreking van het voorstel van decreet. Is het parlement het hiermee eens? (Instemming)
De algemene bespreking is geopend.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Voorzitter, ik hoop dat de minister hier aanwezig zal zijn.
Het gaat over een voorstel van decreet. Wilt u graag dat de minister aanwezig is? Dan laten we de minister komen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, voor de mensen die straks het debat willen herleiden tot de keuze voor een bepaalde juridische structuur van het nieuwe beleidsinitiatief, heb ik enkele cijfers meegebracht.
De mondiale markt van cleantech wordt momenteel op ongeveer 220 miljard euro geraamd. Tegen 2017 zou dit bedrag kunnen oplopen tot 1300 miljard euro, wat neerkomt op een jaarlijkse groei van om en bij de 18 procent in de volgende jaren. De cleantechmarkt is vandaag al een grote en groeiende markt, maar zal volgens een rapport van het WWF en Roland Berger, tegen 2020 één van de grootste industrieën in de wereld worden, na de automobiel- en de elektronicasector.
Van 2008 tot eind 2010 is de productie van cleantech in China met een verbazingwekkende 77 procent gegroeid. In totaal heeft deze branche in China een omzet van meer dan 45 miljard euro bereikt. Aanzienlijk is ook de groei van 28 procent van de milieuvriendelijke technologiebranche in de Verenigde Staten. Silicon Valley telt vandaag honderden start-ups die actief zijn in biotechnologie of groene energie. Tussen 1995 en 2008 steeg het aantal cleantechjobs met 58 procent tot 44.000.
Om groene technologieën economisch leefbaar te maken en te ontwikkelen, zijn nog zware investeringen nodig, anders blijft klimaatbescherming deze eeuw te duur. Tot die conclusie komt het Instituut voor Klimaatimpactonderzoek (PIK) in het Duitse Potsdam. Het was voor het eerst dat de economische leefbaarheid op lange termijn werd bestudeerd.
Ook voor ons land heeft de cleantechindustrie een groot potentieel. Agoria schat dat de tewerkstelling in ontwikkeling en productie van technologie voor cleantech en hernieuwbare energie van 4600 nu naar 39.200 zal stijgen in 2020. Hierbij zijn de jobs van installateurs en de exploitatie van energieopwekking zelfs niet meegerekend.
De weg naar groene groei blijft lang en moeizaam. Het meer fundamentele probleem is dat Europa nooit voldoende in groene technologie heeft geïnvesteerd om een echte wereldleider te worden. Dit initiatief past in een beter uitgewerkte strategie vanuit Vlaanderen om die industrie te ondersteunen, gerichter te laten werken en initiatieven beter op elkaar af te stemmen. CD&V heeft dit als eerste op de agenda van het parlement gezet omdat we enkele basisprincipes hadden bij dit nieuwe initiatief.
Er mag geen dubbel werk gebeuren ten aanzien van verschillende bestaande structuren. We moeten dus overlapping vermijden met de reeds actieve actoren en er moet een reële toegevoegde waarde in de praktijk worden bewezen. Waar mogelijk moet het nieuwe initiatief niet alleen overkoepelen, maar moeten bestaande initiatieven ook worden samengebracht, en krachten gebundeld.
De vzw I-Cleantech moet bij uitstek een lichte structuur worden, zonder overdreven overhead. Het bedrijfsleven moet, naast de academische wereld, voldoende betrokken worden. De vzw moet zo gauw mogelijk zelfbedruipend worden.
We hebben met dit initiatief ondertussen een lang traject afgelegd in het parlement. De meerderheid heeft enkele concrete amendementen ingediend die tegemoetkomen aan opmerkingen van de Inspectie van Financiën en van de Raad van State, en ook aan de principiële uitgangspunten van CD&V.
Zo wordt er voorzien in bijkomende vertegenwoordigers in de bestuursorganen van de vzw vanuit de bedrijfswereld. Er wordt ook verzekerd dat we hier effectief over een lichte structuur spreken, met slechts één leidinggevend personeelslid in plaats van twee. De bestuursmandaten worden beperkt tot negen en bovendien worden daarvoor de minimumvergoedingen uitbetaald.
Wij vragen de Vlaamse Regering daarenboven om waar mogelijk te voorzien in de integratie van de verschillende bestaande cleantech-initiatieven in de vzw I-Cleantech.
Ten slotte vragen we, wat de financiële situatie van de vzw betreft, dat de vzw zo snel mogelijk voor minder dan 50 procent van haar financiering van de Vlaamse overheid afhankelijk is en dat er een businessplan op tafel komt met concrete en meetbare doelstellingen, zodat we de nettoresultaten van de vzw kunnen opvolgen.
Het verdere debat zal onder andere gaan over de noodzaak van de vzw. Hiervoor wil ik verwijzen naar de hoorzitting die we hierover hebben gehad. Onder andere professor Debackere van de K.U.Leuven, een onverdachte bron, heeft toen een toelichting gegeven. Hij zei dat het initiatief nuttig zou zijn voor de afstemming van objectieven voor relevante, interessante programmas en het samenbrengen van partijen. Hij hoopte dat het initiatief ertoe zou kunnen leiden dat we meer, beter en sneller projecten zouden indienen voor de Europese kaderprogrammas en dat we op die manier meer Europees innovatiegeld richting Vlaamse initiatieven en onderzoeksinitiatieven inzake I-Cleantech zouden kunnen krijgen.
Tijdens die hoorzitting werd het nut van de vzw aangetoond. In de loop van de komende maanden en jaren zullen we het bewijs op het terrein moeten aantonen. De vzw moet straks een businessplan voorleggen met meetbare doelstellingen. We zullen die resultaten zo goed mogelijk opvolgen. Als de vzw de doelstellingen niet haalt, moet ze worden opgedoekt.
Zeven of acht jaar geleden was er in dit parlement ook een debat over een vzw, Flanders DC, dat gelanceerd werd door de toenmalige minister Ceysens. Iedereen twijfelde toen aan het nut van die vzw. Dat nut is inmiddels wel degelijk bewezen. Flanders DC heeft een vaste plaats verworven in ons Vlaams renovatie- en economisch landschap.
Ik pleit ervoor dat we ook deze vzw de kans geven om zichzelf te bewijzen, om samen te werken met de bestaande initiatieven en die zo veel mogelijk te integreren in de vzw. De vzw moet een reële meerwaarde zijn voor het bedrijfsleven. Daartoe moet het businessplan een aantal concrete doelstellingen formuleren. Ten slotte moet de vzw zo snel mogelijk zelfbedruipend zijn en zo veel mogelijk onafhankelijk van Vlaamse overheidsmiddelen kunnen functioneren.
De heer Janssens heeft het woord.
Alvorens tot de inhoud van het decreet te komen, wil ik het heel even hebben over de totstandkoming ervan. Initieel wilde men de vzw I-Cleantech Vlaanderen oprichten middels een halve voetnoot in het programmadecreet ter wijziging van de begroting. Na terecht bezwaar hieromtrent moest noodgedwongen het pad van een voorstel van decreet bewandeld worden.
In het oorspronkelijke voorstel van decreet, dat slechts uit twee zeer korte artikelen bestond, werd in feite enkel een blanco cheque aan de regering gegeven. Het voorstel van decreet dateert al van 30 november 2010 maar moest, na eerst een vernietigend en daarna een corrigerend advies van de Raad van State, door de meerderheidspartijen verschillende keren worden geamendeerd.
Zo stelde de Raad van State in zijn eerste advies onder meer dat er geen gegevens werden aangereikt over essentiële regels betreffende de oprichting, het maatschappelijk doel, de samenstelling, de bevoegdheden en opdrachten en het toezicht op de betrokken vzw. In de finale bewoordingen van het advies formuleerde de Raad van State streng: In geen geval kan het voorstel van decreet, in de summiere versie waarin het om advies is voorgelegd, doorgang vinden.
Een hele hoop amendementen moest het voorstel van decreet verbeteren om althans gedeeltelijk aan de kritiek van de Raad van State tegemoet te komen.
Op voorstel van het commissiesecretariaat van het Vlaams Parlement werd ten slotte ook nog een aantal zogenaamd technische correcties doorgevoerd. Vervolgens werd dan ook nog eens een voorstel van resolutie ingediend om het voorliggend voorstel van decreet verder te verfijnen.
Een door de plenaire vergadering goedgekeurde resolutie is echter nog steeds slechts een advies of verzoek aan de regering en is op geen enkele manier bindend voor wat de uitvoering ervan betreft. De hele opstart van de vzw I-Cleantech hangt met haken en ogen aaneen. Het decretaal werk van de meerderheidspartijen die het ter zake niet altijd even eens lijken te zijn, is in dit dossier niet meteen een voorbeeld van behoorlijk bestuur.
De Vlaamse overheid moet inderdaad investeren in onderzoek en ontwikkeling, waar schone en zuivere technologieën uiteraard een onderdeel van zijn. Met de oprichting van deze nieuwe vzw wordt, zoals ook de Inspectie van Financiën in een rapport schreef, echter geen enkele meerwaarde gecreëerd. De inspectie is van mening dat deze koepel over een koepel niet meer doet dan gesubsidieerde banen crëeren. In haar advies stelde de Inspectie van Financiën dat met vzw I-Cleantech een projectwerking wordt gestructureerd die perfect binnen een of meer van de bestaande structuren IWT, VITO, OVAM, enzovoort met een informele stuurgroep of projectwerking kan worden ingevuld zonder nieuwe personeelsomkadering en zonder nieuwe bestuursorganen.
Verder zegt de inspectie dat het voornaamste oogmerk gelegen is in de creatie en de invulling van 2 nieuwe C-level executive topfuncties en 17 nieuwe bestuursmandaten intussen teruggebracht tot 9 waarvan de personeelskost en de beheersvergoedingen via de Vlaamse uitgavenbegroting worden gefinancierd. Uiteindelijk geeft de Inspectie van Financiën een ongunstig advies wegens gebrek aan decretale basis, gebrek aan doelmatigheid, gebrek aan kostenefficiëntie en gebrek aan budgettaire orthodoxie.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Mijnheer Janssens, u citeert hier omstandig uit het bijna integrale advies van de Inspectie van Financiën. Ten behoeve van alle collegas die de uitgebreide en lange discussies in de commissie niet hebben meegemaakt: dit advies slaat op een voorontwerp van vorig jaar dat intussen door het indienen van een voorstel van decreet, en door alle besprekingen en aanpassingen compleet is achterhaald. De collegas die deze commissievergaderingen niet hebben bijgewoond, hebben recht op die informatie. Wat u hier zegt, is compleet achterhaald en slaat in geen enkele zin op het document dat hier vandaag ter stemming voorligt.
Mijnheer Van Malderen, de basis van de kritiek van de Inspectie van Financiën is dat deze vzw zoals die is gepercipieerd in het begin en zoals nu nog altijd het geval is, geen enkele meerwaarde betekent. Als het trouwens gaat over het verfijnen van het voorstel van decreet dat nu voorligt, zou u een pluim moeten geven aan de oppositie. Het is dankzij de verenigde oppositie dat de adviezen van de Raad van State zijn aangevraagd. Op basis daarvan is dit voorstel van decreet geworden wat het vandaag is.
Geen enkele fractie hier is tegenstander van een structurele toename van het Vlaamse overheidsbudget voor Onderzoek en Ontwikkeling. Geen enkele fractie in dit halfrond zal tegenstander zijn van innovatie in cleantech, maar mijn fractie is op geen enkel moment overtuigd van de meerwaarde die deze nieuwe instelling zou kunnen betekenen.
De sector heeft geen behoefte aan een bijkomende instelling. De versnippering in de sector wil men nu tegengaan door nogmaals een nieuwe structuur op te richten. Wij zouden opteren om de bestaande initiatieven en instellingen te coördineren en zelfs te vereenvoudigen. Er is, zoals het rapport-Soete in 2007 al stelde, nood aan een vereenvoudiging van het complexe innovatielandschap.
Een van de meest opvallende elementen in de bisnota van minister Lieten die aan de Vlaamse Regering werd voorgelegd, is een van de redenen die de VITO aanhaalt om te duiden waar de vzw I-Cleantech een rol zou kunnen spelen, namelijk en ik citeer letterlijk uit de bisnota van minister Lieten: Er ontbreekt een visie van de Vlaamse Regering op cleantech: via de vzw kan visievorming gebeuren. Is er daarom nood aan een nieuwe structuur? Omdat het de Vlaamse Regering aan visie ontbreekt? Dit voorstel van decreet brengt Vlaanderen ons inziens geen stap dichter bij de doelstelling om tegen 2020 tot de top 5-regios van Europa te behoren. Dit voorstel van decreet biedt geen toegevoegde waarde op het gebied van cleantech-innovatie in Vlaanderen.
Ten slotte wil ik de minister ook graag een pluim geven. Ik had graag gehad dat ze hierbij persoonlijk aanwezig zou zijn, maar dat is vooralsnog niet het geval.
In de fameuze gelekte mail van minister Lieten bekende zij dat de sp.a zich binnen de regering beter in de verf moest zetten en dat er een rode draad doorheen de verschillende projecten nodig is. Die rode draad is dankzij enkele partijgenoten een rode cirkel geworden: via het Autonoom Gemeentebedrijf (AGB) van Houthalen-Helchteren, over de Limburgse provinciegouverneur, tot het kabinet van minister Lieten.
Ik licht toe. De centrale werking van I-Cleantech Vlaanderen en het Limburgs Cleantech Forum zullen een vaste stek krijgen in Houthalen-Helchteren. Samen met de Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM) werd in Limburg een eerste Cleantech incubator ontwikkeld. Deze incubator wordt vormgegeven via een projectvennootschap opgericht door LRM en het AGB van Houthalen-Helchteren. En wie is er voorzitter van het AGB en burgemeester van Houthalen-Helchteren? Partijgenoot van minister Lieten, sp.aer Alain Yzermans.
Bij de voorbereidende gesprekken, om te peilen naar een draagvlak voor de op te richten vzw, werden ook de provinciegouverneurs geraadpleegd. De provincie Limburg heeft erden zelfs al concrete middelen gereserveerd om het regionale luik binnen de vzw uit te bouwen. Een van de drijvende krachten hierachter was de Limburgse gouverneur. En wie is die gouverneur? Partijgenoot van minister Lieten, sp.aer Herman Reynders.
Wie draagt ten slotte de voorzitter van de raad van bestuur van de vzw I-Cleantech Vlaanderen voor en wie is toezichthoudend minister, bevoegd voor Innovatie en maakt aldus de rode cirkel rond? Niemand minder dan sp.a-minister Ingrid Lieten. Een linkse en slinkse manier van werken. De coalitiepartijen CD&V en N-VA staan erbij en kijken ernaar. Proficiat dus aan de minister om de vzw een gezicht een rood gezicht te geven, al vrees ik dat dat rode gezicht blauwe plekken zal oplopen en zwarte sneeuw zal zien.
Mijn fractie vindt deze vzw een overbodige en geldverslindende constructie waar niemand in Vlaanderen beter van zal worden. Ze dient enkel de belangen van enkele politiek te benoemen vriendjes, voornamelijk uit de achtertuin van sp.a-minister Ingrid Lieten. En daar krijgt zij onze steun niet voor. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Ceysens heeft het woord.
Voorzitter, collegas, we zijn met de zitting van deze middag aan het laatste hoofdstuk toe van wat intussen bijna een boek is geworden, namelijk dat van de vzw I-Cleantech. Als ik het boek een titel zou moeten meegeven, zou ik zeggen: All politics is local. Als we vandaag in Vlaanderen deze meerderheid opgericht zullen zien worden, heeft dat inderdaad te maken met lokale Limburgse politiek. Niet dat ik iets tegen Limburg heb. Integendeel, ik ben zelf afkomstig uit Maaseik. Maar wat mij wel stoort, is dat het het doel absoluut niet dient. Met deze vzw wordt weliswaar de lokale politiek gediend, maar de eigenlijke meerwaarde, namelijk het dienen van het ondernemerschap en de industrie in Cleantech, wordt helemaal niet gediend.
Indien men de cleantech wou dienen op het gebied van de industrie, dan zou men voor een heel andere piste hebben gekozen, namelijk de piste die wij hebben aangereikt, zowel in het debat als in de amendementen als finaal in een reflectienota. We vonden het de moeite waard om de collegas via die reflectienota te doen stilstaan bij wat hier het doel is en wat volgens ons dan het beste middel is.
Als het doel is Cleantech te stimuleren in onderzoek en ontwikkeling, in ondernemerschap en in export, hebben we in Vlaanderen een aantal instrumenten in handen die dat vandaag al doen. Wij hebben die ook genoemd in de reflectienota. Ik heb daarover ook nog contact gehad met bijvoorbeeld de mensen van Agoria, die met hun Renewable Energy Club een voortreffelijke club hebben die in staat is om de industriële belangen in cleantech te ondersteunen en die in staat zijn om vanuit die club die technologie te exporteren.
Als het ons te doen is om de Vlaamse cleantech uit te dragen, te exporteren en verder te helpen in hun industriële belangen, dan hebben we met die club een fantastisch instrument in handen en die is absoluut geen vragende partij voor de oprichting van een nieuwe vzw.
Die vzw is toch wel onder een zeer ongelukkig gesternte gestart, dat hoef ik in dit halfrond wellicht niet opnieuw te benadrukken. Bij ons was er toch het aanvoelen dat de regering had beslist om vlug iets op papier te zetten waarmee ze gestart zou zijn en er in Limburg een aantal leuke dingen mee konden worden gedaan. Ze is natuurlijk zwaar tegen de lamp gelopen doordat de Inspectie van Financiën heel grondig is geweest, maar ook doordat de opeenvolgende adviezen van de Raad van State te kennen gaven dat het echt ondenkbaar was om deze vzw op te richten met een vodje papier.
Het is inderdaad de verdienste van het parlement dat we door volgehouden inspanningen, door opnieuw naar de Raad van State te gaan, door opnieuw amendementen te maken, door opnieuw de toets te doen en door opnieuw het debat aan te gaan tot en met de reflectienota, dat de tekst minstens op juridisch gebied ernstig verbeterd is en juridisch wat onderbouwd is geraakt.
Dat neemt niet weg dat er naast de juridische realiteit voor ons ook de opportuniteitsvraag is en die kunnen we natuurlijk niet aan de Raad van State stellen, we moeten die zelf beantwoorden. Die opportuniteitsvraag heeft voor ons de toets nog altijd niet doorstaan. We hebben tot in den treure aangetoond dat er in Vlaanderen voldoende vzws en structuren voorhanden zijn die, indien men cleantech wil promoten en wil ondersteunen in innovatie en export, dat kunnen doen en dat er absoluut geen nood is aan een nieuwe vzw.
Als de meerderheid hier toch verder mee gaat, moet ze stoppen met het bewijzen van lippendienst aan het rapport-Soete, aan de betrachtingen om het innovatieveld te vereenvoudigen en aan het verhaal dat ze de industrie een aantal hefbomen wil geven door haar zelf toe te laten om te beslissen waar de middelen het beste worden aangewend. Het klopt dat een van de amendementen ertoe leidt dat de raad van bestuur wat anders wordt samengesteld dan men eerst had voorzien, maar laten we eerlijk zijn: op de negen vertegenwoordigers zullen er twee uit de industrie komen. Er kan dus moeilijk worden beweerd dat de industrie aan zet zal zijn. En wie beter dan de industriëlen voelen waar in de globale wereldeconomie het vuur brandt en waar men beste gediend is om de technologie vanuit Vlaanderen zowel te innoveren als te exporteren?
Wij vinden dit nog altijd een gemiste kans en we zullen de voorstellen dus niet goedkeuren. (Applaus bij Open Vld)
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, collegas, we zijn deze vergadering begonnen met een debat over de arbeidsmarkt, en het spreekt voor zich dat een goed draaiende arbeidsmarkt in de toekomst een voorwaarde zal zijn om onze welvaart en ons welzijn te bestendigen. Een goed draaiende arbeidsmarkt zullen we niet kunnen bereiken zonder een innovatieve kenniseconomie die we stap voor stap opbouwen in een context van grondstofschaarste en van klimaatswijziging en de antwoorden daarop, maar ook in een Vlaanderen dat al dichtbevolkt is en waar steeds meer mensen zich zorgen maken over hun gezondheid en waar economie en ecologie naast en met elkaar moeten kunnen bestaan. Ik verwijs naar het rapport waarover we vorige week hebben gediscussieerd inzake de toestand in Genk. Heel veel mensen maken zich er zorgen over, en business as usual zal niet volstaan.
Waar we voor staan, is een uitdaging om van bedreigingen kansen te maken en voluit te gaan voor een technologie die ons in staat stelt om die uitdagingen van de toekomst, grondstofschaarste, klimaat en gezondheidsdoelstellingen, met elkaar te verzoenen. Dat antwoord kan zich minstens ten dele vinden in een verhaal omtrent cleantech.
Met deze vzw willen we alle initiatieven bundelen die vandaag reeds bestaan. Ik wil niet in een polemiek treden, maar een aantal sprekers hebben op zijn minst een aantal opmerkelijke dingen gezegd die in het verslag worden tegengesproken. Hier werd getwijfeld aan de nood om een dergelijke vzw op te richten. Men verwijst daarbij naar een achterhaald advies van de Inspectie van Financiën. Men stelt dat een aantal overheidsinstellingen dit initiatief overbodig zouden maken. Ik kan alleen maar vaststellen dat tijdens de hoorzitting die door de oppositie werd gevraagd, alle actoren die de revue zijn gepasseerd, zich hebben uitgesproken voor dit voorstel van decreet en dat bijvoorbeeld de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), die hier genoemd zijn als mogelijke vervangers, zelf hebben gesteld dat ze niet bereid of in staat zijn om deze vzw te vervangen of de rol te spelen die deze vzw wordt toebedeeld.
Er is ook vraag naar, in tegenstelling tot wat hier is gezegd. Ik heb een lijst bij met veertig bedrijven, instellingen en persoonlijkheden die nu reeds te kennen hebben gegeven dat ze het initiatief steunen, waarbij ik de bedenking maak dat heel wat mensen uit de industrie vaak eerst verwachten dat er iets wordt gecreëerd voor ze voluit ergens in meestappen. De lijst is er, dat kan niet worden ontkend.
Met dit voorstel van decreet willen we een vzw creëren die een forumfunctie kan vervullen voor de bestaande actoren die inderdaad aan verdere visievorming en uitdieping van die visie kan doen, en die cleantech ook zichtbaarder kan maken en mensen bewuster van de noodzaak ervan kan maken.
Als u dit steunt, zet u geen stap in het duister, u gaat geen financieel avontuur aan. Het decreet en ook de resolutie daartoe voorziet in een businessplan. Zoals de heer Bothuyne al heeft gezegd, is het zaak dat de vzw I-Cleantech zo snel mogelijk op eigen benen kan staan.
Ik wil even stilstaan bij de keuze van de rechtspersoonlijkheid vzw. Die komt voort uit de bewuste optie om de samenwerking tussen de publieke en private sector te organiseren. Dat komt ook tot uiting in de samenstelling van de raad van bestuur. De keuze voor een vzw is ook logisch, in de eerste plaats vanuit de publiek-private samenwerking. De privésector kan nu eenmaal gemakkelijker toetreden tot de rechtspersoon van een vzw en de rechtspersoon van een vzw laat ook toe dat andere overheden toetreden.
De vzw zal kunnen optreden als dossierbeheerder, als uitvoerder van financiële verrichtingen, bijvoorbeeld in het kader van Europese dossiers, maar het is ook noodzakelijk om een eigenaarschap aan te duiden. Een informeel netwerk, een club, is eigenlijk van niemand. Wij willen wel degelijk iemand kunnen aanspreken op zijn verantwoordelijkheid en we willen wel degelijk kunnen meten of deze vzw levensvatbaar is.
De vzw voorziet in een lichte structuur en er is ook in toezicht voorzien. We voorzien niet in een nieuw financieringskanaal, maar wel in een orgaan dat er zou kunnen toe leiden dat bestaande kanalen beter ter beschikking komen van alle actoren. We denken dat we hiermee net tegemoetkomen aan het rapport-Soete.
Ik wil even ingaan op zowel de reflectienota als de ingediende voorstellen van resolutie vanuit de oppositie. We zijn uiteraard blij dat Open Vld denkt en zegt dat cleantech belangrijk is. Als we het serieus menen met de uitbouw van cleantech in Vlaanderen, dan moeten we op dat vlak de krachten bundelen. We moeten een uniek aanspreekpunt creëren dat in de cleantechsector de complexiteit vermindert, daardoor het geheel transparanter wordt en daardoor de gebruiksvriendelijkheid verhoogt. Door al die diverse taken die Open Vld oplijst, door al die verschillende organisaties te laten uitvoeren, blijf je net in het status-quo van vandaag, een status-quo van complexiteit, ondoorzichtigheid en gebruiksonvriendelijkheid.
De oprichting van de vzw I-Cleantech ligt ons inziens net in de lijn van het rapport-Soete. Het status-quo dat Open Vld voorstelt, voldoet daar zeker niet aan.
Dit unieke loket voor de cleantechsector verhoogt de gebruiksvriendelijkheid voor de kmos, net omdat er een zinvolle bundeling van taken gebeurt. Daarenboven verhoogt dit unieke loket de zichtbaarheid van de cleantechsector en van de overheidsinitiatieven daarvoor. Ook dat ligt volledig in lijn met het rapport-Soete uit 2007.
Mevrouw Ceysens, ik kon het niet laten, ik heb even gegrasduind in uw verwezenlijkingen als minister. Ik stel vast dat u ik noem maar iets de Herculesstichting hebt opgericht. Het Strategisch Initiatief Materialen (SIM) werd eind april 2009 voor het einde van de legislatuur opgericht, zonder dat daar toen financiële middelen voor waren. Dat is hier niet het geval. Het Centrum voor Medische Innovatie (CMI) kan twee jaar na de start nog geen enkel hard resultaat voorleggen. Het werd eigenlijk opgestart voor de voorbereidingen afgerond waren. Men kan zich de vraag stellen waarom er een bijkomend centrum werd opgericht. Ik som op: Flanders PlasticVision, Flanders Synergy, Flanders InShape, Neuro-Electronics Research Flanders (NERF). U bent slecht geplaatst om hier kritiek te geven op het oprichten van een bijkomend instituut.
Het grote verschil is altijd geweest dat wij het gedaan hebben wanneer er vanuit de industrie, van onderuit, een vraag was om overheidsmiddelen te gebruiken als hefboom. Vandaag is er veel meer een eigen politieke agenda waarvoor men middelen wil vrijmaken. Ik vind dat een enorm verschil. Ik ben initiatieven die vanuit de industrie komen absoluut genegen. Mocht dat hier de vraag geweest zijn, zou ik een heel ander debat hebben gevoerd. Dit is het tegendeel. De industrie vraagt om dat alstublieft niet te doen. Dat is dag en nacht verschil.
Ik zie enkel dat minister Lieten al die dingen die u opnoemt, met een grote glimlach opent en overal de lintjes knipt. Ze zegt dat het dat is dat ze gaat doen, want veel meer heeft ze na al die tijd ook nog niet gedaan. Ik stel vast dat Flanders DC als een goed model wordt geroemd. Ik stel vast dat daar nu veel middelen naartoe gaan. Zo slecht zal het niet geweest zijn.
De insteek was altijd anders. De vraag zat aan de basis, kwam van bij de bedrijven en we gebruiken overheidsgeld als hefboom voor hun middelen.
Ik verwijs ook naar de hoorzitting met professor Debackere.
Welke industrie is dat komen zeggen?
Mag ik iets zeggen? Dank u.
Tijdens de hoorzitting hebben alle sprekers gewezen op de plejade aan initiatieven op het terrein en de noodzaak om die te bundelen. Nyrstar in Balen, toch geen klein bedrijf, steunt dit initiatief, net als Ecorem in Aartselaar, Grafityp in Houthalen en Carmans in Lummen. (Opmerkingen van mevrouw Patricia Ceysens)
Men zal dit vehikel eerst moeten oprichten, voor het zich bekend kan maken bij andere industriële spelers. Maar zeggen dat er bij de industrie geen vraag bestaat, is de waarheid evenzeer geweld aandoen.
Op de hoorzitting is de vraag niet gekomen vanuit de industrie. Ik heb meermaals aangetoond dat de industrie zegt dat ze de Renewable Energy Club hebben, Flanders Cleantech Association, kanalen bij F.I.T. en bijvoorbeeld sensibilisering bij Technopolis. Laten we die instrumenten en hefbomen gebruiken.
Ik kan me indenken dat u in Houthalen misschien wel iemand vindt, die zegt, laat maar komen. Ook daar ken ik de industrie en het ondernemersveld. U kunt niet zeggen dat dit hetzelfde is als wat wij in het verleden hebben gedaan voor vragen echt vanuit de industrie. U had het over SIM. De federaties van de industrie opnieuw kwamen dit vragen, net als voor Flanders PlasticVision. U mag ze allemaal nagaan. Groepen van industriëlen, meestal met de federatie erbij, kwamen met een voorstel, waarvoor ze ook zelf geld op tafel wilden leggen. Ik wil de eerste euro van een private partij die naar deze vzw gaat nog zien!
Ik hoor de vertegenwoordigers van twee meerderheidspartijen telkens verwijzen naar de verslagen van de hoorzittingen om het nut van deze vzw te onderstrepen. Ik wil dit toch even nuanceren. Hoewel ik de waarde van de sprekers die op de uitnodiging zijn ingegaan niet wil ontkrachten, wil ik erop wijzen dat het commissiesecretariaat elf uitnodigingen heeft verstuurd en dat slechts drie mensen op de hoorzitting zijn afgekomen. Dit betekent dat we heel wat geluiden, vooral uit de industrie, tijdens die hoorzitting niet hebben gehoord. Die geluiden hadden allicht heel anders kunnen klinken dan wat we nu hebben gehoord.
Mijnheer Janssens, uw laatste argument is natuurlijk vrij absurd. Iedereen heeft de kans gekregen sprekers voor te dragen. Dat mensen niet op de uitnodiging willen ingaan, betekent niet dat we mogen concluderen dat ze een andere mening hebben dan de mensen die wel op de uitnodiging zijn ingegaan.
Ik ben het met u eens dat wat hier voorligt sterk verschilt van de aanpak uit het verleden. We hebben een business plan. De intentie zelfbedruipend te zijn, is van bij het begin ingeschreven. Ik kan dat enkel toejuichen.
Ik zou met een positieve noot willen besluiten. Ik wil iedereen danken die het voorstel van decreet heeft ondersteund en in feite ook iedereen die het voorstel van decreet heeft tegengewerkt. Ik ben niet te beroerd om te zeggen dat het uitputten van de procedure van dit document een beter document heeft gemaakt. Het is op een aantal punten gewijzigd en verbeterd. Ik heb er geen problemen mee dat toe te geven.
Tegelijkertijd is tijdens de besprekingen duidelijk geworden waar de draagkracht voor cleantech en een kennisgedreven, innovatieve economie zich bevindt. Het is nu duidelijk hoe mensen daar, al dan niet kritisch, tegenover staan. Het is nu duidelijk wie er echt werk van wil maken en wie er, om mevrouw Ceysens te citeren, enkel lippendienst aan wil bewijzen. (Applaus bij sp.a)
De heer Vereeck heeft het woord.
Voorzitter, ongeveer een jaar geleden heeft minister Lieten de Vlaamse Regering een nota voorgelegd om de vermaledijde vzw I-Cleantech Vlaanderen op te richten. Toen is een decretale machtiging als voorwaarde gesteld. Om die machtiging te verkrijgen, zijn de meerderheidspartijen in het Vlaams Parlement ingeschakeld.
Mijn fractie is natuurlijk voor investeringen in onderzoek en ontwikkeling. Dit is een van die sectoren waarin de overheid een nuttige bijdrage kan leveren. We zijn tevens voor bijdragen tot de cleantech. We zijn echter geen voorstander van deze nieuwe constructie die minister Lieten, met behulp van de meerderheid in het Vlaams Parlement, wil oprichten.
Ik heb me in verband met dit dossier fel verzet. De negatieve analyse van de Inspectie van Financiën is eigenlijk al sinds de zomer beschikbaar. Ik heb daar aanvankelijk weinig mee gedaan. Ik dacht immers dat de minister op basis van deze scherpe kritiek, die de spreker van het Vlaams Belang daarnet nog eens letterlijk heeft verwoord, zelf iets zou doen. Uit de nota die ze de Vlaamse Regering heeft voorgelegd, kon ik echter afleiden dat ze hier weinig mee had gedaan. Op dat ogenblik leek het me mijn taak als Vlaams volksvertegenwoordiger de kat de bel aan te binden.
Ik heb me om twee redenen tegen de oprichting van deze vzw verzet. Het gaat me om het beleidsmatig aspect en om het decretaal aspect. Ik zal om te beginnen eerst even op dat laatste punt ingaan.
In feite moet ik de heer Van Malderen gelijk geven. Naar aanleiding van de hoorzitting is hier voldoende invulling aan gegeven. Het initieel voorstel van decreet was vrij algemeen en vaag. Het gaf de Vlaamse Regering een algemene machtiging om een nieuwe vzw op te richten. De doelstellingen, de modaliteiten of de omkadering waren echter niet duidelijk omschreven. Het voorstel van decreet bevatte geen gegevens over de regels waaraan de Vlaamse Regering zich met betrekking tot de oprichting, de bevoegdheden of de samenstelling moest houden. Het was eigenlijk een blanco cheque.
En eerlijk gezegd had ik daar geen vertrouwen in, gelet op de nota die we op 19 oktober zagen verschijnen waarin minister Lieten toelichting gaf bij de nieuwe vzw. De meerderheid deed de belofte om hieraan iets te doen via een resolutie. Een resolutie is natuurlijk maar een advies en is niet bindend. Ook dat is een onvoldoende sterk signaal om iets mee te doen.
Samen met de oppositiepartijen zijn we naar de Raad van State gestapt, wat toen nog werd omschreven als een vertragingsmanoeuvre. Mijnheer Van Malderen, we mogen toch ook zeggen dat u op 3 maart 2010 zei: Cleantech is de sector van de toekomst. Als we nieuwe toekomstgerichte jobs willen creëren, mogen we niet langer treuzelen. Het is ongehoord dat de oppositie spelletjes speelt op de kap van hardwerkende bedrijven en werknemers.
De Raad van State heeft gezegd dat het in die versie in ieder geval geen doorgang kon vinden, wat mijn kritiek en die van mijn collegas van de oppositie over de blanco cheque alleen maar bevestigde.
Uiteindelijk zijn er dan meerdere amendementen ingediend door de meerderheid. We zijn nog twee keer naar de Raad van State getrokken. Uiteindelijk leidt het dus tot het voorstel van decreet zoals het hier voorligt. Het heeft in ieder geval de verdienste en dat wil ik ook erkennen dat het juridisch inderdaad sluitend is.
Er zijn ook een aantal aanpassingen gebeurd op basis van de besprekingen in de commissie en de commotie in de pers. Het aantal leden van de raad van bestuur werd teruggebracht van zeventien naar dertien en nu uiteindelijk naar negen. De vergoeding van de raadsleden was aanvankelijk nogal fors, maar nu zijn ze nagenoeg onbezoldigd.
De aanpassingen en de zogenaamde verfijning die eerder op het decretale en het organisatorische vlak ligt, is eerder een pleister op een houten been. Ik heb de verslagen van de hoorzittingen nog eens nagelezen. Nogmaals, mijn interpretatie is een andere. Ik heb daar weliswaar horen vertellen dat er nood was om aan cleantech een duidelijke smoel te geven, maar ik heb geen enkele van de interveniënten en mijnheer Van Malderen, u hebt gelijk dat de afwezigen ongelijk hebben expliciet horen pleiten voor de oprichting van deze vzw. Dat is toch wel een klein beetje anders.
Dan blijven we bij de essentie van de kritiek dat de instelling op dit moment nog steeds volstrekt overbodig is. We hebben ook verschillende signalen gehoord vanuit de meerderheid. N-VA en CD&V vertelden ons uiteindelijk dat dit het laatste speeltje was dat men aan sp.a zou gunnen, gezien het zeer ongunstige advies dat ook de Inspectie van Financiën bij aanvang heeft gegeven. Ook daar hebt u natuurlijk een punt: het is het basisadvies. Maar stukken van die kritiek staan nog altijd overeind. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de relatie effectuitgaven-apparaatkosten. Uiteindelijk gaat het hier om slechts 145.000 euro aan effectuitgaven, voornamelijk aan een marketingplan waarvan de heer Fransaer in de hoorzitting zei dat volgens zijn schatting het minimaal over bijna 500.000 euro zou gaan om cleantech echt goed te marketen. Die verhouding was en is nog altijd 1 tot 10, en dat is nog altijd op basis van het businessplan zoals ik het heb gezien het laatste althans , geen hoogvlieger wat bestuurlijke efficiëntie betreft. Dat was wat de Inspectie van Financiën een jaar geleden zei, en ik denk dat het nog steeds opgaat.
Mijnheer Vereeck, ik weet niet of u in de toekomst kunt kijken dan wel of u een verouderd document citeert. Hoe kunt u vandaag al vertellen wat er in het businessplan staat van een vzw die we nog moeten oprichten en waarvan we zeggen dat er zo snel mogelijk een businessplan moet komen? Ik denk dat u zich, net zoals de vorige collega, baseert op een document dat achterhaald is. Ik zou u dus willen vragen om dat cijfer niet meer te herhalen.
Mijnheer Van Malderen, ik denk dat u beter minder het woord vraagt, want u rijdt zichzelf vast. U zegt daarnet dat het grote verschil met vroeger is dat er nu een businessplan is en nu zegt u dat het nog niet kan dat er al een businessplan is. Ik heb de indruk dat u halsstarrig en dat hebt u de hele periode gedaan, samen met vele medewerkers van het kabinet overigens dat ding toch maar, koste wat het kost, leven probeert in te blazen en te vergoelijken.
Dat is bijzonder moeilijk, want de feiten zijn de feiten. Wij zijn begonnen met een vreselijk slechte tekst. U hebt ons verschillende keren beticht van allerlei zaken. Na elke stap is het een stukje beter geworden, maar vandaag doorstaat dat ding nog altijd niet de toets van de opportuniteit. Bovendien is het de vraag of de overheid aan dit soort van initiatieven wel zijn schaarse middelen moet besteden. U wilt cleantech steunen en bewijst daarbij veel lippendienst aan het industrieel beleid. Wel, luister dan eens naar wat bedrijven belangrijk vinden en zet daarop uw middelen in.
Ik weet alleszins dat de privésector nog niet één euro op tafel heeft gelegd voor dit project. De vzw zal het bijzonder moeilijk krijgen om de intentie waar te maken. Hoewel het initiatief vandaag juridisch al wat beter is onderbouwd, zal dat verschrikkelijk moeilijk blijven.
De opdrachten om een businessplan op te stellen en om zo snel mogelijk op eigen benen te staan, staat in onze resolutie ingeschreven. Men kan evenwel niet verwachten dat een vzw die nog niet is opgericht, een businessplan kan voorleggen.
Over dat laatste kunnen wij erg duidelijk zijn: deze vzw zal nooit zelfbedruipend zijn. Als er één zaak duidelijk uit die hoorzittingen naar voren is gekomen, dan is het dat wel.
De heer Crombez heeft het woord.
Dit is een belangrijke discussie. Er werd hier ook gezegd dat het te betreuren valt dat een aantal mensen die waren uitgenodigd op de hoorzitting niet zijn gekomen. Een van de aanwezigen zei dat de redenering van de partijen die deze manier van werken maar halfslachtig vinden, dezelfde is als de redenering die mevrouw Thatcher in de jaren 80 ook maakte. Ik wil u niet met haar vergelijken, mevrouw Ceysens, maar u zegt wel hetzelfde als zij toen. In Engeland leidde dat ertoe dat alles waarvan niet op voorhand kon worden bewezen dat het erg geslaagd en zelfbedruipend zou zijn, geen middelen meer kreeg. En dat heeft ervoor gezorgd dat in een aantal sectoren de innovatie en de groei werd verlamd.
Het is toch niet omdat in een entiteit die nog niet bestaat nog geen euro van de privésector zit als de vzw eerder was opgericht, was dat misschien wel gebeurd en stonden wij al een stap verder dat is bewezen dat het initiatief geen kans op slagen heeft? Wie vaststelt wat cleantech wereldwijd in verschillende sectoren teweegbrengt, kan niet eisen dat het bewijs van zelfbedruipendheid een voorwaarde is om een initiatief te nemen. Meer zelfs: de houding dat van alles wat de overheid wil ondernemen vooraf moet worden aangetoond dat het zelfbedruipend zal zijn, is niet goed. Uit de literatuur blijkt dat elk startkapitaal een slaagkans van 20 procent heeft, en 20 percent slaagkans voor projecten is voldoende om op termijn voor rendabiliteit te zorgen.
Op die manier moeten wij tegen innovatie aankijken en steunen. Wij mogen niet vooraf garanties eisen garanties zoals de banken nu krijgen , maar kansen bieden opdat men kan slagen. En als twee op de tien projecten slagen, dan lukt het ook. Wij mogen het debacle dat Thatcher veroorzaakte, niet herhalen. Die technologie moet echt een kans krijgen, en wij mogen niet vasthouden aan argumenten die een liberaal misschien begrijpt maar die gewoon fout zijn.
Het ultieme argument van uw partij in een debat, wanneer u niet meer weet wat zeggen, is dan Thatcher.
Of Ronald Reagan.
Wat mij stoort, is dat de overheid pleit voor meer overheid. Ik kan daar niet mee akkoord gaan. Ik doe daar niet aan mee. Natuurlijk kan de overheid middelen aanwenden voor innovatie en onderzoek, maar wij willen dat zij worden ingezet op die plaats waar de marktprikkel het grootst is. Daar kunnen die middelen gedijen. Dat is het grote verschil tussen u en ons. In dit dossier is dat niet het geval. U kunt het dan hebben over Thatcher en ik over de rode lijnen uit Moskou, maar daar gaat het niet over.
Overheid die iedere keer komt pleiten voor meer overheid: zo zal het niet werken. Dat dient de belangen van de Vlaamse industrie in cleantech niet. Zij weten zeer goed waar ze moeten aanwezig zijn en waarop ze moeten inzetten. Ze hebben gevraagd om de bestaande industriële initiatieven te steunen met overheidsmiddelen. Met alle plezier. Dat is wat wij in het verleden hebben gedaan en zoals wij ook het beleid in de toekomst willen voortzetten. U kiest voor een insteek waarbij de overheid zelf zegt het beter te weten dan de industrie. Kijk naar de vertegenwoordiging: op de negen zullen er twee mensen uit de markt, uit de industrie komen. De zeven anderen komen uit de politiek en de vertegenwoordigers, die allemaal overheid zijn. Hoe wil je dat die mensen de marktprikkel kennen? Ik blijf erbij dat wij vandaag in Vlaanderen absoluut de marktprikkel missen om overheidsmiddelen naar te draineren.
Het debat gaat er niet over of we al dan niet overheidsgeld geven. Het gaat over wie we de guideline laten zijn om te bepalen waar de middelen naartoe moeten. Ik vertrouw er inderdaad op dat het meestal zo is dat als de industrie er eigen geld in steekt, de marktprikkel heeft uitgemaakt dat je goed bezig bent. Ik heb dat liever dan alle mogelijke handboeken en kwaliteitshandboeken die ons ervan moeten overtuigen waarop we ons geld moeten inzetten.
De heer Vereeck heeft het woord.
Excellent idea, Mr Speaker.
Ik verklaar me nader. Tijdens een woelig debat kreeg lady Thatcher eindelijk opnieuw het woord. De Speaker zei: Het woord is aan lady Thatcher. Waarop zij zei: Excellent idea, Mr Speaker. Het was haar laatste debat, toen ze door haar eigen fractie de deur werd gewezen.
Collegas, vooraleer ik voortga met mijn betoog, wil ik kort even ingaan op de tegenwerpingen van de heren Van Malderen en Crombez. Ik hoor de heer Van Malderen hier zeggen dat het zelfbedruipend zal zijn. Ik stel de vraag. Volgens mij is dat een utopie, is dat eigenlijk niet mogelijk. Integendeel, ik ga mee in de lijn die de heer Crombez uitzet. We weten nu eenmaal per definitie niet of er in Onderzoek en Ontwikkeling (O&O), in innovatie, in wetenschappelijk onderzoek een output zal zijn. Dat is nu eenmaal inherent aan het wetenschappelijk onderzoek. In 99 procent van de gevallen is die output er niet. Dat is de reden waarom precies heel wat van O&O bij de overheid zit: omwille van het bijzonder onzekere karakter.
Ik kan nog een beetje verder gaan. Onderzoek dat tot niets leidt, dat geen output heeft, is bijzonder waardevol als dat collegas binnen diezelfde branche informatie geeft over het feit dat dat type onderzoek niet moet worden herhaald en gedupliceerd. Maar natuurlijk, commercieel kun je er niets mee doen, want het resultaat is dat er geen resultaat is.
Mijnheer Crombez, ik ga dus mee in uw analyse. Maar dan kom je ook uit bij ons voorstel, het voorstel dat ik samen met mevrouw Ceysens heb ingediend. Wetende dat O&O eigenlijk een overheidstaak is omwille van het onzekere karakter, moet je zeer zuinig omspringen met die middelen. Dan denk ik dat we een aantal bestaande instellingen kunnen versterken, maar absoluut geen nood hebben aan een aparte constructie. Tijdens die hoorzitting werden behoeften geformuleerd, maar er is geen enkele spreker die zich expliciet heeft uitgelaten over de wenselijkheid van die vzw. Ik spreek dat nog eens formeel tegen.
Ik noem nu een van de zaken die deze vzw zou moeten doen: visievorming. Dan denk ik toch dat de oppositie een punt heeft als zij zegt dat we al twee platformen hebben voor visievorming. Ecotech, een van de innovatieregiegroepen, kan een visie vormen met betrekking tot cleantech. En ook de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie kan aan visievorming doen. Dat is al een van uw doelstellingen die niet overtuigend genoeg is om daar een aparte constructie aan op te hangen.
Overlegplatformen hebben we ook via die Flanders Cleantech Association (FCA) en ook via het Milieu- en Energietechnologie Informatieplatform (MIP). Vandaar onze inbreng: we moeten zuinig omgaan met de middelen. Er moet misschien wel versterkt worden. Misschien moet de FCA worden versterkt, misschien moet Ecotech, de innovatieregiegroep, worden versterkt. Maar een aparte entiteit is volgens ons niet nodig.
Collegas, we hebben hier vaak discussie over het rapport-Soete. Dat wijst op een grote versnippering en raadt ons aan om te gaan rationaliseren. Ik heb via een schriftelijke vraag aan de minister gevraagd om het innovatielandschap in kaart te brengen. Ik kreeg als antwoord: niet mogelijk wegens de enorme veelheid. Ik heb dat op papier. Dat is vraag 226 van 9 mei 2011. Dat toont de problematiek aan. De VRWI kaart dat ook in elk advies aan. De minister heeft trouwens aangekondigd dat er een tweede rapport-Soete komt terwijl er met het eerste nog niet te veel is gebeurd.
Als de minister antwoordt dat ze dat niet in kaart kan brengen wegens de enorme veelheid, gaat het misschien om het grote aantal schriftelijke vragen vanuit uw fractie. Dat geheel terzijde.
U gaat in uw betoog voorbij aan het feit dat in ons voorstel van resolutie staat dat waar en wanneer mogelijk deze vzw I-Cleantech bestaande initiatieven u noemt er een paar zal incorporeren in haar werking. Op dat punt van kritiek zijn wij met ons voorstel van resolutie volledig ingegaan.
Het is erg cynisch dat een nieuwe instelling wordt gecreëerd om de versnippering aan te pakken. Een veel betere oplossing zou liggen in de samenvoeging van alle initiatieven tot één sterk project. Daar zouden we nog kunnen in meegaan. Er zitten daar mensen taken uit te voeren die u binnen cleantech zou kunnen onderbrengen, maar dat idee is nooit onderzocht. Er is nooit een voorstel gelanceerd om de bestaande initiatieven als het ware op te doeken en in dat nieuwe initiatief onder te brengen. Dat zou een budgettaire nuloperatie geweest zijn.
Ik wil er echt geen tennismatch van maken, mijnheer Vereeck. Uw scenario zou op zijn minst leiden tot een standstill en het einde van elk van die initiatieven. De timing, de subsidielijn, de rechtspersoonlijkheden, de organisatievormen van de huidige instellingen zijn niet klaar om in elkaar op te gaan. Daarom, nogmaals, richten we vandaag een vzw op die waar en wanneer mogelijk bestaande initiatieven zal incorporeren.
Het vorige, mijnheer Van Malderen, was een denkspoor en zeker geen voorstel van mijnentwege. Ik denk persoonlijk dat we de bestaande initiatieven konden versterken en daarmee cleantech een betere dienst zouden bewijzen. Dat was eigenlijk ook de inhoud van het voorstel van resolutie van Open Vld en LDD.
Ondanks de mogelijkheid van een efficiënt alternatief wordt dit voorstel van decreet vandaag behandeld en waarschijnlijk goedgekeurd. Ondanks de ambities van de meerderheid om te rationaliseren, ondanks de bijsturingen die we erkennen, blijft de instelling overbodig. De LDD-fractie zal natuurlijk consequent zijn en noch het voorstel van decreet noch het voorstel van resolutie goedkeuren.
Ik vind het jammer dat het zo gelopen is. De oppositie heeft in deze aangelegenheid een zeer positieve rol gespeeld, ook in het samenstellen van de hoorzittingen. De adviezen van de Raad van State hebben een nuttige bijdrage gevormd. Ik vind het jammer dat het voorstel van resolutie van de oppositie zomaar wordt afgewezen. Dat kan gedeeltelijk met onszelf te maken hebben. Misschien benadrukken wij als oppositie te weinig het positieve dat de regering naar voren brengt. Ik geef een klein voorbeeld. De 60 miljoen euro extra die nu voor 2012 wordt uitgetrokken voor O&O is natuurlijk een goede zaak.
Op zich kunnen we daarachter staan. Het probleem is echter dat het de regering zelf is die aangeeft dat ze de Barcelonanorm mordicus in 2014 en als het even kan in 2020 wil halen. Als de regering die norm naar voren blijft schuiven als de te behalen doelstelling, dan boet ze natuurlijk aan geloofwaardigheid in.
Wij zijn geen cijferfetisjisten. Wat mij betreft, doekt men die Barcelonanorm op. Dat zou een helder signaal zijn. Het allerbelangrijkste is dat de mensen die in O&O werken, de mensen die in de universiteiten en de onderzoeksinstellingen werken, duidelijk weten waar ze aan toe zijn. Indien het de Barcelonanorm is, dan hebben we een duidelijk traject. Dan kan men zich daar als het ware aan aanpassen. Is het een ander traject, bijvoorbeeld elk jaar 60 miljoen euro meer, dan is dat natuurlijk totaal onvoldoende om de Barcelonanorm te halen, maar dan is er tenminste een zeer duidelijk traject.
Het is jammer dat de minister nu heel even aan het bellen is, maar ik neem aan dat ze het verslag wel zal lezen. Aan haar en de meerderheid wil ik toch even duidelijk zeggen het jammer te vinden dat ze instellingen blijven creëren. Er is nu I-Cleantech, maar daar is het helaas niet bij gebleven. Er is ook het Vlaams Energiebedrijf, dat eigenlijk ook een O&O-instrument is. Dat zit niet bij minister Van den Bossche, maar bij minister Lieten. Daarover hebben we als oppositie ook hoorzittingen gevraagd. Volgens mij is daar ook nog eens zeer duidelijk gebleken dat de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) de huidige investeringen in die energiesector schitterend begeleidt. Ik was zeer onder de indruk van de uiteenzetting van de mensen van de PMV en die cel die daar werkt met betrekking tot duurzame energie. Nu krijgen we opnieuw een nieuw vehikel, naast de bestaande vehikels. Dat lijkt me niet nodig.
Ik wil nog heel even de problematiek schetsen waarbinnen we cleantech zien. Dan heb ik het over de beloften die er zijn geweest met betrekking tot het Vlaams Instituut voor Mobiliteit (VIM), het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) en Flanders DRIVE. Minister, we hebben van u te horen gekregen dat er, gezien die veelheid aan instellingen, zou worden gerationaliseerd en dat men tot één groot mobiliteitsinstituut zou komen. Dat is eigenlijk een onderdeel van de frustratie, die absoluut niet is weggenomen. Er komen alleen maar instellingen bij, zoals I-Cleantech en het Vlaams Energiebedrijf, die allemaal taken uitvoeren die momenteel al door andere organisaties binnen de overheid worden uitgevoerd, wat natuurlijk leidt tot bijkomende overheadkosten. Er werd beloofd dat de bestaande organisaties zouden worden gerationaliseerd, maar op het terrein zien we geen enkele vooruitgang. Het is in die context dat we ons blijven verzetten tegen de oprichting van deze nieuwe vzw. (Applaus bij het Vlaams Belang, Open Vld en LDD)
De heer Watteeuw heeft het woord.
Voorzitter, ik was vereerd dat u bij uw openingstoespraak vorige week meteen bent ingegaan op een initiatief dat ik had genomen, samen met de fractievoorzitters van LDD en Open Vld. U zei toen dat we een aantal terechte voorbeelden hadden gegeven van slechte of minder goede praktijken vanwege de meerderheid, maar dat alles wat te maken heeft met I-Cleantech geen goed voorbeeld was. U stelde dat dit oorspronkelijk in het ontwerp van programmadecreet stond, maar dat u dat er persoonlijk had uitgehaald.
Dat betekent echter nog niet dat het een goed voorbeeld is, want daarmee houdt het natuurlijk niet op. Het is inderdaad een zeer goede zaak dat u dit uit het ontwerp van programmadecreet hebt gehaald, maar wat hebben de parlementsleden van de meerderheid daar verder mee gedaan? De regering heeft de boodschap blijkbaar niet goed begrepen. Ze heeft niet zelf het initiatief genomen, maar een aantal parlementsleden van de meerderheid gevraagd een voorstel van decreet in te dienen. Wat we dan kregen, was een puur volmachtsbesluit, dat de regering machtigt om I-Cleantech op te richten, en voor de rest niets.
Ik noem dat een volmachtbesluit. Daarom hebben we dat als voorbeeld gegeven. Dankzij de oppositie hebben we de Raad van State gevraagd, zijn er resoluties gekomen die de opdracht van I-Cleantech meer omschreven. Het gaat dan over cleantech, maar propere, parlementaire technologie is dat toch niet.
Wat is het doel van cleantech? Ik hoop dat de non-believers hier niet meer bestaan als het gaat over klimaatopwarming, bodemerosie, woestijnvorming in Europa. Het is absoluut noodzakelijk om te investeren in de ontwikkeling van cleantech. Dat gebeurt ook wereldwijd. In verschillende landen stijgen de investeringen in cleantech onvoorstelbaar snel van enkele honderden miljoenen euros in 2009, naar enkele miljarden euros wereldwijd.
Het verbaast me dat de ambitie van de meerderheid en de regering vrij beperkt is. Men gebruikt een vrij algemene definitie van cleantech, maar men gaat er niet zo ver in. Men wil het gebruik van niet-hernieuwbare hulpbronnen vermijden of beperken, men wil afvalstromen verminderen, maar dat is vrij beperkt. Het betekent dat om het even welke technologie die ervoor zorgt dat er een paar procent minder energie wordt gebruikt, dat er iets minder afval wordt geproduceerd, kan vallen onder cleantech. Dit kan toch niet de bedoeling zijn. De bedoeling zou moeten zijn dat je zegt wat het doel is van cleantech, dat je zegt hoever je wilt gaan. Dan ben ik bereid om begrippen te gebruiken die ook de meerderheid gebruikt in andere documenten.
Het doel van cleantech zou moeten zijn grondstofkringlopen, energiekringlopen en waterkringlopen sluiten, uitsluitend hernieuwbare energiebronnen gebruiken, de negatieve milieueffecten stoppen. Ga ik daarmee te ver, ga ik daarmee naar een nultech zoals de heer Bothuyne stelt? Nee, natuurlijk niet. Wat ik hier zeg, zijn zaken die ik terugvind in het witboek Industrieel Beleid. Kringlopen sluiten is een terminologie die de minister-president heel graag hanteert.
In het regeerakkoord, dat toch de Bijbel zou moeten zijn van de meerderheid en de Vlaamse Regering, wordt uitdrukkelijk cradle-to-cradle vermeld. Dat betekent niet dat je de afvalstromen een beetje gaat verminderen. Het doel moet zijn afvalstromen te stoppen.
Het moet er niet alleen over gaan het gebruik van niet-hernieuwbare energiebronnen te vermijden of te beperken. We moeten streven naar 100 procent hernieuwbare energiebronnen. Daarmee ben ik geen revolutionair. Minister Van den Bossche heeft zelf gezegd dat 100 procent hernieuwbare energie mogelijk is.
Minister, in die zin is cleantech veel te beperkt. We moesten veel ambitieuzere doelen gesteld hebben. We moesten durven zeggen waar we wilden arriveren, maar dat hebben we niet gedurfd. Ik denk dat dat komt omdat men een aantal zaken die er eigenlijk niet thuishoren, in cleantech wil stoppen.
De heer Carl Decaluwe, ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.
Inzake de structuur heb ik er minder moeite mee dan de andere oppositiepartijen, dat er een nieuwe vzw wordt opgericht. Structuren zijn nu eenmaal dynamisch. Er komen zaken bij, er sterven structuren af. (Opmerkingen)
Dat is natuurlijk een dynamisch verhaal. Dat kan, maar dan verwacht ik op zijn minst dat er wordt gekeken naar de positionering en de afstemming met andere spelers. Als je dan vaststelt dat twee structuren hetzelfde doen of hetzelfde zouden kunnen doen, moet je daar toch een oplossing voor vinden. Je moet niet te veel structuren hetzelfde laten doen.
De afstemming met andere innovatieactoren en cleantech-actoren is niet gebeurd. Ik heb u al het voorbeeld gegeven van het cleantech-platform dat in Limburg actief is. Het is mij niet duidelijk wat de relatie is tussen de vzw I-Cleantech en het cCleantech-platform. Ze zijn allebei actief bezig met cleantech, maar het is onduidelijk of ze gaan samenwerken en waarop ze zich gaan richten.
De ambitie gaat niet ver genoeg. Het Cleantech-platform houdt zich bezig met de mijngasextractie. Als er iets is dat niet past in alles wat te maken heeft met cleantech, is het wel die mijngasextractie.
Cleantech ligt ons na aan het hart. Wat hier voorligt, wat de meerderheid hier heeft opgesteld, is eigenlijk maar magertjes. Cleantech verdient beter. (Applaus bij Groen!)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking van het voorstel van decreet en de bespreking van het voorstel van resolutie zijn gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2010-11, nr. 831/12)
De artikelen 1 tot en met 9 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over het voorstel van resolutie en het voorstel van decreet houden.