Verslag plenaire vergadering
Verslag
Hoofdelijke stemming
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omklede motie.
Door de heren Watteeuw, van Rouveroij en Vereeck, mevrouw Vogels, de heer Gysbrechts en mevrouw Werbrouck werd hierop een amendement ingediend.
Wij spreken ons eerst over het amendement uit.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Ik kan mevrouw De Wachter geruststellen. Ik wil haar motie niet een andere richting uitsturen. Ik wil alleen dat, als deze motie goedgekeurd wordt, ze dan ook effectief wordt uitgevoerd. Daarom heb ik een amendement aangebracht waarin staat dat de regering, voor ze beleidsmaatregelen neemt, eerst beter uitgebreid intern overlegt en samen een eenduidig standpunt inneemt.
Want, collegas, we kunnen toch niet doen alsof het normaal is dat er voortdurend incidenten zijn in de regering en de meerderheid. Een regering en een meerderheid die voortdurend overhoop liggen met zichzelf, daar kun je nooit zeker van zijn, daar kun je niet op bouwen. Gekibbel verzwakt de coherentie en de effectiviteit van het beleid. Nochtans zijn de uitdagingen groot op het vlak van onder meer armoede, onderwijs en industrieel en economisch beleid. De regering zou daarin eensgezind naar voren moeten treden. De meerderheid zou samen moeten proberen om dat project waar te maken, maar ze kan het niet. Ze rollen voortdurend ruziënd over straat. Dat kan niet blijven duren.
Men kan zeggen, zoals de voorzitter doet, dat de incidenten op zich allemaal al besproken zijn, maar zo is het niet. Hier geldt de grotegestaltewet: het geheel is meer dan de delen. Ieder incident staat op zich, maar als je een reeks incidenten krijgt, betekent dat toch wel iets. Het is een wet die geldt voor de incidenten, maar niet voor de regering.
Daarom is het echt noodzakelijk om bij elke motie en elke resolutie die wij als Vlaams Parlement goedkeuren, de regering er even aan te herinneren dat ze overleg moet organiseren en samen een standpunt moet innemen. Ik hoop dat de minister-president zich aangesproken voelt, dat hij zijn ministers coacht en samenbrengt, dat hij maakt dat ze tot een goede realisatie komen van beleidsmaatregelen.
Voorzitter, dit amendement is ingediend samen met Open Vld en LDD. Wij gaan van onze kant bij elke motie en voorstel van resolutie dat we nog zullen indienen, deze beschikking opnemen. Want blijkbaar kan de regering het zelf niet, blijkbaar denkt de regering daar zelf niet aan, blijkbaar kan de minister-president zijn ministers niet in toom houden. En dus moeten wij hem daaraan herinneren.
De heer Crombez heeft het woord.
Voorzitter, ik dacht dat ik echos begon te horen. Daar wou ik het echter niet echt over hebben.
Wat de motie zelf betreft, daarnet is al aangegeven hoe belangrijk het onderwerp van de integrale jeugdhulp is bij de parlementaire werkzaamheden met betrekking tot de jeugdzorg die nu al bijna een jaar bezig zijn en binnenkort zullen worden afgerond. Ik wil er ook aan toevoegen dat er uiteindelijk slechts één indiener is, doordat ons parlementaire werk iets te grondig en te traag is en door uw onmetelijke gestrengheid. Die indiener is weliswaar de voorzitter van de Commissie Jeugdzorg. Normaliter hadden wij, de andere leden, dit allemaal mee ondertekend. Het is wat jammer dat we er niet allemaal op staan, maar dat is dus de reden.
De heer Caluwé heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, ik zou toch iets willen zeggen over dit amendement van wat we voortaan maar de appelblauwzeegroene coalitie zullen noemen. Ik heb de indruk dat, als diverse mensen maar hard genoeg roepen dat er geen cohesie is in de regering en in de meerderheid, en ze dat telkens opnieuw zeggen, sommigen dat misschien ook nog wel zullen geloven. (Opmerkingen)
Uiteraard bestaat de meerderheid uit drie partijen. Uiteraard hebben we verschillende meningen over heel wat zaken. Uiteraard blijkt dat soms ook tijdens de diverse debatten. Het zou maar erg zijn, mocht dat niet het geval zijn. Nu wil men van elke rimpeling, van elk meningsverschil een gebrek aan cohesie maken en daar telkens op terugkomen. Nu wil men telkens opnieuw dit amendement indienen. Eerlijk gezegd, ik vind dat wat kinderachtig. Maar goed, als men het niet kan laten, dan doet men dat maar.
De heer van Rouveroij heeft het woord.
Voorzitter, het zal u niet verbazen dat Open Vld de toelichting van de heer Watteeuw helemaal onderschrijft. Anders waren we ook niet de tweede indiener geweest van dit amendement. We zullen het dus uiteraard goedkeuren.
De heer Vereeck heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, ook wij hebben dit amendement ondertekend, zij het met de nodige schroom en terughoudendheid. We vinden het immers ook wel jammer dat de discussie in dit parlement daarover moet gaan. Het zou beter zijn mocht het over de inhoud gaan. Zeker onze partij, als V-partij, heeft er absoluut geen belang bij te zien hoe inconsistent en onsamenhangend deze regering optreedt. Eerlijk gezegd, dat doet ons soms pijn aan het hart. We zouden nu juist, met de huidige communautaire spanningen, een heel daadkrachtige en samenhangende regering willen zien.
We kunnen dit echter niet zomaar van tafel vegen. De heer Watteeuw heeft gelijk: sinds de incidenten over de gelekte e-mail heeft men gezegd harder te zullen werken om elkaars vertrouwen te herwinnen. Ik zie dat niet. Vorige week nog zei een lid hier in dit halfrond dat er een deuk in het vertrouwen is. Ik zit in het midden van dit halfrond. Ik heb vandaag al wat scudraketten zien lanceren. Er was de scudraket van de heer Diependaele in de richting van sp.a. Er was de uitval van de heer Van den Heuvel richting N-VA. Zeggen dat er geen probleem is met deze regering, is dus niet correct.
Het enige wat we vragen, is dat men daadkrachtig en coherent zou optreden. Ook mijn fractie zal dit amendement dus ten volle ondersteunen.
De heer Dewinter heeft het woord.
We hebben dit niet mee ondertekend, maar we hebben er wel een virtuele handtekening onder geplaatst, omdat we het ook steunen. Ik hoop daarmee de indieners niet te veel te schofferen. Ze zullen onze stem echter wellicht in dankbaarheid willen aanvaarden.
Waar ik wel een probleem mee heb, is die dictatuur van de meerderheid, die het parlementaire debat over essentiële zaken onmogelijk maakt. Ik begrijp dat het onaangenaam is om te moeten debatteren over het eigen falen, over de ruzies binnen de meerderheid en alles wat daarbij hoort, maar het is natuurlijk een beetje surrealistisch dat het debat wel in alle openheid en in alle heftigheid in de media wordt gevoerd, maar niet op de plaats waar dat zou moeten, namelijk hier in het parlement. Voorzitter, voor die dictatuur van de meerderheid zou u natuurlijk dit parlement moeten behoeden. U zou ervoor moeten zorgen dat ook de oppositie de rechten heeft waarop ze moet kunnen rekenen. Dat is niet het geval.
Dat is natuurlijk het probleem. Ik klaag het al vele jaren aan: de voorzitter moet op het moment van de waarheid zijn loyauteit tonen, zo niet wordt hij de volgende keer niet meer verkozen door diezelfde meerderheid. Zo simpel is dat nu eenmaal.
Zeggen dat er geen incidenten meer zijn, is de waarheid geweld aandoen. Laat mij een incident vermelden dat zo grotesk is dat het hier nog niet eens is vermeld. Ik doe dat om te illustreren hoe goed de verstandhouding tussen de meerderheidpartijen is. Ik las in de kranten dat een parlementslid van sp.a als ik me niet vergis, gaat het over de heer De Loor een lid van een partij die zoals de zijne deel uitmaakt van de meerderheid uitscheldt voor oorlogsmisdadiger. De heer De Loor zegt in de kranten dat de heer Van Aelst van de N-VA de Mladic van Vlaanderen is. Mladic staat op dit moment terecht voor het oorlogstribunaal in Den Haag. Van Aelst is ook zo iemand, volgens de heer De Loor: iemand die tienduizenden over de kling heeft gejaagd. (Opmerkingen van de heer Kurt De Loor)
U hebt dat wél gezegd. Maar jullie zeggen dat er niets aan de hand is en dat jullie dikke vrienden zijn. Maar als dat de taal is die tussen de leden van de meerderheid wordt gesproken, dan weet ik het wel en dan weet de bevolking het ook, mijnheer De Loor. Achter de schermen wordt er ruzie gemaakt, steekt men elkaar messen in de rug en woedt de oorlog heel letterlijk tussen de leden van de socialistische partij enerzijds en die van de centrumrechtse partijen CD&V en de N-VA anderzijds. Dit incident heeft dit nogmaals aangetoond. (Applaus bij het Vlaams Belang en LDD)
De heer De Loor heeft het woord.
Voorzitter, collega's, ik wil kort reageren. Ik wens niet in te gaan op de provocaties van de heer Dewinter. (Gelach en rumoer bij het Vlaams Belang)
Dat is zijn specialiteit. Ik ga er niet op in. Ik weet dat het zijn bedoeling is een spreidstand tussen sp.a en N-VA uit te lokken en die dan te verbreden. (Gelach en rumoer bij het Vlaams Belang)
Ik ga er niet op in. Misschien wenst de heer Dewinter te weten wat ik van hem denk. Wel, ik zal hem dat wel eens onder vier ogen zeggen.
Ik zou de fractieleider van sp.a de raad willen geven de heer De Loor vooral te doen zwijgen. Want telkens hij het woord provocatie uitspreekt, maakt hij zijn zaak maar erger. Met dergelijke leden van de meerderheid hebben we in dit parlement geen oppositie meer nodig. (Applaus bij het Vlaams Belang en LDD)
Mijnheer Dewinter, als u opmerkingen hebt over het werk van de voorzitter van het parlement, dan wil ik u vriendelijk verzoeken dat te doen op het Uitgebreid Bureau. Als voorzitter kan ik me hier niet verdedigen, want ik mag me niet in het debat mengen.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Voorzitter, collega's, men probeerde hier op alle mogelijke manieren een debat aan te zwengelen nadat men er niet was in geslaagd dat debat door het Uitgebeid Bureau te laten agenderen. Ik wil hier benadrukken dat de beslissing van het Uitgebreid Bureau niet meerderheid tegen oppositie is genomen. De breuklijn lag anders.
Aan de orde is de stemming over amendement 1 van de heren Watteeuw, van Rouveroij en Vereeck, mevrouw Vogels, de heer Gysbrechts en mevrouw Werbrouck.
Stemming nr. 4
Ziehier het resultaat:
113 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
49 leden hebben ja geantwoord;
62 leden hebben neen geantwoord;
2 leden hebben zich onthouden.
Het amendement is niet aangenomen.
Aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omklede motie.
Stemming nr. 5
Ziehier het resultaat:
114 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
88 leden hebben ja geantwoord;
26 leden hebben zich onthouden.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement de met redenen omklede motie aan. Ze zal aan de Vlaamse Regering worden overgezonden.
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Voorzitter, ik wil even aangeven waarom we ons onthouden hebben.
Mevrouw De Wachter, met de grote lijnen van de motie zijn we het eens. U vraagt echter van ons om ook rekening te houden met de aanbevelingen die voortvloeien uit de maatschappelijke beleidsnota van de Commissie Jeugdzorg. Ik denk dat het vandaag heel moeilijk is om aan het parlement te vragen om rekening te houden met de aanbevelingen die vandaag nog niet bekend zijn. We weten in de commissie zelfs nog niet welke richting er wordt uitgegaan. Er staat immers nog steeds geen letter op papier. De aanbevelingen die misschien in de loop van de volgende week op papier gezet zullen worden, zijn ook nog niet goedgekeurd in het Vlaams Parlement. Men kan aan ons, aan de oppositie vertrouwen vragen voor veel zaken, maar vertrouwen vragen voor iets dat totaal onbekend is, dat is net iets te veel van het goede.
De heer Vereeck heeft het woord.
De reden waarom wij ons onthouden, loopt gelijk met de reden die daarnet door mevrouw Dillen naar voren is geschoven. Aan mevrouw De Wachter kan ik zeggen dat we in de fractie de motie wel genegen waren. We vonden echter dat de zinsnede om rekening te houden met de aanbevelingen van de Commissie Jeugdzorg, voor ons te vrijblijvend en onduidelijk is.