Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is de bespreking van het voorstel van resolutie.
Mevrouw Franssen, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, collegas, het geanimeerde debat in de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding vond plaats op dinsdag 26 april. Beide voorstellen van resolutie werden toen besproken. Ik moet hier niet meer ingaan op de voorafgaande discussie, want die is hier eigenlijk opnieuw gevoerd. (Opmerkingen van mevrouw Marijke Dillen)
Ik geef objectief verslag. Ik heb het ook op die manier opgenomen. We zijn ook tot een akkoord gekomen.
Voorafgaand aan de discussie riep mevrouw Van der Borght in de commissie op tot één gezamenlijk voorstel van resolutie omdat het over een belangrijk thema gaat. Mevrouw Schryvers beaamde dat een unaniem voorstel van resolutie een krachtig signaal zou zijn geweest, maar omdat beide voorstellen van resolutie echter afzonderlijk zijn voorbereid, was het moeilijk om in te gaan op de oproep van mevrouw Van der Borght. Om dit in de toekomst te vermijden, werd aan de oppositie gevraagd om voortaan vroeger kenbaar te maken dat ze een gezamenlijk voorstel aangewezen vindt.
Mevrouw Dillen stond achter beide voorstellen en stelde dat één voorstel een krachtiger signaal zou zijn. De heer Vereeck stelt dat LDD de voorstellen op hun merites beoordeelt. De heer Dehaene stelde dat een unaniem goedgekeurd voorstel van resolutie inhoudt dat het volledige Vlaams Parlement de Vlaamse Regering oproept maatregelen te nemen. Het gaat niet op om met de meet in zicht de voorstellen in te trekken en opnieuw te beginnen.
Wat het voorstel van resolutie betreft, stelt mevrouw Schryvers dat iedereen die ooit met een eetstoornis is geconfronteerd, dat voor de rest van het leven met zich meedraagt. Dat geldt niet enkel voor wie aan een eetstoornis lijdt. Ook de omgeving wordt door dit ingrijpend probleem getroffen. De problematiek vraagt dan ook om een allesomvattende aanpak.
Volgens mevrouw Schryvers gaat het voorstel van resolutie uit van een positieve benadering. In plaats van in te grijpen bij problemen, moet de Vlaamse overheid inzetten op een gezond eet- en leefpatroon. Het voorstel van resolutie schuift sensibilisering en preventie als aandachtspunten naar voren. De media worden dan ook expliciet vermeld. Andere aandachtspunten hebben betrekking op lichaamsbeweging, op het zelfvertrouwen van jongeren en op vroegdetectie. Het voorstel van resolutie wijst op het belang van dit probleem binnen het bevoegdheidsdomein Sport, vraagt aandacht voor de omgeving van de patiënt en voor een bevordering van de deskundigheid van huisartsen. Op korte termijn moet het aanbod van de centra voor geestelijke gezondheidszorg (cggs) worden uitgebreid. Het voorstel van resolutie vraagt tevens aandacht voor de samenwerking tussen algemene en psychiatrische ziekenhuizen. De relatie tussen eetstoornissen en doodsoorzaken moet wetenschappelijk worden onderzocht. De Vlaamse Regering moet overleg plegen met de federale overheid over de financiering van de poliklinische behandelingen, over de territoriale spreiding van een gespecialiseerd aanbod en over de uitbouw van de zorgcircuits.
Volgens mevrouw De Wachter bevordert het voorstel van resolutie de herkenbaarheid van deze zware problematiek. Voor mensen die aan een eetstoornis lijden en voor hun omgeving wordt het probleem beter bespreekbaar. Alle betrokkenen, waaronder ook het onderwijs, de sportclubs en de jeugdbewegingen, moeten gemakkelijker informatie kunnen inwinnen. Naast preventie is sensibilisering dan ook zeer belangrijk.
Mevrouw Dillen ondersteunt het voorstel van resolutie. Het probleem moet dringend worden verholpen. Ze vindt het positief dat het Vlaams Parlement ter zake een initiatief neemt en ze hoopt dat het voorstel van resolutie snel in de praktijk kan worden omgezet. Ze merkt echter ook op dat de federale overheid een zware verantwoordelijkheid draagt en dat het Vlaams Parlement hier geen impact op heeft.
Tot slot heeft mevrouw Godderis benadrukt dat eetstoornissen een zware impact hebben op de volledige omgeving van iedereen die eraan lijdt.
De commissie heeft het voorstel van resolutie van mevrouw Schryvers en anderen unaniem aangenomen. (Applaus)
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, meer dan twintig jaar geleden heb ik het overlijden van Vera meegemaakt. Ze was vijftig jaar oud en overleed na een gevecht van meer dan dertig jaar tegen anorexia door zelfdoding. In 2009 hoorden we allemaal het verhaal van Chloë. Ze was vijftien jaar oud en overleed aan de gevolgen van anorexia/boulimia. De eerste vrouw was mijn moeder. Chloë was iemands enige dochter. Beiden vochten ze, samen met hun omgeving, een machteloze strijd tegen een eetstoornis. Dit zijn slechts twee voorbeelden van wat eetstoornissen met zich mee kunnen brengen.
Er is in de voorbije dertig jaar natuurlijk iets veranderd. Eetstoornissen worden, meer dan vroeger, herkend en benoemd. Op het vlak van de behandeling is ook veel geëvolueerd. Er is momenteel echter nog steeds een grote nood aan een gecoördineerde en gestroomlijnde aanpak.
Cijfers duiden op de ernst van het probleem. Ongeveer 16 procent van de veertien- tot vijftienjarige meisjes kampt met een gewichtsprobleem. Bijna 7 procent heeft een body mass index (BMI) van 18,8 of lager. Ondergewicht komt vaker voor bij Vlaamse vrouwen 3,9 procent dan bij Vlaamse mannen 1,4 procent. Een meisje met anorexia heeft een twaalfmaal hogere kans om te overlijden dan gezonde leeftijdsgenoten. De kans op overlijden is zesmaal hoger dan voor vrouwen met schizofrenie. Het risico op suïcide is 33 maal hoger dan bij leeftijdsgenoten en anderhalve maal hoger dan bij een zware depressie.
De behandeling duurt gemiddeld vijf à zes jaar. Slechts ongeveer de helft van de patiënten herstelt, terwijl 30 procent erop vooruitgaat en 20 procent chronisch met de aandoening blijft kampen. Deze vaststellingen vormden de aanleiding voor het voorliggende voorstel van resolutie. Dit voorstel kwam tot stand na overleg met diverse actoren.
Het voorstel van resolutie vraagt een alomvattende aanpak vanuit een positieve benadering. Sensibiliserend en preventief werken door in te zetten op gezonde leef- en voedingsgewoonten mag absoluut niet ondergeschikt zijn aan het louter probleemoplossend werken, integendeel. Aandachtspunten in dit voorstel van resolutie zijn dan ook de volgende. Er is het punt van de sensibilisering en de preventie. Ook de media moeten daarin een rol spelen. De preventie van eetstoornissen moet gericht zijn op het bevorderen van zelfvertrouwen, een positieve lichaamsbeleving en het uitbreiden van vaardigheden om met moeilijkheden om te gaan. Eetstoornissen zijn immers niet alleen een kwestie van fysieke problemen.
Een ander punt is dat van de vroegdetectie. Diverse instanties zoals Eetexpert hebben de voorbije jaren nuttig werk geleverd door draaiboeken op te stellen, maar die zijn onvoldoende bekend. Er is de deskundigheidsbevordering bij huisartsen. Niet elke huisarts beschikt immers over de goede reflexen. Er is het belang van aandacht voor dit probleem binnen het bevoegdheidsdomein Sport. Het lijden aan een eetstoornis heeft ingrijpende gevolgen op het sociaal functioneren van de patiënt en op de harmonie binnen een gezin. Ook de omgeving van de patiënt moet ergens terechtkunnen en gehoord worden. Er is nood aan een uitbreiding op korte termijn van het aanbod van de centra voor geestelijke gezondheidzorg. Er is meer samenwerking nodig tussen algemene en psychiatrische ziekenhuizen. De relatie tussen eetstoornissen en doodsoorzaken moet wetenschappelijk onderzocht worden.
We vragen ook dat de Vlaamse Regering overlegt met de federale overheid over de financiering van poliklinische behandelingen, over de territoriale spreiding van het gespecialiseerde aanbod en over de uitbouw van de zorgcircuits. Het aanbod van de gespecialiseerde opnameafdelingen voor eetstoornissen in Vlaanderen kent immers nog heel wat blinde vlekken. Ik hoop dat met het goedkeuren van dit allesomvattende voorstel van resolutie, de aanzet wordt gegeven tot een meer gecoördineerde aanpak. Het is een niet mis te verstane oproep om maatregelen te nemen om eetstoornissen te bestrijden. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw De Wachter heeft het woord.
Voorzitter, ik wil in eerste instantie de verslaggever bedanken voor het uitbundige verslag over dit voorstel van resolutie. Met dit voorstel geven we aan hoe gevoelig dit thema is, maar ook hoe belangrijk het is om niet alleen preventief, maar ook sensibiliserend te kunnen werken. Voor ons is de belangrijkste doelstelling ervan dat het thema op zich bespreekbaar kan zijn.
Ieder van ons kent wel iemand, rechtstreeks of onrechtstreeks, die in aanraking komt met dit gevoelige onderwerp. We weten ook wel dat dit niet alleen een individu raakt, maar vooral ook een heel gezin en een hele omgeving, en dat niet voor een heel beperkte periode, maar vaak voor heel wat jaren. Het is belangrijk dat mensen ook weten dat dit bespreekbaar is, en dat het ook op die manier kan worden aangegeven.
Met dit voorstel van resolutie willen we ook aandacht schenken aan, bijvoorbeeld, de vrijetijdssector. Het is belangrijk dat ook jonge mensen van in het begin heel duidelijk weten waar ze terechtkunnen en hoe ze daarover ook met elkaar kunnen communiceren. Hiermee kunnen we een goede voorzet geven om dit thema, dat zo belangrijk is en sociaal zo gevoelig ligt, bespreekbaar te maken in de hele maatschappij. We steunen dit dus ten volle.
Mevrouw Godderis heeft het woord.
Ook wij danken de verslaggever voor haar bondige verslag. Onze fractie staat volledig achter dit voorstel van resolutie, ook wat de preventie en de nazorg betreft. Die nazorg is immers heel belangrijk, ook voor heel de familie.
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat onze fractie de enige fractie in dit parlement is die altijd alles op de inhoud beoordeelt, los van de vraag van welke fractie het afkomstig is. Net zoals we dat zouden hebben gedaan met het voorstel van mevrouw Van der Borght en mevrouw Vogels zullen we ook dit voorstel volledig steunen.
Het is inderdaad belangrijk dat deze ernstige problematiek bespreekbaar kan worden. Alles wat hierin wordt gevraagd aan de Vlaamse Regering, is correct.
Ik wil alleen mijn waarschuwing herhalen die ik tijdens de bespreking in de commissie heb geuit: het voorstel van de meerderheid is zo algemeen en geeft zoveel opdrachten aan de Vlaamse Regering en in het bijzonder aan de minister van Welzijn, dat ik vrees dat, als we de minister over een jaar zullen ondervragen over wat er al gerealiseerd is in de praktijk, zal blijken dat er nog niet veel gebeurd is, omdat het veel te algemeen geformuleerd is. Bovendien valt een belangrijk deel van dit voorstel van resolutie onder federale verantwoordelijkheid. De meerderheid gaat er nogal gemakkelijk van uit dat de Federale Regering hier zomaar vlugvlug aan zal meewerken. Ik heb daar mijn twijfels bij. Ook dat is dus een onzekere factor.
Maar in ieder geval: wij bekijken het op de inhoud. Wij zijn positief. Wij steunen het voorstel van resolutie.
Ik wil tot slot nog mevrouw Franssen bedanken als verslaggever. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.