Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Dewinter heeft het woord.
Voorzitter, de diensten van de minister, meer bepaald de Vlaamse Centrale Autoriteit Adoptie (VCA), zullen binnenkort wellicht een twaalftal landen toelaten van waaruit kinderen kunnen worden geadopteerd.
Een van die landen is Marokko. Er is echter een voorwaarde aan de adoptie verbonden. Volgens het islamitisch principe van de kalafa mag enkel worden geadopteerd indien de adoptieouders ook moslims zijn. Ik heb vandaag in de pers gelezen dat de diensten van de minister daar geen probleem mee hebben. Ik heb daar, allicht samen met veel mensen, wel een probleem mee. Er bestaat in dit land en, bij uitbreiding, in heel Europa een scheiding tussen kerk en staat. Het is voor mij dan ook onaanvaardbaar dat een mogelijk adoptieland op basis van een religieus principe zou oordelen wie al dan niet als adoptieouder in aanmerking komt. Hiermee bewijst Marokko, voor zover we dat nog niet wisten, nog maar eens dat het een theocratie is die de scheiding tussen kerk en staat niet eerbiedigt.
Dit betekent echter niet dat wij ons hierbij moeten neerleggen. Ik zou de minister dan ook willen oproepen om, al is het maar principieel, een duidelijk signaal te geven. Als enkel moslims kinderen mogen adopteren, zullen er allicht niet veel adopties zijn. De minister zou duidelijk moeten maken dat Marokko als adoptieland niet in aanmerking kan komen zolang het principe van de kalafa wordt gehanteerd. Kan de minister zijn standpunt hierover even toelichten?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Voorzitter, de vraag van de heer Dewinter heeft me enigszins verrast. Ik zal eerst even de situatie schetsen.
Bij een interlandelijke adoptie is de Vlaamse overheid bevoegd om na te gaan of de kandidaat-adoptieouders geschikt zijn. Er wordt een maatschappelijk onderzoek verricht. Daarbij wordt onder meer onderzocht hoe het sociaal netwerk is, of de kandidaat-adoptieouders geïntegreerd zijn en hoe dat gezin in Vlaanderen functioneert. Dit onderzoek resulteert in een vonnis van de jeugdrechter waarin de geschiktheid van de kandidaat-adoptieouders wordt bepaald.
In de landen die het Verdrag van Den Haag hebben ondertekend, is de herkomst staatsgebonden. In andere landen is dat niet het geval. In alle gevallen onderzoeken mijn diensten en de betrokken adoptiediensten via hun eigen kanalen of de adoptie in het land van herkomst in verantwoorde omstandigheden kan plaatsvinden. Zo wordt onderzocht of er geen sprake is van handel of kindkeuze. Er wordt ook onderzocht of er bepaalde garanties zijn met betrekking tot de juridische positie van de ouders die het kind eventueel voor adoptie afstaan.
De vraag is wat er gebeurt in landen die niet over een adoptiewetgeving beschikken. Indien we een kind voor adoptie in aanmerking laten komen, moeten we er ook voor kunnen zorgen dat de voogdij over het kind op de kandidaat-adoptieouders kan overgaan. Om dat mogelijk te maken voor landen waar de kalafa van toepassing is, heeft het federale parlement de Belgische wetgeving een aantal jaren geleden aangepast.
De Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft deze aanpassing met eenparigheid van stemmen aangenomen. Ik neem aan dat de partijgenoten van de heer Dewinter in de Kamer van Volksvertegenwoordigers en in de Senaat, indien deze wetgeving daar ook zou zijn behandeld, dit mee hebben goedgekeurd. De aanpassing is immers unaniem goedgekeurd.
Op basis van deze wetgeving is het mogelijk dat ouders waarvan wij de geschiktheid kunnen aantonen, een kind adopteren in een land van herkomst waar de regels betreffende de overdracht van de voogdij in toepassing van de wetten van dat land worden gevolgd. In Marokko gaat het om deze regelgeving. Er zijn andere landen waar de regel geldt dat een kind voor adoptie naar het buitenland kan indien het niet naar een holebikoppel gaat. Er zijn landen waar nog andere religieuze voorwaarden worden gesteld.
Het punt is: wij onderzoeken dus de geschiktheid van de ouders en vergewissen ons ervan dat die adoptie correct kan gebeuren in het land van herkomst. Er zijn inderdaad regelingen die moeten toelaten dat het kind ook juridisch onder het toezicht van de adoptieouders kan komen. In landen waar geen adoptiewetgeving bestaat die dat mogelijk maakt, is er een andere regelgeving. We hebben onze wetgeving aangepast, onder meer specifiek om toe te laten dat ook die andere regelgeving zou worden geaccepteerd in ons land. Dat is een Belgische wet die is gewijzigd, en uw partij heeft dat goedgekeurd.
Minister, u verschuilt zich natuurlijk achter een aantal formalismen op het federale niveau, met betrekking tot de wetgeving en dergelijke meer. Het is nu aan uw diensten, aan de VCA, om toe te laten dat Marokko als adoptieland zou worden aanvaard in België. U bent degene die nu verantwoordelijk is.
U weet dat het in de praktijk zo zal zijn dat Marokko zal oordelen op basis van een aantal moslimprincipes, zoals kalafa en dergelijke meer, die alleen maar toelaten dat kinderen hier worden geadopteerd indien ook de ouders moslim zijn. Als u dat toelaat, zijn we compleet verkeerd bezig, en dat beseft u zeer goed. Verstop u dus niet achter formalisme, maar ageer als een overtuigd democraat en laat weten aan Marokko dat we met hen niet in zee gaan als adoptieland zolang ze zich beperken tot deze bestaande regeling, waarbij alleen maar moslimouders kinderen kunnen adopteren. Dit is volstrekt tegen het principe van de scheiding van kerk en staat zoals wij dat in Europa en in ons land huldigen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Dehaene heeft het woord.
Voorzitter, het verbaast me wat dat de heer Dewinter de minister vraagt als een volleerd democraat te handelen. Mijnheer Dewinter, de minister heeft gezegd dat wij uitvoering geven aan wat federaal is goedgekeurd. De minister heeft erop gewezen dat dit met een volstrekte meerderheid is gebeurd. Ik zal het duidelijker zeggen: ook uw partij heeft dat mee goedgekeurd en mogelijk gemaakt. Wij voeren dus uit.
Dat er beperkingen worden opgelegd in het land van herkomst, gebeurt in diverse landen. In sommige landen zal de beperking worden opgelegd dat enkel christelijke ouders mogen adopteren. In andere landen zal men bepalen dat het geen homokoppel mag zijn. Die landen bepalen dat en wij kunnen dat volgen of niet volgen. Ik vind het belangrijk dat we verschillende kanalen openen, zodat adoptie wel degelijk mogelijk blijft. Minister, worden er op dit moment bijkomende kanalen onderzocht, zodat we die eerstdaags kunnen openen?
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Minister, u bent verbaasd. Het verbaast me enigszins dat u verbaasd bent over onze verbazing. (Gelach)
Ik was immers ook verbaasd toen ik dit deze ochtend las in de krant. Tot nader order lijkt het me dat holebis toch nog altijd niets te maken hebben met religie, maar dat terzijde.
Bij mijn weten gaat het hier over drie proefdossiers. Uit de krantenberichten maak ik op dat, als het derde proefdossier erdoor is, de VCA zal evalueren, en dat dan een beslissing zal vallen. Wilt u zich ertoe verbinden dit te bespreken in de commissie Welzijn, samen met de adoptieambtenaar, vóór de definitieve beslissing valt? We hebben gisteren ook een goede bespreking gehad, weliswaar slechts met vier mensen. Naar analogie daarmee zou ik een bespreking ten gronde willen over dit dossier.
Mevrouw De Wachter heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik was vooral verontwaardigd over het feit dat dit dossier, dat een positief dossier is, een dergelijke wending heeft gekregen, en over de teneur die dit momenteel heeft.
Mijnheer Dewinter, u stelt dat er een twaalftal landen in de pijplijn zitten. Ik zal voor u even kort schetsen hoe het in elkaar zit, op basis van de schriftelijke vraag die ik heb gesteld aan de minister en het antwoord dat ik daarop heb gekregen.
Ik heb ze gelezen, mevrouw.
Dan hebt u ze heel slecht of heel beperkt gelezen. De minister kan me tegenspreken als dit niet klopt, maar het gaat over acht landen die zich nu in een proeffase bevinden. Dat betekent dat er inderdaad proefdossiers lopen, en dat dan de evaluatie volgt. Er zijn nog een twaalftal landen waar men eventueel kan beginnen met prospectie, om kanalen te zoeken waarmee kan worden samengewerkt.
Ik ben heel verontwaardigd dat u één bepaald land aanhaalt, u bent heel selectief terwijl u zogezegd heel consequent bent. Op dit moment zijn er ook andere landen die dit principe toepassen. Je moet met twee landen tot een overeenkomst komen. Er is nog een ander land, waar deze adoptievoorwaarden ook gelden, maar daarover heb ik u nog niet gehoord.
U kunt ermee lachen, mijnheer Dewinter, maar ik lach er niet mee. Er zijn heel veel kandidaat-adoptieouders die op wachtlijsten staan. De minister geeft een positief signaal door te stellen dat er veel kanaalonderzoeken bezig zijn. Minister, hoe zit het nu met die kanaalonderzoeken op korte termijn? U hebt onze steun om die verder af te handelen, want dat is een cruciaal punt in het adoptiedossier.
Dames en heren, als u een aansluitende vraag stelt bij een actuele vraag, hebt u daar welgeteld één minuut voor. Mevrouw De Wachter, u bent al twee minuten en twintig seconden bezig. Als we dat toelaten voor iedereen, dan moeten we het reglement veranderen. Maar nu moet het binnen de minuut, bij voorkeur zonder papier. Heel veel leden lezen af van een papier. U moet een voorbeeld nemen aan minister Vandeurzen, een van de weinige ministers die nooit een papier bij heeft en een perfect antwoord kan geven. Het heeft er natuurlijk mee te maken dat hij een Limburger is. Het wijst op het intellectuele karakter van de Limburgers. Bij dezen is dat weer eens bewezen. (Applaus)
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Ik kan bevestigen dat in een aantal landen een onderzoek bezig is of daar een adoptiekanaal kan worden geopend. Dat is geen eenvoudig onderzoek. Helaas kan ik geen landen en geen timing geven, maar u kunt ervan uitgaan dat samen met de adoptiediensten die daarin initiatieven kunnen nemen, de Vlaamse Centrale Autoriteit, waar ook de Federale Centrale Autoriteit een rol in speelt, probeert die kanaalonderzoeken te doen.
Er zijn landen die het verdrag van Den Haag hebben getekend, er zijn landen die dat niet hebben gedaan. Het is dan ook de bedoeling binnen die landen na te gaan of bepaalde garanties die men verwacht van de herkomstlanden, worden nagekomen en in welke mate dat gebeurt.
Mevrouw Van der Borght, u bent altijd in staat om de minister te ondervragen over beslissingen die worden genomen, dat is evident. Ik wil niet nalaten om onze administratie, en zeker de Vlaamse Centrale Autoriteit, te responsabiliseren. Die moet dat onderzoek doen. De beslissingen moeten nog worden genomen, de klassieke standaardprocedures zijn bezig.
Ik wil toch aangeven dat de vraag of je kunt adopteren uit een land dat geen adoptiewetgeving kent, een juridische vraag is. Die vraag is beantwoord in het Belgisch parlement. Dat heeft jaren geleden een wetswijziging doorgevoerd, waardoor het mogelijk wordt expressis verbis te adopteren, bijvoorbeeld uit Marokko. Wij onderzoeken in Vlaanderen of de kandidaat-adoptieouders geschikt zijn om te adopteren. Dat betekent onder andere een maatschappelijk onderzoek en nagaan wat hun sociaal netwerk is, of ze in de samenleving geïntegreerd zijn en eraan participeren. Dat is het deel van het werk dat in Vlaanderen moet gebeuren.
Voor de rest is dat een juridische vraag met een juridisch antwoord. Dat antwoord is gegeven met een wet in het Belgische parlement. We zijn gehouden om die regels toe te passen. (Applaus bij CD&V en sp.a)
Minister, het zijn uw diensten die het adoptiekanaal openen of niet openen. U hebt daarover de volheid van bevoegdheid, punt aan de lijn. Die wetgeving die in het federaal parlement is goedgekeurd, is een algemene wetgeving, die u toelaat te interpreteren en te doen wat u moet doen.
Natuurlijk is er in een land als Marokko geen adoptiewetgeving als dusdanig, omdat het een theocratisch land is, dat zich ondergeschikt maakt aan de islam, aan de fameuze sharia, dat het principe van niet-adoptie door niet-islamouders heeft ingeschreven. Daar gaan we ons toch niet aan onderwerpen zeker! Ik snap er niets van.
Mevrouw De Wachter, u zegt dat er veel ouders zitten te wachten, maar er is geen enkele Vlaamse ouder die in de mogelijkheid zal zijn om zon Marokkaans kindje te adopteren omdat ze geen moslim zijn. Dat is religieuze adoptieapartheid die u in Vlaanderen gaat toepassen. Daarmee ga ik niet akkoord. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.