Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Minister-president, het Minderhedenverdrag duikt om de zoveel tijd eens op, zeker op momenten dat er communautaire onderhandelingen in het algemeen en over Brussel-Halle-Vilvoorde in het bijzonder zijn. Dit keer is de aanleiding blijkbaar het periodieke verslag van de Mensenrechtenraad van de VN. Daar worden traditioneel vragen gesteld over de ratificatie van het Minderhedenverdrag. Blijkbaar is dat nu de aanleiding voor uw Waalse evenknie om als we de berichten mogen geloven een oproep te doen aan zijn federale collegas, niet aan u dus, om een overleg op te starten en werk te maken van de ratificatie van het Minderhedenverdrag. Hij wil een voor België sluitende definitie opstellen van het begrip nationale minderheid.
Minister-president, het is zeer doorzichtig. We hebben ons altijd gekant tegen dat nationaleminderhedenverdrag. Als dat geratificeerd wordt, krijgen de Franstaligen in heel Vlaanderen de mogelijkheid om culturele en onderwijsactiviteiten op poten te zetten en te subsidiëren. Idem als dat beperkt zou worden tot de Vlaamse Rand. Dan kunnen ze daar gerust zelf Franstalig onderwijs, welzijnsinstellingen en cultuur organiseren. Aan Vlaamse kant hebben we altijd gezegd dat er maar één nationale minderheid is, namelijk de Duitstaligen. Dat is een groep die al bestond maar in een ander staatsverband is terechtgekomen door een wisseling van de grenzen. Nu komt dat terug op tafel.
Wij hebben altijd gezegd dat de Franstaligen in dit land institutioneel al meer dan genoeg beschermd zijn met de grendelgrondwet, de tweederdemeerderheid, de alarmprocedure, het belangenconflict en noem maar op.
Minister-president, in uw regeerakkoord staat dat de Vlaamse Regering er zich toe verbindt om het Minderhedenverdrag niet te ratificeren. Ik zou van u graag vandaag hetzelfde horen. Ik zou willen dat u aan Waals minister-president Demotte zegt: goed geprobeerd, maar het is zo goed als dat we het gehad hebben.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mijnheer Van Hauthem, het antwoord is heel eenvoudig. Wij volgen het Vlaams regeerakkoord en dat is heel duidelijk: de Vlaamse Regering zal het Minderhedenverdrag niet ratificeren.
Wie dat net als u van nabij volgt, weet dat federaal minister van Buitenlandse Zaken Vanackere op 2 mei 2011 in Genève de universele periodieke evaluatie in de VN-Mensenrechtenraad heeft bijgewoond. Minister Vanackere heeft de evaluatie van België verdedigd. De leden van de VN-Mensenrechtenraad kunnen aanbevelingen doen. Eén lidstaat heeft gevraagd dat België het Minderhedenverdrag zou ratificeren. Minister-president Demotte heeft in de pers want ik heb niets gehoord of ontvangen van hem gezegd dat we zeer snel overleg moeten opstarten over dat verdrag en zo komen tot een definitie van de term nationale minderheid.
Ik wil u in herinnering brengen dat er in 2001 gesprekken zijn gevoerd op intra-Belgisch niveau. Toen is beslist om het Minderhedenverdrag te ondertekenen niet ratificeren met een duidelijk voorbehoud. Ten eerste, er mag geen afbreuk worden gedaan aan de bestaande wetgeving en het constitutionele evenwicht. Ten tweede, een interministeriële conferentie (IMC) Buitenlands Beleid moet een definitie uitwerken voor het begrip nationale minderheid.
Mijn voorgangers en ikzelf hebben het verdrag niet geratificeerd. Dat is een serieus probleem. Ik begrijp dat minister-president Demotte graag zou willen dat de IMC samenkomt en een definitie vindt voor die term. Ik volg uw standpunt dat België één minderheid heeft, de Duitstalige Gemeenschap. Ik kijk uit wat minister-president Demotte daar allemaal over te vertellen heeft. De Vlaamse Regering zal het verdrag niet ratificeren. Dat blijft zo tot er een definitie komt van nationale minderheid waar wij ons volledig in kunnen vinden en die beantwoordt aan de vragen van dit Vlaams Parlement.
Ik dank u voor het duidelijke antwoord. Wat in 2001 is gebeurd, was erg doorzichtig. De heer Michel heeft dat toen en stoemelings gedaan, om de hier de druk op de ketel te zetten. Uw partij zat toen in de oppositie. Toenmalig Kamerlid Herman Van Rompuy trok toen nogal fel van leer tegen de ondertekening van het Minderhedenverdrag. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft dat trouwens ook gedaan, met het voorbehoud van alle constitutionele evenwichten die worden gehandhaafd en bovendien met de bescherming als nationale minderheid. Het is toch het een of het ander.
Minister-president, dit wordt ook altijd als pasmunt voor Brussel-Halle-Vilvoorde gebruikt. Ik ben dus blij dat u met zoveel woorden zeer duidelijk zegt dat de Vlaamse Regering en ik veronderstel ook dat het Vlaams Parlement dat doet het Minderhedenverdrag onder geen beding zal ratificeren.
Mevrouw De Vits heeft het woord.
Voorzitter, de beschaving van een land meet men onder meer aan de hand van de manier waarop men met minderheden omgaat. Ik weet dat de discussie daarover erg delicaat is, wegens de communautaire problemen. Ik heb dus echt geen kritiek op een regeerakkoord waarin het juiste standpunt wordt ingenomen. Maar ik denk dat in de toekomst iedereen en op alle vlakken zal moeten bewegen.
In dat verband sluit ik me aan bij wat in de nota van de heer Johan Vande Lanotte staat: Gans deze problematiek kan niet los gezien worden van de discussie en de visie op de staatshervorming, meer bepaald de visie op Brussel als volwaardig maar specifiek gewest. Wij zullen nooit verkocht krijgen aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat er andere rechten voor Nederlandstalige en Franstalige Busselaars zijn. De Franstaligen moeten ophouden met het territorialiteitsbeginsel in vraag te stellen, maar ik denk dat langs Vlaamse kant ook wij naar de toekomst toe zullen moeten bewegen op dit Minderhedenverdrag.
De heer Demesmaeker heeft het woord.
Ik dank u voor het duidelijke antwoord. Ik wil er nog aan toevoegen dat in 2003 op vraag van de Franse Gemeenschapsregering en de Waalse Gewestregering een aantal Franstalige juristen en experts een advies uitbrachten met hun interpretatie van een mogelijke ratificatie van het Minderhedenverdrag. Volgens hen is dat een mogelijk breekijzer om meer, nieuwe voorrechten voor Franstaligen in heel Vlaanderen te kunnen opeisen. Als er dus iets mag of moet bewegen, dan is het die mentaliteit van on nous a pris la Flandre. Blijkbaar heeft men aan de overkant van de taalgrens de eentaligheid van Vlaanderen nog altijd niet verteerd.
Zolang er niet 100 percent zekerheid is dat de Franstaligen die in Vlaanderen wonen bij een Europees hof geen verregaande nieuwe voorrechten kunnen afdwingen na een ratificatie van het Minderhedenverdrag, zullen wij tegen dat laatste gekant blijven. We zijn trouwens in goed gezelschap: onze grote Franstalige buur Frankrijk heeft het zelfs niet ondertekend, laat staan geratificeerd. Er is aan de heer Demotte dus slechts één antwoord mogelijk: om daarover te onderhandelen moet men met twee zijn. En Vlaanderen est demandeur de rien. (Applaus bij de N-VA en het Vlaams Belang)
De heer Bouckaert heeft het woord.
Ook ik ben gerustgesteld door het antwoord van de eerste Vlaming, minister-president Peeters. Het sluit aan bij het Vlaams regeerakkoord.
Ik wil hem vragen of dat standpunt ook onverkort wordt gehandhaafd tijdens de onderhandelingen met het oog op de vorming van een federale regering. In een federaal regeerakkoord zou eventueel de belofte kunnen staan dat het Minderhedenverdrag wordt ondertekend. Want als ik de nota-Vande Lanotte lees en mevrouw De Vits hoor, zou men kunnen besluiten dat dit op federaal vlak misschien wel mogelijk wordt. Blijft de Vlaamse Regering, zolang u minister-president bent, bij uw standpunt, ongeacht wat er aan de overkant van de straat wordt beslist?
De heer Van Eyken heeft het woord.
Het is niet juist dat dit stoemelings is ondertekend door Louis Michel: het maakte deel uit van het Lambermontakkoord. Toen er werd gevraagd naar de regionalisering van de Provincie- en Gemeentewet, was een deel van het akkoord om die raamovereenkomst te ondertekenen en later te ratificeren. Dat gebeurde op 30 of 31 juli 2001. Dat is nu al 10 jaar geleden. Het wordt dan ook hoog tijd dat men erover nadenkt gevolg te geven aan dat verdrag.
Een aantal weken geleden is hier nog eens gezegd dat we ons imago op internationaal vlak hoog moeten houden. Door te zeggen dat die raamovereenkomst en de Raad van Europa de pot op kunnen, gaat men nog altijd verder met het schaden van het imago van Vlaanderen.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Tien jaar geleden hebben we daarover gediscussieerd. Patrick Dewael was toen minister-president. Dit Vlaams Parlement heeft toen gezegd dat het dat Minderhedenverdrag nooit zou ratificeren. Mevrouw De Vits, u interpreteert dit verdrag als zou de Franse Gemeenschap bevoegdheden krijgen inzake onderwijs, cultuur en media in de randgemeenten rond Brussel. Dat betekent niet alleen een uitbreiding van de faciliteiten: de Franstaligen zouden dan ook initiatieven kunnen nemen in de eentalig Vlaamse gemeenten. Dat is de interpretatie die daar altijd aan gegeven is door de Franstaligen.
Ik begrijp dan ook uw betoog niet, mevrouw De Vits. Tien jaar geleden ging sp.a op dat vlak helemaal akkoord met het Vlaams Parlement. Het staat trouwens ook in het Vlaams regeerakkoord. Onze fractie blijft bij dat standpunt. Daar kan alleen over gesproken worden in het kader van een staatshervorming. Er staat zeker niet in dat de rechten voor de Vlamingen in Brussel moeten worden afgebouwd zoals de heer Vande Lanotte voorstelt, door tweetalige lijsten in te voeren enzovoort. Sp.a zit hier op een volledig andere golflengte.
Mijnheer Van Hauthem, ik ben heel blij dat de president van Europa dit ook in 2001 al had vernoemd. Diezelfde president van Europa heeft de splitsingsvoorstellen voor Brussel-Halle-Vilvoorde ingediend. U ziet dat de Van Rompuys al tien jaar consequent zijn op de Vlaamse lijn. (Applaus bij CD&V en N-VA)
Mijnheer Bouckaert, het is heel sympathiek dat u mij de eerste Vlaming noemt, maar die zit hier naast mij. Dat is de voorzitter van dit Vlaams Parlement. Die titel zou ik me niet toe-eigenen, maar het is sympathiek dat u zich vergist wat de eerste betreft.
Het regeerakkoord, meer bepaald de laatste zin, is heel duidelijk. Kamerbreed, in historisch perspectief en in coherentie met zowel Eric als Herman Van Rompuy, hebben we die lijn gevolgd. Ik zie niet in waarom we daar nu zouden van afwijken. Als Rudy Demotte via de pers laat weten dat hij een initiatief zal nemen, dan ga ik ervan uit dat hij heel goed weet wat hier al jaren leeft in dit Vlaams Parlement. We kijken uit naar zijn voorstel dat mogelijks ook via de media zal worden verspreid.
Minister-president, u blijft me geruststellen, maar een aantal fracties niet. Ik hoor sp.a kritische bedenkingen maken en verwijzen naar de nota-Vande Lanotte waarin het Minderhedenverdrag als element voor de oplossing van Brussel-Halle-Vilvoorde was ingeschreven.
Ik hoor Eric Van Rompuy hetzelfde zeggen: tenzij in het kader van een staatshervorming en van de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, dan zou het dus wel kunnen. Neen, laten we het kort en duidelijk houden, ook in het Vlaams Parlement.
U bent bochten aan het maken, mijnheer Van Rompuy, dat zei uw broer niet. U zegt nu dat er in het kader van Brussel-Halle-Vilvoorde wel over kan worden gediscussieerd. Ik heb dan liever de minister-president die heel duidelijk zegt: het regeerakkoord is duidelijk, we ratificeren dat Minderhedenverdrag niet. We zullen op onze tellen moeten passen wat dat betreft.
Minister-president Demotte, die zijn oproep zelfs niet tot u heeft gericht, maar tot zijn federale collegas, weet dan waar hij aan toe is: hij kan de boom in. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.