Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is de algemene bespreking het ontwerp van decreet.
De heer Chris Janssens, verslaggever, heeft het woord.
Collegas, op 16 maart jongstleden kwam in de commissie Economie inderdaad het korte ontwerp van decreet met de lange titel Ontwerp van decreet houdende instemming met de avenant van 7 juli 2008 aan het Samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 tussen de federale staat, het Vlaamse, het Waalse en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de Meerwaardeneconomie aan bod. De toelichting gebeurde door minister Van den Bossche, Vlaams minister van onder meer Sociale Economie.
In navolging van het samenwerkingsakkoord van 4 juli 2000, zo stelde de minister, tussen de federale staat, de drie gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de sociale economie, wensen de betrokken overheden hun gezamenlijke verbintenissen en ambities met het oog op de uitbouw en de verdere versterking van de sociale economie en de meerwaardeneconomie te herbevestigen en verder uit te bouwen. Dit kreeg concreet vorm in een nieuw samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 tussen de federale staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en de Duitstalige Gemeenschap.
Conform de verdeelsleutel opgenomen in het samenwerkingsakkoord, worden de financiële inspanningen voor het begrotingsjaar 2008, net zoals in voorgaande jaren, via een avenant aan dit samenwerkingsakkoord vastgelegd volgens dezelfde principes. Overeenkomstig de afspraken in het samenwerkingsakkoord worden hiervoor nu de nodige middelen uitgetrokken. In artikel 4 van het avenant wordt het samenwerkingsakkoord met een jaar verlengd. Via het ontwerp van decreet wordt instemming betuigd met de avenant 2008 en het samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005. Wegens vertraging in de federale procedure, stelde de minister ten slotte, kon de avenant 2008 pas in 2010 worden ondertekend door alle betrokken partijen. Bijgevolg werd het ontwerp van decreet ook met vertraging ingediend in het Vlaams Parlement.
Bij de bespreking stelde de heer Chris Janssens dat hij betreurt dat de term meerwaardeneconomie wordt gebruikt. Dat zou namelijk suggereren dat de sociale economie zich moreel verheven voelt boven de reguliere economie, terwijl ernaar gestreefd wordt de sociale economie een onderdeel te maken van het normale economische circuit. Hij stelde bovendien vragen bij het verdelingspercentage dat oorspronkelijk in het samenwerkingsakkoord werd vastgesteld. Ten slotte stelde hij ook nog dat de sociale economie, voor wat de financiering betreft, een ingewikkelde sector is. Omdat de economische toestand en de tewerkstellingsproblematiek in de verschillende gewesten erg verschillend is, zou het beter zijn de middelen voor de sociale economie volledig te regionaliseren.
De heer Johan Deckmyn informeerde naar het overleg over de manier waarop innovatie in de sector van de beschutte werkplaatsen zou kunnen worden geïntroduceerd. De heer Bart Van Malderen stelde dat het nodig is de middelen voor de sociale economie volledig naar het Vlaamse bevoegdheidsniveau over te hevelen. In alle voorstellen voor een staatshervorming zou moeten staan dat van sociale economie een homogeen pakket wordt gemaakt. Dit zou de financiering van de sector transparanter maken, wat de performantie van het beleid inzake sociale economie zeker ten goede zou komen.
Ook de heer Diependaele en mevrouw Peeters sloten zich hier volmondig bij aan.
Minister Van den Bossche verduidelijkte dat de verdeelsleutel, opgenomen in het samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 betreffende de meerwaardeneconomie, gebaseerd is op de bevolkingscijfers. Ook zij zei het ermee eens te zijn dat de volledige regionalisering van de bevoegdheid over en de financiering van de sociale economie belangrijk is. Verder heeft de minister ook de andere vragen en bemerkingen die aan bod kwamen tijdens de bespreking beantwoord en gerepliceerd.
De artikelen en het volledige ontwerp van decreet werden ten slotte ongewijzigd aangenomen met 9 stemmen voor bij 3 onthoudingen.
De heer Diependaele heeft het woord.
Ik wil nog even onderstrepen wat de heer Janssens, die ik dank voor het verslag, heeft gezegd. Het feit dat we nu zo een samenwerkingsakkoord moeten sluiten, ligt aan het feit dat de borrelnootjes van 2007 nog steeds niet zijn uitgevoerd. Er was toen afgesproken dat de homogene bevoegdheid van de sociale economie moest overgaan naar de deelstaten. We willen nog eens onderstrepen dat we hopen de minister heeft bevestigd dat ze die hoop deelt dat dit de laatste keer is dat we nog met deze ingewikkelde vorm van samenwerkingsfederalisme te maken hebben en dat deze bevoegdheid zo snel mogelijk wordt overgeheveld naar de deelstaten.
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Voorzitter, ik onderschrijf vanzelfsprekend die opmerking. Het is jammer dat we nog altijd op deze manier te werk moeten gaan. Hoe sneller die bevoegdheid een logisch pakket wordt en bij Vlaanderen terechtkomt, hoe makkelijker het zal zijn om dat op een logische manier te beheren en hoe minder nodig het zal worden om allerlei samenwerkingsakkoorden af te sluiten met gekke verdeelsleutels nu en dan.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2010-11, nr. 853/1)
De artikelen 1 en 2 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.