Verslag plenaire vergadering
Verslag
Opheldering over de stand van zaken
Dames en heren, met toepassing van artikel 46 van het Reglement van het Vlaams Parlement heeft de heer Dewinter bij motie van orde het woord gevraagd.
De heer Dewinter heeft het woord.
Voorzitter, ik wil namens mijn fractie en ik denk meer dan alleen mijn fractie mijn ergernis uitdrukken over het feit dat de minister-president het vorig weekend in de media nodig vond om u als parlementsvoorzitter terug te fluiten naar aanleiding van uw uitspraken over Vlaanderen in Actie. Ik heb er ook mijn bedenkingen bij dat u als parlementsvoorzitter zich wel in de krant en niet in het parlement over dit thema uitspreekt. Toch meen ik dat het niet de taak is van de minister-president om de parlementsvoorzitter terecht te wijzen.
Het is niet de eerste keer dat de minister-president in geringschattende termen over het parlement spreekt. Ik heb de indruk dat hij het parlement een beetje als een noodzakelijk kwaad beschouwt. Hij zou in feite veel liever regeren zonder parlement en lastige parlementsleden.
Maar, minister-president, we weten allemaal dat de tijd van de verlichte despoten al een tijdje voorbij is. Ik begrijp dat u zich zorgen maakt over het feit dat uw meerderheid nog nauwelijks onder controle is. Maar die frustratie mag niet leiden tot het beknotten van de vrije meningsuiting, wel integendeel. Het zal wel liggen aan het feit dat u nooit als parlementslid hebt gefunctioneerd. U hebt nooit aan deze kant van de banken plaatsgenomen. Daardoor is elke parlementaire traditie u blijkbaar volkomen vreemd. Ik wil er u toch op wijzen, minister-president, dat er in een democratie zoiets bestaat als een uitvoerende macht dat bent u en een wetgevende macht dat zijn wij. Die hebben elkaar niet enkel nodig, maar moeten elkaar ook respecteren.
Ik heb vandaag vernomen uit de kranten dat u, minister-president, en de voorzitter gisteren alweer een goed gesprek hebben gehad. Hoe meer ruzie in de meerderheid, hoe meer goede gesprekken er plaatsvinden. Dan dient die ruzie toch nog ergens toe. Ik dring erop aan dat u zich tegenover het parlement zou verontschuldigen voor uw ongepaste en in feite ondemocratische uitspraken.
Ik heb ook gelezen in een gemeenschappelijk perscommuniqué, om de plooien glad te strijken zo gaat dat na dat goed gesprek dat men zal onderzoeken hoe het Vlaams Parlement nauwer betrokken kan worden bij de verdere uitvoering van ViA. Ook daarbij had ik graag wat toelichting van u, minister-president, of van de parlementsvoorzitter. Het is niet voldoende dat u het erover eens bent: we moeten het er allemaal samen over eens zijn. Minister-president, hoe wilt u ons allen nauwer betrekken bij uw fameuze ViA-plan? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Gatz heeft het woord.
Voorzitter, ik was eigenlijk niet van plan om hier in de openbare zitting nog op terug te komen. Ik heb de zaak achter min of meer gesloten deuren maandag als eerste ter sprake gebracht. Ik heb mijn mening dan gezegd en hoef die niet telkens te herhalen.
Maar goed, minister-president, de heer Dewinter brengt de wrijving die u hebt gehad met de parlementsvoorzitter nog even onder de aandacht. Op zich is dat wel terecht. Vorige week hebben we een debat gehad over beton en teflon. Na het lezen van uw weekendinterviews, waarbij u de zaak-Lieten als ik het zo mag noemen wilde sluiten, had ik het gevoel dat we het deze week over testosteron moesten hebben. Ik heb niet zo veel nieuwe dingen gelezen in die interviews. Ze hadden relatief weinig inhoud. Ik merkte vooral zelfbevestiging: Ik ben de leider en er wordt niet met mijn voeten gespeeld.
Nu, als u dat zo vaak en zo luid moet herhalen, dan bent u misschien minder een leider dan u wel zou willen, maar tot daaraan toe. Dat is uw verantwoordelijkheid.
Er is nog iets dat ik u kwalijk neem. Ik heb u dat maandag gezegd. In dit land hebben we een scheiding der machten. Sommigen kunnen die zien als een interessante uitvinding in de 18e eeuw, als gevolg van de Verlichting, maar ze heeft wel degelijk een functie. Het is onze taak om u te controleren. We moeten daarbij niet noodzakelijk waardeoordelen over u uitspreken, maar we moeten u wel controleren. Het is uw taak om beleid uit te voeren.
Het is niet meteen uw taak om, als de parlementsvoorzitter bepaalde uitspraken doet, te zeggen dat hij soms beter zou spreken en soms beter zou zwijgen. Dat moet hij zelf weten. Daar is hij trouwens oud en wijs, zal ik dan ook maar zeggen genoeg voor. Als hij bepaalde dingen zegt, is het de gewoonte en is het ook het beste dat deze vergadering reageert en stelt dat ze het daar al dan niet mee eens is. Mocht hij de oppositie te veel bevoordelen, dan zal de meerderheid wel vinden dat de heer Peumans geen goed parlementsvoorzitter is, en vice versa. Dat is nu eenmaal het zware lot dat hij moet dragen.
Het is echter niet aan u om dat te doen. U hebt dat misschien gedaan omdat u de spelregels van de parlementaire democratie niet zo helemaal in de vingers hebt. Ik weet dat u samen met de heer Peumans in de meerderheid zit. U moet dergelijke dingen dan maar met elkaar uitpraten achter gesloten deuren. Ik heb begrepen dat dit ook is gebeurd.
Ik hoop dat dit zich niet meer hoeft te herhalen. Het is niet uw taak om welke parlementsvoorzitter dan ook, of dat nu de heer Peumans, mevrouw Vanderpoorten of de heer De Batselier is, terecht te wijzen. U hebt veel te zeggen in Vlaanderen, maar dat niet. (Applaus bij de oppositie)
De heer Vereeck heeft het woord.
Minister-president, ik kan me deels aansluiten bij de voorgaande sprekers. Het begint enigszins de gewoonte te worden binnen de regering om heel eerlijk, maar ook totaal ongepast naar buiten te komen.
Eigenlijk ben ik het wel met u eens. Bij het begin van het plenaire debat verleden week heb ik ook uitvoerig aan de parlementsvoorzitter gevraagd of hij alstublieft hier in het halfrond wou komen zitten, om mee te doen aan dit debat. Hij is de eerste om uw regering en ons, parlementsleden, te vragen het debat hier en niet in de media te voeren, om het parlement op te waarderen. Hij doet dat niet. Daarom leek het me een goede suggestie dat hij in dit halfrond zou komen zetelen en zou deelnemen aan het debat.
Ik volg u dus volledig, maar, zoals de voorgaande sprekers al opmerkten, is het zo dat wij als parlementsleden de regering controleren, en niet omgekeerd. In die zin was het ongepast om enigszins als schoonmoeder op te treden en te proberen onze voorzitter op te voeden. Geloof me, we zullen zelf wel het nodige werk doen om de heer Peumans in het gareel te krijgen. Zeker een fractie als LDD zal dat doen. Wij zijn altijd kritisch als het gaat over voorzitters. (Gelach)
De heer Caluwé heeft het woord.
Bljkbaar heeft de oppositie weinig inhoudelijks in te brengen tegen de regering, als ze hier dergelijke akkefietjes aankaart, terwijl we dat eigenlijk al hebben besproken in de vergadering van het Bureau van het parlement.
De heer Vereeck heeft inderdaad vorige week terecht gesteld dat, gelet op de uitspraken van de parlementsvoorzitter, die eigenlijk niet kon optreden als voorzitter, maar in het halfrond moest zitten om deel te nemen aan het debat. Eigenlijk heeft de minister-president niets anders gedaan dan herhalen wat de heer Vereeck al had gezegd. Ik zie dus niet in waarom men dat dan hier moet aankaarten.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Voorzitter, ik voel me wat onwennig. Het gebeurt al eens dat we opmerkingen hebben over de manier waarop u het parlement leidt, en nu moet ik u verdedigen. Dat is ook nodig. Mijnheer Caluwé, ik vind het vreemd dat u niet begrijpt waarom de oppositie dit aankaart. Dit is nochtans het fundament van het parlement. Als de regering gaat bepalen wat het parlement mag doen en mag zeggen, dan zijn we niet goed bezig. Het ware erg geweest had de oppositie dit niet aangekaart.
Minister-president, ik begrijp dat u de kritiek niet leuk vond, dat u die soms onrechtvaardig en ongefundeerd vond. Dat is echter geen reden om zo te reageren op de parlementsvoorzitter. U zou kritiek moeten beschouwen als iets dat u kan versterken, niet als iets dat onbruikbaar is.
Blijkbaar is de kritiek die is geformuleerd door de oppositie maar ook door de parlementsvoorzitter, zeer hard aangekomen. U kon er niet mee om en dan bent u uit de bocht gegaan. Ik hoop dat u goed afgesproken hebt met de parlementsvoorzitter dat dergelijke incidenten in de toekomst niet meer kunnen gebeuren. Ik hoop dat u het parlement de ruimte geeft die het nodig heeft en die ook voor u versterkend zou moeten zijn.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, de trias politica van Montesquieu is mij bekend, de scheiding der machten, dat van vorige eeuwen dateert, maar de basis is van elke democratie en moet worden gerespecteerd. De wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtelijke macht hebben elk hun taak.
Ik wil hier nog eens onderstrepen dat ik altijd veel respect heb voor dit parlement. Sommigen zeggen in de krant zaken die niet kloppen. Ik ben verkozen in dit parlement, ook in het federaal parlement, ook in de provincieraad, maar ik heb geen van die taken opgenomen. Daar is geen enkele onduidelijkheid over. De democratische toets is mij zeer eigen en de verkiezingen zijn bij uitstek de democratische toets.
Dit gezegd zijnde, heb ik zeer veel respect voor dit parlement waar ik wekelijks zeer vele uren doorbreng om in commissies en in de plenaire vergadering te antwoorden op vragen ik ben hier misschien wel gedurende meer uren dan sommige parlementsleden.
Dat wij daar met de voorzitter een gesprek over hebben gehad en daarover van gedachten hebben gewisseld, is gisteren in een mededeling bekendgemaakt. Ik heb daar verder geen commentaar op te geven.
Het laatste element, waar de heer Dewinter uitdrukkelijk naar vraagt, is dat ik in dat gesprek met de voorzitter heb gevraagd in welke mate het Vlaams Parlement nauwer betrokken wil of kan worden bij Vlaanderen in Actie, een toekomstplan. Vorige week heb ik begrepen dat iedereen erachter staat dat we een toekomstplan hebben en dat we Vlaanderen in 2020 in de top 5 van de Europese regios willen brengen. Het debat in het Uitgebreid Bureau en in de plenaire vergadering van het parlement zal gaan over de mate waarin dit parlement verder wil betrokken worden bij Vlaanderen in Actie.
Ik heb zelf geen concrete voorstellen gedaan. Uit respect voor het parlement vind ik het snel om zelf te zeggen hoe ik dat zie. Het zal mogelijk het resultaat zijn van een gedachtewisseling in het Uitgebreid Bureau en de plenaire vergadering van het parlement.
Collegas, u weet dat ik als voorzitter een driemaandelijks overleg heb met de minister-president om duidelijke afspraken te maken over de relatie tussen de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement denk maar aan de begroting, de beleidsbrieven en noem maar op.
Gisteren heb ik met de minister-president een constructief gesprek gehad, zoals het betaamt, niet meer en niet minder. De minister-president heeft duidelijk aangegeven wat zijn rol is en ik heb aangegeven wat mijn rol is als voorzitter van het Vlaams Parlement. We hebben afgesproken een voorstel te doen aan het Uitgebreid Bureau om te kijken hoe we het parlement, het Uitgebreid Bureau en de commissiewerking meer kunnen betrekken bij ViA. Ik denk dat dat een heel positief signaal is waar de minister-president 100 procent achter staat.
In die zin willen wij de dialoog zoals we die vanaf het begin gevoerd hebben, mijnheer Vereeck, voortzetten. U moet niet doen alsof ik nooit met de minister-president zou spreken. Ik heb altijd de dialoog aangehouden met de Vlaamse Regering in het belang van het parlement in zijn totaliteit. Ik wil dat ook zo houden. Ik ben ervan overtuigd dat dat de goede richting is.
De heer Dewinter heeft het woord.
Voorzitter, het Engelse spreekwoord zegt: de proof of the pudding is in the eating. We zullen wel zien wat er op ons afkomt. Ik stel alleen maar vast dat die goede gesprekken altijd leiden tot veel goede intenties die in de praktijk echter niet altijd worden waargemaakt. Dit incident is gesloten in afwachting van het volgende incident.
Het incident is gesloten.