Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Stevens heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, de laatste tijd was er veel te doen rond de personeelsstop van begin jaren tachtig in de gehandicaptensector. Dat is zwaar beginnen door te wegen. Het huidige personeelskader kan de toenemende werkdruk niet meer aan. Terwijl in de instellingen de vraag naar zorg en ondersteuning steeds groter werd. Men berekende dat er ongeveer tweeduizend en tweehonderd extra werkkrachten nodig zijn. De vraag naar meer personeel in de sector is een heikel punt in deze budgettair moeilijke tijden. Extra jobs kosten veel geld, aan de andere kant is de gehandicaptensector een belangrijk onderdeel van het Vlaams welzijnsbeleid. Er moet een evenwicht worden gezocht tussen beide.
Ik ben heel blij, minister, met uw voornemen om vijfhonderd extra tewerkstellingsplaatsen te scheppen tegen het einde van deze legislatuur. Tegen 2020 zou de personeelsbezetting volledig moeten zijn. Dat vind ik zeer ambitieus. Het is een belangrijk signaal aan de sector. Het getuigt van een grote inspanning om tegemoet te komen aan de vraag van het personeel.
Daarnaast is er ook de vraag van personen met een handicap, die terecht een kwaliteitsvolle dienstverlening eisen.
Minister, hoe denkt u de nodige 25 miljoen euro te vinden, rekening houdend met uw andere inspanningen en engagementen ten opzichte van personen met een handicap binnen het kader van Perspectief 2020, dat al zeer uitgebreid besproken is in de commissie en uw uitbreidingsbeleid? Ik ben benieuwd naar uw antwoord.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik wil beginnen met een aantal zaken te situeren. U weet dat we bij de start van de regering een hervormingsplan voor de sector hebben opgesteld. Het werd ruim besproken, ook in de commissie. Dat plan moet ertoe leiden dat we tegen 2020 een zorggarantie kunnen verzekeren voor de mensen die we definiëren als degenen die noden hebben die recht moeten geven op die garantie. We willen dat doen via een nieuwe, meer vraaggestuurde financiering en met een beter geïnformeerde betrokken persoon met een beperking. Dat is de doelstelling, het plan.
De Vlaamse Regering heeft een meerjarenbudget vastgelegd. 145,5 miljoen euro wordt daaraan besteed tijdens deze legislatuur. Dat is bijkomend geld. Er is een veranderingsmanager. U hebt uiteraard kunnen vernemen dat hij ondertussen is aangesteld.
Een van de projecten uit het hervormingsplan was het aanpassen van de personeelseffectieven aan de reële zorgzwaarte. Dat was heel uitdrukkelijk in dat plan opgenomen als een van de projecten. Dat hoeft ook niet te verbazen. In de resolutie van het Vlaams Parlement van het einde van vorige legislatuur werd met name deze aanbeveling opgenomen. Toen was er ook sprake over een eerste stap met een extra bestaffing van 500 bijkomende effectieven. Daarover werd nu met werkgevers en werknemers uit de sector een akkoord afgesloten. Het gaat over 25 miljoen euro, uiteraard binnen de enveloppe die voor het totale plan in deze legislatuur werd gereserveerd.
Belangrijk daarbij is dat sociale partners ook onderschreven hebben dat we die gaan inzetten op basis van effectieve zorgzwaarte en dat gezorgd wordt voor het objectiveren van de zorgzwaarte. De sociale partners hebben zich geëngageerd om aan het creëren van het inschalingsinstrument, waarvoor toch wel nog wat stappen gezet moeten worden, hun medewerking te verlenen. Dat is een belangrijke stap in de richting van de realisatie van dat globale plan. Het is natuurlijk maar één stap. Wat het aspect uitbreiding van het aanbod betreft, moeten er in de loop der jaren heel wat initiatieven genomen worden.
Ik wil toch nog eens benadrukken dat het een element is uit dat plan. Daarover bestaat een akkoord. De principes waarvoor hun medewerking vereist is, namelijk het inschalen op basis van de zorgzwaarte, zijn daarmee ook aanvaard. Wat dat betreft, zullen we heel snel met de veranderingsmanager andere projecten verder aanpakken.
Minister, ik dank u voor uw zeer duidelijk antwoord. Ik ben blij te horen dat er al een plan van aanpak is. Ik vroeg me immers af hoe dit zou gebeuren.
Het past inderdaad ook in de veranderingsagenda, zoals ze is opgenomen in Perspectief 2020. Ik denk dat het belangrijk is ervoor te zorgen dat het onderzoek naar de zorgzwaarteinstrumenten zo snel mogelijk kan worden afgerond, zodat we die instrumenten kunnen gebruiken om na te gaan waar we personeel zo efficiënt mogelijk kunnen inzetten. Dat is ook een van de frustraties binnen de sector zelf. De instellingen worden op forfaitaire basis vergoed. Het is een goed begin om op termijn te evolueren naar een flexibeler systeem van vergoedingen van de personeelsinspanningen binnen een instelling ten behoeve van personen met een handicap.
Ik kijk met heel veel interesse uit naar de verdere ontwikkeling. We zullen die discussie zeker voortzetten in de commissie, want het is uiteraard een zeer belangrijk dossier.
Mevrouw van der Borght heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me graag aan bij de vraag van mevrouw Stevens. Minister, gisteren was ik een beetje ongerust. Ik dacht eerst dat het geld zou komen van het budget voor uitbreiding waarin voorzien was in 2011. Gelukkig is dat niet het geval.
Er bestaat natuurlijk nog geen duidelijkheid over de volgende jaren. Ook in 2012, 2013, 2014 zou het telkens over 7 miljoen gaan. Wil dat zeggen dat er minder plaatsen in de uitbreiding zijn? Dat is mij niet helemaal duidelijk.
U hebt het over de 25 miljoen euro uit de pot van de 145 miljoen euro voor uitbreiding. Minister, het zou toch nuttig zijn indien we nu zouden kunnen weten hoeveel u uit het totale budget voorziet voor plaatsen en hoeveel voor personeel. Anders zal het zo zijn dat diegenen die het meest op straat kunnen komen, het meeste van dit uitbreidingsgeld zullen kunnen binnenhalen. Dat zou spijtig zijn. We weten allemaal dat mensen met een handicap, die ook noden hebben, veel moeilijker op straat kunnen komen dan het personeel en de vakbonden.
Minister, in die context had ik graag van u vernomen of u bereid bent om het budget creatiever en optimaler in te zetten door privaat initiatief en ondernemerschap in deze sector te stimuleren.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Ik sluit mij aan bij de vorige sprekers. Het is uiteraard positief dat met deze vijfhonderd bijkomende arbeidsplaatsen een willekeurige besparing uit de jaren 80 deels wordt geremedieerd. Het zal er nu op aankomen om de middelen in te zetten daar waar de werkdruk het hoogst ligt. U hebt de sociale partners een kortlopende opdracht gegeven tot 1 april. We zullen zien of dat lukt. U hebt in uw antwoord ook al verwezen naar de link met het Perspectiefplan 2020. Minister, er is ook de link met de lopende VIA-akkoorden. Men zal ongetwijfeld met heel veel aandacht kijken naar dit deelakkoord. Men vraagt zich misschien af in hoeverre dit een voorafname is op de toch wel beperkte middelen.
Hoe verhoudt dit zich nu tot die lopende VIA-onderhandelingen? Voorzitter, VIA staat hier niet voor via dolorosa maar voor het Vlaams Interprofessioneel Akkoord bij de sociale onderhandelingen in de socialprofitsector.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, ik was verheugd te vernemen dat wij dit nieuwe personeel zullen inschakelen op basis van de effectieve zorgzwaarte. Dit is een heel goed voorbeeld van nieuw beleid. Er komen niet alleen vijfhonderd banen bij. Het kadert ook perfect in onze visie waarbij voor ons meer dan ooit de nood en de zorg en de vragen van de personen met een handicap het uitgangspunt zullen zijn. Daarnaast weten we natuurlijk allemaal dat er inspanningen nodig zijn en blijven op het vlak van de PR/PN-norm (de verhoudingen tussen het reële en het wenselijke aantal personeelsleden). In dat kader sluit ik mij aan bij de vraag van mijn collega.
Wij weten dat we in deze sector voor grote uitdagingen staan. Wij zullen in feite het huidige financieringsmodel volledig vervangen. Dit lijkt mij dan ook een heel waardevol en goed begin op het vlak van de werkdrukverlichting in deze sector, waar er heel concrete vragen waren.
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Minister, het zal u niet verwonderen dat ik mij wil aansluiten bij de bezorgdheid van de vorige sprekers. Nog geen twee weken geleden hebben wij in de commissie de gelegenheid gehad om naar aanleiding van een interpellatie over deze materie ten gronde te debatteren. Het is heel positief dat er middelen worden vrijgemaakt om bijkomende plaatsen te creëren. Ik wil, zoals de vorige sprekers, mee beklemtonen dat het belangrijk is dat dit heel efficiënt moet gebeuren. We zitten met de problematiek van de personeelsstop gedurende vele jaren en ook met het feit dat de laatste jaren personeelsleden steeds minder moeten werken. Ik heb daar geen kritiek op, maar daardoor kunnen er steeds minder uren worden ingevuld. Tegelijkertijd, voorzitter, weet ik dat ouders van kinderen met een handicap deze bezorgdheid mee onderschrijven. Zij zijn wel blij met die bijkomende personeelsuren maar het is toch ook heel belangrijk om spoedig een aantal bijkomende initiatieven te nemen om de wachtlijsten weg te werken, want op dit punt, minister, blijven zij op hun honger zitten.
Tot slot wil ik uitdrukkelijk namens mijn fractie vragen om meer ruimte te geven aan het privaat initiatief en het ondernemerschap, zoals ook mevrouw Van der Borght heeft gevraagd.
Ik dank u voor de vragen en bedenkingen. Het is uiteraard de bedoeling om in de loop van de volgende maanden de invulling van dat budget geleidelijk vast te leggen. Ik deel de bezorgdheid dat er voldoende ruimte moet worden gecreëerd om effectief een uitbreiding van het aanbod mogelijk te maken. Ik ben het daar helemaal mee eens.
Het is een van de belangrijke opdrachten van de veranderingsmanager om met het uitwerken van de projecten stelselmatig meer duidelijkheid te scheppen. Ik begrijp zeer goed dat de mensen dat met argusogen volgen.
Het is cruciaal dat de invulling zal gebeuren aan de hand van de geobjectiveerde zorgzwaarte. Misschien hebben we in de eerste fase nog niet het echte instrument, maar het is toch de bedoeling dat we dat proberen te doen, rekening houdend met de PR/PN-problematiek en vanuit een objectivering van de grootste noden.
Mevrouw Van der Borght, u hebt gezien dat in het plan het activeren van het sociaal kapitaal en het flexibiliseren een belangrijk element zijn. Ik vind dat essentieel. Het moet de bedoeling zijn om met die middelen meer te kunnen organiseren dan mathematisch en stelselmatig schijfjes in het uitbreidingsbeleid te realiseren.
Mijnheer Van Malderen, er is een link. Het is wat eigenaardig dat men al een aantal acties heeft gehad in een aantal instellingen die dit soort debat en dit soort onderhandelingen hebben geprovoceerd op de korte termijn. Er is echter ook afgesproken dat een deel van deze inspanningen zal worden aangerekend op het sociaal akkoord waarover moet worden onderhandeld in het ViA-verhaal. Er zit dus 13 miljoen euro in de kwaliteitsinspanningen die we daar zullen doen. De partners zijn het erover eens dat we dat voor dit stuk kunnen aanrekenen op het akkoord waarover moet worden onderhandeld.
De grootste uitdaging voor de volgende jaren zal liggen in het vinden van een gezond evenwicht tussen de verzuchtingen van de werknemers in de gehandicaptensector en de noden en terechte vragen van personen met een handicap. We moeten in de allereerste plaats luisteren naar de noden van personen met een handicap zelf. Natuurlijk mogen ook de noden van de werknemers niet uit het oog worden verloren. Dat is een zeer moeilijke oefening. Budgettair is er een beperking. Zoals de minister al heeft gezegd, is het belangrijk om te proberen zoveel mogelijk te doen met de beschikbare middelen.
Het incident is gesloten.