Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Tommelein heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, minister, mag een journalist een eigen mening hebben? Ja. Mag een journalist een lidkaart hebben van een politieke partij? Ja. Mag een journalist of iemand die in de media werkt, kandidaat zijn voor het parlement en er zetelen? Ja. Mag een parlementslid dan politiek verlof hebben? Van mij wel. Er zijn hier een heleboel mensen die politiek verlof hebben. Er zijn hier zelfs heel wat journalisten die al een tijdje of geruime tijd politiek verlof hebben, en het perfect doen.
In de commissie Media hebben we op 8 februari de zogenaamde affaire-Bracke besproken. Toen was al duidelijk dat er deontologisch een en ander fout zat. De VRT heeft dat nadien ook bevestigd. De heer Bracke heeft, toen hij nog journalist en nog geen politicus was, een aantal grenzen overschreden, en zo de geloofwaardigheid van de VRT-nieuwsdienst in het gedrang gebracht. Het ging in de commissie vooral over geloofwaardigheid. Voor alle duidelijkheid: ik heb toen niet geïnterpelleerd. Ik heb me aangesloten bij vragen. Ik heb toen gezegd dat de heer Bracke beter de banden met zijn vorige baan zou doorknippen, zoals een aantal mensen, waaronder ikzelf, dat ook hebben gedaan. Op die manier kan men vrij spreken.
Op 14 februari schrijft de heer Bracke echter in zijn blog dat als het systeem wordt overgenomen door de middelmatigen, het dan altijd noodlottig is het hoofd boven het maaiveld uit te steken Hij vervolgt: In organisaties met slappe knieën halen het minimum en het kortetermijnperspectief het altijd. Op 27 februari doet hij hetzelfde. Hij zegt dat de VRT een serieuze openbare omroep moet zijn, zoals in zijn tijd.
Minister, dienen journalisten die met politiek verlof zijn, zich niet aan een aantal elementaire regels te houden? Kan een gewezen journalist die nu zetelt in het federaal parlement en dus niet eens bevoegd is voor de VRT, voortdurend aanvallen op zijn werkgever zitten uitvoeren?
Minister Lieten heeft het woord.
Mijnheer Tommelein, ik denk het wel, eerlijk gezegd. Dat lijkt me ook inherent te zijn aan onze democratie: wie een politiek mandaat uitoefent, heeft een volledige vrijheid van meningsuiting. Ik denk dat het zeer belangrijk is in een democratie dat men die volledige vrijheid heeft. De heer Bracke kan dus zeggen wat hij wil. U kunt het niet eens zijn met hem en daarover met hem in debat gaan. Ik kan dat ook. Er is echter geen reden waarom hij geen vrijheid van meningsuiting zou hebben.
Net daarom heeft de wetgever trouwens voorzien in dat systeem van politiek verlof. Op die manier kan iedereen die bij de Vlaamse overheid werkt, ook daadwerkelijk zijn politiek mandaat opnemen. Wanneer hij dat doet, wordt de uitvoering van het statutair ambt geschorst. Dat gebeurt net om hem de volledige vrijheid te geven en compromitterende situaties te vermijden. Kan de heer Bracke zeggen wat hij wil? Ja. Kunnen we daarover van mening verschillen? Uiteraard ook.
Ik ben het daar niet mee eens. Er is de vrijheid van meningsuiting, maar er zijn toch wel een aantal elementaire regels. Mocht iemand politiek verlof nemen bij zijn bedrijf om hier te komen zetelen en hier week na week de eigen organisatie te bekogelen terwijl hij er nog altijd op de loonlijst staat, dat zou niet lang duren. Dit is een zeer onduidelijke situatie. De heer Bracke zit momenteel blijkbaar niets te doen in het federaal parlement en vindt dat hij zich moet bemoeien met Vlaamse materies. Hij heeft hier trouwens een aantal collegas, zoals de heer Demesmaeker, die de media kent, en de heer Vandaele, die zetelt in de commissie Media, die zijn vragen en problemen perfect kunnen aankaarten in de commissie Media. Ik vind het ongehoord dat iemand van het federaal parlement wekelijks aanvallen zit uit te voeren op zijn werkgever. Ik vind dat het niet kan dat de VRT dit zomaar over haar kant laat gaan.
De heer Wienen heeft het woord.
Ik ben ook een lezer van de blog van Siegfried Bracke. Met het laatste stukje dat hij heeft geschreven over het feit dat de VRT heimwee heeft naar de goeie, ouwe tijd van de BRT, en dat de VRT aan Belgische recuperatie doet, kan ik het behoorlijk eens zijn. Het is wel opvallend dat dit komt van een man die tijdens zijn hele professionele carrière bij BRT en VRT altijd alles wat nog maar een zweem had van Vlaams-nationalisme, heeft afgebrand. Maar goed, dan komen de woorden van Bredero in mij op.
Er zijn ook mensen die nog actief zijn bij de VRT, en die ook politieke stellingen innemen. Daarmee schenden ze de politieke neutraliteit van de VRT. Ik denk maar aan mensen als Koen Fillet, die plots zijn baard laat groeien omdat er zo snel mogelijk een Belgische regering moet komen. Radio 1 promoot dat dan nog op zijn website. Voorbeelden van zulke zaken zijn legio.
Minister, het lijkt me nuttig dat u daar paal en perk aan stelt. Mensen die nu nog actief zijn bij de VRT, en niet in politiek verlof zijn, schaden de politieke neutraliteit van de VRT. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vandaele heeft het woord.
Ik ga me niet uitspreken over wat mensen beter wel of niet op hun blog of op hun mail zetten. Het is in de eerste plaats een kwestie van deontologie. De VRT moet zelf bekijken hoe ze daarmee omgaat.
Mijnheer Tommelein, u bent een boegbeeld van het liberale gedachtegoed, en u lijkt hier te pleiten voor een beknotting van de vrije meningsuiting, terwijl ik net van u verwacht dat u zegt dat iedereen altijd en overal zijn of haar mening mag zeggen. Dat is blijkbaar nu niet het geval.
De heer Verstrepen heeft het woord.
Hier zitten nog enkele politici uit de media, die met politiek verlof zijn. Degenen die uit de commerciële sector komen, krijgen dat meestal niet. Maar dit volledig terzijde.
Ik denk dat het probleem Bracke een afrekening en natrappen is tussen socialisten van vroeger. Men doet maar verder met het slopen van het rode fabriekje. Er blijven altijd een aantal mensen buiten schot. Het is een opeenstapeling van conflicten, natrapperij en imagoschade. Daar heeft de heer Tommelein wel een punt. Maar ik vraag me af waar de verantwoordelijkheid is van de hoofdredacteur van het VRT-nieuws. Bij mijn weten is het de heer Hoflack die publiekelijk de strijd is aangegaan met zijn vroegere collega Bracke, en hij heeft ervoor gezorgd dat die imagoschade tot ongekende hoogte is gegaan, tot het ultieme conflict. De hoofdredacteur van de VRT-nieuwsdienst blijft buiten schot, terwijl hij of het hoofdredactiebestuur van de VRT toch wel de verantwoordelijken zijn voor al deze conflicten.
Minister, vindt u het niet vreemd dat de verantwoordelijke hoofdredacteurs van de VRT-nieuwsdienst buitenspel blijven? Moeten zij niet veeleer op de vingers worden getikt dan een ex-socialist die nu bij de N-VA zit?
De heer Caron heeft het woord.
Minister, ik ben een groot voorstander van de vrijheid van meningsuiting, en voor mij kan dat erg ver gaan. Soms moet een mens toch ook een beetje terughoudend zijn in zijn uitspraken, vooral als je nog een verbinding hebt met je vroegere werkgever. Dan nog vind ik dat de politiek daar niet moet in tussenkomen. Het is een kwestie van deontologie en hoe daarmee om te gaan.
Ik vind het niet netjes om als nestbevuiler dat is het omgekeerde van klokkenluider op te treden omdat je dan weet dat je zo gemakkelijk de media haalt.
De heer Decaluwe heeft het woord.
Ik ben natuurlijk ook voor de vrije meningsuiting. Ik kan me volledig vinden in wat de minister heeft geantwoord. Toch kan ik me niet van de indruk ontdoen dat er een spelletje afrekenen bezig is tussen de heer Bracke en de VRT-nieuwsdienst en de politieke partijen onder elkaar.
Het moet gedaan zijn dat actieve mensen als Koen Fillet optreden in spots van Radio 1 om een politiek statement te maken. Een VRT-ambtenaar of -journalist moet neutraal zijn. Men verkoopt dat als ludiek, maar dat moet stoppen. Het lijkt te belgicistisch. Het stoort me, los van de vraag of je voor of tegen bent.
Ik vind dat men deontologisch correct moet werken. Minister, ondanks alle mogelijke charters bij de VRT slaagt men er toch opnieuw in om een controverse te ontketenen. Ik vraag u dat de omroep stappen onderneemt, dit verder verfijnt en dergelijke situatie onmogelijk maakt. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Beste collegas, iemand die met politiek verlof is, heeft de volledige vrijheid van spreken. Zelfs een ambtenaar of iemand die voor de overheid werkt, heeft een spreekrecht. De ambtenaar heeft geen zwijgplicht, dat staat expliciet in sommige statuten. Dat spreekrecht is uiteraard begrensd door deontologische regels en door de waardigheid van het ambt. De toepassing van de deontologie behoort toe aan de aangeduide organen. Zij moeten daarin hun verantwoordelijkheid nemen.
Wij kunnen politiek debatteren met Bracke over zijn ideeën. We kunnen het eens of oneens zijn. Het is zijn goed recht om zijn mening te zeggen. Als iemand binnen de VRT gebruikmaakt van zijn spreekrecht, is het aan de VRT om na te gaan of de deontologische regels overtreden zijn of niet.
Siegfried Bracke mag van mij zo vrijuit spreken als hij wil. Maar hij moet consequent zijn: ofwel blijft hij op die loonlijst staan, ofwel niet. Als hij vrij wil spreken, moet hij ontslag nemen bij de VRT. Maar collegas afmaken in die bewoordingen is er voor mij ver over.
De VRT heeft er zelf een probleem mee. Bracke doet die uitspraken en alle media berichten erover, met uitzondering van de VRT. Ga het maar na. De VRT kan dus, wil dus niet reageren. De VRT zit in een onhoudbare positie. Alle andere media kunnen erover berichten. De VRT zit met een immens probleem. De VRT veroordeelt wel wat Bracke doet, maar kan niet optreden.
Siegfried Bracke moet beseffen dat hij een BV is en dat mede door de openbare omroep geworden is. Hij is mede door de VRT gemaakt. Het is not done om op zon manier na te trappen naar collegas en een werkgever van jaren lang.
Het incident is gesloten.