Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Minister-president, hier staan we weer. Het is niet de eerste keer en waarschijnlijk is het ook niet de laatste keer. Twee weken geleden hebt u hier gezegd dat het niet aan u is om uitspraken te doen over wie deel zou moeten uitmaken van de Federale Regering. Ondertussen had u al twee keer de nota van koninklijk bemiddelaar Vande Lanotte zowat neergesabeld, toch op een aantal punten. Vorige week hebt u laten weten dat u het voorstel van de PS-voorzitter over een regering van nationale eenheid eigenlijk niet zag zitten. Om het met uw woorden te zeggen: u vond dat niet wijs. Ik denk dat het woord wijs nog eens in de geschiedenisboeken zal staan.
Minister-president, we zouden graag duidelijkheid hebben over uw rol in heel deze moerlemei. Bent u nu als CD&Ver bezig of als minister-president? Over één ding zijn we het waarschijnlijk wel eens. We zitten op dit ogenblik in een impasse, in een soort uitputtingsslag, die er zou moeten toe leiden dat de Vlaamse partijen, meer bepaald CD&V en de N-VA, eigenlijk door de knieën gaan, en dat we zo dicht mogelijk komen bij wat de Franstaligen zo graag zouden hebben, namelijk het status-quo. Daar zijn we nu wel ongeveer.
Minister-president, wat nu? Is het in de huidige context niet tijd dat u een bepaald signaal geeft aan de Franstaligen, dat zeer duidelijk maakt dat het u, als minister-president van de Vlaamse Regering, ook menens is. In 2006 hebt u de Vlaamse administratie de opdracht gegeven om technische fiches op te stellen om de Vlaamse resoluties technisch uit te werken. Welnu, is het nu niet echt tijd, al was het maar als signaal, dat u aan uw Vlaamse administratie de opdracht geeft om de boedelscheiding, het plan B, dat eigenlijk onafwendbaar is, gelet op de huidige impasse, in de praktijk te brengen? Ik vraag u uw administratie de opdracht te geven om die boedelscheiding voor te bereiden, al was het maar als signaal aan de Franstaligen dat het ons menens is. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mijnheer Van Hauthem, de uitspraken waar u naar verwijst, zijn de uitspraken die ik heb gedaan in Zwitserland. Pech dus dat uw collega Dewinter hier niet is, want hij maakt zich zorgen dat ik niet op het schip zou staan op het moment dat de minister-president iets gevraagd wordt. (Applaus bij de meerderheid)
Maak u dus geen zorgen. Ik zal er zijn wanneer ik er moet zijn. Ik zal ook de nodige commentaren geven vanuit mijn functie. Dat is evident.
Mijnheer Van Hauthem, er zit enige contradictie in uw vraag. Ik heb altijd gezegd dat de Octopusnota de nota is waar wij alles aan toetsen. Zoals u weet, staat in die nota dat wij niet voor de splitsing van België zijn. Wij vragen wel meer bevoegdheden, met alle bijhorende elementen. Het is onze bedoeling om de Octopusnota uit te voeren. Uw plan is in contradictie met de Octopusnota. Ik heb de administratie in het verleden al gevraagd om fiches op te maken, die ik trouwens aan het parlement heb overgemaakt. Die fiches worden geactualiseerd.
Ik bewaak de Octopusnota en het regeerakkoord zeer rigoureus. Ik wens die Octopusnota ook uit te voeren.
Minister-president, het wordt tijd dat u stopt met rond de pot te draaien. De plaat die u elke keer oplegt, dat de Octopusnota voor u heilig is, is grijsgedraaid. Mijn vraag ging over uw rol als minister-president in de huidige stand van de onderhandelingen.
U hebt nu wel duidelijk gezegd dat u in Davos als minister-president gereageerd hebt. Vanuit mijn functie, hebt u gezegd. U zegt dus vanuit uw functie dat u geen voorstander bent van een regering van nationale eenheid.
U moet niet altijd diezelfde plaat opzetten, minister-president. De vraag is waar we nu staan en waar we naartoe moeten. Als ik vaststel dat de Franstaligen in het begin wel degelijk een plan B naar voren hebben geschoven om de Vlamingen af te schrikken, is mijn voorstel dat u als minister-president uw administratie de opdracht geeft om hen duidelijk te maken dat het u met uw Octopusnota echt wel menens is.
U blijft op dat vlak rond de pot draaien. We schieten in dit Vlaams Parlement niets op met een minister-president die alleen maar een grijsgedraaide plaat komt opleggen en hier en daar wat verklaringen komt afleggen, maar niet wil komen zeggen waar hij uiteindelijk naartoe wil.
Voorzitter, als de heer Van Hauthem mij elke keer opnieuw dezelfde vraag stelt, moet het antwoord wat mij betreft altijd hetzelfde zijn. Mijn excuus daarvoor, maar dat is niet mijn fout.
Mijnheer Van Hauthem, het gaat over de uitvoering van de Octopusnota. Als men bovendien geruchten de wereld instuurt dat de meerderheid in deze Vlaamse Regering zou moeten worden aangepast, is het evident dat ik daar heel duidelijk op reageer.
De Octopusnota, waar u nu ook grote voorstander van bent, wil ik realiseren. Dat is mijn taak als minister-president.
U antwoordt op een vraag die ik niet heb gesteld. Ik heb geen vraag gesteld over een uitbreiding van de Vlaamse Regering. Ik vroeg naar uw standpunt over het feit dat u niets ziet in een regering van nationale eenheid.
Minister-president, ik heb u twee weken geleden een boek cadeau gedaan. Ik weet niet of u het al gelezen hebt. Ik weet ook niet of u Journaal kent, de nieuwsbrief van Mark Grammens. Desnoods doe ik u daar ook nog eens een abonnement op cadeau. Hij schreef al op 21 oktober 2010 het volgende, op het einde van een beschouwend artikel: Het is ook hoog tijd voor de Vlaamse partijen en het Vlaams Parlement om zich voor te bereiden op de taak die hen wacht als België verwasemt, omdat er geen democratische regering meer kan worden gevormd. Als Vlaanderen en zijn instellingen zich thans niet warm lopen om klaar te staan met een alternatief als dit nodig zal zijn, zal men hen later retrospectief beschuldigen van schuldig verzuim.
Minister-president, ik hoop dat we u niet moeten beschuldigen van schuldig verzuim. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.