Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Dewinter heeft het woord.
Minister, in het koninklijk technisch atheneum (KTA) in Kapellen, waar de heer Van Mechelen burgemeester is, heeft de politie op vraag van de directie een razzia georganiseerd. Er werden zes messen in beslag genomen en ook een aantal joints. Een moedige daad van de betrokken directie, niet zo evident, zeker als men de paginagrote artikels ziet, die niet meteen positieve reclame zijn voor de betrokken school.
Het probleem is natuurlijk dat de betrokken directie daartoe opdracht moet geven. Dat gebeurt zeer occasioneel en het is veeleer de uitzondering dan de regel. Waarom is dat zo? Omdat ik de indruk heb dat de beleidsverantwoordelijken ter zake nogal huiverachtig tegenover dit soort initiatieven staan.
Minister, ik heb gisteren uw verklaring gehoord op het vtm-journaal. U zei dat alleen de politie dat mag doen, dat het met begeleidende flankerende maatregelen moet gebeuren, met preventie enzovoort. Veel beter zou zijn, denk ik, dat u hiervan een beleid zou maken, dat u de probleemscholen zou benoemen en aanduiden, en ervoor zorgen dat er op regelmatige tijdstippen dergelijke razzias worden gehouden in alle probleemscholen in dit land, zodat er een ontradend effect is op de leerlingen die zich te buiten gaan aan het gebruik en bezit van drugs, verboden wapendracht en dergelijke meer. Ik hoop dat u de moeite zult doen het initiatief ter zake te nemen, en niet te veel afstand neemt van wat de betrokken school heeft gedaan. Ik herhaal, het was moedig wat die directie heeft gedurfd. Ik hoop dat wat in het KTA Kapellen gebeurt geen eenmalig en uniek initiatief is, maar dat het op basis van uw initiatief navolging kan vinden in zo veel mogelijk probleemscholen in Vlaanderen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Smet heeft het woord.
Er is geen duidelijke vraag geformuleerd. Los daarvan heb ik niet de indruk dat ik afstand heb genomen van wat in die school is gebeurd. U moet de zaak globaal bekijken. Ik denk dat voor het beheren van een school een directie het best geplaatst is om te weten wat ze moet doen. Inzake het gebruik, misbruik van alcohol en andere drugsverslavingen is het best dat een school een preventief beleid voert, dat ze het ook goed uitwerkt en het met de betrokkenen bespreekt. Er kan echter een moment komen dat het beleid niet voldoende is en dat de directeur, ongetwijfeld na ruggespraak met zijn leerkrachten, vindt dat een politioneel optreden nodig is. Dat moet dan kunnen plaatsvinden. Daar heb ik geen enkel probleem mee. Uiteraard moet dat uitzonderlijk blijven. Ik wil niet in een situatie belanden waar scholen om de haverklap politie over de vloer krijgen. Maar daar waar het nodig is, waar ernstige aanwijzingen dat drugs worden gedeald, waar problemen zijn met andere vormen van verslaving, moet het uitzonderlijk kunnen dat de politie optreedt. Ik vind het ook belangrijk dat dat discreet gebeurt, in overleg met de politie en scholen, en dat de scholen dat nadien ook opnemen in het beleid bij de omgang met andere kinderen, met ouders en met leerkrachten.
Dus, mijnheer Dewinter, ik heb er helemaal geen probleem mee om te erkennen dat dit in bepaalde situaties moet kunnen gebeuren. Alleen mag het niet de regel zijn en moet het het sluitstuk zijn van een heel beleid. Ik wil niet terechtkomen in een situatie zoals de Verenigde Staten waarbij sommige scholen problemen beginnen te maken of aantrekken. Ik heb niet de indruk dat dit hier is gebeurd, maar wel dat de directeur op het einde van het verhaal heeft beslist dat het nodig was dat de politie kwam. Hij wil daarmee een signaal geven. Het is heel belangrijk dat de school in het verdere beleid, met de leerlingen, leerkrachten en ouders verdere stappen zet.
Minister, ik vind uw antwoord te vrijblijvend en te gemakkelijk. Ik ken in mijn eigen stad Antwerpen minstens tien scholen waar dergelijke razzias echt op hun plaats zouden zijn en een zeer ontradend effect zouden kunnen hebben. Het is trouwens de beste preventie. Schepen Voorhamme, onze ex-collega en lid van uw partij, weigert dit soort initiatieven omdat die stigmatiserend en bedreigend zouden zijn voor de leerlingen.
Er moet van hogerhand een duidelijke richtlijn zijn. Er moet beleid gevoerd worden. Ik vind dan ook dat u als minister van Onderwijs het initiatief moet nemen en dit niet moet beschouwen als een eenmalig, occasioneel en uitzonderlijk initiatief. U moet ervoor durven te pleiten dat dit ook in andere probleemscholen in de praktijk zou worden toegepast. Dit soort razzias zijn de beste ontrading voor die leerlingen die zich te buiten gaan aan verboden wapendracht en aan drugsgebruik en drugsbezit.
Mevrouw Vermeiren heeft het woord.
Mijnheer Dewinter, u hebt gezegd dat het een moedige beslissing was van de directie, en dat is inderdaad zo. Bij zon beslissing gaat men niet over een nacht ijs. Het gaat hier over leerlingen. De naam van de school komt in de krant enzovoort.
Het lijkt me moeilijk om hierin een algemeen beleid te voeren. Wat zijn tenslotte probleemscholen? Sommigen ervaren dat sneller dan anderen. Er zijn ook al scholen geweest die niet aangeschreven staan als probleemscholen en toch een doorgedreven controle hebben doorgevoerd. Ik denk en daarin treed ik minister Smet bij dat we de directie een belangrijke rol moeten geven, in overleg met de directieraad en de leerkrachten. Als een preventief beleid niet voldoende blijkt te zijn, kan worden overgegaan tot een doorgedreven controle. In dat geval moet men optreden, als preventie en als afschrikmiddel. We moeten de directies daarin vertrouwen. Zij staan dicht bij de leerlingen en bij de sfeer van de school.
Mevrouw Poleyn heeft het woord.
Ik steun minister Smet. Ik wil de heer Dewinter erop wijzen dat de minister van Onderwijs niet de bevoegdheid heeft om dat op te leggen van bovenaf. Het is aan de scholen en aan de lokale politie om te beslissen om in die heel uitzonderlijke situaties een gelijkaardige actie te voeren.
Mevrouw Vanderpoorten heeft het woord.
Ik was benieuwd naar het antwoord van de minister. Mijn fractie kan er zich echter helemaal in vinden. Het is de directeur die het best is geplaatst om te beslissen welke acties moeten worden ondernomen. Als dat gebeurt na een keten van preventie en sensibilisering, dan is dit een juiste actie. Ik heb begrepen dat het in de school in kwestie ook zo is verlopen. Mijn fractie kan zich daarin vinden.
Mijnheer Dewinter, u bent niet goed op de hoogte. Ik heb een brochure bij me.
Mijnheer Bouckaert, ik heb tweemaal gevraagd wie zich wenste aan te sluiten. U was misschien heel druk met de heer Reekmans bezig.
U lijdt niet aan gehoorschade, maar aan gezichtschade.
Mijnheer Bouckaert, als u dergelijke onbeleefde opmerkingen maakt, dan krijgt u het woord bij deze niet.
Voorzitter, dat is een duidelijke discriminatie.
Van LDD, dat is waar.
Uw reactie tegenover mij was ook onbetamelijk. Ik ben het moe om te horen dat ik gezichtverlies heb, dat ik ik weet niet wat allemaal heb. U bent misschien ouder dan ik, maar ik vind dit beneden alle peil! (Opmerkingen van de heer Boudewijn Bouckaert)
Minister Smet heeft het woord. (Opmerkingen van de heer Boudewijn Bouckaert)
Dit is onbetamelijk.
Voorzitter, er is een vereniging die we ondersteunen, de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD). Ook minister Vandeurzen ondersteunt die. De vereniging heeft op onze vraag een boekje uitgegeven Juridische handvatten voor het gebruik en misbruik van alcohol en andere drugs op school. Alle scholen hebben dat gekregen. Daar staat in wat je moet doen. Bovendien gaat die vereniging op vraag van scholen doorlichtingen doen over alcohol- en druggebruik op school. De scholen krijgen dan ook meteen een hele lijst van aanbevelingen.
Er is dus wel degelijk een beleid ter zake en er is wel degelijk informatie en ondersteuning aan de scholen gegeven. Heel wat scholen maken er ook gebruik van. Ik herhaal dat ik vind dat de directie het best geplaatst is om al of niet op te treden. Een verstandige directeur zal eventueel ook met de politie en de burgemeester nagaan hoe ze moeten reageren als alle andere maatregelen zoals een preventiebeleid, niets hebben opgeleverd. Als men dan deze stap moet zetten, dan moet dat gebeuren, zolang het maar in afspraak is en zolang er nazorg is en er met de andere leerlingen over wordt gepraat.
Het is helemaal geen softe aanpak. Het is de meest verstandige aanpak die we kunnen voeren. Ik zal u de brochure bezorgen, dan kunt u ze vanavond als bedlectuur als u tenminste leest in bed gebruiken. U zult zien dat er wel degelijk een beleid ter zake is.
Minister, voor een keer dat ik iets krijg van een socialist, zal ik uw aanbod niet afslaan.
Maar laat ons eerlijk zijn, vooraleer een schooldirectie overgaat tot dit soort initiatieven, moet ze niet alleen zeer moedig zijn, maar vooral zeer radeloos. U weet zeer goed dat dergelijke initiatieven in de pers natuurlijk een megaweerklank krijgen met als gevolg dat de reputatie van de betrokken school wordt aangetast. Het is geen publiciteit voor de betrokken school. Dat betekent dat dit soort initiatieven dat een goed initiatief is nauwelijks of zeer occasioneel gebeurt, met als gevolg dat in heel wat andere scholen de problemen blijven bestaan. Er zijn scholen waar de situatie veel erger is dan in het KTA van Kapellen. Ik woon er vlakbij en ik ken de situatie vrij goed.
Daarom denk ik dat de hogere overheid, de minister enzovoort, veel meer sturend moet optreden en dit soort initiatieven in haar beleid moet betrekken. Het begint allemaal bij het durven aan te duiden van de probleemscholen. Dat gebeurt nu niet. Het probleem wordt onder de mat geveegd. Dat is wat ik wil zeggen: u moet uw verantwoordelijkheid nemen en dat doet u niet met het antwoord dat u vandaag geeft. (Applaus bij Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.