Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het proefproject met elektrische auto's in Hasselt
Verslag
Mevrouw Ceysens heeft het woord.
Minister, de proeftuin rond de elektrische auto is ons niet onbekend. U hebt daar in het begin heel vaak heel veel onduidelijkheid over gespuid. Eerst zou Flanders DRIVE binnen het jaar met een ontwerptekening van de auto op tafel komen, dan zag u dat dat niet de juiste manier was, dan hebben een aantal van uw coalitiepartners u gedwongen om met een kader te komen. Dat kader kwam er op de ministerraad van 17 december, een kader waarbij er een oproep zou worden gelanceerd aan geïnteresseerden in Vlaanderen, een kader dat ook door het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) zou worden bewaakt.
De oproep is dan gelanceerd. Hij staat op de website van het IWT en hij is open tot 14 februari. Minister, iedereen in uw functie met een heel klein beetje deontologie en veel politiek fatsoen zou zich heel bescheiden hebben opgesteld tot de oproep was gesloten, de bedrijven hun projecten hadden kunnen indienen en experts volgens de website dat project of die projecten hadden geselecteerd die dat schaarse overheidsgeld voor Innovatie zouden krijgen. Dat is dus niet zo. Voor het oog van de camera ronselde u vorige week in Hasselt, samen met de burgemeester, mevrouw Claes, en de voorzitter van Infrax, de heer Stevaert, mensen op straat met de vraag of zij een jaar lang een elektrische auto wilden hebben.
De call is open. Bedrijven zullen projecten indienen. Hoe kunt u nog verantwoorden dat dit een objectieve overheidsaanbesteding zal zijn?
De heer Sabbe heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, het is duidelijk: men kan niet zeggen dat de elektrische auto straks geen feit zal worden. We zien dat ook op het Autosalon. Nu, we merken wel dat Vlaanderen ter zake achterop hinkt: er zijn maximaal een vijftigtal elektrische autos geregistreerd in Vlaanderen. Bovendien heeft volgens een enquête van Het Nieuwsblad 74 procent van de Vlamingen niet de intentie om een elektrische wagen te kopen. Een enquête van Europcar geeft ook aan dat de Vlamingen eigenlijk niet bereid zijn meer te betalen voor een elektrische auto.
Minister, betekent dat echter dat u zo ver moet gaan dat u samen met Infrax, met uw sp.a-collega Stevaert, met Mijnheer Gratis, aan honderd Limburgers met Vlaams belastinggeld een elektrische wagen geeft, die ze gedurende één jaar vrij kunnen gebruiken? U bent van Limburg, net als de heer Stevaert. Het is alsof het licht enkel in Limburg brandt. Ik denk dat de Vlaamse belastingbetaler het niet goed vindt dat u zo selectief te werk gaat en in feite een verkiezingsstunt uithaalt voor sp.a in Limburg. Bovendien is dit ook niet de bedoeling van het Vlaams innoverend beleid. Bij dat beleid moet u net een kader voor investeringen creëren. U moet de omgevingsfactoren faciliteren, maar niet zelf voor Sinterklaas spelen door gratis autos uit te delen aan Limburgers. Ook bij het Vlaamse instituut zegt men duidelijk dat er een hard kader van onderzoek en ontwikkeling moet worden gecreëerd, dat het bedrijven mogelijk moet maken zelf het initiatief te nemen. U kunt weliswaar zeggen dat Infrax een deel voor zijn rekening neemt, maar we weten dat dit via de groenestroomcertificaten sowieso bij de belastingbetaler terechtkomt. Hoe rechtvaardigt u het afleiden van een zo aanzienlijk bedrag aan belastinggeld naar een project dat zacht uitgedrukt dieprood gekleurd is en waarvan men niet kan zeggen dat u er zeer objectief te werk gaat?
Mijnheer Sabbe, voor de duidelijkheid, mevrouw Ceysens en ikzelf zijn ook Limburgers.
Minister Lieten heeft het woord.
Voorzitter, ik pleit schuldig wat één zaak betreft: ik ben ook een Limburger. Als dat moreel verwerpelijk is, dan is dat zo voor velen. Dit is zeker ook geen verkiezingsstunt. Wat mij betreft, zijn er geen verkiezingen in aantocht. Ik pleit dus onschuldig op dat gebied.
Ik kom tot de essentie. Mevrouw Ceysens, ik wil u wat correcte informatie geven, want u bent niet echt goed geïnformeerd. Dit is een project dat is aangekondigd door Infrax. Het is niet zo dat dit een project zal zijn voor de stad Hasselt. Ook zal het niet zo zijn dat die wagens in Hasselt zullen rondrijden. Het is wel aangekondigd in Hasselt. Dat heeft u misschien in verwarring gebracht. Infrax is echter een zuivere intercommunale, die verantwoordelijk is voor heel Limburg en zelfs voor gebieden buiten Limburg.
Daarnaast is het zeker niet zo dat we ooit het idee hebben gehad om een elektrische auto te maken in Vlaanderen. Dat heb ik nooit gezegd. U had dat misschien willen horen. We hebben altijd gezegd dat we moeten vertrekken van de transformatie van onze automobielindustrie en dat we moeten zorgen dat de toeleveranciers, die daar een zeer belangrijke rol in hebben, vooraan zitten in de innovatieketen, dat die innovatie die eraan zit te komen, de elektrische auto is. Het is een hefboomproject voor heel veel vergroening. We moeten zorgen voor en inzetten op wetenschappelijk onderzoek om die innovatie te stimuleren. Daarvoor hebben we enerzijds middelen vrijgemaakt bij Flanders DRIVE, die met de onderzoekscentra en met de automobielindustrie een aantal projecten hebben opgestart om er nuttige kennis uit te halen om onze bedrijven vooruit te helpen.
We hebben ook altijd gezegd dat elektrisch rijden niet alleen een technologische, maar vooral een maatschappelijke innovatie is. We wensen die maatschappelijke innovatie, omdat het goed is voor onze automobielindustrie, uiteraard, maar ook omdat het zeer goed is voor onze gezondheid in onze steden. Weet u dat Vlaanderen bijna in de top 3 op wereldvlak staat van de regios waar de luchtkwaliteit het slechtst is? Weet u dat er jaarlijks meer dan 10.000 mensen vroegtijdig sterven in Vlaanderen door die slechte luchtkwaliteit? Daarom willen we dat de autos, die daarin een belangrijke rol spelen, zo snel mogelijk elektrisch rijden.
Om dat te bewerkstelligen, moeten we uiteraard niet alleen technologisch innoveren, maar ook maatschappelijk. Daarom hebben we een proefproject opgestart, waarbij heel veel bedrijven, heel veel ondernemingen hopelijk projecten zullen indienen om een aantal zaken te onderzoeken. Het gaat vooral om het gedrag van de gebruiker en de consument. Wat denkt hij? Wanneer kan hij overtuigd worden om met een elektrische auto te rijden? Wat zijn zijn angsten, zijn twijfels? Hoe gaan we om met de infrastructuur? Hoe gaan we om met de laadpalen? Wie zal die laadpalen zetten? Wie zal de elektriciteit factureren? Hoe kan er worden samengewerkt met de huidige energieleveranciers? We gaan kijken hoe we een aantal innovatieve projecten kunnen opstarten voor het elektriciteitsnet voor smart meters en smart grid om op een intelligente manier om te gaan met onze elektriciteitsdistributie.
Dat past inderdaad in een volledige visie over de automobielindustrie. Ik heb de visie over de transformatie van onze automobielindustrie in maart voorgelegd aan de regering. Ik heb aan de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie (VRWI) in een regiegroep gevraagd om die innovatieagenda uit te werken. Die mensen hebben daarover een advies afgeleverd op 22 november. Bij de regering hebben we ook effectief het kader voor die proeftuinen gelanceerd.
In die proeftuin is voorzien dat verschillende projecten kunnen worden ingediend, die complementair aan elkaar kunnen zijn. De termijn daarvoor loopt tot 14 februari. Daarna zullen externe deskundigen bij het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) daarover hun licht laten schijnen. De raad van bestuur van het IWT zal daarover beslissen. Uiteindelijk is het de Vlaamse Regering die daarover zal beslissen.
Ik maak daar inderdaad reclame voor. Ik ga naar heel veel bedrijven en naar heel veel instellingen om hen te stimuleren projecten in te dienen. Ik heb dat gedaan bij Infrax in Hasselt. Ik heb dat op 10 januari gedaan bij Total in Antwerpen. Ik heb dat gedaan op 15 december in Kampenhout bij een heel grote groep van toeleveranciers. Ik heb dat gedaan op 27 oktober bij Renault in Brussel. Ik noem nu alleen de publieke momenten op. Daarnaast heb ik heel veel gesprekken met bedrijven, met instellingen, omdat ik hoop dat er zo veel mogelijk dossiers zijn en we die transformatie in onze automobielindustrie kunnen bewerkstelligen. (Applaus bij sp.a)
Minister, wat u vorige week hebt gedaan, heeft uw geloofwaardigheid bij iedereen die nu nog een project zal indienen, op een moment dat de call niet gesloten is, en u hebt gezegd wie die zal winnen, tenietgedaan. Ik zeg u eerlijk dat uw innovatiebeleid veel weg heeft van een belspelletje. (Gelach)
Sommigen kennen de code. U creëert de illusie dat er voor velen subsidies in het verschiet liggen. Sommigen kennen de code. Ik zeg u op voorhand bij wie het geld terecht zal komen. (Applaus bij Open Vld, het Vlaams Belang en LDD)
Minister, denkt u nu echt dat u door honderd gratis autos uit te delen het transformatiebeleid in Vlaanderen waarover minister-president Peeters het graag heeft zult realiseren? In de hoorzitting van oktober 2010 hebben wij duidelijk gehoord van Umicore, Volvo Cars en de Federatie van de Belgische autobus- en autocarondernemers en van reisorganisatoren dat wij hopeloos achterop hinken. Zij zijn ervan overtuigd dat wij de boot aan het missen zijn. Het is een utopie te denken dat wij door dit beleid, door deze politieke stunts, en dat eens te meer in Limburg, de sensibilisering gaan krijgen. Ik blijf erbij dat u de omgevingsfactoren moet aanpakken. U moet investeren in laadpalen. Hoe komt het dat wij in de garage van dit parlement nog steeds geen laadpalen hebben? Dat zou pas een voorbeeld zijn waarmee we de mensen zouden sensibiliseren. Zo zouden we innovatief kunnen werken en ervoor zorgen dat we met de elektrische wagen naar dit parlement zouden kunnen komen in plaats van met het openbaar vervoer of met een vervuilende wagen.
Minister, u zet wel de gratistraditie van Steve Stevaert mooi voort, en u gaat nu naast de gratis belbus en de gratis bus ook gratis autos uitdelen. Maar u spreekt over de vervuiling als grootste probleem. Dat komt door het beleid. Ik heb minister Schauvliege al meermaals geïnterpelleerd over het feit dat op de dieselbrandstof nog altijd ongeveer 40 eurocent minder accijnzen worden geheven. De Vlaamse Regering doet daar niets aan. 80 procent van de nieuwe wagens zijn dieselwagens. Dat is de oorzaak van het fijn stof en u zou daar ook iets aan kunnen doen. Dat zou pas innoverend zijn. (Applaus bij LDD)
De heer Watteeuw heeft het woord.
Minister, zon proefproject oogt wel mooi. Dat is een mooie stunt. U bezoekt de heer Stevaert, maar ik denk dat u de verkeerde mensen bezoekt. U herinnert zich de hoorzitting van oktober. De industrie was vernietigend over het beleid van de Vlaamse Regering. Echt waar: vernietigend. Blijkbaar legt u niet de goede bezoeken af. Wanneer gaan we nu eindelijk eens een duidelijke doelstelling krijgen over het aantal elektrische autos, het aantal hybriden in Vlaanderen over afzienbare tijd? Wanneer durft u dat eens te doen? Wanneer zult u een duidelijk kader maken zodat bedrijven elkaar kunnen vinden om binnen het productiespeelveld van de elektrische auto een rol te spelen? Dat moet meer zijn dan een proeftuin. Umicore was daarover zeer duidelijk. Zij zeiden dat zij wachten en wachten en wachten en dat er niets gebeurt. Wanneer zult u eindelijk een concept rond mobiliteit uittekenen waarin elektrische en hybride autos een rol kunnen spelen? De elektrische auto is geen wondermiddel. U moet inzake mobiliteit ook op andere vlakken een duidelijke visie hebben. Die is er blijkbaar niet.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik was ook enigszins verbaasd over de perscommunicatie, evenwel niet over het feit dat u een persactie deed in verband met elektrische autos, noch dat dat in Limburg gebeurde. Het is trouwens niet de eerste innovatieve actie in Limburg sinds u minister van Innovatie bent. Maar goed, dat mag en dat kan. Anderzijds moeten wij in ons beleid ten aanzien van de groene autos de nodige focus leggen.
U hebt daarnet gesproken over het maatschappelijke en ecologische belang van de introductie van de elektrische voertuigen. Ik vond het jammer dat het Infraxexperiment gebruikmaakt van buitenlandse technologie om hier de groene auto te introduceren. Wij moeten onze onderzoeks- en ontwikkelingssteun focussen op de Vlaamse bedrijven of op Vlaamse vestigingen om zo economische meerwaarde in Vlaanderen te creëren.
Laadpalen subsidiëren is oké, maar de volledige kost daarvan voor rekening van de overheid nemen, lijkt mij flink overdreven. Er zijn heel wat bedrijven die hierin willen investeren. Minister van Economie Kris Peeters geeft hierin het goede voorbeeld: door 3,5 miljoen euro ecologiepremie te investeren creëert hij voor 9 miljoen euro laadpaalinfrastructuur. Minister, er is nood aan een gecoördineerd beleid.
En ten slotte dit: u koos voor Infrax. Dat verwonderde mij omdat Eandis al anderhalf jaar geleden een experiment met elektrische autos heeft opgezet. Waarom kiest u voor Infrax en niet voor Eandis?
De heer Deckmyn heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik vond het nogal vreemd te moeten vaststellen dat er al gekozen is voor een project vooraleer de procedure bij het IWT was afgelopen. Ik moet zeggen dat dit voor mij een nogal hoog socialistisch, propagandisch gehalte heeft. Online kun je deze mededeling lezen: In Hasselt hebben minister Ingrid Lieten, burgemeester Hilde Claes en voorzitter van Infrax Steve Stevaert de Limburgse proeftuin voor elektrische wagens voorgesteld. Dat is dus driemaal een socialist, waarschijnlijk met de boodschap: Bij de socialisten rijdt men gratis of krijgt men een gratis wagen.
Voorzitter, moeten de proefpersonen die geselecteerd worden, een socialistische lidkaart hebben? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Van Malderen heeft het woord.
Na dit laatste is het moeilijk om opnieuw serieus te worden. (Opmerkingen)
Siegfried Bracke heeft dan 14 jaar de kans gehad om een aanvraag te doen.
Mijnheer Sabbe, u bent duidelijk geen believer van het project elektrische wagen. Ik ben blij dat de minister dat wel is. U verwijst naar een zogenaamde enquête waarin 74 procent van de Vlamingen zegt daar niet in geïnteresseerd te zijn. Dat betekent dat er 26 procent wel geïnteresseerd is. Dat is een op vier. Dat ligt perfect in de lijn van onderzoek dat in het verleden is gebeurd en waaruit blijkt dat de elektrische wagen op termijn tot 20 procent van het bestaande wagenpark zou vervangen. Dat zal niet automatisch gebeuren, maar dat zal enorm veel inspanningen vragen. Het zal ook een algemene mobilisatie vragen van alle mogelijke actoren. Ik vind het in die zin heel interessant dat zowel Eandis als Infrax daarop inspelen en dat onze industrie erop inspeelt.
Mijnheer Watteeuw, u vraagt naar een kader. Collega Ceysens heeft eigenlijk het antwoord gegeven: het kader is gecreëerd. Ik ben blij dat er een minister is die dat promoot en die de sensibilisering die we in Vlaanderen broodnodig hebben, probeert te doen.
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, ik heb de indruk dat er twee delen in het debat zijn. Enerzijds is er het belang van het elektrisch voertuig. Mevrouw Lieten, ik ben het volledig met u eens. We hebben overduidelijk een slechte luchtkwaliteit.
Het tweede deel is de vraag of u door uw optreden van vorige week al dan niet een voorafname hebt gedaan op de call van het IWT. In die zin stel ik me dezelfde vraag als collega Bothuyne. Het is zo dat we in Vlaanderen beperkte middelen hebben. We moeten zorgen dat die middelen op de juiste plaats terechtkomen. Ik wil het feit niet opblazen en ik denk niet dat u aan Infrax een belofte hebt gedaan. Maar als er één regel is die ik op de universiteitsbanken heb geleerd en die ik met u wil delen, dan is het not only must justice be done; it must also be seen to be done. Ik denk dat er daar een probleem is. Uit fatsoen alleen al, had u met dat optreden moeten wachten tot na het afsluiten van de call voor het IWT. (Applaus bij Open Vld en LDD)
Wat ik op de universiteit ook geleerd heb, is oordeel over de feiten en niet over de rumours of de perceptie. Het is blijkbaar voldoende dat ik iets lanceer of dat ik aanwezig ben op een persconferentie in Limburg waar iets wordt gelanceerd, om hier een groot anti-Limburggevoelen te doen ontstaan.
Dat is precies wat ik net heb gezegd.
Ik wil het nog heel even duidelijk stellen. Het kader is goedgekeurd door de ministerraad. Ik trek al meer dan een jaar de boer op om iedereen aan te moedigen en te stimuleren om projecten in te dienen. Dat heb ik ook gedaan bij Renault in Brussel. Toen was hier geen actuele vraag over. Ik heb dat ook gedaan bij Total in Antwerpen. Toen was hier ook geen actuele vraag over. Als ik in Limburg aanwezig ben en er wordt aangekondigd dat Infrax een proefproject gaat indienen en ik juich dat toe, dan is hier ineens een rel.
Ik ga het heel duidelijk zeggen: ik hoop dat er zoveel mogelijk projecten worden ingediend. Er zullen ook heel veel projecten kunnen worden gefinancierd. Er zal niet één winnaar zijn, maar er zullen er veel zijn. Die projecten gaan samenwerken. Er zal op een wetenschappelijk verantwoorde manier mee worden omgegaan. Uiteraard moeten die proefpersonen met de nodige zorg worden gekozen. Uiteraard moeten daar op een wetenschappelijke manier alle soorten mensen inzitten, niet alleen Limburgers, maar ook Oost-Vlamingen of zelfs mensen van Leuven en West-Vlamingen. Uiteraard moeten die beslissingen nog genomen worden.
Ik daag iedereen uit een uitspraak van mij te citeren waarin ik verklaar dat dit project er zal komen. Ik heb toegejuicht dat Infrax het project zal indienen. Ik juich dat overal toe. Ik heb daarover veel contacten met bedrijven. Uiteindelijk ben ik al op veel plaatsen geweest. Ik heb zelfs een lijstje bij van alle bedrijven die al zijn langsgekomen en die daar nu over nadenken.
Dit toont aan dat we een goed denkspoor volgen. We moeten vooruitdenken over de transformatie van onze automobielindustrie. Het is goed dat we hier nu over kunnen spreken. Enkele maanden geleden hadden we het hier over Opel. Dat was slecht nieuws. Nu zijn we bezig met de toekomst. Dit toont aan dat er veel behoefte aan is.
Ik weet dat mevrouw Ceysens hierover een ander standpunt heeft. Ze heeft dit tijdens de commissievergaderingen al meermaals naar voren gebracht. Ik citeer: Ik denk niet dat het beleid moet zeggen wat de keuze moet zijn met betrekking tot de groene auto. De industrie zal die keuze maken. En ook nog: Ik kan een map vullen met alles wat hier is verteld over de elektrische wagen, maar ik vrees dat het uiteindelijk niets betekent. Dat zijn de standpunten van mevrouw Ceysens.
Ik heb een ander standpunt. We hebben hier de mogelijkheid om onze bedrijven en de levenskwaliteit van de mensen die in de steden wonen, vooruit te helpen. We mogen daar niet als een keizer-koster over praten. We mogen niet zeggen dat het te veel of te weinig is of dat het daar niet mag gebeuren of daar moet gebeuren. We moeten dit innovatiebeleid op een voluntaristische manier ten uitvoer brengen. (Applaus bij CD&V en sp.a)
Minister, u overtuigt me niet. Er zijn heel goede instrumenten om de vergroening in Vlaanderen door te voeren, namelijk de reglementering en de fiscaliteit. Sinds 1 januari 2011 kunnen we op dit laatste vlak trouwens iets meer. De inverkeerstelling en de belasting op voertuigen zijn helemaal naar Vlaanderen overgeheveld. Dat is de juiste werkwijze. We moeten iets doen met de reglementering en met de prijssetting.
Uw twee coalitiepartners kennen dit verschil in fatsoen blijkbaar nog wel. Uw innovatiebeleid is een belspelletje dat nogmaals tot de wallonisering van Vlaanderen leidt. (Applaus bij LDD)
Minister, ik moet de meeste sprekers bijtreden. Ik vind het ongehoord en onbegrijpelijk dat u over een innovatiebeleid spreekt. U wilt in een variant op Rad van Fortuin een initiatief steunen dat honderd Limburgers en eventueel hier en daar nog een Oost-Vlaming of een West-Vlaming voor een jaar gratis een auto ter beschikking wil stellen. Als het transformatiebeleid in Vlaanderen erin bestaat mensen gratis voertuigen te geven, vrees ik voor het innovatiebeleid in zijn geheel.
We kunnen niet stellen dat dit een visie is. Een visie houdt in dat omgevingsfactoren worden gecreëerd of dat, zoals in Nederland of in Frankrijk, in laadpalen wordt geïnvesteerd. U bevindt zich nog in de fase van het kiezen tussen laadpalen en verwisselbare batterijen. Waarschijnlijk zal het beide worden.
U moet, samen met ons, een kader creëren. U moet zich niet bezighouden met een gratispolitiek waarvan in het verleden, met betrekking tot het openbaar vervoer en tot andere domeinen, al is bewezen dat hij kant noch al raakt. Het is tijd dat we als Vlamingen en zeker als Vlaamse Regering een beetje ernst aan de dag leggen. We moeten een ernstig industrieel transformatiebeleid en geen sinterklaaspolitiek voeren. (Applaus bij het Vlaams Belang, Open Vld en LDD)
Dames en heren, in principe had ik deze actuele vraag onontvankelijk moeten verklaren. Aangezien de heer Sabbe ook een actuele vraag heeft ingediend, heb ik ze doorgelaten. Tot mijn verwondering heb ik deze ochtend in de kranten al het standpunt van de minister en van de betrokken volksvertegenwoordiger gelezen. Mevrouw Ceysens heeft eerst een interpellatieverzoek ingediend. Dan heeft ze gevraagd een actuele interpellatie te houden. Tot slot heeft ze een actuele vraag ingediend. Ik heb alles deze ochtend al in de krant kunnen lezen. Ik vind dat dit het voorrecht van het Vlaams Parlement had moeten zijn. Aangezien de heer Sabbe een actuele vraag wilde stellen, hebben we dit toegelaten. Indien we dit niet hadden gedaan, was er allicht weer veel protest geweest.
Voorzitter, u wordt nog mijn vriend.
Mijnheer Sabbe, dat noteren we in het verslag.
Het incident is gesloten.