Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer de Kort heeft het woord.
Voorzitter, minister, de Vlaamse Regering heeft een bijzonder ambitieus huisvestingsprogramma. Ze wil 65.000 woningen realiseren. De belangrijke partners daarvoor zijn de sociale huisvestingsmaatschappijen. Die kunnen op hun beurt voor een goede dienstverlening en om dat te realiseren een beroep doen op de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW). Over die dienstverlening en de vergoeding die daartegenover staat, is al een hele periode een discussie aan de gang. Er werd een studie uitgevoerd om te trachten die kosten te objectiveren. Er ging zeker een nieuwe beheersvergoeding komen vanaf 2007. Er is nooit een definitieve regeling gekomen. Voor 2008 en 2009 heeft de VMSW hetzelfde bedrag afgehouden van de rekening van de sociale huisvestingsmaatschappijen. Ze hadden wel een bijkomende voorziening aangelegd, maar niet afgehouden ten aanzien van die huisvestingsmaatschappijen.
Vorige week schrokken de sociale huisvestingsmaatschappijen. Ze dachten dat er onderhandelingen aan de gang waren over de definitieve regeling, en vervolgens nam de VMSW een eenzijdige beslissing om de vergoeding met 13,5 procent te verhogen.
En dat betekent voor de sociale huisvestingsmaatschappijen dat zij dit op hun beurt verder moeten doorrekenen in de sociale huurprijzen. Dat kan toch de bedoeling niet zijn?
Minister, het is bijzonder belangrijk dat u op korte tijd maatregelen kunt nemen om klaarheid te scheppen en om definitief in een nieuwe regeling te voorzien voor de beheersvergoedingen die gevraagd kunnen worden door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW).
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Voorzitter, de bedoeling van de nieuwe beheersvergoeding is dat er een belangrijk principe overeind moet blijven: een gelijke bijdrage moet een gelijke vergoeding opleveren. U weet dat dit vandaag helemaal niet het geval is. Het zijn de sociale huisvestingsmaatschappijen die forse bedragen moeten ophoesten, terwijl er redelijk veel dienstverlening uitgaat naar openbare besturen die daar helemaal geen bijdrage voor moeten betalen. Het principe zal zijn dat een gelijke vorm van dienstverlening recht geeft op een gelijke vergoeding.
Het is de bedoeling om nog in februari, wellicht eind februari, de teksten op de agenda van de Vlaamse Regering te zetten. De juridische teksten zijn klaar. Ze kunnen volgende week in bespreking gaan. In februari zouden we moeten kunnen landen.
Waarom nu de verhoging binnen huisvestingsmaatschappijen? Dat komt omdat de VMSW boekhoudkundig al voor het derde jaar op rij inschrijft wat zij moet inschrijven, namelijk de stijging van de vergoedingen op basis van de bouwkost, ABEX enerzijds en aangroei patrimonium anderzijds. Het verschil tussen het boekhoudkundige cijfer en wat de VMSW ontvangt, wordt dermate groot dat het niet gezond zou zijn om dat verschil nog groter te laten worden. Nu wordt enkel de stijging van de bouwkost doorgerekend aan de huisvestingsmaatschappijen. Wat op dit moment niet wordt doorgerekend, is de groei van het patrimonium, want dat hebben we nog buiten beschouwing gelaten.
Het volgende zal u misschien geruststellen. Het is ook uitdrukkelijk niet mijn bedoeling om de volledige achterstallen nog te recupereren bij de huisvestingsmaatschappijen, want ik denk dat dat te veel zou zijn. Het is de bedoeling dat de nieuwe regeling, die in februari op de agenda van de Vlaamse Regering zou moeten komen, vanaf de volgende keer werkelijk kan ingaan. We kunnen dan bekijken wat een billijke manier is om een deel van het overblijvende saldo te verdelen over woonactoren die een vorm van dienstverlening van de VMSW hebben gekregen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk dat het de sociale huisvestingsmaatschappijen effectief tevreden zal stellen omdat u in het vooruitzicht stelt dat er een regeling komt op korte termijn, maar ook omdat u ervoor zorgt dat niet de volledige achterstal zal moeten worden terugbetaald en omdat u ook zegt dat in de nieuwe regeling ook aan de andere actoren, openbare besturen, voor hun dienstverlening een bijdrage zal worden gevraagd. Op dit moment beperkt het zich effectief tot de sociale huisvestingsmaatschappij, die diende 12.150.000 euro te betalen en de verhoging waarvan sprake is, bedraagt toch 4.500.000 euro.
De heer Penris heeft het woord.
Voorzitter, ik zal kort zijn. Ik vind dat de heer de Kort een goede en bekwame collega is, maar ik weet dat hij vandaag misschien een beetje pro domo spreekt, want hij heeft naast zijn interessante functie als Vlaams volksvertegenwoordiger, ook nog belangrijke verantwoordelijkheden in een grote sociale huisvestingsmaatschappij.
Ik begrijp zijn vraag dus, maar ik vind het een beetje spijtig dat hij zijn vraag hier en nu stelt, en dat zijn vraag als actueel werd erkend op het moment dat onze commissie, waarvan de heer de Kort ook een goed en gewaardeerd lid is, deze morgen namelijk, de beheersovereenkomst met de VMSW heeft besproken. Dat was het forum bij uitstek om dit soort vragen aan te kaarten en om ze uitgebreid, technisch en een beetje minder politiek gekleurd aan bod te laten komen.
Ik heb u gemist deze morgen in de commissie, mijnheer de Kort. Ik neem aan dat u andere verplichtingen had, want u hebt naast uw mooie taken van volksvertegenwoordiger en voorzitter van uw huisvestingsmaatschappij, natuurlijk ook een verantwoordelijkheid op te nemen als burgemeester van Brasschaat. Toch had ik u graag willen verwelkomen in de commissie waar ik de collegas van CD&V heel terechte bedenkingen heb horen maken en heel terechte vragen heb horen stellen, die allemaal even welwillend door de VMSW werden beantwoord.
Mevrouw Homans heeft het woord.
Ik heb dezelfde opmerking als de heer Penris, de commissievoorzitter. Wij hebben vanmorgen in de commissie inderdaad een zeer boeiende uiteenzetting gekregen van de heer Lyben en zijn collegas. Ik vind het heel vreemd dat deze vraag wordt goedgekeurd als actuele vraag, omdat er vanmorgen een perfecte gelegenheid was om dat te doen. Ik betreur dat de heer de Kort daar niet aanwezig was, want die vraag had daar perfect gesteld kunnen worden. Dan had je een beter debat kunnen hebben dan nu in de plenaire.
Ik zal daar in het vervolg heel duidelijk rekening mee houden, maar als er dan nog iemand kritiek heeft, zal hij het ook weten.
Mevrouw De Waele heeft het woord.
Voorzitter, ik treed de heer Penris volmondig bij.
Minister, ik wil ook nog de aandacht vestigen op een bijkomende zware kostenlast voor de sociale huisvestingsmaatschappijen, namelijk de verloning van bestuurders. Dat mag hier ook wel eens aangekaart worden. In antwoord op een schriftelijke vraag van enkele maanden geleden hebt u mij gemeld dat de zitpenningen in 2009 met 50 tot 150 procent zijn opgetrokken. Met andere woorden, als we over heel Vlaanderen kijken, zien we dat 34 procent verhoogde zitpenningen uitgekeerd zijn. U meldde toen ook dat u uw administratie de opdracht hebt gegeven om het ministerieel besluit houdende de interne beheersaspecten en onroerende transacties te evalueren. Kunt u een stand van zaken geven in verband met die evaluatie?
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Voorzitter, ik wil de heer de Kort bijtreden. Er is deze voormiddag inderdaad een uitgebreide discussie geweest, maar anderzijds is dit iets dat al lang op de agenda staat en al meerdere jaren is uitgesteld. Ik ben tevreden dat de regering in februari een beslissing zal nemen.
Het belangrijkste is dat de minister als een van de krachtlijnen aangeeft dat naast de gelijke bijdrage en gelijke vergoeding ook de gemeenten en steden in beeld zullen komen en dat zij eveneens een bijdrage zullen moeten leveren om een ontvangst te krijgen van de VMSW, bij wijze van ondersteuning.
Ik wil er wel de aandacht voor vragen dat deze belasting op de steden en gemeenten niet te hoog wordt. Uiteindelijk hebben we eenzelfde doelstelling, namelijk meer sociale woningen realiseren. Vooral voor de hardleerse gemeenten wil ik aandacht vragen.
Ik deel die bezorgdheid, maar we moeten wel duidelijk weten wat we willen. Ofwel gaan we de kost van de totale hoeveelheid aan dienstverlening die door de VMSW wordt gegeven, enkel en alleen verhalen op de sociale huisvestingsmaatschappijen en binnen die maatschappijen dan voornamelijk op de huur, ofwel zeggen we dat het billijker gespreid moet worden over iedereen die van die dienstverlening gebruikmaakt. Het tweede lijkt mij gewoon eerlijker te zijn.
Mocht uit simulaties blijken dat als we dat ineens zouden toepassen, de kosten ineens enorm hoog zouden worden voor een bepaalde actor en substantieel veel meer zouden dalen voor anderen, dan kunnen we dat ook geleidelijk aan doen. Ik wil dat allemaal bekijken. Maar het lijkt mij billijk dat wie een vorm van dienstverlening ontvangt en vraagt, daar correct voor betaalt, en dat niet de volledige kost voor de werking van de VMSW wordt opgehoest door de huisvestingsmaatschappijen en dan voornamelijk door diegenen die huurwoningen bouwen. Dat is een onevenwichtige situatie. Dat is een analyse waarover we het toch eens moeten kunnen raken. Maar natuurlijk willen we geen enkel lokaal bestuur een excuus geven om geen sociale woningen te zetten.
Wat de vraag over de zitpenningen betreft, mevrouw De Waele: zodra de administratie haar werk heeft afgerond, zult u daarvan op de hoogte worden gebracht. Ik zal, voor uw gemoedsrust, even nagaan hoelang dat nog zal duren.
Dat is een toezegging van de minister. Daar krijgt u normaliter een antwoord op. Wij noteren dat trouwens. Ik weet niet of u dat weet, maar als een minister een toezegging doet, volgen we dat op. We bekijken of u daar naderhand ook een antwoord op krijgt.
Mijnheer Penris, ik stel vast dat u het apprecieert dat ik een gewaardeerd lid ben van de commissie Wonen. U weet ook dat ik eigenlijk maar een plaatsvervangend lid ben, maar toch ben ik inderdaad veelvuldig aanwezig. Trouwens, heel mijn fractie is meer dan aanwezig. Ik hoop trouwens dat eens naar buiten wordt gebracht hoe het zit met de aanwezigheid van parlementsleden in commissievergaderingen.
Wat deze ochtend is besproken, is de verhouding tussen de Vlaamse Regering en de VMSW, die is vertaald in een beheersovereenkomst. Er is sprake van heel veel besprekingen die we momenteel zelf mee aansturen, ook in andere commissievergaderingen. Hier gaat het over de verhouding tussen de VMSW en de sociale huisvestingsmaatschappijen. Er was toch wel wat verbazing over de eenzijdige beslissing van die VMSW. U hebt heel duidelijk kunnen horen dat ik de dienstverlening van die VMSW ook vandaag niet in vraag heb gesteld.
Het incident is gesloten.