Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het standpunt van de Vlaamse Regering ten aanzien van een mogelijke federale noodregering of versterkte regering in lopende zaken en de gevolgen hiervan voor de staatshervorming
Verslag
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Voorzitter, gezien de stand van de onderhandelingen over welke staatshervorming dan ook, zou ik de minister-president nog eens willen vragen wat uiteindelijk het statuut is van de Octopusnota die voortbouwt op de Vlaamse resoluties en die deel uitmaakt van het Vlaams regeerakkoord. Hoe zit het met de eensgezindheid binnen de meerderheid? In feite hebben we kunnen vaststellen dat er over die Octopusnota eigenlijk geen eensgezindheid meer is.
Uzelf hebt, als minister-president, de nota van de koninklijk bemiddelaar min of meer de grond in geboord. U wilt geen samenvallende verkiezingen, er is te weinig responsabilisering inzake het arbeidsmarktbeleid en het tewerkstellingsbeleid, de fiscale autonomie is ook niet je dat, Brussel wordt veel te veel een gewest enzovoort. Kortom: u vond het geen basis om over te onderhandelen.
Maandag werd u echter door uw eigen meerderheidspartij, meer bepaald door de fractievoorzitter van sp.a in dit Vlaams Parlement, de heer Crombez, tegengesproken, middels een vrije tribune dat is binnen de Vlaamse meerderheid blijkbaar de nieuwe manier om te communiceren. Plus est en nous, luidde de titel. Wat minister-president Peeters zegt, is allemaal niet waar, schreef hij.
We moeten het nu toch eens gaan weten, minister-president, zeker in het licht van wat we vandaag weten. Nu zal het niet meer over een grote staatshervorming gaan, maar over een smalle maar diepe staatshervorming. Het kind moet natuurlijk een naam hebben. Terwijl we nu al mijlenver verwijderd zijn van de Octopusnota, zouden we er dan lichtjaren van verwijderd zijn.
U leest de Octopusnota blijkbaar anders dan uw coalitiepartners. Schep nu alstublieft enige duidelijkheid. Ofwel zegt u dat de Octopusnota een onderdeel blijft van het Vlaamse regeerakkoord, en dan moet u wat vandaag op tafel ligt en de methode afwijzen, ofwel hernegotieert u het Vlaamse regeerakkoord en komt u terug naar het Vlaams Parlement en zegt u dat u deze bijlage in de papierversnipperaar hebt gestopt, omdat er geen eensgezindheid en geen meerderheid meer over is. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Van Overmeire heeft het woord.
Minister-president, vorige week was de impasse totaal. Dit weekend werden er verschillende pistes gelanceerd. Enkele dagen geleden was er precies een akkoord over de methode waarop men een akkoord zou bereiken. Wie vanmiddag naar het nieuws keek, moest vaststellen dat men nog nergens stond. Dit land sleept zich eindeloos voort.
De huidige situatie is de pendant van een blokkeringsfederalisme, waarbij de Vlaamse meerderheid in het land alleen maar de vorming van de federale regering heeft om een aantal zaken in beweging te brengen. Dat is het enige instrument dat we nog hebben.
Vanzelfsprekend ontwikkelt er zich dan een cynisch pokerspel, een uitputtingsslag. Dan komen er allerlei sociaal-economische argumenten en morele bezwaren naar boven, en onvermijdelijk ook de piste van een noodregering, een interim-regering, een regering van lopende zaken XXL, een versterkte regering van lopende zaken, noem het zoals u wilt. De vraag is natuurlijk of zon regering de internationale markten zal kalmeren. Als zon regering gevormd wordt, zal dat ongetwijfeld wel een grote impact hebben op de nu al zeer kleine kans dat die grote staatshervorming, waar u en uw regering hopelijk nog altijd achter staan, gerealiseerd wordt.
Hoe staat u tegenover al die pistes? Die pistes zijn vandaag misschien even niet aan de orde, maar waren dat enkele dagen geleden wel, en als de zaak straks weer vastloopt, zullen ze opnieuw aan de orde zijn.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Collegas, ik kan op de beide vragen zeer duidelijk antwoorden. De Vlaamse Regering heeft het Vlaamse regeerakkoord, en de Octopusnota maakt daar deel van uit. Ik heb hier namens alle collegas van de Vlaamse Regering een Septemberverklaring voorgesteld aan het Vlaams Parlement, die ook is goedgekeurd binnen de Vlaamse Regering. Dat is heel duidelijk, mijnheer Van Hauthem.
Ik heb ook gezegd dat elk voorstel dat wordt geformuleerd, zal worden getoetst aan het Vlaamse regeerakkoord, de Octopusnota in het bijzonder. Er is dus geen sprake van een herziening van het Vlaamse regeerakkoord of een wijziging van de Octopusnota. Er zal in de Vlaamse Regering ook geen debat over gevoerd worden om dat te wijzigen.
Als minister-president heb ik me niet dat daarover overleg is gepleegd door de Vlaamse Regering zeer terughoudend opgesteld. In mijn functie als lid van een niet-onbelangrijke politieke partij was ik betrokken bij een en ander. Vanuit die bezorgdheid heb ik enkele uitspraken gedaan: wat is het effect voor Vlaanderen en hoe kunnen we tot een goed bestuur komen in Vlaanderen als men ons bijkomende bevoegdheden toevertrouwt? Ik denk dat die bezorgdheid wordt gedeeld door heel het parlement, dat we stappen in de staatshervorming zetten en de copernicaanse omwenteling realiseren. Maar ik zou niet graag en ik ga ervan uit jullie ook niet bevoegdheden krijgen waarvan we op een bepaald moment moeten zeggen: dit is zo versplinterd en zo niet-homogeen dat we een slechte dienst bewijzen. Die zorg neem ik op mij.
Een andere zorg is dat we na een heel belangrijke sanering proberen te vatten wat het budgettaire gevolg is van een en ander voor Vlaanderen. Voor de rest is het natuurlijk niet aan mij als minister-president om uitspraken te doen over welke nood- en andere regeringen er op het federale niveau tot stand zullen komen. Het enige wat ik vraag, is een staatshervorming die ons de mogelijkheid moet geven een nog beter beleid te voeren met de bevoegdheden die ons worden toevertrouwd. We hebben er ook alle belang bij dat we op een goede manier kunnen samenwerken met de Federale Regering, wie daar ook deel mag van uitmaken, in het belang van Vlaanderen.
Dat is en blijft mijn standpunt. Maakt u zich geen zorgen, het regeerakkoord en de Octopusnota die daar een bijlage van is, wordt niet herbekeken, laat staan dat er opnieuw over wordt onderhandeld.
Minister-president, u kunt natuurlijk vijftien keer zeggen dat de Octopusnota nog deel uitmaakt van uw Vlaams regeerakkoord, u kunt er ook niet meer naar kijken en zeggen: bon, het staat er nog in en dat is en was het dan ook. Binnen uw meerderheid leest de ene partij het zus, en de andere partij zo.
In uw antwoord zegt u dat het niet aan u is om uitspraken te doen over een eventuele regering in lopende zaken en wat voor consequenties dat zou hebben. Natuurlijk is het wel uw opdracht, gelet op uw Octopusakkoord en uw Vlaams regeerakkoord, om te kijken wat daar gebeurt. Als u zelf zegt dat u geen versnipperde bevoegdheden moet hebben en het dan maar zo te laten, dan is het afgelopen met uw copernicaanse omwenteling.
U komt halsstarrig altijd hetzelfde voorlezen: het Octopusakkoord maakt deel uit van het Vlaams regeerakkoord. Op papier is dat zo, maar in de praktijk niet. Zeker nu, als we naar geen grote staatshervorming meer gaan, begrijp ik het niet meer. De N-VA is zelfs blij om naar een verdieping te gaan en niet meer naar een grote staatshervorming. De heer Bracke zegt: kindergeld, laat maar vallen, justitie, politie, civiele bescherming, laat dat maar allemaal weg, want het is niet goed meer. Omdat het niet goed is, laten ze het maar vallen. Dat is wat de heer Van Overmeire terecht de uitputtingsslag noemt. In plaats van zich daarin in te schakelen wat u nu doet , had u hier vandaag een ander signaal kunnen geven. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president, u herhaalt het telkens opnieuw: ik ben de hoeder van het regeerakkoord en de bewaker van de Octopusnota, ik ben de hoeder van de copernicaanse omwenteling. Zolang dat alleen bij woorden blijft, is dat retoriek. Wat betekent dat in de praktijk? Volgens mij betekent het dat u boven op uw berg, of halverwege op uw berg zit te kijken tot er ooit iets gebeurt, tot er ooit een akkoord komt. Dan zult u dat vastnemen en zeggen: dat is precies niet wat in het regeerakkoord staat, dat is jammer, over tot de orde van de dag. En dat zal het dan geweest zijn. Dat leidt toch niet tot het copernicaans België waar u het over heeft?
U droomt over een copernicaans België. Dat betekent dat de deelentiteiten, en zeker Vlaanderen, daarvan de motor en stuwende kracht zijn. We zitten nu in de uitzonderlijke situatie, waarin andere actoren ik denk aan de Belgische koning uit hun constitutionele rol vallen en grote stappen zetten.
U droomt van een copernicaans België. Als u dat wilt realiseren, moet u iets doen. Dit is misschien het moment om als minister-president samen met de ministers-presidenten van de andere entiteiten een initiatief te nemen. U kunt niet zeggen dat we in een normale situatie zitten. Dit is zon kritieke situatie dat u niet langer passief kunt blijven. U moet van uw berg neerdalen en een actieve rol gaan spelen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vereeck heeft het woord.
Minister-president, namens mijn fractie ook de beste wensen voor het nieuwe jaar waarin we naar redelijke verwachting veel bevoegdheden zullen zien toevloeien naar uw regering en ons parlement. Dat is natuurlijk klein bier in het licht van die grote politieke vraag die iedereen bezighoudt, namelijk: wat wordt de nieuwe naam van Lijst Dedecker? Goed, dat is voor de volgende weken.
Uw reis naar Argentinië heeft u blijkbaar deugd gedaan. U bent teruggekomen en like a G4 hebt u meteen die nota neergesabeld. Ik ben blij, oprecht blij, dat er ten minste één iemand binnen de meerderheid zijn verstand bij houdt. Want ik lees dat leden van de Vlaamse meerderheid pleiten voor de vergewestelijking van de sociale zekerheid en de gezondheidszorg. Dat staat alvast niet in uw Octopusnota.
Ik zie ook dat u de budgettaire consequenties van al die notas goed begrijpt, in tegenstelling tot uw minister van Begroting die er meestal crapuleus naast zit. U hebt bij een vorige gelegenheid eens gezegd: dit gaat ons 1 à 2 miljard euro kosten. Nu schat u de kosten van deze nota op 3 à 4 miljard euro. Het is logisch: als er bevoegdheden worden overgedragen van een deficitaire overheid, zullen we onvoldoende middelen krijgen. Wat is voor u een aanvaardbare overdracht van middelen en bevoegdheden?
De heer Gatz heeft het woord.
Beste wensen, minister-president. Ik heb uit uw reactie op de nota-Vande Lanotte onthouden dat u wilt afwegen of de nota ver genoeg gaat in verhouding tot het Octopusakkoord. Ik zal daar nu niet dieper op ingaan. De nota is wat ze is, het is een voorlopig document. Het is moeilijk om daar nu een diepgaande discussie over te voeren. Alles is nog in beweging.
U zegt dat deze staatshervorming Vlaanderen wel iets zou kunnen kosten. De volledige context moet natuurlijk worden bekeken. Inderdaad, de heer Vereeck zei het, van 1 à 2 miljard euro vóór de kerstvakantie zijn we nu beland op 3 à 4 miljard euro. De heer Crombez heeft proberen aan te tonen dat het allemaal niet zon vaart zal lopen, maar wij weten het natuurlijk niet goed meer. Ik weet dat er ministers zijn in uw regering die niet op een half miljardje meer of minder kijken. Voor u geldt dat niet. U probeert een reële inschatting te maken van wat Vlaanderen te wachten staat.
Daarom heb ik een vraag, niet zozeer aan u maar wel aan de voorzitter van het parlement en de voorzitter van de commissie Financiën. Het zou nuttig zijn om degenen die de financiële scenarios berekend hebben en op basis waarvan men nu negotieert, namelijk de Nationale Bank en Planbureau, te kunnen horen in de commissie. We zouden op zijn minst een discussie moeten hebben over wat er op ons afkomt.
We verkeren nu weer in een nieuwe situatie. Er is gisteren een triumviraat aangesteld dat de zaken gaat bekijken. Dat is een werk in uitvoering.
U verwacht terecht dat de minister-president de hoeder is van de notas en van zijn uitspraken. Dat is mijn opdracht. Dat is wat een parlement van een minister-president mag verwachten.
Mijnheer Gatz, mijnheer Vereeck, de berekeningen moeten nog verder worden uitgeklaard. Dat zal zeker gebeuren als die drie mensen verder praten. Als er wijzigingen worden aangebracht, kan ik alleen maar wachten op de nieuwe voorstellen. Dan pas kunnen we deze bekijken.
Dan is er de vraag hoeveel Vlaanderen op zich wil nemen voor een grote staatshervorming. We moeten een grote staatshervorming en de budgettaire situatie van de nv België heel duidelijk van elkaar onderscheiden. Mijn stelling ter zake is dat Vlaanderen ernstige inspanningen heeft geleverd om in 2011 een begroting in evenwicht te hebben. Daarna krijgen we bijkomende beleidsruimte om een aantal eigen accenten te leggen en eigen beleid in te vullen. Als we bijkomende bevoegdheden krijgen, dan zullen we daar natuurlijk opnieuw over moeten spreken. Dat is mijn zorg. Minister Lieten stelt dat er bijkomende middelen moeten worden besteed aan innovatie, aan O&O. Als we die bevoegdheden krijgen, en niet al die middelen, dan is dat een volledig nieuwe situatie, waarover we dan zullen moeten spreken. Dat probeer ik heel goed te bewaken. Ik probeer ervoor te zorgen dat we op het juiste ogenblik de juiste accenten kunnen leggen. Als ik de bijkomende beleidsruimte heel duidelijk vastleg en nadien komt die bijkomende bevoegdheid er, die ook een extra financiële inspanning van Vlaanderen vergt, dan bevinden we ons in een nieuw kader. Ik wil daar zo veel mogelijk op anticiperen. Ik wil weten waar we aan toe zijn.
Op dit ogenblik zullen de drie mensen die zijn aangeduid, de heer Vande Lanotte en de twee winnaars van de verkiezingen, ook dit probleem met grote kennis van zaken bekijken. Zo verlopen die onderhandelingen nu eenmaal. Daarbij is er sprake van politieke partijen die rond de tafel zitten. De twee winnaars en de heer Vande Lanotte hebben nu het stuur in handen. Ze moeten de volgende dagen en weken voorstellen doen, of het voorstel dat was geselecteerd opnieuw formuleren. Ik kan daar echter niet op vooruitlopen. Het is ook niet wijs om daar nu uitspraken over te doen.
Minister-president, ten eerste, als het niet wijs is om op voorhand uitspraken te doen, dan moet u geen regeerakkoord hebben met een Octopusnota die daar deel van uitmaakt. Dat is immers ook een voorafname op wat zal gebeuren.
Ten tweede leert de geschiedenis ons dat het met een triumviraat niet altijd goed afloopt.
Ten derde vind ik het stilzwijgen van de meerderheid bijzonder veelzeggend. De jongste dagen heeft men het beeld gebruikt van het paard dat wel naar de vijver kan worden gelokt, maar dat niet wil drinken. Er bestaat ook zoiets als een ezel die voor twee hooibergen staat. Hij kan niet beslissen van welke hooiberg hij wil eten, met als resultaat dat hij sterft. Ik hoop dat u die ezel niet bent.
Tot slot heb ik een cadeautje voor u mee. Bij u zal toch ook wel het inzicht zijn gegroeid dat het federale overlegmodel op zijn grenzen is gestuit. We hebben u al eens gezegd dat u daar als minister-president beter de conclusies uit zou trekken. Mocht u dus nog eens op een lange vlucht zitten en tijd hebben om een boek te lezen, dan raad ik u het boek aan van Gerolf Annemans en Steven Utsi, getiteld De ordelijke opdeling van België. Misschien kan dat tot enig voortschrijdend inzicht leiden. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president, u had het zelf al over het nieuwe element van het triumviraat. Het is wat jammer dat de heer De Wever hier niet is, want hij zou inderdaad in geuren en kleuren kunnen uitleggen hoe het met triumviraten afloopt, zeker in het tijdvak van de Romeinen.
U hebt herhaaldelijk gezegd dat u de hoeder bent van het regeerakkoord en van de copernicaanse omwenteling. Wat betekent dat eigenlijk? Ofwel bent u een soort notaris, die afwacht wat er op zijn bureau wordt gelegd, dat dan noteert en vergelijkt. Hij bekijkt wat we al dan niet hebben binnengehaald. Ofwel bent u niet alleen de hoeder, maar ook de promotor van dat regeerakkoord en tracht u dat daadwerkelijk te realiseren. Dan wil ik u er nogmaals echt toe oproepen om, in deze periode waarin ook anderen uit hun grondwettelijke rol treden, zelf ook een meer actieve rol in dat proces te spelen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.