Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Ceysens heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, het Opeldossier was en is niet weg te branden uit de actualiteit. De krant De Tijd had iets gemaakt over hét woord van 2010 en Opel kwam daar toch opnieuw het sterkst naar voren. Ook deze namiddag is Opel opnieuw aan bod gekomen, met de vraag wat er op de site zal moeten gebeuren.
Mijn vraag heeft echter betrekking op een mededeling van de minister-president, die me eerlijk gezegd enorm heeft doen schrikken en me enorm heeft ontgoocheld. Minister Muyters, u bent de minister die verantwoordelijk is voor de VDAB. De VDAB geeft regelmatig al eens een update met betrekking tot de vraag hoeveel mensen er al zijn vertrokken, hoeveel er al zijn doorgestroomd en wie waar aan de slag kan. Dat is min of meer routinecommunicatie van de VDAB.
Misschien leek het de minister-president goed om, net voor hij vertrok, toch nog gauw van zich te laten horen. Over Opel kon hij niet veel zeggen, althans niet veel goeds. Misschien wou hij toch ook nog eens gauw iets zeggen om te tonen dat hij er nog steeds mee bezig is, ook al was er niet veel relevante informatie te geven. De minister-president heeft echter iets heel merkwaardig gezegd. Hij stelde dat een op drie van de voorheen afgevloeide werknemers opnieuw aan de slag is en dat hij er alles aan zou doen om die mensen die nu nog werk zoeken, maximaal naar de overheidsbedrijven te leiden. Bij De Post en de NMBS zoekt men nog steeds geschoolde, goede werkkrachten, aldus de minister-president. Het was alsof hij persoonlijk die mensen bij de kraag zou vatten en hen allemaal zou binnenbrengen bij de overheid. Ik vond dat ongehoord.
Minister, vindt u, als minister van Werk, dat het kan dat de minister-president de illusie creëert dat overheidsbedrijven worden gefavoriseerd? De dag voordien kwam de industriesector in onze commissie om goede werkkrachten smeken, maar de minister-president verklaart dat hij ze allemaal zal toeleiden naar overheidsbedrijven.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik heb uw vraag ontvangen. Ik heb ook de verwijzing gezien naar De Morgen. Ik heb die krant erbij genomen. Voorzitter, bij een citaat mag men zijn papieren meebrengen, geloof ik. Daar staat: Het is niet zo dat een bepaald aantal concrete vacatures voorbehouden wordt aan ex-Opelwerknemers. Het gaat om functionele samenwerking. Geïnteresseerde werknemers kunnen bijvoorbeeld via bedrijfsbezoeken en stages een kijkje gaan nemen bij deze bedrijven.
Ik heb het samenwerkingsakkoord uiteraard gezien. Het werd ook met mij besproken. De samenwerking kan ook met elk ander privébedrijf gebeuren. Er wordt in geen enkele voorkeursbehandeling voorzien. Als dat uw vraag is, dan is mijn antwoord duidelijk: neen, er is geen enkele voorkeursbehandeling.
Ik denk dat uw en mijn doelstelling dezelfde zijn. Tijdens de laatste commissievergadering waarop we samen aanwezig waren, waren er vragen van parlementsleden over deze zaak. Er is maar één bedoeling, namelijk deze mensen zo snel mogelijk aan het werk krijgen. Een van de engagementen is bijvoorbeeld die databank, waarop bedrijven, alle bedrijven, vacatures plaatsen. Het engagement van De Post, van de NMBS, van de verschillende overheidsbedrijven was dat ze hun vacatures daar kenbaar zullen maken. Dat is een goede zaak uiteraard, in het belang van de werknemers. Maar er is geen voorkeursbehandeling.
Minister, u citeert een stukje uit De Morgen. Voorzitter, het is jammer dat we de band van het Radio 1-nieuws van vorige week vrijdag niet kunnen afspelen. Toen zei de minister-president letterlijk en we hebben er opnieuw en opnieuw naar geluisterd dat hij die werknemers zal toeleiden naar overheidsbedrijven. Ik vond dat niet kunnen. De overheid moet niet aan favoritisme doen, want als we zo beginnen, gaan we van favoriseren over naar walloniseren. Ik zou echt niet willen dat onze economie in dat straatje verzeild geraakt.
Minister, ik ben blij met uw antwoord. U zegt dat er geen voorkeursbehandeling is. De industrie snakt ook naar deze mensen. Ik zou het ongehoord vinden dat men dan zou inzetten op het toeleiden naar overheidsbedrijven.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, in Vlaanderen heeft men ervoor gekozen outplacementbegeleiding aan te bieden via privékantoren. De VDAB doet dat niet zelf. Met de overeenkomst met een aantal overheidsbedrijven lijkt ze daar een uitzondering op te maken. In de eerste tien maanden van dit jaar waren er in Vlaanderen en bij de VDAB geregistreerd 10.269 personen die een outplacementbegeleiding volgden. Wat gebeurt er met die mensen in verband met de overeenkomsten die de VDAB heeft afgesloten met een aantal overheidsbedrijven? Wat gebeurt er met de andere werklozen? Worden die op een gelijkaardige en gelijkwaardige manier behandeld om diezelfde functies te kunnen invullen?
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, ik hoop dat ik mevrouw Ceysens verkeerd heb begrepen. Ze zal me ongetwijfeld een verduidelijking geven. Mevrouw Ceysens, we gaan nu toch niet in een stadium belanden, waarbij we, omwille van ideologische redenen, mensen een job ontzeggen omdat het om een vacature bij een overheidsbedrijf gaat. De NMBS, De Post, andere overheidsbedrijven moeten de volgende jaren duizenden mensen vervangen omwille van de leeftijdspiramide. Ik hoop dat u niet zegt dat mensen daar niet mogen werken omdat het om een overheidsbedrijf gaat. Dat zou de wereld op zijn kop zijn.
Minister, betrekt u in heel deze operatie ook de onderaannemers? In de hele Opelaffaire heeft men heel hard gefocust op Opel zelf. Er zijn vele duizenden wier job ook werd bedreigd bij de onderaannemers in een hele brede regio. Ik vraag om daar ook aandacht voor te hebben.
De heer Diependaele heeft het woord.
Mevrouw Ceysens, ik begrijp uw vraag en uw bezorgdheid. Het klopt dat het niet de bedoeling kan zijn dat mensen die hun werk verliezen, zomaar met honderden worden aangenomen bij de overheid.
In uw drang om oppositie te voeren, hebt u echter wat selectief gelezen. Zoals minister Muyters zelf al aangaf, gaat het hier niet om een voorkeursbehandeling en evenmin over vacatures die zomaar worden bijgecreëerd. Het gaat wel degelijk om bestaande vacatures bij de overheid, dikwijls in de knelpuntsectoren. Bij de NMBS gaat het bijvoorbeeld om technische beroepen en dergelijke meer. Het gaat om een efficiëntere toeleiding van mensen die hun werk bij Opel hebben verloren.
Ik kan de heer Van Malderen gelijk geven: we kunnen het die mensen toch niet ontzeggen om dat te doen. Geen voorkeursbehandeling en geen speciale vacatures die worden gecreëerd, maar bestaande vacatures invullen: ik begrijp niet wat daartegen kan worden ingebracht.
De heer Sabbe heeft het woord.
Minister, we kunnen het zeker toejuichen dat mensen tot werken worden aangezet. Daar kan niemand, waar dan ook, tegen zijn. Maar, minister, dit toont eens te meer aan dat het een must is om de arbeidsmarkt te hervormen en om de arbeidsmarkt met volle verantwoordelijkheid naar Vlaanderen te brengen. U zult dat als minister voor de N-VA zeker bevestigen. Dan kunnen we zien wie werkelijk een veel flexibelere en beter functionerende arbeidsmarkt wil, een waarbij het vangnet blijft bestaan maar de hangmat wegvalt, waardoor al dat soort operaties niet meer nodig zullen zijn en de arbeidsmarkt een vanzelfsprekende werking zal hebben. Ik roep u dus op om dit te herhalen. Als men voortdurend op dezelfde nagel klopt, zal hij er eerstdaags wel eens in geraken. Wij moeten daar met zijn allen werk van maken. Dat is de sleutel voor een goed functionerende arbeidsmarkt.
Die zaken zijn goed, maar het zijn bypasses. We moeten evolueren naar een vlotte, normale, natuurlijke doorstroming.
De heer Bothuyne heeft het woord.
De vraag van mevrouw Ceysens heeft mij verwonderd. Wij hebben de problematiek van de aanpak van de VDAB ten aanzien van de ontslagen werknemers van Opel en van de onderaannemers al ten gronde besproken in de commissie. Mevrouw Ceysens, lees ik nu in uw vraagstelling dat de VDAB de overheidsbedrijven moet defavoriseren en zou moeten achterstellen ten opzichte van de privébedrijven? De VDAB moet er zijn voor alle werkgevers in Vlaanderen, zowel de privé- als de overheidsbedrijven. Het is dus zeer goed dat de VDAB samenwerkingsakkoorden sluit met privébedrijven. Er is bijvoorbeeld een samenwerking met Volvo Gent om Opelwerknemers toe te leiden naar de vacatures die daar waren. Het is ook goed dat dit gebeurt ten aanzien van overheidsbedrijven. Ik zie niet in waarom er een discriminatie zou moeten zijn.
Mijnheer Sabbe, in mijn beleidsnota van iets meer dan een jaar geleden staat dat je in een goed arbeidsmarktbeleid op verschillende niveaus moet kunnen werken: je moet werken aan activering, maar ook aan ontslagrecht, arbeidsrecht en dergelijke meer. U zegt dat ook. Maar zover zijn we nog niet. Wat niet is, kan nog komen.
U krijgt hier onze volle steun.
Er wordt een vraag gesteld over outplacement. Ik heb al in de commissie gezegd dat alle bedrijven vacatures op die databank mogen plaatsen. Er wordt gekeken naar diegenen die ontslag hebben genomen om na te gaan in welke mate aanbod en vraag elkaar vinden. Dat telt voor allen, of men nu in outplacement is of niet. Dat is een van de mogelijkheden die we daar hebben.
Het lijkt mij vanzelfsprekend dat bedrijven zich willen tonen aan geïnteresseerden. Dergelijke engagementen werden aangegaan, ook door de overheidsbedrijven. Maar andere bedrijven kunnen evengoed dergelijke engagementen aangaan. Ik zie daar geen problemen.
Over de onderaannemers heb ik het ook gehad in de commissie. Er is een verschil naargelang van de omvang. Sommige onderaannemers zullen ook met de tewerkstellingscel of met outplacementregelingen moeten of kunnen werken. Een zaak is zeker: als dat niet het geval is, dan is er bij de VDAB een opvang. U kunt er zeker van zijn dat hij de begeleiding van deze mensen op minstens even kwalitatieve wijze zal verzorgen. Zij kunnen daar zonder probleem ook aan bod komen voor begeleiding, voor de databank, enzovoort. Er zijn heel wat acties opgestart, ook voor de onderaannemers. Dat heb ik al in de commissie naar voren gebracht.
Mevrouw Ceysens, voor mij en voor de Vlaamse Regering is het duidelijk. Ik weet niet in welke context het anders zou zijn gezegd. Ik lees wat ik in De Morgen heb gelezen. Ik heb het niet gehoord, ik kan er dus niet op reageren. De Vlaamse Regering kiest er in elk geval voor om die mensen zo snel mogelijk naar een job te brengen, om mensen zo snel mogelijk te activeren en ze toe te leiden naar de job die hen het best past en waar zij het best in thuishoren. Ik heb begrepen dat wij die bezorgdheid delen.
Minister, u hebt heel correct en terecht gezegd dat het niet kan dat er zou worden gefavoriseerd om welke reden dan ook. Ik vond dat dat uitgeklaard moest worden.
In de communicatie van vrijdag u moet niet alleen lezen, collegas, u moet ook luisteren werd gezegd dat er een rechtstreekse lijn zou komen tussen de Opelwerknemers en de overheidsbedrijven. Ik vond dat niet kunnen. Ik ben blij dat u daar vandaag afstand van neemt. Ik hoop dat u in het vervolg gewoon weer communiceert over VDAB-cijfers zonder dat daar iemand tussen fietst die gewoon even interessant wilde zijn voor hij naar andere oorden zou opstijgen. Daarom wilde ik dat dit absoluut werd uitgeklaard.
Voorzitter, met dit antwoord van de minister kan ik gerust het jaar eindigen.
Het incident is gesloten.