Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, de communicatie hieromtrent en de gevolgen voor eventuele afvalverwerkingsactiviteiten in Kampenhout-Sas
Verslag
De heer Sanctorum heeft het woord.
Ik stel mijn vraag aan zowel minister Schauvliege als aan minister Muyters. Minister Schauvliege, voor de Isvag-oven in Wilrijk werd de vergunning verlengd tot 2022. Daar gaat het over een capaciteit van ongeveer 145.000 ton per jaar. De bestendige deputatie van Limburg heeft ook een vergunning toegekend voor het Bionerga-project in Houthalen-Helchteren. Daar gaat het over 200.000 ton afval per jaar. Indaver wil een bijkomende oven bouwen met een capaciteit van ongeveer 220.000 ton per jaar. Die moet worden vergund door de provincie Oost-Vlaanderen. Dat is in een beroepsprocedure op uw bureau terechtgekomen.
Minister, meer dan een jaar geleden heeft de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) een duidelijk signaal gegeven dat er een overcapaciteit bestaat inzake afvalverbranding. Toen ging het over 120.000 ton per jaar. Meer dan een jaar later is er nog altijd geen beslissing genomen. Minister, in de commissie zegt u telkens dat u ermee bezig bent, en dat er rondetafels zijn, en dit en dat. Maar een echte beslissing volgt er niet.
Minister Muyters, er bestaat op dit moment een heel grote verwarring met betrekking tot het project in Kampenhout. Ik wens dat u hier, in het kader van de herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, duidelijk stelt of die verbrandingsoven in Kampenhout mogelijk is via die herziening, ja of neen.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Collegas, de afvalverbrandingsproblematiek is een heel gevoelig thema. De heer Sanctorum had het zonet al over de overcapaciteit van de afvalverbrandingsovens. Er werden recent twee milieuvergunningen afgeleverd en er zijn nieuwe initiatieven op komst, onder meer in het Vlaams-Brabantse Kampenhout. Enkele jaren geleden werden die plannen bekendgemaakt. Onmiddellijk werd het actiecomité Stop de oven in het leven geroepen. De drie betrokken gemeentebesturen Kampenhout, Haacht en Boortmeerbeek kantten zich openlijk tegen de eventuele komst van die oven.
Enkele maanden geleden was er opnieuw beroering alom. Dit keer over het openbaar onderzoek van de tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Men wil de regio daar inrichten als een bijzonder economisch knooppunt. Vorige week vrijdag kwam er een definitieve beslissing. In de regio las men de eerste persmededelingen: Afvalverbrandingsoven in Kampenhout onmogelijk gemaakt door de Vlaamse Regering; de afvalverbrandingsoven komt er niet. Dit werd nadien door u, minister Muyters, ontkend. U hebt dan correct gecommuniceerd dat het gaat over het gebied ten noorden van het kanaal Mechelen-Leuven en dat daar afvalverwerkende activiteiten niet mogelijk zullen zijn.
Door de tegenstrijdige berichten in de media ontstond er eerst opluchting, nadien grote verwarring en daarna was er een koude douche. Het is nu tijd om klaarheid te brengen. Bij u, minister, is die klaarheid er allicht al wel, maar bij de bevolking van de regio Vlaams-Brabant niet.
Minister, op welke manier is de communicatie verlopen? Op welke manier zult u dit rechtzetten?
Minister Muyters heeft het woord.
Deze vragen hebben vooral te maken met de tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Daarom is het logisch dat ik eerst meedeel wat er is gebeurd en wat niet. De Vlaamse Regering heeft een definitieve vaststelling gemaakt. Nu moet dit parlement daarover uiteindelijk zijn bekrachtiging geven, of niet.
Het parlement neemt beslissingen, niet wij. Wij hebben maar een definitieve vaststelling gemaakt. (Opmerkingen van de heer Hermes Sanctorum)
Mijnheer Sanctorum, ik probeer aan mevrouw De Vroe uit te leggen hoe dat zit met die eerste persberichten. Ik heb dat eerste persbericht bij. Daarin staat Kampenhout-Sas nog niet vermeld.
Wij wilden immers een algemene bespreking doen. Er zijn mensen die daar verkeerde dingen uit afleiden, ik denk misschien wel bewust. U hebt gecommuniceerd dat er wordt gezegd dat het hier gaat over een verbrandingsoven. Dat is natuurlijk verkeerd. Heel die tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen gaat over het noorden van het kanaal, en daar staat niets over die verbrandingsoven. Er staat wel dat daar geen afvalverwerkingsactiviteiten kunnen gebeuren.
Nu blijkt dat men ten zuiden van het kanaal denkt aan een verbrandingsoven. Dat kan volgens de planningen, maar daar moet een milieu-effectenrapport voor gemaakt worden, daar moeten vergunningen voor gevraagd worden enzovoort. Het gaat hier om een bewust of onbewust verkeerde interpretatie. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen heeft niets te maken met de verbrandingsoven ten zuiden van het kanaal.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Sanctorum, we hebben het al een aantal keren over de verbrandingscapaciteit gehad. U trekt een aantal verkeerde conclusies. U weet dat de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) een studie heeft gedaan. Er zijn hoorzittingen gehouden. De conclusie van de OVAM was niet dat er een overcapaciteit was. De conclusie van OVAM was dat het aanbod en de capaciteit in evenwicht was.
U weet dat we na de rondetafel die we met de sector zelf hebben georganiseerd en waar er geen consensus is gevonden, beslist hebben om eerst in het Materialendecreet de definitie van gemengd stedelijk afval te definiëren en dat we op basis daarvan en met de recentste cijfers die we hebben over het aanbod en de capaciteit, opnieuw kijken of we al of niet moeten bijsturen.
Als alles goed gaat, mijnheer Sanctorum, zal vanavond op de ministerraad het voorontwerp van Materialendecreet principieel worden goedgekeurd. Als dat er is, en er staat de definitie van gemengd stedelijk afval in, zal op basis daarvan en ook op basis van de nieuwe cijfers van 2010 opnieuw de capaciteit worden berekend begin 2011.
Minister Muyters, het klopt dat de herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen in de eerste plaats gaat over het gebied ten noorden van het kanaal waar afvalverwerkingsprojecten worden uitgesloten. Een beetje verder staat wel te lezen: Omwille van de aanwezig agrarische en natuurlijke structuren, kunnen geen ontwikkelingen aan de zuidelijke oever van het kanaal toegestaan worden. Zo staat het erin.
Opnieuw stel ik me de vraag: betekent dit dat een afvalverbrandingsoven in Kampenhout, ten zuiden van het kanaal, mogelijk is? Dat staat toch in schril contrast met wat hier staat?
Minister Schauvliege, heb ik het goed begrepen dat u ontkent dat er een overcapaciteit voor afvalverbranding bestaat? In de hoorzitting in de commissie werd duidelijk gesteld dat het ging over een overcapaciteit van 120.000 ton. Dit wil ik aanklagen. Inderdaad, het voorbije jaar hebt u telkenmale gezegd: collegas, er komt een Materialendecreet. Ik heb het ontwerp van Materialendecreet gelezen. Ik weet niet op welke manier het op mijn bureau terechtgekomen is, want er moet nog door de Vlaamse Regering over worden beslist. Het zal misschien een vergissing zijn vanuit het kabinet. Er staat misschien wel een definitie van stedelijk afval in, maar er wordt niet gesproken over de overcapaciteit. Dat is maar een eerste stap. Ik stel nu duidelijk de vraag: wanneer komt er nu eindelijk, na meer dan een jaar talmen, een beslissing over de aanpak van de overcapaciteit?
Minister Muyters, ik had het niet over de eerste persberichten over de tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, ik had het wel degelijk over de eerste persberichten na de goedkeuring vorige week vrijdag. Toen waren de eerste berichten dat er geen oven meer zal komen. Dat werd gecommuniceerd door de sp.a-fractie uit de regio.
U hebt daaromtrent correct gecommuniceerd, maar het is heel jammer dat twee partijen uit de meerderheid op een verschillende manier hebben gecommuniceerd en met een grote tegenstrijdigheid over een dossier van de gemeenten uit de regio Kampenhout, dat zo gevoelig is, en waar zoveel duizenden mensen van wakker liggen.
Minister, ik vind het belangrijk dat u hierover duidelijkheid schept. U hebt dat net geprobeerd. Het lijkt me echter ook belangrijk dat u voor die regio, de gemeenten Kampenhout, Haacht en Boortmeerbeek, duidelijkheid probeert te scheppen. Die duidelijkheid is er momenteel niet.
In het vorige week goedgekeurd addendum dat in de tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is opgenomen, staat dat afvalverwerkende activiteiten ten noorden van het kanaal Mechelen-Leuven niet worden toegestaan. Wie de situatie in Kampenhout bekijkt, zal merken dat de plaats waar volgens uw beslissing een oven mag komen slechts een steenworp verder is gelegen. Is het uw bedoeling dergelijke activiteiten op die plaats in de toekomst uit te sluiten?
Mevrouw De Wachter heeft het woord.
Voorzitter, het is niet het eerste dossier over economische knooppunten en dergelijke dat we hier of in de commissie bespreken. Duidelijkheid is hierbij zeer belangrijk. Ik wil nog even stilstaan bij iets wat de vorige sprekers, in het bijzonder de heer Sanctorum, hebben aangehaald. We moeten duidelijkheid krijgen over wat in het informatief gedeelte over de zuidelijke kant wordt gesteld. Wat kan daar en wat kan daar niet?
We spreken hier over een herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. De provincie heeft op dit vlak ook een initiatiefrecht. Ik veronderstel dat het de bedoeling van het provinciebestuur is de in de tekst opgenomen richtlijnen te volgen. Volgens mij is het informatief gedeelte alvast heel duidelijk. Dit kan in het zuidelijk gedeelte ook niet.
De vraag is hoe het met het geheel zit. We kunnen hier een discussie voeren. Het gaat hier echter om een dossier waar veel inwoners van de regio bij betrokken zijn.
De heer Sabbe heeft het woord.
Voorzitter, ik wil een pragmatische oplossing voorstellen. We moeten vooral naar de bestaande verbrandingsovens kijken. Veel ovens zijn vatbaar voor capaciteitsuitbreiding en voor optimalisering inzake de verwerking van biomassa.
Uiteindelijk is er, behalve de naamgeving en de technologie, weinig verschil tussen een verbrandingsoven en een biomassa-installatie. De oplossing ligt gedeeltelijk bij de bestaande capaciteit. Indien nodig, kan die worden vernieuwd, gerenoveerd, uitgebreid en geoptimaliseerd met betrekking tot de uitstoot. Dat zou de druk op de ruimtelijke ordening om bijkomende sites operationeel te maken een stuk doen dalen of misschien zelfs onnodig maken.
De heer Dehaene heeft het woord.
Voorzitter, mijn partij heeft hierover ook gecommuniceerd. Ik was trouwens een van de initiatiefnemers van dat persbericht. Ik citeer letterlijk: Voor alle duidelijkheid, de huidige aanvraag van de verbrandingsoven wordt door deze beslissing niet onmogelijk gemaakt. De minister heeft dit terecht even toegelicht.
Mijn partij heeft de gelegenheid aangegrepen om duidelijk te stellen dat afvalverwerking aan de noordkant niet mogelijk is. De regels laten toe dat momenteel een onderzoek wordt gevoerd. Mijn partij is echter geen voorstander van een afvalverwerkingsinstallatie op die site.
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Voorzitter, het lijkt soms alsof het hier over een lokaal dossier gaat. Dat is het echter niet. Het gaat hier om de huidige afvalverbrandingscapaciteit in Vlaanderen. Het is belangrijk dat we dit niet verengen tot een debat over een bepaalde plaats. In Kampenhout staat heel wat te gebeuren. Daardoor komen die gevoeligheden naar boven.
Minister, uw afvalbeleid staat in schril contrast met de bevindingen van de rondetafelconferentie. Op die rondetafelconferentie is gebleken dat er in Vlaanderen voldoende afvalverbrandingscapaciteit is. De Vlaamse Regering creëert echter bijkomende capaciteit. In Limburg gaat het om 100.000 ton. In Kampenhout komt een nieuwe oven. Wat staat ons nog te wachten? Het is mogelijk dat de Intercommunale voor Slib- en Vuilverwijdering van Antwerpse Gemeenten (ISVAG) ooit zal verhuizen. Hoeveel afval verbrandingscapaciteit zal er dan bijkomen?
Ik denk dat dit beleid enorm bijgestuurd moet worden. Ik erger me ook aan de uitspraken die u hebt gedaan in uw beleidsbrief: De minister blijft er voorstander van om het Vlaamse Gewest niet afhankelijk te maken van buitenlandse installaties voor de verwerking van het niet te vermijden en niet te recycleren afval. Dat is allemaal goed en wel, minister, maar ik denk dat we moeten voorzien in de verwerking van ons eigen afval en dat Vlaanderen geen bijkomende afvalverbrandingscapaciteit moet creëren voor het buitenland. Dat is wat u momenteel wel doet. Ik vraag dan ook een dringende opvolging van de rondetafelconferentie, en dat u ten minste eens luistert naar de betrokken sector, die uw beleid zeker niet goedkeurt.
Door de tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wijzigt er niets aan de bestaande toestand ten zuiden van het kanaal. Ten zuiden van het kanaal laat de inkleuring van het plan toe om daar een afvalverbrandingsoven te zetten. Er kan niet sowieso een oven komen, mijnheer Dehaene. Daarvoor moet de normale vergunningsprocedure worden gevolgd. De inkleuring van het plan laat echter de mogelijkheid. Daar is geen wijziging in gekomen door het tweede ruimtelijke structuurplan. Dat is duidelijk voor iedereen.
Mijnheer Sanctorum, uw vraag is een beetje verwarrend. Toen u uw vraag stelde, verwees u naar de studie van de OVAM. U zegt dat de OVAM tot de conclusie is gekomen dat er overcapaciteit is. Toen u daarnet uw repliek begon, zei u dat uit de hoorzitting is gebleken dat er overcapaciteit is. Mevrouw Van den Eynde, u zegt dat uit de rondetafel is gebleken dat er een evenwicht is. Ook de OVAM zou dat hebben gezegd.
Ik wil deze misverstanden uit de wereld helpen. Naar aanleiding van de hoorzittingen heb ik de volledige sector, iedereen die betrokken is bij de afvalverwerking, samengebracht aan een rondetafel. Ik heb geprobeerd om daar een consensus te bereiken, maar die consensus was er niet. De conclusie van de OVAM naar aanleiding van die rondetafel was dat er geen overcapaciteit is maar dat er wel een evenwicht is.
De OVAM stelde toen als beleidsaanbeveling: Beperkte uitbreiding is mogelijk bij de vervanging van bestaande capaciteit. Bijkomende capaciteit kan alleen voor hoogcalorische stromen die nu nog gestort worden en niet in de roosterovens kunnen worden verwerkt. Dat is de lijn die wij tot nu toe hebben gevolgd.
Aangezien er geen consensus was op de rondetafel, heb ik voorgesteld om eerst de definitie van gemengd stedelijk afval veilig te stellen in het Materialendecreet. De eerste principiële goedkeuring daarvan komt er vanavond. Op basis daarvan en van de recentste cijfers van 2010 zullen we zien hoeveel er nog wordt gestort en welke capaciteit eventueel kan worden bijgestuurd. Dat zal op heel korte termijn gebeuren.
Minister Muyters, ik heb net het zinnetje voorgelezen ter herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Dat staat toch een beetje in contrast met wat u zegt. Het zegt duidelijk dat er geen verdere ontwikkelingen mogelijk zouden zijn ten zuiden van het kanaal. Er is nog altijd verwarring.
Ik wil u even deze folder laten zien over beslist beleid. U kent de voorwaarden waaraan de communicatie van de Vlaamse overheid moet voldoen. Ik zie dat aan de meeste punten niet wordt voldaan. Er staat expliciet: De Vlaamse overheid zet foute informatie onmiddellijk recht. In dezen is er duidelijk iets misgelopen. Gedurende een aantal dagen was er verwarring. Nu we u de vraag stellen, zegt u dat die verbrandingsoven perfect mogelijk is afhankelijk van wat het dossier zal uitwijzen. Wanneer ik echter dat zinnetje uit de herziening van het RSV voorlees, dan komt er eigenlijk geen antwoord. (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
Of dat staat daar toch mee in contrast.
Minister Schauvliege, wanneer er geen consensus is, dan is het aan u om knopen door te hakken. Dat is uw taak als minister. Als parlementslid dat het milieubeleid in dit parlement opvolgt, wacht ik nog altijd op uw eerste echte grote beslissing inzake milieubeleid in Vlaanderen. (Applaus bij Groen!)
Minister, ik stel vast dat er bij vele collegas toch nog onduidelijkheid is. Ik vraag u op welke manier u klaarheid zult brengen voor de inwoners in de regio die er dagelijks van wakker liggen.
Het is goed dat u het zinnetje geen afvalverwerkende activiteiten toe te laten, hebt opgenomen in het addendum. Ik hoop dan ook dat, als het dossier van de afvaloven in Kampenhout na de beroepsprocedures bij de Vlaamse Regering komt, u dat standpunt zult aanhouden voor de hele regio van Kampenhout-Sas.
Het incident is gesloten.