Verslag plenaire vergadering
Voorstel van decreet houdende vrijstelling van heffing van registratierechten op bouwgrond waarop btw wordt geheven
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde zijn de voorstellen van decreet van de heren Van Mechelen, Peumans, Van den Heuvel, Sannen, Watteeuw en Vereeck houdende wijziging van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten, wat het vermijden van een gelijktijdige heffing van btw en registratierechten op eenzelfde terrein betreft, en van de heren Strackx, Tack en Verougstraete houdende vrijstelling van heffing van registratierechten op bouwgrond waarop btw wordt geheven, die door de commissie in samenhang zijn behandeld, met dien verstande dat het voorstel van decreet van de heren Van Mechelen, Peumans, Van den Heuvel, Sannen, Watteeuw en Vereeck als basis voor de bespreking werd genomen. Wij volgen hier dezelfde werkwijze.
De algemene bespreking is geopend.
De heer van Rouveroij, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik zal mede namens de heer Van Dijck verslag uitbrengen over dit voorstel van decreet. Ik dank de N-VA-fractievoorzitter voor het vertrouwen dat daaruit blijkt.
De Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting behandelde op dinsdag 7 december 2010 het voorstel van decreet van de heren Van Mechelen, Peumans, Van den Heuvel, Sannen, Watteeuw en Vereeck houdende de wijziging van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten, wat het vermijden van een gelijktijdige heffing van btw en registratierechten op eenzelfde terrein betreft.
Dit gebeurde in samenhang met het voorstel van decreet van de heren Strackx, Tack en Verougstraete houdende vrijstelling van heffing van registratierechten op bouwgrond waarop btw wordt geheven. Het voorstel van decreet van de heer Van Mechelen en anderen, werd als basistekst voor de artikelsgewijze bespreking genomen.
Bij de toelichting namens de indieners verwees de heer Van Mechelen naar de besprekingen van het eerdere voorstel van decreet van de heren Gatz, Van Mechelen, Keulen en van mijzelf houdende wijziging van artikel 159 van het wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten, wat het vermijden van een gelijktijdige heffing van btw en registratierechten op eenzelfde terrein betreft. De heer Van Mechelen wijst er vervolgens op dat de federale Programmawet van 23 december 2009 de btw-regels voor bijhorende terreinen heeft gewijzigd. Het voorgelegde voorstel van decreet wil vermijden dat er een dubbele heffing komt op de verkoop van bouwgronden met een nieuw gebouw. De indieners van het voorstel van decreet willen een duidelijk onderscheid maken tussen btw-plichtig of onderworpen aan de Vlaamse registratierechten. Ze geven daarmee gevolg aan het arrest van het Hof van Justitie van 8 juni 2000, het zogenaamde Breitsohl-arrest.
Bij de algemene bespreking stelt de heer Strackx namens het Vlaams Belang dat ook hij een voorstel van decreet heeft ingediend over hetzelfde onderwerp als dat van de meerderheid, omdat de voorzitter van het parlement hem daartoe heeft aangezet en ook omdat hij het heel kinderachtig vond dat Vlaams Belang het andere voorstel van decreet niet mocht ondertekenen het u welbekende probleem.
Het verschil tussen de twee voorstellen van decreet is, aldus de heer Strackx, dat het Vlaams Belang geprobeerd heeft om ook voor delen van gronden die niet aan de btw onderhevig zijn, registratierechten te laten heffen. Het kan immers zijn dat een gebouw omringd is door een grote grond waarvan een deel niet onderhevig is aan de btw. In het voorstel van decreet van de andere partijen staat niets over het bijhorende terrein. Dat was nochtans wel het geval in het oorspronkelijke voorstel van decreet van de heren Van Mechelen, Gatz, Keulen en van Rouveroij.
De heer Sannen zei te begrijpen dat de heer Strackx zich uitgesloten voelde, maar merkte op dat toen hij het probleem van de dubbele heffing eerder aankaartte, op 18 maart 2008, de heer De Reuse dat afdeed als gazettenpraat en toogpraat. Een korte repliek van de heer Strackx leerde ons dat hij zich niet verantwoordelijk voelt voor alle mensen van zijn partij, zeker niet voor degenen die niet meer in dit parlement zitten.
De heer Van Mechelen stelde dat de aanpassing van de wetgeving aan het Breitsohl-arrest veel meer gevolgen heeft dan alleen voor de meeneembaarheid van de registratierechten. Het voorstel van decreet heeft enkel tot doel de cumulatie van fiscale lasten onmogelijk te maken. Daarnaast zijn er nog steeds problemen met het abattement en het bijabattement. Daarnaast is er nog het probleem met de teruggave bij de wederverkoop binnen de twee jaar en het probleem van de niet-tijdige wederverkoop door een beroepspersoon. Het voorstel van decreet tracht dus slechts één van de vier problemen op te lossen.
De heer Strackx vroeg waarom het begrip bijhorende grond uit het voorstel werd geschrapt. In het wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten staat immers dat voor delen van de verkoop die niet onderhevig zijn aan de btw, de overeenkomstige rechten wel geheven worden. De heer Van Mechelen stelde voor om de huidige tekst goed te keuren. Die tekst is immers besproken met de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën en dus is het verstandig om er niet te veel meer aan te raken.
Minister Muyters vatte samen en stelde namens de Vlaamse Regering dat alles van het Breitsohl-arrest nu geregeld is door het voorstel van decreet van de heer Van Mechelen en de anderen. Het zorgt ervoor dat er de registratierechten en de btw niet tegelijk worden geheven. Gronden waarvoor de verkoopakte in 2010 gesloten is, maar die pas in 2011 echt verkocht worden, vallen dan onder dezelfde regeling.
Vervolgens kregen we de artikelsgewijze bespreking en die startte onmiddellijk met de indiening van een amendement tot aanvulling van het voorstel van decreet. Het werd ingediend door de heren Van Mechelen, Peumans, Van Rompuy, Sannen, Watteeuw, Vereeck en de Kort een iets andere samenstelling dan de indieners van het voorstel van decreet, maar dat is op zich niet relevant, want het amendement kreeg een kamerbrede steun. Aangezien door de artikelen 142 tot en met 149 van de Programmawet van 23 december 2009 geen evenredig recht meer wordt geheven op de wederverkoop of verdeling van de bijhorende grond, zou dit betekenen dat de meeneembaarheid wordt belet.
Het is in de lijn van de geest van de meeneembaarheid dat ook in het geval van wederoverdracht van de bijhorende grond waarbij de btw wordt geheven de meeneembaarheid wordt behouden. Hieraan wordt tegemoetgekomen: ook als bij de wederverkoop of verdeling van de bijhorende grond de vrijstelling van artikel 159, punt 8, van het wetboek geldt, wordt de meeneembaarheid toegestaan.
De heer Strackx vindt dat het amendement niet thuishoort in het voorstel van decreet. Het gaat immers over iets anders. Het zou een apart voorstel van decreet moeten zijn. Hij had evengoed zijn eigen voorstel van decreet over de abattementen kunnen indienen als amendement.
De heer Van Mechelen zegt dat het amendement technisch volledig in orde is. Hij stelt wel voor dat de fiscale administratie om een bijkomende toelichting wordt gevraagd. Deze informatie is er intussen gekomen en toegevoegd aan het dossier.
Het amendement wordt aangenomen met elf stemmen voor bij drie onthoudingen. Het voorstel van decreet wordt aangenomen met elf stemmen voor bij drie onthoudingen. Het in samenhang behandelde voorstel van decreet van de heren Strackx, Tack en Verougstraete is daarmee impliciet verworpen. (Applaus)
De heer Strackx heeft het woord.
Collegas, vandaag breien we een nieuw hoofdstuk aan de droevige btw-op-bouwgrond-sage. Ten behoeve van een aantal nieuwe collegas wil ik hier in het kort de achtergrond van dit dossier schetsen.
De btw-op-bouwgrond-sage begon ongeveer drie jaar geleden toen de federale minister Didier Reynders zat na te denken of er toch geen manier bestond om de btw op de sanering van de vervuilde Waalse fabrieksterreinen te recupereren. In de wetenschap dat er in Wallonië ontelbare, ongeveer 3500, vervuilde fabrieksterreinen liggen, begrijpt u dat het Wallonië honderden miljoenen euro zou opleveren als ze de btw op die saneringskosten konden recupereren.
Dus zochten en vonden ze zoals gewoonlijk een creatieve oplossing. Didier Reynders trok wat schuiven open en vond onder een dikke laag stof nog een oud Europees arrest, dat daar al acht jaar lag en waaruit men met wat verbeelding zou kunnen opmaken dat op bouwgrond die tezamen met een gebouw wordt verkocht, btw moet worden betaald. Nu had dat Breitsohl-arrest daar nog gerust jaren kunnen blijven liggen, het was niet eens van toepassing op ons land, het ging over een garage in Duitsland. En bovendien had België zich kunnen beroepen op de standstillclausule vermits de afwijking al bestond van vóór de invoering van die gemeenschappelijke Europese regels, maar Reynders handig en uitgekookt als altijd verkocht het aan de Vlaamse ministers Peeters en Van Mechelen alsof er niet aan te ontkomen was. Die trapten spijtig genoeg in de val.
Ik viel in april 2008 bijna van mijn stoel toen ik hoorde dat de Vlaamse Regering ermee akkoord ging om het probleem voor te leggen aan het Europees BTW-comité. We gaan het Vlaamse systeem van registratierechten goed uitleggen en dan zal Europa daar begrip voor hebben, klonk het met een grenzeloze naïviteit. Applaus, felicitaties van alle partijen behalve de onze.
Mijn reactie was toen: dit gaat als een boemerang terugkomen. De ervaring heeft ons geleerd dat de Walen er meestal in slagen het laken naar zich toe te trekken in dergelijke dossiers. Het was u, voorzitter, die mij toen verweten heeft nooit tevreden te zijn en zelfs een verrottingsstrategie te voeren! De heer Caluwé vond dat ik niet altijd zo wantrouwig mocht zijn over alles wat met Europa te maken heeft, dat die mensen allemaal heel eerlijk zijn en zo.
Wat gebeurde er? Minister Reynders manipuleerde het BTW-comité zodanig dat het Vlaamse standpunt zelfs niet aan bod kwam en hij dus zijn zin kreeg. De huidige Vlaamse Regering ondernam verder niets meer en op 23 december 2009 werd de programmawet in het federaal parlement goedgekeurd, ook door CD&V en Open Vld. Vanaf 1 januari 2011 zullen kopers van een sleutelklare woning of appartement voortaan 21 procent moeten betalen op het grondaandeel, tenminste als de aankoop tegelijkertijd gebeurt en de verkoper van grond en gebouw dezelfde persoon of rechtspersoon is.
Als de huidige regeling met betrekking tot de registratierechten echter niet wordt gewijzigd, wordt er ook nog eens 10 procent registratierechten geheven op de aankoop van deze grond. Hoewel de Federale Regering Vlaanderen ter zake voor een voldongen feit heeft gezet, vinden we toch niet dat de Vlaamse koper hiervan de dupe mag worden, doordat hij een dubbele belasting moet betalen. Met dit voorstel van decreet schaffen we die dubbele belasting vandaag af. Het is een voorstel dat volgens mij de evidentie zelf is. Ik vond het inderdaad een echte schande dat minister Muyters dit voorstel als een kerstcadeautje van de Vlaamse Regering afschildert. Eerst neemt men de mensen 21 procent af, dan geeft men 10 procent terug, en dan stelt men dat voor als een cadeau. Zelfs de domste leerling van de klas heeft door dat het nog altijd 11 procent meer meer dan het dubbele kost dan daarvoor.
De voorzitter van dit parlement heeft me verweten dat ik zelf geen voorstel van decreet had ingediend om dit te regelen. Is het dan misschien de taak van de oppositie om voorstellen van decreet in te dienen om de door de regering veroorzaakte problemen op te lossen? Voorzitter, is het soms de taak van de oppositie alle decreten te repareren die mank lopen, alle decreten die onrechtvaardig zijn? Dat zijn er nogal wat. Ik heb in het verleden al herhaaldelijk getracht een aantal dingen die niet kloppen, bij te sturen. Ik heb dat ook nu opnieuw gedaan. Wordt dit met de nodige ernst behandeld? De minister heeft ter zake het slechte voorbeeld gegeven door niet te antwoorden op vragen, door regelmatig door zijn lichaamstaal blijk te geven van complete desinteresse voor vragen van de oppositie. Hoeveel minachting kan men hebben voor het parlement en voor de oppositie, voor parlementsleden die hun werk proberen te doen?
Dat dit voorstel van decreet een gat van 42 miljoen euro in de Vlaamse schatkist slaat, is niet onze schuld. De btw-heffing op bouwgrond had er voor ons nooit mogen komen. Dat ze er toch is gekomen, is deels de verantwoordelijkheid van de vorige Vlaamse Regering, maar ook van de huidige, die geen enkele moeite meer heeft gedaan om de btw-regeling tegen te houden. Dat er geen federale compensatie is gekomen voor de verloren 42 miljoen euro, is echter voor 100 procent de verantwoordelijkheid van de huidige minister, die hier nu net op tijd is binnengekomen. Het is niet meer dan logisch dat de federale schatkist dit verlies zou compenseren. Minister, vergeleken met de enorme recuperatie aan btw door Wallonië is 42 miljoen euro trouwens een peulschil. Dit was echt het minimum minimorum dat u had moeten eisen van uw federale collega van Financiën. Met die 42 miljoen euro hadden we niet de meerprijs voor de Vlaamse kopers kunnen compenseren, maar we hadden toch een deel van de andere financiële nadelen kunnen temperen.
Voor de Vlaamse kopers zijn er immers nog meer financiële gevolgen dan enkel die meerprijs van 11 procent op het grondaandeel. Omdat de kopers voortaan onder de btw-stelsels vallen, kunnen ze vanzelfsprekend niet genieten van de meeneembaarheid van registratierechten en ook niet van de vermindering van registratierechten voor starters, het abattement. Omdat de bijkomende vermindering van registratierechten bij het aangaan van een hypothecaire lening voor starters, het zogenaamde bijabattement, dom genoeg aan het verkrijgen van het eerste abattement is gekoppeld, zullen ze ook daarvan niet kunnen genieten.
Alles bij elkaar wordt de financiële pil voor de Vlaamse koper van een sleutelklare woning of appartement toch wel heel bitter. Minister, het feit dat Vlaanderen eens te meer in de wielen wordt gereden door de Federale Regering lees: de Walen mag voor de Vlaamse Regering toch geen aanleiding zijn om burgers op een ongelijke manier te behandelen. U weet dat ik daar zeer gevoelig voor ben.
Het is de uitdrukkelijke wens van de Vlaamse Regering, en ik denk van alle Vlaamse politieke partijen, het woningbezit in Vlaanderen aan te moedigen en te stimuleren, omdat dat de beste waarborg is tegen armoede. Wie een eerste woning aankoopt in het Vlaamse Gewest, moet dus van dezelfde premies van de Vlaamse overheid kunnen genieten. Of hij nu valt onder het stelsel van de registratierechten of onder het btw-stelsel, de Vlaamse koper mag niet de dupe worden van de grillen van de Federale Regering. En het zou dan niet meer dan normaal zijn dat de Vlaamse Regering de financiële nadelen van deze btw-regeling zo veel mogelijk zou trachten weg te werken. Maar de Vlaamse Regering beweegt niet. Minister, is het dan misschien de taak van de oppositie om dat te doen? Wij vinden alweer van niet, maar ook nu hebben wij onze verantwoordelijkheid opgenomen.
Vooreerst is er de meeneembaarheid van de registratierechten die de koper onder de btw-regeling voortaan uiteraard aan zijn neus voorbij zal zien gaan. Die meeneembaarheid van registratierechten is eigenlijk een soort van tegoed dat men opent zodra men onder het stelsel van registratierechten een huis of een bouwgrond koopt in het Vlaamse Gewest. Dat tegoed, weze dat het beperkt is tot 12.500 euro, wat ondertussen een achterhaald bedrag is, maar dat is een ander debat, neemt men voor de rest van zijn leven mee wanneer men het onroerend goed verkoopt, op voorwaarde dat men een ander onroerend goed onder de registratierechten koopt binnen een termijn van twee jaar voor of na de verkoop. Als er ergens een aankoop tussenkomt onder het btw-stelsel, dan geldt de meeneembaarheid niet meer. Als het de eerste aankoop van een onroerend goed is, zijn er uiteraard geen registratierechten betaald om mee te nemen. Maar wanneer er al een voorgaande aankoop onder de registratierechten is gebeurd, verliest de koper de eerder betaalde registratierechten definitief.
Daar zouden we wel iets aan kunnen doen. We zouden bijvoorbeeld aan deze mensen de voorheen betaalde registratierechten kunnen teruggeven ten belope van de geschatte waarde van het grondaandeel. Die mogelijkheid zouden we kunnen overwegen. Een andere mogelijkheid is het loslaten van de termijn van twee jaar voor iedereen. Wanneer er dan een aankoop onder het btw-stelsel tussenkomt, kunnen deze mensen, als ze ooit nog aankopen met registratierechten, toch hun ooit betaalde registratierechten nog verrekenen. Dat voorstel heeft het bijkomend voordeel dat we zo ook de mensen zouden meenemen die ooit een woning hebben gehad, maar die door ziekte of tegenslag zijn kwijtgeraakt. Wanneer zij er jaren later weer bovenop zijn en opnieuw een huis of een appartement kopen, zouden ze dan toch nog de vroeger betaalde registratierechten van hun vorige woning kunnen recupereren. Dat is zeker ook een denkpiste die verdient te worden onderzocht.
Collegas, de heer van Rouveroij heeft al gezegd dat we vlak voor de stemming in de commissie een zeer technisch amendement van de parlementsvoorzitter onder onze neus geschoven kregen, waarvan de verantwoording zo onduidelijk en dubbelzinnig was, dat men eruit had kunnen concluderen dat met één pennentrek de meeneembaarheid opgelost was. Ik heb een dag uitstel gevraagd om dat amendement grondig te kunnen bestuderen, maar men wou onmiddellijk stemmen.
Na een grondige lezing werd het mij duidelijk dat het hier niet gaat over mensen die onder het btw-stelsel een onroerend goed kopen, maar wel over mensen die onder het btw-stelsel een onroerend goed verkopen. Dat is een groot verschil. Als zij binnen de twee jaar een ander goed kopen onder registratierechten zijn deze registratierechten uiteraard meeneembaar. Het enige probleem was dat er moest worden verwezen naar een ander document om de termijn van twee jaar te kunnen vaststellen in plaats van dat dan zo in de toelichting te schrijven.
Voorzitter, u was indiener van het amendement. Dit had veel eenvoudiger kunnen opgelost worden door de woordjes of algemeen vast in te voegen tussen evenredige en recht. Er moeten immers nog steeds registratierechten worden betaald, ook door kopers die nu onder btw-stelsels vallen. Het zijn dan wel geen evenredige rechten, maar een algemeen vast recht. De formulering zou dan geweest zijn: binnen de 2 jaar, te rekenen van de datum van de registratie van het document dat aanleiding heeft gegeven tot de heffing van het evenredige of algemeen vast recht. Dat was heel wat eenvoudiger geweest dan de ingewikkelde formulering die nu is uitgedokterd, maar goed, laat het nu maar staan zoals het er staat.
Dit goedgekeurde amendement wijzigt dus totaal niets aan het probleem dat de meeneembaarheid voor kopers onder het btw-stelsel volledig en definitief verdwijnt. Dus hebben we nog eens ons best gedaan en doen we bij amendement een voorstel. Dit amendement gaat over mensen die hun woning of bouwgrond voor hun hoofdverblijfplaats, gelegen in het Vlaams Gewest, hebben gekocht onder het stelsel van registratierechten. Als zij deze woning verkopen, genieten ze normaliter van de meeneembaarheid van registratierechten door verrekening wanneer zij binnen een termijn van twee jaar een andere woning of bouwgrond kopen onder het stelsel van registratierechten. Als zij echter binnen deze termijn van twee jaar een woning kopen, niet een die onder registratierechten valt maar een die samen met de bijbehorende grond onderworpen is aan het btw-stelsel, zijn ze hun eerder betaalde registratierechten voorgoed kwijt, zelfs als ze ooit opnieuw een woning of bouwgrond zouden kopen onder het stelsel van registratierechten. De termijn van twee jaar is dan namelijk al lang voorbij.
Met dit amendement schorten we voor deze categorie de termijn van twee jaar op vanaf de aankoop van de btw-woning met bijbehorende grond tot: ofwel de verkoop van het huis dat onder het btw-stelsel werd gekocht, ofwel de nieuwe aankoop van een woning of bouwgrond onder het stelsel van registratierechten, wat het eerste komt. Zodoende zijn deze mensen tenminste hun eerder betaalde registratierechten niet voorgoed kwijt door de aankoop van een btw-woning met bijbehorende grond. Dit lijkt me niet meer dan eerlijk ten opzichte van mensen die al in het systeem van registratierechten zijn ingestapt. Door de goedkeuring van dit amendement en daar rekenen we natuurlijk op wordt voor wat betreft de meeneembaarheid van registratierechten door verrekening een van de nadelige gevolgen van de btw-heffing op bouwgrond weggewerkt.
Er zijn nog heel wat andere nadelige gevolgen waar een creatieve oplossing aan moet worden geboden, bij voorkeur door de Vlaamse Regering, minister. Omdat er niet veel beweging in de Vlaamse Regering schijnt te zitten, hebben we ook voor wat betreft het abattement en het bijabattement een afzonderlijk voorstel van decreet ingediend.
Het abattement kan namelijk moeilijk worden geregeld door een wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten. Men kan moeilijk een korting krijgen op iets dat men niet betaalt. Voor het bijabattement evenwel, dat betrekking heeft op een hypothecaire inschrijving naar aanleiding van de aankoop van de eerste woning, dus een vermindering van de hypotheekrechten die men moet betalen op zijn lening, zou dit gemakkelijk kunnen worden geregeld mits een wijziging van artikel 57 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten. Hoewel dat tevens ook de meest logische, de meest rechtvaardige en de gemakkelijkste regeling zou zijn geweest ik ben er altijd een voorstander van geweest verkoos de Vlaamse Regering twee jaar geleden toch, om mij nog altijd onduidelijke redenen, om dat bijabattement in te schrijven in artikel 46bis waardoor het gekoppeld is aan het verkrijgen van het gewone abattement zodat degenen die het gewone abattement niet krijgen, ook het bijabattement niet krijgen, hoewel het ene met het andere niets te maken heeft. Ook degenen die onder de btw-regeling vallen kunnen dat bijabattement niet krijgen.
Om alle Vlaamse onroerendgoedstarters van dezelfde aanmoedigingspremies te laten genieten, lijkt het ons daarom de beste oplossing het abattement en het bijabattement te schrappen uit het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten en te vervangen door een aankooppremie voor een eerste woning en een premie bij het afsluiten van een hypothecaire lening voor de financiering van deze aankoop. Over de omvang en de modaliteiten voor het verkrijgen van deze premies valt heel veel te zeggen, maar we hebben ze bewust letterlijk overgenomen van de huidige regeling, ook al gaan we daar niet voor 100 procent mee akkoord. Op deze manier willen we alle mogelijke kritiek op ons voorstel vermijden, zo ook de kritiek dat ons voorstel niet budgettair neutraal zou zijn. Het is jammer dat de commissievoorzitter niet aanwezig is, maar we hopen dat dit voorstel van decreet in de commissie de aandacht zal krijgen die het verdient en dat het met de grootste spoed zal kunnen worden goedgekeurd.
Collegas, er zijn zeker en vast nog vele andere mogelijkheden voor wat betreft de meeneembaarheid en de abattementen, waar ik op dit ogenblik nog niet aan heb gedacht. Met wat creativiteit is veel mogelijk, maar de politieke wil moet natuurlijk bestaan en ik heb niet de indruk als ik naar de minister kijk heb ik zeker niet de indruk dat de Vlaamse Regering nog van plan is iets te doen voor de mensen die door de btw-regeling op bouwgrond worden getroffen. Nochtans waren de verschillende partijen bij de diverse uiteenzettingen die er in het verleden al zijn geweest over dit onderwerp, erg scherp, ook van partijen van de meerderheid. Mijnheer Sannen, zo zei uw partijgenoot Peter Vanvelthoven in de commissie van 30 maart 2010 het volgende: Voor de sp.a kan het onder geen beding dat mensen die sleutel-op-de-deur bouwen met een belastingverhoging worden geconfronteerd. Er is een oplossing nodig. Wat zijn de voorstellen van de Vlaamse Regering om aan deze onrechtvaardigheid te verhelpen? Dat vroeg de heer Vanvelthoven. Misschien kunnen de collegas van sp.a aan de heer Vanvelthoven meedelen dat er geen voorstellen van de Vlaamse Regering zijn, geen enkel, helemaal niks. De heer Vanvelthoven zei: De finaliteit moet zijn: geen belastingverhoging voor de Vlaamse bouwers. Jammer voor Peter, maar we zitten vandaag al aan een belastingverhoging van 11 procent op bouwgrond.
De heer Sannen heeft het woord.
We zouden het niet hebben over mensen die hier niet meer zijn. Was dat niet uw uitgangspunt?
U bent begonnen!
Geen enkel probleem.
Ik denk dat we met dit voorstel van decreet al een stuk tegemoetkomen. Dat de federale Regering dat in de programmawet heeft opgenomen, is niet onze verantwoordelijkheid. Wij zitten niet in die Federale Regering. Met ons voorstel van decreet doen we een eerste poging om in elk geval de lastenverhoging voor de burger te beperken.
Dat is nu precies wat ik daarstraks heb verklaard. De overheid neemt de mensen 21 procent af en geeft hen dan 10 procent terug. Dat laatste wordt dan een mooi cadeau genoemd. We zitten nu met een belastingverhoging van 11 procent op bouwgronden. Indien onze voorstellen niet worden aanvaard, zal het nog veel meer zijn.
Ik zou nog een lange bloemlezing kunnen maken met de straffe uitspraken van verschillende Vlaamse volksvertegenwoordigers over de btw-heffing op bouwgronden. Ik hoor hier echter geen enkel voorstel. Het is toch niet mogelijk dat mijn fractie en ikzelf de enigen in Vlaanderen zijn die hierover creatief en constructief nadenken. Veel tijd is er overigens niet meer, want op 1 januari 2011 treden de artikelen uit de federale programmawet in werking.
Dames en heren, misschien kunnen jullie voor één keer jullie koppigheid, jullie ijdelheid, jullie grote egos en wie weet waar jullie nog aan lijden eens even opzijzetten en over dit amendement nadenken. Voor het overige wens ik jullie een zalige Kerstmis en een gelukkig Nieuwjaar. (Gelach en applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me bij de laatste woorden van de heer Strackx aansluiten. Ik wens hem ook een zalig kerstfeest.
Om een akkoord af te sluiten, moeten we echter met twee zijn. Ik weet niet of de heer Strackx dat al door heeft. Een van de twee partners weigert de gesprekken te voeren. De Vlaamse Regering heeft dit punt regelmatig op de agenda van het Overlegcomité geplaatst. Hoewel indertijd is beloofd werkgroepen op te richten, is nooit enige actie ondernomen. We hebben geprobeerd dit opnieuw te agenderen. We hebben er zelfs de notulen van de Vlaamse Regering bij gehaald. Daarin staat wat destijds in het Overlegcomité is afgesproken. Dit punt zou in een ruimer kader worden besproken. Het is echter niet meer op de agenda geraakt. We hebben lang gehoopt dit bij een nieuwe federale regering te kunnen aankaarten. Dat is echter nog niet aan de orde.
De heer Strackx heeft een voorstel van decreet ingediend. Ik kan me in elk geval aansluiten bij het voorstel van decreet dat de heren Van Mechelen, Peumans, Van den Heuvel, Sannen, Watteeuw en Vereeck hebben ingediend. Met de voorstellen die de heer Strackx naar voren heeft gebracht, heb ik het echter moeilijk. Hoewel hij hierover misschien heeft nagedacht, bevatten zijn voorstellen toch een aantal onvolkomenheden.
Het eerste probleem betreft het aspect van de controle en de uitvoerbaarheid. Het voorstel voorziet in een melding van de notaris aan de koper. Hoewel tevens in een boete wordt voorzien, voorziet het voorstel niet in controle of in opvolging.
Momenteel zorgt de FOD Financiën voor de controle op de uitvoering van de abattementen. Een premie die niet als fiscaal wordt beschouwd, moet echter door de Vlaamse overheid worden opgevolgd. Daar wordt niet in voorzien. De uitvoering en de controle kan niet door de federale overheid worden verzorgd. Hoewel dit nodig is, is er echter geen controle-instantie die dit kan overnemen.
Het voorstel van decreet van de heer Strackx is niet budgettair neutraal. Er zal immers een controle moeten worden opgezet. Zelfs de notarissen hebben momenteel niet het recht in het kadaster het onroerend bezit van een persoon in heel België op te zoeken. Dat zou een probleem vormen. Er is evenmin inzage in de concrete notariële akten. Dit zou eveneens een probleem met de controle en de uitvoerbaarheid opleveren.
Als ik naar de budgettaire contouren kijk, moet ik natuurlijk vaststellen dat de btw voor de meeste mensen duurder zal zijn dan de huidige heffing van 10 procent op het verkooprecht. Dit geldt niet voor mensen die de btw kunnen aftrekken, maar dat is natuurlijk een beperkte groep. Door het abattement door een premie te vervangen, krijgt dit een ruimere scope. Ik ben dan ook niet zo zeker dat dit budgettair neutraal zou blijven.
Er zijn ook een aantal juridische angels. Volgens mij slaagt het voorstel van decreet van de heer Strackx er niet in voor de vooropgestelde gelijke behandeling te zorgen. Het registratierecht en het btw-stelsel blijven natuurlijk verschillende percentages hanteren.
De vraag of de premie bepaald wordt per woning of per koper, is een tweede punt. In elk geval worden de voorwaarden voor het abattement overgenomen. Juridisch is er geen vereenvoudiging.
Met het voorstel van de heren Van Mechelen, Peumans, Van den Heuvel, Sannen, Watteeuw en Vereeck stel ik voor dat we doen wat op dit ogenblik mogelijk is. Als een nieuwbouwwoning tegelijk met de grond wordt gekocht, moeten we ervoor zorgen dat er geen dubbele belasting op wordt geheven. Dat kan door de registratierechten af te schaffen. Dat voorstel is vroeger al ingediend. De regering is daar toen niet op ingegaan omdat tot op het laatste moment werd gehoopt met de federale regering tot een oplossing te kunnen komen.
Toen duidelijk werd dat dit zeker niet mogelijk is voor 1 januari, is beslist om vanuit de Vlaamse Regering het voorstel zoals het voorligt te steunen.
Ik weet niet wat u daartoe heeft aangezet, maar u hebt nu een bespreking gehouden van mijn voorstel van decreet dat op dit ogenblik in de commissie voorligt. Ik zou op de kritiek die u vandaag formuleert, kunnen antwoorden. Ik heb de bepalingen in dit voorstel van decreet integraal overgenomen van de huidige regeling. Als u daar kritiek op levert, betekent dit dat de huidige regeling niet goed is. Dat geef ik ook toe. Ik ben ook niet 100 percent gelukkig met de huidige regeling. Ik heb ze integraal overgenomen, precies om uw kritiek te vermijden.
U zegt dat er niet in een controlesysteem is voorzien en dat dit geld zal kosten. Als de FOD Financiën dat niet meer moet uitvoeren, kunt u daar waarschijnlijk van de FOD Financiën een compensatie voor verkrijgen.
U zegt dat u de schuldige niet bent van het feit dat er BTW op bouwgrond wordt geheven en dat er geen compensatie is gekomen van de federale regering. U was hier minister toen de federale programmawet op 23 december 2009 is goedgekeurd. U had een belangenconflict kunnen indienen. Wij zouden dat zeker hebben goedgekeurd.
Wat vandaag ook nog voorligt, is ons amendement. Ik wou graag weten wat u vindt van dit amendement. Dat amendement ligt wel ter stemming voor. Het voorstel van decreet dat u zopas hebt besproken, komt hier niet ter stemming, maar wel in de commissie. Maar dit amendement ligt wel ter stemming voor.
Het document is zojuist uitgedeeld, mijnheer Strackx. Ik stel voor dat er straks bij de stemmingen, als de regering voltallig aanwezig is, even wordt op ingegaan, tenzij u nu een nietszeggend antwoord wenst te horen.
Ik heb over uw amendement, dat heel wat technischer en ingewikkelder was, en dat u hebt rondgedeeld in de commissie, ook op twee seconden moeten oordelen.
De minister heeft de tijd niet gehad om de tekst na te kijken. Als u per se een nietszeggend antwoord wenst, krijgt u dat. Ik wil voor kwaliteit gaan, maar dat is tenslotte uw verantwoordelijkheid. Ik stel voor dat de minister er straks op antwoordt.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet van de heren Van Mechelen, Peumans, Van den Heuvel, Sannen, Watteeuw en Vereeck houdende wijziging van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten, wat het vermijden van een gelijktijdige heffing van btw en registratierechten op eenzelfde terrein betreft.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2010-11, nr. 789/3)
De artikelen 1 en 2 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er is een amendement tot invoeging van een artikel 2/1. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2010-11, nr. 789/4)
De stemming over het amendement wordt aangehouden.
De artikelen 3 tot en met 5 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.