Verslag plenaire vergadering
Voorstel van decreet houdende uitbreiding van het toepassingsgebied van het decreet van 19 mei 2006 betreffende de Winwinlening
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde zijn het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 19 mei 2006 betreffende de Winwinlening en van het decreet van 19 december 2003 betreffende het activeren van risicokapitaal in Vlaanderen en het voorstel van decreet van de dames Ceysens, Peeters en Moerman en de heren Schueremans en Gatz houdende uitbreiding van het toepassingsgebied van het decreet van 19 mei 2006 betreffende de Winwinlening, die door de commissie in samenhang werden behandeld, met dien verstande dat het ontwerp van decreet als basis voor de bespreking werd genomen. Wij volgen hier dezelfde werkwijze.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Van den Heuvel, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, het verslag kan kort zijn, want er heerste een consensus over de Winwinlening in de commissie. Het ontwerp van decreet werd unaniem goedgekeurd.
De huidige win-winregeling bestaat erin private personen toe te staan om tot 50.000 euro aan één of meer startende bedrijven te lenen. Er zijn een viertal wijzigingen voorgesteld. Eén, de Winwinlening wordt mogelijk gemaakt voor alle kmos, in plaats van alleen voor starters. Twee, de Winwinlening wordt ook mogelijk voor stichtingen en organisaties. Dat is een uitbreiding van het veld. Drie, de Winwinlening kan worden terugbetaald in verschillende schijven en moet niet langer in één betaling worden voldaan. Vier, het maximum steunbedrag dat een onderneming kan ontvangen, wordt opgetrokken naar 100.000 euro.
We hebben dat besproken en dat is unaniem goedgekeurd in de commissie.
Mevrouw Ceysens heeft het woord.
Voorzitter, het klopt dat iedereen de Winwinlening nogal genegen is als instrument om kapitaal te verschaffen aan ondernemers. Na die bespreking en stemming in de commissie heeft iedereen natuurlijk vernomen dat Europa opnieuw een onderzoek gestart heeft tegen de Winwinlening. Ik heb dat gelezen. UNIZO heeft gereageerd dat we het hoofd koel moeten houden, dat het maar een onderzoek is.
Ik vind dat we meer moeten doen dan het hoofd koel houden. We moeten maximale rechtszekerheid bieden aan degenen die gebruikmaken van de Winwinlening. Als het ooit fout loopt door dat Europees onderzoek, dan zijn de gevolgen niet gering. De ondernemers zullen het kapitaal moeten terugbetalen. We hebben zoiets ooit al eens meegemaakt met subsidies. We moeten dat absoluut vermijden, en daarom hebben wij nog een amendement ingediend.
Het probleem van Europa is tweeledig. Het heeft enerzijds te maken met de fiscale aftrek die wordt verleend aan de natuurlijke persoon. Daar hebben wij niets over te zeggen, dat is een federale bevoegdheid. Mocht dat echt een probleem blijken te zijn, dan zal men dat maximaal bespreken en overleggen met Europa.
Anderzijds wil Europa de lening toekennen aan alle bedrijven met een exploitatiezetel in Vlaanderen, niet alleen aan de Vlaamse. We mogen de lening niet weigeren aan bedrijven uit een andere lidstaat met een exploitatiezetel in Vlaanderen. Ik denk dat Europa daar een punt heeft. Een Chinees bedrijf met exploitatiezetel in Vlaanderen vormt geen probleem. Maar aan een Frans of Italiaans bedrijf met exploitatiezetel in Vlaanderen mogen we zon Winwinlening eigenlijk niet weigeren. Als die bedrijven dat willen en iemand in Vlaanderen wil aan dat bedrijf met die zetel een Winwinlening geven, dan moet dat kunnen voor Europa.
Als dat klopt, kunnen we dat heel eenvoudig verhelpen. Nu staat er in het ontwerp van decreet dat ze hun voornaamste exploitatiezetel hier moeten hebben dat vindt Europa fout. We zouden dat kunnen verhelpen door het woord voornaamste weg te halen. Dan komt er in de plaats dat we de lening toestaan aan bedrijven met een exploitatiezetel in Vlaanderen. Het maakt dan niet uit of het een Vlaams, een Portugees of Italiaans bedrijf is. Als het een exploitatiezetel heeft in Vlaanderen komt het in aanmerking voor een Winwinlening en kunnen wij deze niet weigeren, gesteld dat ze de lening willen en dat iemand hun er een wil geven, want de voorwaarden gelden natuurlijk nog altijd.
Het zal niet over zoveel dossiers gaan. Ook de Winwinlening is nog altijd beperkt in omvang. Iemand in Vlaanderen moet aan de Vlaamse exploitatiezetel van een buitenlandse onderneming een lening geven.
Door echter het woord voornaamste uit artikel 3 te schrappen, verhelpen we het Europese bezwaar. Dan moeten we dat ook doen. Het zou niet behoorlijk zijn om dat Europese bezwaar van meet af aan niet weg te nemen. We moeten immers rechtszekerheid creëren voor onze ondernemers.
De vraag is waarom ik me twee dagen moet uitsloven om dit op papier te krijgen. Als dat nodig blijkt, vind ik dat ook geen probleem, maar ik had een regeringsamendement verwacht. De regering is nu eenmaal beter uitgerust dan ik om dit soort van problemen aan te pakken. Samen met mijn fractie hebben we ons over deze problematiek gebogen en getracht het euvel te verhelpen teneinde rechtszekerheid te creëren voor de gebruikers van dit product. Het zou nog wel eens een zuur verhaal kunnen worden van ondernemers die hun kapitaal moeten terugstorten.
We leggen het amendement met alle plezier ter discussie en ter stemming neer.
De heer Bothuyne heeft het woord.
We nemen er akte van dat mevrouw Ceysens en haar voltallige fractie twee dagen heeft nagedacht om één woord uit een decreet te schrappen. Ik wil niet polemiseren. We staan immers allemaal samen achter deze regeling die nog tot stand is gekomen tijdens de vorige regering en intussen heel veel succes kent.
Meer dan 1300 ondernemers hebben intussen gebruikgemaakt van de lening en er is al meer dan 35 miljoen euro uitgeleend. Het is dus een zeer succesvolle maatregel gebleken die destijds door minister Moerman is geïnitieerd en later door mevrouw Ceysens werd aangepast.
Deze aanpassing steunen we ook allemaal. Het voorstel van de regering gaat zelfs verder dan het voorstel dat Open Vld heeft ingediend. We zitten dus allemaal op dezelfde lijn.
Wat de opmerking van Europa betreft, moeten we stap voor stap te werk gaan. Er zijn twee opmerkingen gekomen. We mogen niet te snel ingaan op opmerkingen die door de Commissie naar voren zijn gebracht. Het gaat hier om een eerste stap in een hele procedure. De regering heeft nu twee maanden de tijd om een hele argumentatie op te bouwen en een antwoord te bieden op de opmerkingen vanuit Europa.
Wat de suggestie van mevrouw Ceysens betreft om het woord voornaamste te schrappen, ben ik mijn licht gaan opsteken in Nederland. Daar bestaat de tante-agaathlening. Dat is de inspiratiebron geweest voor de Winwinlening die in 2006 in Vlaanderen is ontstaan. Wel daar werd een minimumactiviteit ingeschreven om ervoor te zorgen dat er geen misbruiken zouden ontstaan. Deze minimumregeling ontbreekt in uw amendement. Door uw amendement zouden postbusfirmas van deze regeling gebruik kunnen maken. En dat is niet de bedoeling.
Ik stel dus ook voor het amendement van mevrouw Ceysens op dit moment niet te aanvaarden, de Vlaamse Regering toe te laten om een juridische argumentatie op te bouwen ten aanzien van de bezwaren van Europa, en stap voor stap te werk te gaan.
Dit ontwerp kunnen we goedkeuren en intussen kunnen we ervoor zorgen dat rechtszekerheid wordt gecreëerd voor een instrument dat zijn nut voor de Vlaamse ondernemer heeft bewezen.
De heer Deckmyn heeft het woord.
De uitbreiding in dit ontwerp van decreet naar de registratie van de Winwinlening naar ondernemingen van maximaal 5 jaar is alvast positief. Vlaanderen is een KMO-land bij uitstek en het Vlaams Belang is dan ook blij dat alle Vlaamse KMOs hiervoor nu in aanmerking zullen komen. Dat men het maximaal bedrag optrekt tot 100.000 euro, is alvast ook een stap in de goede richting. In het ontwerp van decreet wordt het ARK-decreet ook aangepast wegens de kritiek van de Europese Commissie die stelde dat er hier een inbreuk was op het vrij verkeer van kapitaal. Laat dat nu net ook het probleem zijn waarmee we bij de Winwinlening worden geconfronteerd. Ondertussen stellen we vast dat de Europese Commissie ook een procedure heeft gestart tegen de Winwinlening. Blijkbaar zou dat alleen om vragen om meer uitleg gaan, maar sommige bronnen spreken al over het noodgedwongen afschaffen van de Winwinlening. Zelfs minister Muyters bevestigt deze hypothese. Ik vraag me dan ook af hoe de Vlaamse Regering zal anticiperen op deze nieuwe Europese ontwikkeling. Ik hoop dat men hierop alvast een positief antwoord zal formuleren.
Mevrouw Ceysens is ook van mening dat men maximaal moet inzetten op lastenverlaging. Men botst met dat betoog natuurlijk aan tegen de grenzen van het huidige federale model. Het is jammer te moeten vaststellen dat Vlaanderen steeds zijn toevlucht moet nemen tot flankerende maatregelen omdat het daarover geen echte maatregelen kan nemen.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de appreciatie die door alle sprekers hier is geuit. De bevoegde commissie heeft dit ontwerp van decreet unaniem goedgekeurd. De merites zijn hier uitgebreid beschreven. Het verbreden van het doelpubliek van de Winwinlening, het vergroten van het bedrag dat men kan ontlenen en ook de uitbreiding naar de sociale economie waren voor ons belangrijke appreciatiepunten. In de bespreking hebben we ook gewezen op de mogelijke impact die deze uitbreiding heeft op het budget. De minister-president heeft er zich toen toe verbonden om te bekijken wat de reële impact is en dan eventueel de nodige stappen te zetten. Dat vind ik een reden, mevrouw Ceysens, om vandaag absoluut zeker niet holderdebolder opnieuw een uitbreiding te gaan inschrijven. We hebben een opmerking gekregen van de Europese Commissie. Vlaanderen heeft tijd en de mogelijkheid om daarover een argumentatie op te bouwen. In het licht van financiële beheersbaarheid moeten we toch ook kijken dat we het systeem niet laten ontploffen vooraleer het goed en wel vertrokken is. Het lijkt me dat we het ontwerp met het amendement dat is ingediend door de meerderheid, onverkort moeten goedkeuren.
De heer Filip Watteeuw heeft het woord.
Ook wij zullen dit ontwerp van decreet goedkeuren. Het is inderdaad belangrijk dat het risicokapitaal wordt geactiveerd. Bovendien is de wijziging die voorgesteld wordt, zeer genuanceerd in de zin dat het wel een verdubbeling mogelijk maakt van het bedrag voor de kredietnemer. Ook de sociale economie komt aan bod. Dat is een zeer goede zaak. Tegelijkertijd wordt heel goed rekening gehouden met de budgettaire context. In die zin kunnen we het steunen.
Ik vind het toch wel een positieve zaak van de Open Vld-fractie dat ze al begint mee te denken met de regering ten aanzien van de opmerking van de Europese Commissie, maar toch durf ik ervoor pleiten om de tijd te nemen. Men heeft vanuit de Open Vld-fractie aangetoond dat het nodig is om daar snel op te reageren. We hebben 2 maanden tijd. Laat ons die nemen en in de commissie daarover verder discussiëren.
De heer Vereeck heeft het woord.
Ook mijn fractie heeft altijd gezegd dat de Winwinlening een goed instrument en een goed initiatief is. We kunnen ons ook vinden in de aanpassingen in dit ontwerp en we zullen het dan ook steunen. Uiteraard zijn we ook bezorgd over de commentaar en kritiek die er vanuit de Europese Commissie komen. We nemen aan dat er daar wel een mouw aan gepast zal worden. In ieder geval zijn we benieuwd naar de stand van zaken.
Ook de aanpassingen rond het ARK-decreet op basis van een vraag van Europa kunnen we absoluut steunen, hoewel we wel kritisch zijn over de manier van financiering. In de commissie hebben we een alternatief financieringsplan voorgesteld. Ik verwijs graag naar het verslag.
De heer Diependaele heeft het woord.
Het is inderdaad zo dat de Winwinlening een heel goed instrument is om de kmos te voorzien van de nodige financiering. We proberen daar vanuit Vlaanderen een actief beleid mee te voeren om het economisch draagvlak te versterken, om werken weer lonend te maken en om bedrijven de nodige ademruimte te geven.
Wat de bezorgdheid inzake Europa betreft, sluit ik me aan bij de heer Van Malderen. We moeten ervoor zorgen dat we daar niet al te paniekerig op reageren. We moeten eerst ten gronde bekijken of we binnen de budgettaire beperkingen die we hebben, een oplossing kunnen vinden en tot een vergelijk kunnen komen met Europa. We moeten daar de tijd voor nemen die Europa ons geeft. We hebben dan nog voldoende tijd om eventueel een veroordeling of verdere sancties te vermijden.
Mijnheer Bothuyne, u had misschien ook beter twee dagen gezocht. Dan hadden we vandaag een oplossing. Voor mij primeert de rechtszekerheid van die ondernemers. Ik begrijp niet dat er wat lacherig wordt gedaan over een goedbedoeld amendement. Dit is een zorg van heel wat mensen in Vlaanderen. We kunnen inschatten wat het probleem is. Uiteindelijk hebben we ook weinig problemen, tenzij men hier niet de volledige waarheid vertelt en dit moet terugkeren naar de politieke tafel.
Een van de grootste bezwaren die ik momenteel heb bij het beleid dat in Vlaanderen wordt gevoerd op het vlak van economie en innovatie, is dat alles gepolitiseerd is. Elke dossier geeft aanleiding tot een koehandel, tot een wafelijzerpolitiek, tot een politisering waarbij economie, innovatie en rechtszekerheid van de ondernemers niet geslacht moeten worden op het altaar van de politisering. Men weet goed wat het probleem is. Men kan het goed inschatten en men kan het met de nodige bereidheid snel verhelpen.
Het gebied is nu wat uitgebreider maar het gaat nog altijd over een relatief beperkt aantal ondernemingen dat in aanmerking komt. Er moet aan een groot aantal voorwaarden voldaan zijn. Zo moet men iemand vinden die bereid is om middelen te lenen aan een onderneming die hier mogelijks een exploitatiezetel of activiteit heeft. Wat de politiek hier had kunnen tonen, is dat wanneer zich een probleem voordoet, men daar adequaat en met rechtszekerheid snel kan op inspelen. Ik heb echter begrepen dat er opnieuw moet worden onderhandeld en dat de rechtszekerheid wordt geofferd op het altaar van de politisering.
Mevrouw Ceysens, u hebt het over het altaar van de politisering. Als dramaqueen kent u in dit halfrond geen gelijke. Dat weten we intussen al langer. Uw amendement is weliswaar goedbedoeld maar die twee dagen waren blijkbaar niet voldoende voor een goed doordacht amendement. Ik heb u daarnet al aangegeven wat de problemen zouden kunnen zijn met uw amendement. Het is jammer dat u daar niet goed naar hebt geluisterd. Wanneer u het hebt over een beperkte doelgroep, wil ik u erop wijzen dat het hier gaat over alle kmos in Vlaanderen. Noemt u dat een beperkte doelgroep? Ik denk dat u niet goed hebt gekeken naar de recentste economische cijfers die onze kmo-economie weerspiegelen.
Met een beperking op leeftijd.
Mevrouw Ceysens, ik apprecieer een goed debat en u bent daar goed in. De bochten die u nu echter maakt om van dit dossier een politiek steekspel te maken, zijn wel net iets te grillig naar mijn mening.
U verwijst naar de rechtszekerheid, met het risico dat we daar opnieuw een juridisch-technisch gegeven van maken. De rechtszekerheid van de Vlaamse kmos die op dit ogenblik hebben ingeschreven op de Winwinlening, staat niet ter discussie. Ook met de huidige aanpassing kunnen zij daar verder aan deelnemen.
De enige vraag die de Europese Commissie stelt, is dat buitenlandse bedrijven niet de kans hebben gekregen om toe te treden tot het systeem van de Winwinlening. Dat maakt geen enkel verschil uit voor de rechtszekerheid van de bedrijven die er nu al gebruik van maken, of die er de komende maanden of jaren gebruik van zullen maken. In die zin staat de rechtszekerheid van de kmos in Vlaanderen niet ter discussie. Het doet er niet toe, dit is totaal irrelevant.
Mevrouw Ceysens, inhoudelijk zult u het met me eens zijn dat er een kamerbrede appreciatie is dat dit instrument nuttig is en dat die uitbreiding op zijn plaats is. Ook leden van andere oppositiepartijen die hier hebben gesproken, hebben bepleit om de aanpak die de meerderheid voorstaat, uit te voeren, namelijk de tijd nemen en de middelen ontwikkelen om aan Europa te bewijzen dat wat we doen, niet in strijd is met de Europese regelgeving. Al de rest is een vorm van sfeerschepping die afbreuk doet aan de constructieve sfeer waarin dit ontwerp van decreet tot stand is gekomen.
De heer Caluwé heeft het woord.
Ik heb niet veel toe te voegen aan wat de meerderheid en de heer Watteeuw hebben gezegd. Ik waardeer de intellectuele transpiratie waaraan de Open Vld-fractie zich heeft begeven, maar als dan de eenvoudige opmerking komt dat men in Nederland een andere regeling heeft die wel conform is verklaard en die anders is dan het amendement dat is voorgesteld, en als de vraag wordt gesteld of dit niet leidt tot een mogelijk misbruik van pure postbusfirmas, dan komt daar geen antwoord op. Of er komt een antwoord waar een grote, politieke machinatie achter zit. Laat ons alstublieft intellectueel eerlijk blijven. We hebben twee maanden tijd om dit te onderzoeken. In die twee maanden zullen we een gedegen antwoord kunnen uitwerken op de Europese bezwaren.
Het antwoord op misbruik heb ik gegeven door de contouren en proporties te tekenen wanneer er ooit dossiers gebruik zouden kunnen maken van die regeling. De grote fraude met al die postbussen, dat is pas een karikatuur.
We hebben moeten zoeken naar wat het probleem was met Europa omdat we ons alleen op krantenartikels hebben moeten baseren. Ik kan me indenken dat de regering het dossier op haar tafel heeft liggen. Met de performante diensten die men daar heeft, zoals de PMV, met juristen die van s ochtends tot s avonds met dit dossier bezig zijn, kan men toch snel en efficiënt antwoorden. Alleen kan ik me indenken, als dat toch weer door de politieke molen moet, wat sommige partijen rond de tafel gaan zeggen. Dat voel ik. Het is de nare bijsmaak die ik begin te krijgen in heel wat economische en innovatiedossiers. Het gaat niet weg door snel en efficiënt alleen juridisch kwalitatief op te treden. Dan zie ik echt niet in waarom twee dagen niet genoeg zouden zijn, met alles wat men weet en hoe men het dossier kent. Dit is eerlijk gezegd nog een van de eenvoudigere zaken. Er zijn heel complexe vraagstukken, maar al bij al is dit een vrij eenvoudig dossier.
Mevrouw Ceysens, dat het enkel zou gaan over kmos jonger dan vijf jaar, was uw voorstel. Het voorstel van de meerderheid is om het open te trekken naar alle kmos. Vandaar mijn opmerkingen van daarnet. Het gaat over een dossier dat duidelijk niet is gepolitiseerd, en een duidelijke meerderheid heeft, waar iedereen achter staat, inclusief het werkveld en alle ondernemersorganisaties. Het is niet nodig hier een grote politieke show op te voeren.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Ik wil iedereen danken die achter dit ontwerp van decreet staat om de Winwinlening aan te passen. Ik denk dat iedereen dit kamerbreed steunt.
Het is ook zo dat wij nadien werden geconfronteerd met een schrijven van de Europese Commissie waarin Vlaanderen in gebreke is gesteld, meer bepaald voor twee artikelen: artikel 3, paragraaf 2, 2° en artikel 8, paragraaf 1. Zij verwijzen wat betreft artikel 3, paragraaf 2, 2° naar artikel 49 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 31 van de Europese Economische Ruimte. Voor artikel 8, paragraaf 1 verwijzen zij naar artikel 45 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en naar artikel 28 van de Europese Economische Ruimte.
Men zegt hier terecht dat wij ons volop aan het voorbereiden zijn om daarop met argumenten te antwoorden binnen de termijn van 2 maanden, die, mocht dat nodig zijn, nog eens kan worden uitgesteld. Mevrouw Ceysens, ik apprecieer zeer dat jullie erover hebben nagedacht hoe we dit probleem moeten aanpakken. Ik hoop dat dit geen eenmalig feit is. (Opmerkingen)
Ik moedig u aan om dat nog te doen. Ik vind dit een heel positieve benadering omdat ik ervan uitga dat u ook in het belang van deze regelgeving en van de door u aangehaalde rechtszekerheid probeert oplossingen te vinden.
Mevrouw Ceysens, onze dynamiek hier bestaat erin dat wij ten aanzien van de Europese Commissie alle argumenten zullen uitspelen. Wij zullen verdedigen dat wij afdoende argumenten hebben voor wat wij hebben voorgesteld. Mocht dat niet zo zijn, dan moeten wij dat aanpassen. Ik weet op dit moment niet of het volstaat om in artikel 3, paragraaf 2 het woord voornaamste te schrappen. Ik begrijp dat u daarover hebt nagedacht en dat u vindt dat het hiermee opgelost is.
Maar misschien is het toch wijzer, ook met het oog op de rechtszekerheid, om eerst argumenten uit te spelen ten aanzien van de Europese Commissie en de antwoorden van de Europese Commissie af te wachten. Mocht het zo zijn dat onze reactie op de ingebrekestelling onvoldoende is en dat wij toch de wetgeving moeten aanpassen, dan moeten wij absoluut zeker zijn dat Europa het eens kan zijn met de aanpassing die wij dan doorvoeren. Het debat met de Europese Commissie moet nog starten. Ik heb nu dus geen elementen die mij ervan overtuigen dat wij er met deze kleine aanpassing zullen geraken. Dat is nu de stand van zaken.
Daarom, voorzitter, stel ik voor dat we de argumentatie opbouwen en uitspelen, en dat wij de reactie van de Europese Commissie afwachten. Voor mij is absolute rechtszekerheid ook heel belangrijk. Maar die komt hier, zoals de heer Diependaele terecht zegt, niet in gevaar. De ingebrekestelling heeft ook geen effect, er is geen opschorting. Ook dat is belangrijk. Als er een aanpassing moet komen, moeten wij er absoluut zeker van zijn dat de Europese Commissie daar dan mee akkoord gaat. Daarom stel ik voor om dit ontwerp, zonder het amendement van mevrouw Ceysens, goed te keuren, het debat aan te gaan met de Europese Commissie en om dan, als het nodig is, na te gaan welke aanpassing wij aan onze wetgeving moeten aanbrengen.
Mevrouw Ceysens heeft het woord.
Ik heb het eerlijk gezegd moeilijk met het feit dat mensen die gewoon eerlijk de job doen waarvoor ze worden betaald, iedere keer op een wat vreemde manier worden behandeld. Men probeert om er iets anders omheen te spinnen. Ik vind dat redelijk irritant. In de commissie merk ik dat ook soms. Men is er daar alleen op uit om zo rap mogelijk weg te zijn en om zo min mogelijk te moeten doen. Wij hebben het recht om ons daartegen te verzetten en om iedereen uit te dagen om maximaal het werk te leveren waarvoor we hier zijn aangeduid.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2009-10, nr. 640/1)
De artikelen 1 en 2 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er is een amendement op artikel 3. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2009-10, nr. 640/4)
Mevrouw Ceysens, in dat amendement vraagt u het woord de te schrappen. In de paragraaf waarnaar u verwijst, staat dat woord echter twee keer. U wilt de eerste de vervangen door het? (Instemming)
Voor de geschiedenis is het belangrijk dat het juist wordt weergegeven.
De stemmingen over het amendement en over het artikel worden aangehouden.
De artikelen 4 tot en met 8 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er is een amendement op artikel 9. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2009-10, nr. 640/3)
De stemmingen over het amendement en over het artikel worden aangehouden.
De artikelen 10 en 11 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.