Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, het debat is geopend.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Minister, volgende week is het herfstvakantie. Dan zijn de scholen dicht. Beseft u dat honderden kinderen een hele week in de kou zullen zitten? Minister, de centrale vraag van mijn betoog is: hoeveel cijfers hebt u nog nodig om tot actie over te gaan?
Collegas, deze week werden we andermaal met de neus op de feiten gedrukt. Al 80.760 Vlaamse gezinnen werden dit jaar gedropt door hun energieleverancier. In 2005 waren het er 25.000, in 2007 55.000. Alleen al dit jaar zijn het er 80.760. Ik weet dat het zeker niet alleen gaat om mensen in armoede. Bij de sociale leverancier zijn er nu 30.000 wanbetalers gekend. Het is niet zo, zoals de krant verkeerdelijk schrijft, dat al die 30.000 gezinnen op dit moment in de kou zitten. De meerderheid is langs de lokale adviescommissie (LAC) gepasseerd en heeft een afbetalingsplan afgesproken. Gelukkig maar.
Ondertussen hebben 41.391 gezinnen een budgetmeter voor elektriciteit. En ook al bestaat de aardgasbudgetmeter nog maar pas, toch zijn er blijkbaar 16.735 gezinnen die gedwongen of gewild een aardgasbudgetmeter in huis hebben. Dat betekent dat deze winter meer mensen in de kou zullen zitten dan vorige winter. Vorige winter bestond de aardgasbudgetmeter niet. Tijdens de winterperiode, van 1 december tot 1 maart, konden de leveranciers het aardgas niet afsluiten. Voor de 16.735 gezinnen die vandaag een aardgasbudgetmeter hebben en er komen er in de loop van de volgende maand waarschijnlijk nog een groot aantal bij kan dat aardgas wel uitvallen want als hun kaart niet is opgeladen, is er geen aardgas.
Minister, uit recente cijfers blijkt dat de meeste mensen die met betalingsproblemen kampen, in de steden wonen. In de steden zijn de mensen het meest op aardgas aangewezen om zich te verwarmen. Voor de mensen die een budgetmeter hebben en deze niet kunnen opladen, zal het aardgas uitvallen. U hebt een systeem uitgedacht: mensen kunnen bij het OCMW vragen om de kaart op te laden. Ik heb u daarover al ondervraagd. In diezelfde grote steden waar de meeste mensen betalingsproblemen hebben en de meeste mensen met gas verwarmen, is er een ongelooflijke toestroom van aanvragen. De dossierlast wordt stilaan onbeheersbaar.
In 2008 hebben we, in opvolging van de ad-hoccommissie Generatiearmoede, een hoorzitting gehad met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). Daaruit bleek dat in Antwerpen de achterstand van de dossiers bij de LAC al groot was, dat er elke week één zitting plaatsvond en dat er per zitting 150 dossiers werden behandeld. Ik heb naar aanleiding van deze vraag gevraagd hoe de situatie is. Men doet alle moeite om de achterstand weg te werken, maar er zijn vandaag tweehonderd dossiers per week op een LAC-vergadering.
Dat kan je niet meer serieus behandelen. Als dan vanaf 1 december al die mensen komen aankloppen, waarvoor er een dossier moet worden geopend om te vragen hun kaart op te laden om een minimum aan aardgas te hebben, dan zal die dossierlast nog erg toenemen. Men zegt nu al: u zult minstens één maand moeten wachten voor het dossier is opgemaakt en de LAC het dossier kan behandelen.
Minister, mensen één maand in volle winterperiode zonder gas zetten, is onaanvaardbaar, maar het zal de realiteit zijn. Trouwens, na de winter zullen die mensen hun schulden moeten afbetalen en zullen de OCMWs hen naar de schuldbemiddelingsdiensten sturen. Wat vinden ze daar, collegas? Lange wachtlijsten.
Minister, steeds meer mensen zitten in een echt uitzichtloze situatie, bijna in een draaikolk van kansarmoede, waar ze niet meer uit raken. Zoals ik al zei, deed dit parlement in 2005-2006 in een commissie ad hoc een grondige studie en formuleerde een aantal aanbevelingen. Aanbeveling 1 was: het kunnen beschikken over een minimumlevering aan energie en dit te beschouwen als een grondrecht. Hoe gaat u dit grondrecht deze winter in godsnaam nakomen?
Mensen die met gas verwarmen, zijn ook voor gas afhankelijk om te koken en om warm water te verkrijgen. Dan kunt u zich afvragen waarom men zich beperkt tot een garantie voor een minimumlevering van gas alleen tijdens de wintermaanden. In de herfst, zo blijkt vandaag, en in de lente kan het ook koud zijn. Ook in de zomer hebben mensen het recht om zich te wassen met warm water en om een warme maaltijd te bereiden.
Minister, niet alleen de korte termijn is van belang. Uiteindelijk wordt het tijd dat er structureel wordt ingegrepen. We beperken ons aan Vlaamse zijde al te vaak tot het begeleiden van mensen in schuldbemiddeling, maar het probleem is structureel. Men kan geen kei het vel afstropen. Onze minimumuitkeringen zijn te laag. U zult zeggen dat dat een federale bevoegdheid is. Dat klopt. Maar onze minimumuitkeringen zijn vooral te laag omdat de huurprijzen en de energieprijzen in Vlaanderen veel te hoog zijn. Laat dat nu net uw bevoegdheid zijn, namelijk Energie en Wonen.
U kreeg vorige week bezoek van de milieubeweging en de armoedebeweging, onder het motto: arme mensen stoken zich arm. In Vlaanderen zijn er 231.000 ongeschikte woningen op de huurmarkt, precies die woningen waar die mensen wonen met problemen om te betalen. Het gevolg is dat ze ook hogere energiefacturen hebben. Vanop deze tribune wil ik aanklagen dat wij de voorbije jaren onze belastingmiddelen hebben gebruikt om ervoor te zorgen dat mensen die eigenaar zijn, vandaag een minder hoge energiefactuur hebben dankzij de renovatiepremie, dankzij de zonnepanelen. Ik verwacht van u, minister, dat u eindelijk het geweer van schouder verandert. Ik mag het van de heer Sannen niet zeggen, maar ik verwacht van u, als socialistische minister, dat u nu eindelijk partij trekt voor diegenen die het zwakst staan in onze samenleving.
Ik heb die dikke bundel van het voortgangsrapport op mijn bank gevonden. Er staat op: vertrouwelijk en persoonlijk. Ik ben dus onmiddellijk gaan kijken wat erin staat. Ik heb gekeken bij het hoofdstuk over betaalbaar en kwalitatief wonen. Het gaat over het ViA-akkoord, met grote beloftes en grote ambities. Minister, u zult u serieus moeten weren om de ambitie van het ViA-akkoord waar te maken. Het is vandaag tijd om te veranderen. Het is vandaag tijd om te kiezen voor de laagste inkomens in Vlaanderen. (Applaus bij Groen!)
De heer De Loor heeft het woord.
Mevrouw Vogels begint haar betoog door te stellen: hoeveel cijfers zijn er nog nodig vooraleer minister Van den Bossche actie onderneemt? Ik denk dat minister Van den Bossche reeds actie ondernomen heeft. Mevrouw Vogels, bent u eigenlijk tevreden met de maatregel voor een minimumlevering aardgas?
Neen, omdat hij niet realistisch is, mijnheer De Loor, zoals ik heb uitgelegd, omdat mensen zelf naar het OCMW moeten gaan. U weet ook dat kansarmen vaak niet weten welke nieuwe reglementen hier goedgekeurd worden. Ze hebben die informatie niet. Als ze het al weten, moeten ze naar het OCMW gaan. Het OCMW moet een dossier openen. Dat dossier moet gebaseerd zijn op een onderzoek van de situatie van het gezin, en dat duurt minimum één maand.
De winterperiode begint op 1 december. Mensen hebben geen geld om hun kaart op te laden. Ik voorspel u dat ze in het beste geval op 15 januari opnieuw beschikken over een minimumhoeveelheid gas, en dat is onverantwoord.
De heer Sannen heeft het woord.
Mevrouw Vogels, ik voel me toch geroepen om even tussen te komen. Ik wil beginnen met te zeggen dat de prijsbepaling van energie een federale materie is. U goochelt ook met een reeks cijfers van de aardgasbudgetmeters. Weet u dat vroeger iedereen die werd afgesloten, uiteindelijk in de winter zonder gas zat? Mensen hebben nu een aardgasbudgetmeter en kunnen nu via die meter uiteindelijk in de winter wel opnieuw gas krijgen. Ze waren afgesloten en bleven afgesloten. Ze werden in het verleden niet opnieuw aangesloten in de winter. Daarom zijn er veel mensen die vragende partij waren om een budgetmeter te plaatsen. U moet het plaatsen van een budgetmeter dus zeker niet negatief formuleren. Het geeft hun de mogelijkheid om, ondanks de hoge schuldratio, toch nog, weliswaar geleidelijk en beperkt, te kunnen beschikken over gas en dus over verwarming in de winter.
Ik wil er nog iets aan toevoegen, maar misschien kan de minister dat straks beter verduidelijken. Ik dacht toch dat als mensen gedurende lange tijd hun aardgasbudgetmeter niet opladen, de netbeheerders zelf de OCMWs verwittigden. Het ligt dus niet enkel bij degenen die zelf als klant naar de OCMWs gaan. De netbeheerders brengen net de OCMWs op de hoogte dat er problemen zijn.
Het klopt dat mensen die werden afgesloten in oktober, niet opnieuw werden aangesloten tijdens de winter als ze zelf geen initiatief namen. Ik heb zelf in een LAC gezeten. Als het om schrijnende gevallen ging, dan gebeurde dat wel. Maar, mijnheer Sannen, vroeger mocht men de gaskraan niet dichtdraaien tussen 1 december en 1 maart. Dat is nu wel het geval. (Opmerkingen)
Neen! Want nu is er een systeem van opladen. Als ik geen geld meer heb op 15 december, beschik ik niet meer over gas. Als ik vroeger op 15 december geen geld meer had, dan bleef die gaskraan toch open, want er mocht niet worden afgesloten tussen 1 december en 30 maart.
Ik ben niet tegen een aardgasbudgetmeter, integendeel. We hebben destijds die resolutie mee goedgekeurd. Maar tegelijkertijd waren we voor een garantie voor een minimumlevering, zeker in de winterperiode. En die garantie is er nu niet. (Opmerkingen)
Maar u begrijpt het niet. Ik heb het zojuist toch helder uitgelegd. Het is 10 december. Het vriest dat het kraakt. Ik heb geen geld om mijn kaart op te laden. Er is geen gas, want ik heb geen geld ingeput. Dus is er geen gas. Ik moet naar het OCMW. Ik moet daar een dossier opstarten. En het is 15 januari voor ik opnieuw over gas beschik. Dat is de realiteit de dag van vandaag.
U zegt ook dat netwerkbeheerders zelf het OCMW moeten verwittigen. Dat klopt. Dat is een ander besluit, dat eerder genomen is in de maand mei-juni. Voor zover ik weet, is dat vandaag nog niet helemaal operationeel. Die netwerkbeheerder zal trouwens maar doorgeven op het moment dat mensen gedurende een aantal keren hun kaart niet hebben opgeladen.
En ik herhaal, op 10 december heb ik geen geld meer, ik val zonder gas. Ik zit de rest van de winter waarschijnlijk in de kou. En daar gaat het mij om.
Stel dat ik in juli werd afgesloten omdat ik een wanbetaler was, dan kan ik nu een budgetmeter krijgen zodat ik de volgende winter over gas kan beschikken.
Als u de kaart oplaadt!
In het verleden had je in de winter niks. Nu heb je wel gas. (Opmerkingen van mevrouw Mieke Vogels)
Jawel. Als je niet kunt betalen, is er nu tenminste een regeling via het OCMW om je te ondersteunen. Het is nog altijd zo dat je in de winter zelf, als wordt vastgesteld dat je een wanbetaler bent, niet mag worden afgesloten. Dat systeem blijft toch nog bestaan! (Opmerkingen van mevrouw Mieke Vogels)
Mevrouw Homans heeft het woord.
Mevrouw Vogels, u weet heel goed dat als men een aardgasbudgetmeter heeft, men wegens veiligheidsredenen gewoon geen minimumlevering meer kan hebben. Dat moet u er toch ook bij vertellen.
U spreekt zelf over uw voorstel van resolutie, waarin u eigenlijk een budgetmeter voor aardgas de hemel in prijst. Er staat echter ook in dat het een soort preventief middel kan zijn. U zegt dat mensen dan rationeler met energie zullen omgaan. Ik heb in de commissie ook al gezegd dat een aardgasbudgetmeter er ook toe moet leiden dat mensen tijdens maanden dat er niet of minder wordt gestookt, de kaart preventief opladen.
U gaat nogal snel voorbij aan de preventieve noodzaak van een aardgasbudgetmeter. U zegt dat ze niet kunnen opladen. Ik begrijp dat dat in sommige situaties absoluut niet kan. Het is niet omdat men zon meter heeft, dat men geen voorschot moet betalen op de energiefactuur. Al is het maar 5 euro, in de zomermaanden moet dat kunnen.
Mevrouw Homans, dat klinkt verschrikkelijk caritatief. Ik nodig u uit om met de commissie Welzijn eens mee te gaan naar een samenkomst van verenigingen waar armen het woord nemen. Men kan een kei niet stropen. Mensen die in slechtgeïsoleerde huizen wonen, betalen 300 euro aan hun factuur. Door 5 euro op te laden komt men niet ver. In september hebben die mensen extra kosten omdat de kinderen naar school gaan. In andere maanden hebben ze andere extra kosten. Wie van een uitkering leeft, die sterk onder het Europese gemiddelde ligt, in een tijd dat de huur- en energieprijzen stijgen, kan niet rondkomen. Het klinkt nogal betuttelend om te zeggen dat ze in de zomer maar moeten sparen. Sorry, hoor. De realiteit in dit land en deze rijke regio is dat het aantal armen dag na dag toeneemt. Dat is een pure schande. (Applaus bij Groen!)
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
De sector van de armoedebestrijding trok de voorbije dagen aan de alarmbel over de toenemende energiearmoede. De cijfers die begin deze week de wereld werden ingestuurd, zijn onrustwekkend: 80.000 Vlaamse gezinnen werden dit jaar gedropt door hun commerciële energieleverancier en komen noodgedwongen terecht bij de twee netbeheerders Infrax en Eandis. Nu blijkt dat 30.000 daarvan zelfs niet in de mogelijkheid zijn om hun factuur te betalen aan Eandis of Infrax. De VVSG en de VREG bevestigen dat er inderdaad 30.000 gezinnen zijn die nu naar de OCMWs worden doorverwezen. Maar, zo benadrukte de VVSG in een persbericht, dit betekent niet dat die 30.000 gezinnen afgesloten zullen worden van elektriciteit of aardgas. Integendeel, door de sociale bescherming die de Vlaamse regelgeving biedt, ligt het aantal gevallen van effectieve afsluitingen van elektriciteit of aardgas zeer laag. Ook de OCMWs zullen helpen zoeken naar een oplossing voor hun betaalmoeilijkheden en hebben zich geëngageerd om niemand in de kou te laten staan.
Betekent dit dat er geen problemen zijn op het vlak van energiearmoede? Uiteraard niet! De voorbije jaren besteedde het Vlaams Parlement heel wat aandacht aan deze problematiek. Mevrouw Vogels stond in de vorige legislatuur op haar strepen en heeft een ad-hoccommissie Energiearmoede afgedwongen. Die commissie heeft onder het voorzitterschap van de heer Decaluwe belangrijk en goed werk verricht. Dit resulteerde in een aantal goedgekeurde resoluties. Een pak van die aanbevelingen werden reeds gerealiseerd door de toenmalige ministers voor Energie Peeters en Crevits.
Ik denk bijvoorbeeld aan de procedure leveranciersdrop, de taken van de sociale leveranciers, de budgetmeter, de stroombegrenzer, de afsluitprocedure via de lokale adviescommissies. Het mag gezegd worden dat het de verdienste is van dit parlement en van de Vlaamse Regering dat er een degelijk sociaal opvangnet werd gecreëerd.
Volgens de armoedesector blijven er echter een aantal problemen. Ten eerste komt die minimale levering van aardgas volgens de armoedesector te laat aangezien de maatregel pas ingaat op 1 december. Maar die datum kan door u, minister, eventueel worden gewijzigd op basis van de weersomstandigheden. Een tweede probleem dat wordt gesignaleerd, is specifiek gelinkt aan de aardgasbudgetmeter. Omdat de budgetmeter voor aardgas een vrij recent fenomeen is de uitrol begon pas in juli vorig jaar hebben heel wat gebruikers niet de tijd of ervaring gehad om tijdens de warme maanden, als er geen verwarming nodig is, hun budgetkaart vooraf voldoende op te laden.
Om dit te compenseren, besliste de Vlaamse Regering recent om mensen met een aardgasbudgetmeter de mogelijkheid te geven om via het OCMW een voorschot te krijgen. Dit komt bovenop het bestaande noodkrediet van 1000 kilowattuur dat via de budgetmeter sowieso ter beschikking is.
Een laatste probleem waar de armoedesector op wijst, is de zogenaamde verdoken energiearmoede. Sommige gezinnen houden hun energiearmoede liever verborgen en hebben drempelvrees om voor hulp aan te kloppen bij de OCMWs. Dit probleem verdient volgens onze CD& V-fractie wat meer aandacht, want verdoken energiearmoede is er niet alleen bij gezinnen die niet durven aankloppen, maar ook bij diegenen die onvoldoende op de hoogte zijn. Tijdens de diverse debatten over energiearmoede blijkt telkens opnieuw dat de allerzwaksten in de samenleving onvoldoende genieten van de bestaande steunmaatregelen.
Procedures om energiesteun te ontvangen vergen een aantal administratieve acties en inspanningen , wat voor de sociaal meest zwakken niet altijd evident is. Daarenboven kent deze groep de hoogste verhuisgraad, vaak van de ene energieverslindende woning naar de andere. Ook dit zet niet aan tot een vlotte opstart en afhandeling van de procedure om energiehulp te krijgen. Sommigen komen op die manier in een armoedespiraal terecht waarin de betaalmoeilijkheden zich opstapelen. Want niet alleen de prijzen van alle nutsvoorzieningen gas, elektriciteit en water zijn de laatste jaren fors gestegen, ook wonen op zich wordt steeds duurder. Daarom moet de problematiek tegelijkertijd en structureel op verschillende beleidsdomeinen worden aangepakt.
Collegas, het is onze collectieve verantwoordelijkheid om de meest kwetsbaren in de samenleving te helpen, te begeleiden en te ondersteunen. Ik wil hier vandaag vanuit onze fractie een aantal voorstellen overmaken om daar wat aan te doen.
Via de website www.premiezoeker.be ontdekte ik maar liefst 1850 premies. Allemaal premies en maatregelen om mensen op het vlak van energie en wonen te helpen, te begeleiden, te informeren en te subsidiëren. Het aanbod is immens, meer zelfs, er is een overaanbod. De CD&V stelt voor om het grootste deel van deze premies en tegemoetkomingen eenvoudiger en efficiënter te maken.
De taak om energiearmoede te voorkomen of weg te werken, rust grotendeels op de schouders van de distributienetbeheerders. Het is een van hun belangrijkste openbaredienstverplichtingen. Maar een doorlichting en evaluatie van die openbaredienstverplichtingen is dringend noodzakelijk om sociaal aanvaardbare distributienettarieven te kunnen behouden. Met onze fractie kijken we dan ook uit naar de resultaten van zon doorlichting, waartoe het Vlaams Energieagentschap (VEA) en de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) de opdracht hebben gekregen.
In dit kader wil ik eveneens opmerken dat dergelijke openbaredienstverplichtingen best ook worden opgenomen in de watersector want ook water wordt steeds meer een nieuw element in het armoededebat. We merken dat er niet op een systematische manier energiescans worden uitgevoerd bij de klanten van een sociale leverancier. Een meer doorgedreven en actiever gebruik van de energiescans moet er bij de doelgroep voor zorgen dat ze niet alleen besparen op hun budget maar ook op hun energieverbruik.
Minister, u stelt heel hoge eisen aan de sociale huisvestingssector: tegen 2020 moet elke sociale woning isolatie, dubbele beglazing en een rendabel verwarmingssysteem hebben. Onze fractie steunt u hierin, want in betaalbare woningen voorzien met een onbetaalbare maandelijkse energiefactuur is zinloos.
Dit jaar kan nog worden beschouwd als een aanloopperiode voor de aardgasbudgetmeters, aangezien de uitrol nog niet volledig achter de rug is. Maar volgende winter staan we een jaar verder en kan er voldoende worden geanticipeerd om een aantal problemen te vermijden.
Minister, de CD& V-fractie vraagt aan de regering om mensen met betaalmoeilijkheden voldoende te informeren en hen aan te sporen om tijdens de warme maanden een appeltje voor de winterse dorst opzij te zetten. Ik wil eindigen met een heel warm pleidooi om samen processen en procedures uit te werken die garanderen dat de steunmaatregelen terechtkomen bij de mensen die het echt nodig hebben. Enkel op die manier vermijden we het bekende mattheuseffect en kan iedereen deelnemen aan de duurzame samenleving van morgen. (Applaus bij CD&V en sp. a)
De heer Penris heeft het woord.
Voorzitter, ministers, ik sta hier met een zekere schroom en schaamte. Dat gebeurt niet snel bij mij, zelfs niet vanuit de oppositie. Mensen die me kennen, weten dat. Toch sta ik hier vandaag met schroom omdat u en ik vanavond naar huis rijden, de verwarming hoger kunnen zetten als we het koud hebben en we weten dat het warmer zal worden. Als we zin hebben in een warme douche of een warm bad, zetten we kraan open en hebben we warm water. Er zijn een aantal mensen in Vlaanderen, mevrouw Vogels, die dat niet hebben. Dat zijn er lang niet zoveel als u beweert, maar wie met dat probleem geconfronteerd wordt, is iemand te veel. Elk gezin dat in onze Vlaamse welvaartstaat met energiearmoede wordt geconfronteerd, is een gezin te veel. Daarin volg ik u dus.
Dat is de schroom die ik vandaag heb om over dit onderwerp te spreken. Mevrouw Vogels, u hebt voor een stuk gelijk. We hebben het gemakkelijk als politici en als goede verdieners, maar er zijn mensen die op ons dienstbetoon komen die dikwijls heel wat verborgen leed meedragen. Het leed van de onbetaalde energiefactuur is daar een van de sterkste elementen in. Ik heb vandaag ook schaamte omdat we inderdaad over dit onderwerp, zoals mevrouw Vogels heeft gezegd, in dit parlement, in de plenaire vergadering en in de verschillende commissies bij herhaling het woord hebben genomen. We denken telkens dat we het warm water gaan uitvinden en we hebben telkens de beste voornemens. We hebben de commissie Energiearmoede gehad en in de afgelopen legislatuur heb ik mevrouw Vogels, maar ook andere collegas, bij regelmaat aan het woord gelaten over dit onderwerp. Ook in de commissie Sociale Zaken zijn veel collegas over dit onderwerp aan bod gekomen of aan bod moeten komen.
Ik stel vast dat we de beste bedoelingen kunnen hebben en we hebben die allicht als sociale politici, maar we kunnen er niets aan doen of we kunnen er maar heel weinig aan doen. We staan een beetje machteloos in dit verhaal. Ja, we hebben goede bedoelingen maar wie zijn we om iets te doen aan de wereldwijde crisis die veel Vlaamse gezinnen vandaag de dag treft? Ja, we willen veel doen maar wie zijn we om iets te doen aan de energieprijzen en de energiefactuur die ons vandaag gepresenteerd wordt? We worden geconfronteerd met monopolisten, Electrabel, Nuon en Essent. Want laat ons eerlijk zijn: ze voeren allemaal hetzelfde beleid op het niveau van de productie.
We worden ook geconfronteerd met monopolisten op het niveau van de distributie. Vandaag staat er in De Tijd een interessant artikel dat de vergelijking maakt met betrekking tot de energiefactuur die men in bepaalde Europese hoofdsteden moet betalen. Men neemt Brussel als een Europese hoofdstad, het is ook onze hoofdstad, maar ik denk dat we mutatis mutandis het verhaal van Brussel kunnen overschrijven naar heel Vlaanderen. Het grootste deel van de kost van de energiefactuur die de Brusselaar betaalt en die we ook zullen betalen, ligt in de productie en de distributie. Daar zijn in Vlaanderen scheeftrekkingen. En dan, mevrouw Vogels, volg ik u niet meer. U hebt de beste bedoelingen ten aanzien van de energiearmoelijders en ik ook, maar als u zou doorvoeren wat uw fractie ideologisch wil en u zou er bijvoorbeeld in slagen om de kernenergiecentrales in Vlaanderen te sluiten, dan zou die factuur jaarlijks met 4 en sommigen zeggen zelfs met 19 percent kunnen stijgen. In dat verhaal, mevrouw Vogels, gaan we dan weer niet mee.
Deze Vlaamse Regering zegt dat we op het lokale niveau een aantal verantwoordelijkheden gaan nemen en er bijvoorbeeld voor zorgen dat onze OCMWs minstens in staat worden gesteld om de energiearmoelijders te helpen. We stellen vast, en mevrouw Vogels heeft dat ook al gezegd, dat de OCMWs in Gent, Antwerpen en in andere Vlaamse grootsteden niet meer in staat zijn om de wettelijke verplichtingen die hen door de hogere overheden worden opgelegd, uit te voeren bij gebrek aan personeel en financiën. Dus kijken we naar minister Vandeurzen.
Met schroom en met schaamte zeg ik u: kunnen wij het tij doen keren, kunnen wij in dit dossier veranderingen aanbrengen? Ik denk het niet. We moeten daar eerlijk in zijn. Tenzij we erin zouden slagen om ons eigen energiebedrijf op te richten. Maar dan niet zoals het nu geconcipieerd wordt, als het reclamebureau van windmolens en andere groene alternatieven, maar als een echt alternatief, een echt energiebedrijf dat monopolies doorbreekt. Zolang we dat niet kunnen, moeten we ons geen illusies maken. Ik droom ook van een energiebedrijf dat monopolies breekt, maar zolang we dat niet kunnen, moeten we op andere manieren proberen het tij te doen keren.
Zijn de suggesties van mevrouw Taeldeman dan aanvaardbaar? Ik denk het wel. Ik vermoed dat mevrouw Taeldeman straks een signaal zal geven via een met redenen omklede motie. Wij zullen die motie mee goedkeuren. Maar u moet daar eerlijk in blijven, mevrouw Taeldeman: ook dat zal goedbedoeld breigoed blijven. Dat is weer het zoveelste goede voornemen dat we in dit dossier hebben opgevat. Ik denk niet dat we daarmee de energiearmoede zullen hebben uitgeschakeld.
Heb ik een toverformule? Neen, jammer genoeg niet, voorzitter. Mocht ik ze hebben, ik had misschien op uw plaats gezeten, of op een nog hoger niveau. We moeten ons minstens voornemen om datgene te doen wat we in onze resoluties en in onze goede voornemens hebben aangekondigd, en uitvoeren wat we als beleid hadden uitgestippeld. Als we daar al mee beginnen, ministers, dan zijn we een heel eind op weg. Ik zal straks mevrouw Taeldeman volgen in haar resolutie. Ik zal zelf ook nog een motie proberen in te dienen. Ik hoop dat dat kleine zoden zal kunnen brengen aan die enorm grote dijk die we nodig hebben. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw De Knop heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, ik onthoud alvast één ding van de vorige spreker, namelijk dat hij geen mirakeloplossing heeft. Dat vat het probleem heel goed samen, het is immers een erg complex en moeilijk probleem.
Energiearmoede staat terecht in de belangstelling. Heel wat gezinnen kampen met betalingsproblemen. Dat blijkt uit de cijfers die al door andere collegas zijn geciteerd. De minister bevoegd voor Energie, neemt dan ook een ogenschijnlijk bijzonder sociale en gerechtvaardigde beslissing om vanaf 1 december gedurende de volledige winterperiode in een minimale levering van aardgas te voorzien. Maar wat Open Vld betreft, wordt de impact van die beslissing, zowel ten aanzien van de getroffen doelgroep als van de andere betrokken actoren, onvoldoende belicht. Ik zal in mijn betoog trachten om die invalshoek te benadrukken.
Hoewel het systeem van de budgetmeter zeer verdienstelijk is, omdat het de klanten bewustmaakt van hun gebruik en ze via het voorafbetalingssysteem vooraf weten hoe hoog hun energiefactuur zal oplopen, blijkt het ook een aantal niet-bedoelde gevolgen te ressorteren, met name dat gezinnen bij gebrek aan geld geen krediet bijladen tijdens de winter.
Op papier oogt de beslissing die de Vlaamse Regering neemt, dan ook mooi en nobel: energie als basisrecht. Maar u weet, collegas, meer dan wie ook, dat voor niets de zon opgaat. Iemand zal uiteindelijk de factuur voor die dienstverlening moeten betalen. De genomen beslissing komt namelijk boven op de maatregel dat gezinnen met betaalproblemen, wanneer zij worden uitgesloten van hun energieleverancier, eerst worden opgevangen door de netbeheerders zelf. Zij treden op als sociale leverancier.
Dit systeem van openbaredienstverplichtingen, waarbij de netbeheerders het volledige beheer moeten doen van klanten die onregelmatig of geen facturen betalen, is eigenlijk geen echte oplossing. Alle kosten die verbonden zijn aan die sociale functie worden namelijk doorgerekend in onze tarieven, maar zo slaagt de regering er wel in om heel deze operatie netjes buiten de begroting te houden. Met deze nieuwe beslissing zal opnieuw 70 percent van de totale kosten worden doorgeschoven naar de netbeheerder die het op zijn beurt zal doorrekenen aan de klanten. De facto verhoogt daardoor de energieprijs voor alle klanten, voor zij die rijk zijn, maar ook voor zij die arm zijn, en ook voor de klanten die tot op heden netjes hun facturen betalen en daar misschien de grootste moeite voor moeten doen. Wij vrezen dat we zo als overheid een sneeuwbaleffect dreigen te creëren waarbij steeds meer mensen in financiële moeilijkheden komen omdat ze vanwege de hoge prijs hun energiefactuur niet kunnen betalen. Dit is een effect dat we niet mogen onderschatten wegens de negatieve impact op de energiearmoede.
Het systeem van het invoeren van almaar nieuwe socialedienstverplichtingen en het doorrekenen ervan in de tarieven, treft Jan Modaal en heeft duidelijk zijn grenzen bereikt. Als u weet dat sinds 2003 de kosten voor de netbeheerders voor wat de openbaredienstverplichtingen betreft, vertienvoudigd zijn, ik zeg dit heel nadrukkelijk, want ik viel er echt van achterover dan begrijpt het kleinste kind dat dit een impact heeft op de tarieven die we betalen. Dit wordt gestaafd door informatie van de CREG, die al dateert van mei 2010, waaruit blijkt dat tussen 2007 en 2009 de prijzen voor gas met bijna 30 percent zijn gestegen. Op 2 jaar tijd! Zo betaalt een gemiddeld gezin van vier personen nu per jaar 65 euro meer voor de aardgasfactuur dan in 2007. De helft van die stijging kan worden verklaard als gevolg van de openbaredienstverplichtingen en daar moeten we ons als parlement bewust van zijn. Het beleid van de regering wordt op die manier eigenlijk afgewenteld op de gewone consument.
Daarmee wil ik uiteraard niet zeggen dat we mensen in ernstige armoede en geconfronteerd met grote betalingsproblemen, als overheid niet moeten helpen. De Vlaamse Regering moet echter wel zelf in die middelen trachten te voorzien, of zou de OCMWs moeten versterken zodat zij de betrokken gezinnen op een correcte manier kunnen begeleiden maar ook responsabiliseren, zodat zij zich eindelijk uit die armoedespiraal kunnen loswrikken.
Kortom, het groen-rode verhaal waarbij energie wordt voorgesteld als een basisrecht voor iedereen, klinkt weliswaar mooi, maar is in de uitwerking niet zo sociaal als op het eerste zicht lijkt; enerzijds omdat we andere mensen belasten met een hogere factuur en anderzijds omdat we ook niet alles oplossen door alles in de plaats te doen van mensen die het minder goed hebben. We moeten hen natuurlijk wapenen om sterk te staan in deze maatschappij via een goede maatschappelijke trajectbegeleiding. Daarom ben ik ook bijzonder blij met de beslissing die de minister neemt om de rol van de OCMWs te versterken door ze vroeger te betrekken en ze op regelmatige basis informatie te verstrekken over gezinnen die hun budgetmeter niet meer kunnen opladen. Zo krijgen ze sneller weet van betalingsproblemen en van mogelijke andere problemen in dat gezin.
Anderzijds ben ik echter ook bezorgd, omdat de OCMWs uiteraard wel in staat moeten zijn om dit op een kwaliteitsvolle manier te doen en te interveniëren bij problemen in deze gezinnen. Hoe ze dat moeten doen, wordt in de beslissing van de Vlaamse Regering niet voorzien en nochtans moet daar de klemtoon liggen: op een goede budgetbegeleiding en op responsabilisering van gezinnen. De VVSG stelt dan ook terecht dat geld geven onder de vorm van gratis aardgas in de winter, niet voldoende is. Als we de VVSG mogen geloven, wringt daar precies het schoentje. Steeds meer taken worden doorgeschoven naar de OCMWs, en wellicht terecht, maar die hebben niet altijd de draagkracht om al die taken op het vlak van armoedebestrijding op een goede manier uit te voeren. Misschien behoeft het ook nader onderzoek of de rol van de netbeheerders in de toekomst dezelfde moet blijven als vandaag. Misschien zouden de middelen die de netbeheerders uittrekken voor de socialedienstverplichtingen beter ter beschikking gesteld worden van de OCMWs, omdat zij de echte behoeftigen veel beter kennen en rechtstreeks zouden kunnen steunen in plaats van via deze algemeen geldende regels die ongetwijfeld ook ten goede komen aan wanbetalers, maar daarom niet altijd aan gezinnen die dat het meest nodig hebben.
Ik ben daarom blij dat mevrouw Taeldeman pleit voor een evaluatie van de rol van de socialenetbeheerders. We moeten dat zeker doen.
Daardoor zou ook de enorme bureaucratie tussen netbeheerders en leveranciers en nadien tussen netbeheerders, LACs en OCMWs worden vermeden. Het is dan ook zeer te betreuren dat deze maatregel werd ingevoerd zonder voorafgaand overleg met de VVSG en via hen met de OCMWs. De VVSG heeft me er trouwens op geattendeerd dat het systeem van de minimale levering ook geen mirakeloplossing zal zijn en dat de term minimaal letterlijk moet worden genomen.
Naast de goednieuwsshow met de minister die in de pers aankondigt dat ze een stap in de goede richting zet om energiearmoede uit de wereld te helpen, zou ze dus ook moeten wijzen op de praktische gevolgen. Iedereen zal uit solidariteit meebetalen voor wie dat zelf niet kan, waarbij de vraag kan worden gesteld hoeveel rek er nog op dat systeem zit. De gewaarborgde energielevering zal heel beperkt zijn. De OCMWs zullen worden belast met deze extra verantwoordelijkheid. Of de regeling bovendien bijdraagt tot een oplossing van de energiearmoede en daar treed ik mevrouw Vogels bij is maar zeer de vraag.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Voorzitter, we realiseren ons allemaal dat het probleem van de werkdruk bij de OCMWs een reële problematiek is. We moeten dat ook niet minimaliseren.
Waar het gaat over de laatste maatregel, begrijp ik het niet goed. We hebben er toch wel goed over nagedacht. Er is veel overleg geweest. De OCMWs zijn niet verplicht om aan dat systeem deel te nemen. Het laat toe om de problematiek ook te plaatsen binnen een integrale aanpak van een bepaalde situatie en dat is een goede zaak. Het laat ook toe om een deel te recupereren, wat men anders misschien heel moeilijk zou kunnen realiseren. Dat zijn toch allemaal elementen die aangeven dat het eigenlijk een instrument en surplus is dat aan de OCMWs wordt aangereikt.
Nogmaals, ik ben me er zeer goed van bewust dat die problematiek alsmaar meer druk zet op de OCMWs en dat het een globale problematiek is. Maar deze maatregel, in alle eerlijkheid, zie ik meer als een opportuniteit voor de OCMWs dan als een nieuwe opdracht. We hebben er toch wel voldoende overleg over gehad om dat te kunnen aftasten. Als u het op een rij zet, geeft het ook de mogelijkheid om een aantal zaken te recupereren. Als de mensen anders terecht zouden komen bij de OCMWs, zouden het ook vragen zijn die moeten worden omgezet in steun die moet worden gerecupereerd. Voor mij is het meer een instrument dat men kan aanwenden als men het geïntegreerd wil aanpakken.
Minister, het kan inderdaad wel een aanzet zijn om het op een goede manier aan te pakken. We kunnen er wel niet naast kijken dat nu 70 percent kan worden gerecupereerd, wanneer het OCMW moet tussenkomen. Ik lees ook in een aantal commentaren dat dat niet zo evident zal zijn om het effectief te recupereren. De OCMWs hebben daar dus werk mee, maar ze hebben ook werk om die extra 30 percent via een afbetalingsplan of iets anders te recupereren van de klant.
Ik heb contact opgenomen met de VVSG. Naar ik verneem, lijkt het niet de evidentie zelve te zijn om de nodige mensen in te zetten om die 30 percent te recupereren. Een van de mogelijke nefaste gevolgen zou kunnen zijn dat schulden worden kwijtgescholden omdat het eenvoudiger is en omdat men bij het OCMW niet bij machte is om dat op een goede manier te begeleiden.
Voorzitter, ik denk dat hier voortdurend twee besluiten door elkaar worden gehaald.
Er is het besluit van voor de zomer waarbij de netbeheerders zelf de dossiers doorgeven aan de OCMWs om de OCMWs toe te laten een preventief beleid te voeren. Daarnaast is er het besluit van een paar weken geleden dat in het kader van de levering van een minimale hoeveelheid gas, de OCMWs een nieuwe opdracht geeft waardoor mensen die vanaf 1 december geen gas meer krijgen, ook naar het OCMW kunnen komen.
Minister, het probleem is dat het telkens dezelfde OCMWs zijn waar die mensen terechtkomen. De wanbetalers zitten vooral in de grote steden waar nu net ook de schuldbemiddeling lange wachtlijsten heeft.
Het is toch een klein beetje te gemakkelijk van de Vlaamse Regering, die de verantwoordelijkheid heeft om energiearmoede te bestrijden, om alles door te schuiven naar de OCMWs zonder bijkomende personeelsondersteuning. Het wordt een beetje een kwalijke gewoonte dat de Vlaamse Regering beleid voert op kap van de lokale besturen.
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, ik wil even op mevrouw De Knop en op mevrouw Vogels reageren.
Indien ik het goed heb begrepen, wil mevrouw De Knop het bedrag van de kosten die netbeheerders nu maken aan de OCMWs geven. Ze wil de sociale openbaredienstverplichting bij de netbeheerders weghalen. Dit komt anders toch op de rekening van de consument terecht.
Ik heb voorgesteld dat te onderzoeken.
Mevrouw De Knop, ik vraag me af of in het partijprogramma van de Open Vld niet het omgekeerde staat. Indien u dit vanuit de algemene middelen aan de OCMWs wil geven en niet door middel van een openbaredienstverplichting wil internaliseren en aan de netbeheerders wil opleggen, zal het onder andere door belasting op arbeid moeten worden betaald. Ik dacht dat de Open Vld er voorstander van was de belasting op arbeid naar de belasting op consumptie te verschuiven. Hoe wilt u dit met elkaar laten rijmen?
We moeten trouwens niet flauw doen. Momenteel betalen de consumenten een gedeelte van de kosten van die openbaredienstverplichtingen. Indien de consumenten dit niet zouden betalen, zouden de belastingbetalers het moeten doen.
Mevrouw Vogels, volgens u wentelt de Vlaamse Regering dit allemaal af op de OCMWs. Is het niet de verdomde taak van de OCMWs de armoede te verlichten en mensen met schulden te helpen? Deze sector verstrekt nog een aparte vergoeding. Andere sectoren doen dat niet. De OCMWs ontvangen vanuit sectoren als mobiliteit of openbare werken geen vergoeding in verband met de vervoersarmoede.
Ik heb vooral trachten te benadrukken dat we nu met een dubbel systeem zitten. Door middel van de openbaredienstverplichtingen en de werkzaamheden van de lokale adviescommissies leggen we een gedeelte van de taken bij de sociale netbeheerders. Daarnaast ligt een gedeelte van de taken bij de OCMWs.
Ik pleit ervoor dit allemaal bij een instantie onder te brengen. Ik beweer niet dat dit geen moeilijke oefening is. Nu draagt echter niemand de eindverantwoordelijkheid voor die doelgroep: iedereen heeft slechts gedeeltelijk zicht op de problematiek.
Mij lijkt het nuttig dat de OCMWs zouden weten wie de mensen met financiële problemen zijn. Een wanbetaler is niet steeds hetzelfde als iemand met financiële problemen.
Ik wil nog even op de woorden van de heer Martens reageren. Indien het de verdomde plicht van de OCMWs is de armoede te bestrijden, waarom heeft de Vlaamse Regering dan nog een minister van Armoedebestrijding? Waarom komt die minister hier aanzetten met een groot Vlaams Actieplan Armoedebestrijding? Het eerste hoofdstuk van dat actieplan stelt dat de armoedebestrijding een verantwoordelijkheid van alle beleidsniveaus is.
Als het de verantwoordelijkheid van de Vlaamse overheid is energiearmoede te bestrijden, moet de Vlaamse overheid daarvoor middelen inzetten. Die middelen moeten de OCMWs in staat stellen bijkomend personeel aan te werven om de energiearmoede preventief te kunnen bestrijden.
Ik begrijp de problematiek zeer goed. Ik heb zelf een aantal OCMWs bezocht. Ik heb de cijfers gezien. In onze samenleving worden bepaalde problemen scherp gesteld. Er wordt meer druk uitgeoefend om bepaalde problemen aan te pakken. Er zijn nieuwe uitdagingen.
Alle beleidsniveaus moeten zich een bepaalde verantwoordelijkheid toe-eigenen. Armoede is uiteraard een heel complexe problematiek. Een aantal bevoegdheden bevinden zich bij de federale overheid. Ook de Vlaamse overheid heeft behoefte aan coördinatie. Dit betekent echter niet dat de andere beleidsniveaus kunnen stellen dat het hun probleem niet is. Het gaat hier om algemene uitdagingen.
De OCMWs hebben wettelijke opdrachten. Ik heb alle begrip voor hun situatie. We moeten zoeken hoe we hen kunnen helpen de bestaande noden op te vangen en oplossingen voor de werkdruk te zoeken. De opkomst van nieuwe uitdagingen in een samenleving betekent echter niet dat plots een andere overheid als enige geroepen zou zijn om voor financiële compensaties te zorgen. Dat is niet correct.
Elke overheid moet binnen de eigen beleidsdomeinen eigen uitdagingen trachten op te vangen. Ze moeten prioriteiten stellen en efficiëntiewinsten nastreven. Dit betekent dat we begrip moeten tonen voor de problemen van de andere beleidsniveaus. We moeten nadenken over manieren om hen te helpen. Het is echter te gemakkelijk bij elke nieuwe uitdaging te verklaren dat een ander beleidsniveau de oplossing moet aanreiken. We zitten allemaal in dezelfde boot. We voelen ons mee verantwoordelijk voor de goede werking van de OCMWs. De uitdagingen in een samenleving verschuiven echter. Dit vraagt van elk beleidsniveau een zekere vorm van organisatie.
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, geachte ministers, geachte leden, het lijkt er inderdaad op dat ons land een tweestromenland is geworden. Mijnheer Van Dijck, dan heb ik het voor alle duidelijkheid niet over de taalgrens, want ik zie u al knikken. Ik las vandaag in De Tijd een artikeltje waarin stond dat ons land het zestiende meest welvarende land ter wereld is. Uit andere statistieken blijkt dat we ons in de top 20 bevinden van landen met de meeste dollarmiljonairs, in verhouding tot de bevolking. Maandagochtend lazen we dan in de krant dat 80.000 gezinnen zijn gedropt door hun commerciële leverancier en dat 30.000 daarvan, die hun leveringen krijgen van de sociale leverancier, naar het OCMW moeten worden doorgestuurd. Met andere woorden, hoe langer hoe meer gezinnen hebben ook betalingsproblemen op het vlak van energie. Die toestand mogen we uiteraard niet tolereren. Gelukkig zullen die 30.000 naar de OCMWs doorgestuurde gezinnen uiteraard hun toevoer niet afgesloten zien. Dat zijn, gelukkig maar, de grootste uitzonderingen. Elk gezin waarvan de energietoevoer wordt afgesneden, is echter een gezin te veel.
We kunnen niet zeggen dat de regering daar niets aan doet. We hebben een hele regeling uitgewerkt. Mensen die worden gedropt door hun commerciële leverancier, worden opgevangen door de sociale leveranciers, de netbedrijven. Als ze daar in betalingsprobleem komen, zullen ze worden doorverwezen naar de lokale adviescommissies bij de OCMWs, zal schuldbemiddeling worden bekeken, zal er worden gezocht naar een oplossing voor de schuldenproblematiek waarin die gezinnen verzeild zijn en tracht men die gezinnen uit hun negatieve spiraal te trekken.
Het is hier al genoeg aangehaald: ook dit parlement heeft al gigantisch veel werk verricht ter zake. We hebben tijdens de vorige legislatuur een aparte commissie Energiearmoede gehad, die een hele waslijst aan aanbevelingen heeft geformuleerd, die vrijwel allemaal zijn gevolgd door de Vlaamse Regering. We hebben gevraagd de minimumlevering van elektriciteit op te trekken van 6 tot 10 ampère. Dat is gebeurd. We hebben gevraagd een sociaal vooronderzoek te koppelen aan elk dossier dat aan de lokale adviescommissie wordt voorgelegd. Dat is gebeurd. We hebben gezegd dat het afsluiten een absoluut minimum moest zijn en dat afsluiten enkel kon gebeuren bij een klaarblijkelijke onwil om te betalen. Dat is gebeurd. We hebben een leidraad van goede praktijken voor lokale adviescommissies gevraagd. Die leidraad is er. We hebben een verlenging van de winterperiode gevraagd. Die is er. We hebben gevraagd de toegankelijkheid van de oplaadpunten voor budgetmeterkaarten te verruimen Dat is gebeurd. We hebben de invoering van een aardgasbudgetmeter gevraagd. Die is er gekomen, zij het dat, zoals inderdaad is gebleken, er een aantal negatieve bijwerkingen zijn.
Minister, u hebt die trouwens kordaat aangepakt. U hebt niet gewacht op de algemene evaluatie van de sociale openbaredienstverplichtingen die is voorzien voor 2011. U hebt dat zelf al aangepakt, door ervoor te zorgen dat de schuldafbouw via de budgetmeter zachter en lineair kan gebeuren, over het hele jaar. Ook hebt u ervoor gezorgd dat de budgetmeterklanten automatisch door het OCMW worden verwittigd als blijkt dat ze niet opladen, en hebt u recent voorzien in een minimumlevering van aardgas.
We blijven dus niet bij de pakken zitten. De regering blijft niet bij de pakken zitten, maar uiteraard moet er nog meer gebeuren om alle problemen van energiearmoede de wereld uit te helpen. Minister, daarom vragen wij dat u zo snel mogelijk werk zou maken van de definitieve goedkeuring van het besluit met betrekking tot de minimumlevering van aardgas. Ook vragen we dat u die sociale openbaredienstverplichtingen zou evalueren en bijsturen, zodat ze nog doeltreffender kunnen worden gemaakt. We vragen u eveneens dat u ook eens zou kijken naar de mensen die verwarmen met stookolie. Daarover heb ik vandaag immers nog niets gehoord. Mensen die met aardgas verwarmen, worden gedetecteerd als ze in betalingsproblemen verzeilen.
Die mensen worden gedropt door hun commerciële leverancier, komen terecht bij de netbeheerder, kunnen een aardgasbudgetmeter krijgen, en een minimumlevering van aardgas. Hetzelfde kunnen we jammer genoeg niet zeggen van mensen die verwarmen met stookolie. De stookoliepremie die de federale regering had ingevoerd, is ondertussen opnieuw afgeschaft. Heel wat gezinnen verwarmen met stookolie en blijven jammer genoeg in de kou staan en verdwijnen van de radar van onze OCMWs.
Minister, naast het beleid op het vlak van sociale openbaredienstverplichtingen dat we nodig hebben om de ergste noden te lenigen en om mensen met betaalproblemen te helpen, moet er ook een preventief beleid worden gevoerd. Er moet in de eerste plaats werk worden gemaakt van een beter functioneren van onze energiemarkt. Als we de cijfers van het prijzenobservatorium bekijken, dan blijkt dat nergens in Europa de energieprijzen zo schommelen als bij ons. Soms gaan ze naar omlaag maar veelal naar omhoog. We moeten samen met de federale overheid afspreken om die tariefstructuur eenduidiger te maken en het aantal coëfficiënten op basis waarvan leveranciers hun prijzen en cours de route kunnen aanpassen, drastisch af te slanken.
We moeten ook komen tot een eenvoudiger factuur om de vergelijkbaarheid tussen de verschillende contracten van de verschillende leveranciers te vergemakkelijken zodat mensen kunnen zoeken naar een goedkope leverancier. We moeten werk maken van dat befaamde clearing house-systeem dat zorgt voor een betere informatiedoorstroming zodat alle problemen op het vlak van facturatie ten gevolge van verkeerde gegevensuitwisseling bij verhuis of wisseling van leverancier tot het verleden kunnen behoren.
Tot slot moeten we werk maken van het wegwerken van de energieverliezen in onze woningen. Onze woningen lekken energie. Er wordt energie langs ramen en deuren buiten gegooid. Dat zorgt uiteraard ook voor een gigantisch verlies aan koopkracht en middelen. Daarom steunen wij uw beleid om te komen tot voorschrijdende, steeds strenger wordende energieprestatie-eisen voor nieuwe woningen. Tegelijkertijd moeten maatregelen worden genomen om het bestaande woningpark te renoveren. We moeten alle bestaande drempels uit de weg ruimen zoals de kennisdrempel via het systeem van de gratis energiescans zoals we die hebben toegepast. Ook de financiële drempel moet verdwijnen door de REG-premies automatisch en beter toegankelijk toe te kennen. Verder is er het systeem van de goedkope leningen dat bepaalt dat lokale entiteiten als antenne van het federale energiebesparingsfonds kunnen fungeren zodat mensen die geen geld hebben om rendabele energiebesparende maatregelen uit te voeren, daar toch de nodige middelen voor kunnen verwerven.
Minister, u hebt ervoor gezorgd dat er een waarborgregeling komt die maakt dat meer lokale besturen in dit systeem stappen en straks 85 percent van de bevolking van dit systeem gebruik zal kunnen maken. Dat tweesporenbeleid moet worden voortgezet om ervoor te zorgen dat straks niemand in Vlaanderen in de kou blijft staan.
Mevrouw Homans heeft het woord.
Minister, de problematiek is hier al voldoende geschetst. Ik zal die niet herhalen, ik zal wel een aantal constructieve voorstellen tot oplossing naar voren brengen en niet enkel pleiten voor het verhogen van uitkeringen en dergelijke meer. Binnen onze bevoegdheidsdomeinen zitten nog een aantal gaten die kunnen worden opgevuld om deze problematiek gedeeltelijk op te lossen.
De heer Martens heeft erop gewezen dat er iets verkeerd is met ons preventiebeleid. Elk jaar opnieuw worden we met dezelfde problematiek geconfronteerd zodra het koud wordt. Het aantal mensen dat de energiefactuur niet meer kan betalen, stijgt. Elk jaar opnieuw worden we geconfronteerd met meer van die schrijnende gevallen. Ik weet dat ik me een beetje op het federale niveau begeef wanneer ik zeg dat er iets schort aan de preventie.
In 2007 en daarvoor baseer ik me op cijfers van mevrouw Tinne Van der Straeten, mevrouw Vogels heeft men 57 miljoen euro gebruikt voor het louter aanzuiveren van openstaande facturen.
Er is maar 2 miljoen euro gegaan naar preventie in het licht van het preventief sociaal beleid. Dat is niet helemaal correct.
Het woord responsabilisering wordt steeds vaker in de mond genomen. In dit debat is het ook van toepassing. Concreet zou men een soort bewustwordingscampagne kunnen lanceren over het nut van het opladen van de budgetmeter in de zomermaanden. Niet iedereen zal dat kunnen doen, maar men moet het ook niet onmogelijk maken. Wij betalen als reguliere klant ook voorschotten op onze energiefactuur. Al betaalt men maar 2 of 3 euro, het helpt om problemen in de winter te voorkomen.
De discussie over de doeltreffendheid van de budgetmeter moet worden gevoerd. Mensen die geen budgetmeter hebben maar niet kunnen betalen, kunnen binnen een bepaalde periode, 1 maart en 1 december, niet worden afgesloten. Mensen die door omstandigheden wel een budgetmeter hebben, kunnen omwille van veiligheidsredenen wel worden afgesloten. Ik heb daar alle begrip voor. Maar ik begrijp niet dat mensen niet vrijwillig voor een budgetmeter kunnen kiezen. Dat kan alleen als men door de netbeheerder wordt geschrapt. Mensen moeten preventief voor een aardgasbudgetmeter kunnen kiezen zodat opstapeling van schuld kan worden vermeden. De minister zal er misschien dieper op ingaan, maar zelf vind ik het een perfect preventiemiddel.
Energie-armoede kan niet los worden gezien van huisvesting. Mensen die problemen hebben, wonen dikwijls in krotwoningen, soms ook in sociale huisvesting. Zoals mevrouw Vogels stelde, gaat het dikwijls om zeer slecht geïsoleerde woningen. Ik heb een suggestie. Sinds 2008 kent men het systeem van het energieprestatiecertificaat. Dat is voor de verkoop van een woning sinds 2008 verplicht en voor de verhuring van een woning sinds 2009.
Als ik een woning koop en de verkoper geeft mij een slecht EPC, kan ik afdingen op de verkoopprijs. Als ik huur en de verhuurder geeft me op mijn uitdrukkelijke vraag een slecht certificaat, kan ik daar niets tegen ondernemen. Een oplossing zou er kunnen in bestaan voor het geval de huurwetgeving een Vlaamse bevoegdheid wordt wat misschien niet lang meer zal duren een slecht EPC bij verhuur te koppelen aan een verbod tot indexering van de huurprijs. De eigenaar wordt dan gestimuleerd om maatregelen te treffen die de energie-efficiëntie ten goede komen.
De heer Penris heeft het Vlaams Energiebedrijf nog even aangehaald. Ik breng dat ook dikwijls ter sprake, maar het energiebedrijf gaat het energieprobleem niet oplossen. Wij zien een belangrijke rol weggelegd voor de zogenaamde Vlaamse ESCO. Dat kan ervoor zorgen dat men rationeel met energie omgaat. Als de Vlaamse overheid het goede voorbeeld geeft, zijn we ervan overtuigd dat dit ook in de privésector zal worden opgevolgd.
Het verbaast mij dat de collegas van de meerderheid niet hebben gewezen op een voorstel van resolutie dat wij recent hebben opgesteld en dat wij binnenkort gaan bespreken in de commissie. Mijnheer Martens, u weet dat maar al te goed. U hebt er al een aantal zaken uitgehaald. Ik ben er ook van overtuigd dat heel wat mensen niet weten dat ze recht hebben op een aantal kilowattuur elektriciteit.
Niet enkel mensen die in krotwoningen wonen hebben problemen met het betalen van hun energiefactuur. Ook mensen die in sociale huisvesting wonen, krijgen daarmee af te rekenen omdat dat vaak mensen zijn met een heel laag inkomen. Er bestaat zoiets als een sociale maximumprijs voor aardgas die van toepassing is voor de huurders. Ik ben goed geïnformeerd. Blijkbaar wordt dat niet automatisch toegepast. Misschien kan de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) erop toezien dat elke huisvestingsmaatschappij ervoor zorgt dat de huurder die er recht op heeft, er aanspraak op kan maken.
De heer Reekmans heeft het woord.
Voorzitter, ministers, collegas, uit gegevens van de Vereniging voor Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) blijkt dat dit jaar al 80.760 Vlaamse gezinnen door hun energieleverancier van de klantenlijst werden geschrapt. Zij werden gedropt bij de netbeheerders Eandis en Infrax, de zogenaamde sociale leveranciers. Van die groep van ruim 80.000 werden uiteindelijk 30.000 gezinnen relatief snel doorgestuurd naar de OCMWs. Een enorm hoog percentage dus. Zij werden doorgestuurd omwille van diverse redenen, onder andere omdat ze zich niet aan een afbetalingsplan houden, een budgetmeter weigeren of bijvoorbeeld simpelweg niet reageerden. Die groep van 30.000 Vlaamse gezinnen staat bij beide sociale leveranciers als wanbetaler geregistreerd en valt daardoor terug op de minimumdienst van 10 ampère elektriciteit.
Voor wat betreft de toelevering van aardgas is de situatie nog acuter: het is alles of niets. Een beperkte hoeveelheid gas leveren blijkt op dit moment om technische redenen niet mogelijk. Die groep zit op dit moment de facto vaak zonder verwarming of dreigt zeer weldra in die penibele situatie te belanden. Wie die mensen zoal zijn, blijft vaag op dit moment. Meer duidelijkheid over hun achtergrond en verhaal, over hun regionale spreiding en de verhouding tussen stad en platteland, zou welkom zijn. Ja, de OCMWs zijn in actie geschoten om dit schrijnende probleem op te lossen. Uiteraard: het is hun kerntaak. Maar iedereen die vertrouwd is met de werking van de lokale adviescommissies, weet dat de OCMWs op dit moment overuren draaien.
Opmerkelijk is dat er vaak dossiers opduiken van gezinnen die voorheen totaal onbekend waren bij hun OCMW. Deze mensen moesten nooit eerder een beroep doen op sociale hulp of bijstand. Het gaat om gezinnen die gedwongen worden om uit de anonimiteit van de verborgen armoede te treden omdat ze simpelweg financieel niet meer in de mogelijkheid zijn om hun energiefactuur tijdig te betalen. De LACs zijn dus een soort van alarmlichtje geworden voor sociale diensten. Want het signaal dat de zich opstapelende onbetaalde energiefacturen geven, is duidelijk: hier raken gezinnen in de rats met essentiële betalingen voor basisbehoeften. Als dit niet snel ten goede gekeerd wordt, zitten deze families op een glijbaan richting grotere ellende. Dit is structurele armoede.
Met de winter voor de deur wordt deze problematiek dit jaar nog schrijnender. Zonder dringende noodhulp dreigen immers vele duizenden gezinnen heel de maand november kou te lijden, aangezien de wettelijke minimumlevering van aardgas pas in werking treedt op 1 december. Vanaf dan moet tijdens de wintermaanden de gastoevoer voor iedereen vol open. Maar wat op koude oktober- of novemberdagen? Waarom treedt de wettelijke minimumlevering niet in werking op 1 oktober?
Aan gratis bussen is er in Vlaanderen geen gebrek. Sloten geld mag dat kosten. Misschien moeten mensen volgens u dan maar op de gratis warme bus gaan zitten als het thuis ijskoud is. Je kunt daar natuurlijk metaforen bij maken, maar in deze maatschappij leven wij vandaag: mensen die noodzakelijke basisbehoeften niet kunnen betalen terwijl de overheid wel geld investeert in dingen die je toch het luxueus oplossen van problemen kunt noemen.
Collegas, het recent uitgerolde systeem van budgetmeters voor aardgas is maar deels een oplossing voor deze problematiek. Eandis en Infrax hebben momenteel bijna 17.000 gasbudgetmeters geïnstalleerd bij hun probleemklanten en ze gaan in snel tempo door met de verdere uitrol. Die meters bieden wel een noodkrediet aan, maar werken daarna enkel met een vooraf betaalde kaart. Om dat pijnpunt te verhelpen, besliste de Vlaamse Regering eerder dat mensen met een aardgasbudgetmeter bij het OCMW om een voorschot kunnen verzoeken, maar die regeling gaat dus pas per 1 december in. De OCMWs moeten bovendien voor elke aanvraag een sociaal dossier opstellen, wat in de praktijk uitstel tot een maand kan veroorzaken.
Zoals gezegd, worden de OCMWs dezer dagen overbevraagd, ook in andere dossiers overigens. En wat als iemand op een blauwe maandag op de dorpel van het OCMW staat, met de melding dat thuis 3 kinderen in de kou zitten? Dan staat dat OCMW voor het blok: geen tijd voor een nochtans noodzakelijk sociaal-maatschappelijk onderzoek. Een OCMW-secretaris met een lange staat van dienst drukte het onlangs plastisch uit: We zijn terug bij de COO, de Commissie van Openbare Onderstand. Toen mochten mensen met een lege stoof ook met een jutezak langskomen, en dan werd die op het COO-bureel vol geschept.
Degelijk sociaal onderzoek, budgetbeheer en -begeleiding, preventie enzovoort, het is er dezer dagen allemaal niet bij in vele gevallen. Ondanks het feit dat nooit eerder zoveel mensen zich bezighielden met armoedebestrijding en er zoveel middelen voor waren, is de armoede in Vlaanderen problematischer. Dit virus vreet zich ook een weg naar gezinnen die nooit eerder in een dergelijke situatie belandden. En helaas is op hetzelfde ogenblik de vaste groep van generatiearmen en andere zwakkeren niet verkleind. Wie nooit de eindjes aan elkaar kan knopen, zal nu bij stijgende energieprijzen evident enkel dieper wegzakken.
De redenen daarvoor zijn de federale themas, zoals hoge energieprijzen. Het verhaal van Electrabel ga ik met jullie niet delen. Er is ook de btw-voet van 21 percent. Men vergelijkt energie nog altijd met goederen zoals kaviaar en champagne. Wij zeggen dat het een basisbehoefte is en dat de btw dringend naar 6 percent moet. Dat kunnen we natuurlijk in dit parlement nog niet realiseren. Verder is er het verhaal van de CREG en de VREG die elkaar de voorbije jaren meer in de wielen hebben gereden dan complementair aan elkaar zijn geweest.
Aangezien noch de burger, noch de overheid greep heeft op de energieprijzen, hebben velen de mond vol van besparen en isoleren. Maar de cijfers daaromtrent zijn ontstellend. In de sociale woningbouw bijvoorbeeld zakte, en niet steeg, het aantal nieuw geïsoleerde woningen. Onbegrijpelijk. Nog steeds zijn maar amper de helft van de sociale huurwoningen voorzien van dubbele beglazing, van dakisolatie of van centrale verwarming. Mensen die een sociale woning krijgen na lang op een wachtlijst te hebben gestaan, krijgen een lage huur maar een dubbele gasrekening. Dat is sociaal wonen anno 2010, een processie van Echternach: voor wie in de problemen zit, worden nog meer problemen gecreëerd.
Minister, ik zie u in heel veel mooie persmomenten, zeggende dat u gaat investeren in energiebesparende maatregelen en gaat renoveren. Toen ik u de renovatiecijfers van de voorbije jaren vroeg, zag ik dat sinds 2008 elk jaar het aantal renovaties van sociale woningen daalt. Ik heb het in de commissie ook gevraagd. U zou eens terugkomen met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) erbij want u wilde niet antwoorden. Hoe kan men in godsnaam isoleren zonder te renoveren? Ik zie u vaak op tv met mooie plannen. Vandaag reageren de architecten op de persnota die u vandaag hebt verstuurd, en zeggen dat uw plannen onrealistisch zijn. Wij weten dat al lang in het parlement, maar nu beginnen ook de architecten te reageren op die plannen.
We moeten vandaag concreet iets doen, want één ding is duidelijk: wat de pot nu schaft, laat hongerigen achter. Dat is in Vlaanderen anno 2010, in dit Vlaanderen in actie, onaanvaardbaar voor LDD. (Applaus bij LDD)
De heer De Loor heeft het woord.
Voorzitter, twee zaken vallen me op, zowel bij de heer Reekmans als bij mevrouw Vogels. Ze slagen erin om positieve maatregelen, die wel degelijk zoden aan de dijk zullen brengen, om te buigen naar iets enorm negatiefs. Ik denk dat de heer Martens het beleid en de maatregelen die in het verleden werden genomen en de nieuwe maatregelen perfect heeft weten te plaatsen.
Minister, net zoals de heer Martens vraag ik u het zo snel mogelijk te laten goedkeuren door de Vlaamse Regering, maar er tegelijkertijd voor te zorgen dat de OCMWs tijdig de nodige informatie krijgen over de werking. Dat is cruciaal.
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Voorzitter, ik wil eerst een aantal opmerkingen maken op basis van de procedure. Wie gedropt wordt bij de commerciële leverancier, komt terecht bij de netbeheerder, die sociale leverancier is, en pas bij herhaalde wanbetaling bij die sociale leverancier gaat men over tot de installatie van een budgetmeter of passeert men eerst via dat LAC. Dat cijfer van 30.000 gezinnen gaat dus heel specifiek over die mensen die naar het LAC werden doorgestuurd. Enkele mensen voor mij hebben al gezegd dat het cijfer niet overeenkomt met dat van de mensen die in de kou zitten. Dat heeft de VVSG ook heel duidelijk gecommuniceerd.
Er zijn ongeveer 16.000 gezinnen met een aardgasbudgetmeter. Wat gebeurde er vroeger? De meter werd dan afgesloten. En akkoord, er was een verbod om af te sluiten in de wintermaanden. Als de meter echter in september werd afgesloten, dan was dat misschien ook het geval in november, december, januari, als men die dure heraansluiting niet kon betalen. Het is dus niet zo dat het verbod om af te sluiten er vroeger voor zorgde dat er nooit iemand in de kou zat. De meter werd wel afgesloten, behalve in die bepaalde maanden van het jaar.
Een ander misverstand dat ik bij een aantal sprekers heb gehoord, is dat het OCMW die mensen vandaag niet zou helpen. Dat is niet waar. Er is ook een communicatie geweest door de VVSG om te stellen dat mensen vandaag ook al worden geholpen door het OCMW. Mensen in armoede, gezinnen die zonder verwarming dreigen te vallen, worden vandaag ook geholpen door het OCMW. Dat is vandaag al een taak van dat OCMW. Het is toch belangrijk om dat even te benadrukken. Ik ben de laatste om te zeggen dat er geen energiearmoede is. Daarom neem ik ook al die maatregelen. Er zijn beelden van kinderen die thuis in de kou zitten. Die gezinnen kunnen al bij het OCMW terecht.
Niet iedereen gaat naar het OCMW. Dat klopt. Maar het OCWM kent sommige armoedeproblematieken niet. Er is veel verborgen armoede. Maar wat is nu het essentiële aan deze maatregel? Dat is dat die verborgen armoede opnieuw naar boven zal komen. Zodra mensen een budgetmeter hebben, kunnen ze opnieuw energie verbruiken naarmate ze de meter opladen. Dat is op zich al een veel beter systeem dan dat men telkens afsluit, waarna men moet betalen voor een dure heraansluiting. Daarvan ben ik overtuigd. Het is ook een systeem dat ervoor zorgt dat mensen niet verder schulden opbouwen, tenzij bijvoorbeeld in afspraak met een OCMW wanneer men tijdelijk meer verwarming nodig heeft dan men kan betalen.
Het is toch heel erg uitzichtloos om zich te verwarmen via een open gaskraan, de schulden te zien opstapelen en geen perspectief te hebben op beterschap. Die budgetmeter is toch ook een manier om aan mensen te zeggen dat energie geld kost, maar dat ze wel hulp krijgen om de koude maanden sowieso door te komen. Tijdens de zomermaanden is het opladen van die budgetmeter echter toch nogal goedkoop. Wie kookt op een gastoestel moet daarvoor betalen. Dat geldt ook voor het nemen van een douche of een bad, maar men moet dan het huis niet verwarmen. Dan is er ook marge en mogelijkheid om af te betalen. Die afbetalingsregeling heb ik trouwens al verzacht naar 5 euro per week om ervoor te zorgen dat mensen tegelijkertijd ook een deel van die nieuwe energie kunnen betalen. Het is belangrijk om hen voor een deel te responsabiliseren. En daarmee kom ik terug op wat mevrouw Homans heeft gezegd. We zijn een warme samenleving, we laten die mensen niet in de kou. We zullen voor hen zorgen en we geven de OCMWs daar meer middelen voor. We solidariseren die kost omdat we denken dat het belangrijk is dat we dat als samenleving allemaal samen doen. Het OCMW kan inderdaad tot 70 percent terugvorderen van de netbeheerder. Maar tegelijkertijd wil ik al die mensen die de gesolidariseerde kost betalen ook duidelijk maken dat degenen die de energie ter beschikking krijgen duidelijk het voornemen uiten om uit die put te geraken, om uit dat dal te geraken.
Er moet een dag zijn waarop ze hun meter zelf weer kunnen opladen. Ik vind dat belangrijk. Misschien zijn er mensen die daar niet of heel lang niet toe in staat zijn. Zij worden ook vandaag door het OCMW geholpen. Als hun nood groter is dan de minimumlevering heeft het OCMW daar mogelijkheden voor. Het perspectief moet toch zijn: zo veel mogelijk mensen met schulden die schulden te laten afbouwen op een haalbare manier, en hen te leren op een andere manier om te gaan met geld. We moeten de twee sporen volgen.
Mevrouw De Knop, ik begrijp uw kritiek niet helemaal. Het is te weinig voor u, en tegelijk klaagt u aan dat we de kosten afwentelen op het distributienettarief. Het is het een of het ander. Of we gaan meer doen, maar dan zult u nog kwader zijn want dat gaat nog meer kosten. Of we doen minder, maar u bent nu al kwaad omdat het zo minimaal is. Ik probeer genoeg te doen zonder te overdrijven. Ik ben de eerste om solidariteit te installeren, maar ik vind het logisch dat de mensen weten waarom ze solidair moeten zijn en dat daar goed over nagedacht is. Alleen dan kan de solidariteit standhouden.
Als de mensen niet blijven opladen, als ze plots stoppen, wordt het OCMW in het nieuwe systeem automatisch verwittigd. Ik heb hier veel cijfers gehoord. Maar één cijfer is niet gekend. Niemand weet hoeveel mensen vandaag in energiearmoede zitten. We kennen niet alle gezinnen. Binnenkort moet de distributienetbeheerder automatisch het OCMW verwittigen wanneer iemand niet meer oplaadt, en hij moet ook nagaan of het om een tijdelijk en verklaarbaar probleem gaat of om energiearmoede. Dat is een groot voordeel.
U zegt dat er dan meer mensen naar het OCMW gaan komen. Ik heb daarop twee antwoorden. Eén, die mensen horen daar, want het zijn mensen in energiearmoede die we nog niet kenden. Hoe sneller het OCMW die mensen leert kennen, hoe minder schulden ze hebben opgebouwd, hoe sneller en eenvoudiger die schulden zullen kunnen worden afbetaald, en hoe makkelijker het is om het leven weer in eigen handen te nemen. Het perspectief van die steun niet meer nodig te hebben zal des te sneller kunnen worden verwezenlijkt. Met hoe meer schulden de mensen toekomen, hoe uitzichtlozer hun situatie en hoe meer werk voor het OCMW om die hen te begeleiden.
Zullen er op korte termijn meer dossiers ontstaan? Ja. Ik vermoed van wel. Zal de werklast van het OCMW veel groter zijn? Ik denk dat ze vooral anders zal zijn. De nieuwe dossiers zullen snel en op een korte periode binnenkomen, waarbij de schulden nog niet zo hoog zullen zijn. Ik denk dat we zo sneller kunnen ingrijpen. Ik vind dat zeer belangrijk.
Ik herinner er graag aan dat de budgetmeter er gekomen is op vraag van dit parlement. Het Vlaams Parlement is over alle fracties heen erg bekommerd om die energiearmoede. De meesten van ons kunnen zich hierin terugvinden. Op vraag van de armenverenigingen is de uitrol gestart in september 2009 bij gezinnen die al afgesloten waren. Voor hen was de uitrol een onmiddellijke verbetering, want ze hadden niet de kans om zich te verwarmen zonder de dure heraansluiting te betalen. In de koude wintermaanden vorig jaar hebben we gepauzeerd, in afwachting van een nieuwe regeling van minimumlevering. Nu is de uitrol voortgezet.
Het woord mirakeloplossingen is hier vaak gevallen. Natuurlijk zijn het geen mirakeloplossingen! Ik zal als minister van Wonen en Energie in mijn eentje nooit de armoede Vlaanderen kunnen uithelpen. Ik heb niet de pretentie te denken dat ik dat zou kunnen. Maar ik vind het niet correct dat men doet alsof dit geen verschil zal maken in de praktijk. Natuurlijk moet men deze regel zien in combinatie met andere maatregelen, bijvoorbeeld dat beschermde afnemers hogere premies krijgen voor energiebesparende maatregelen.
Mevrouw Taeldeman, u suggereert om de maatregelen te stroomlijnen. We zijn daarmee bezig. We gaan dat inderdaad doen.
De beschermde klanten zijn de prioritaire doelgroep voor energiescans. Waarom stop ik niet met de renovatiepremies en geef die aan de mensen die ze nodig hebben? Kijk mevrouw Vogels, als 75 percent van de Vlamingen huiseigenaar is, dan is het onmogelijk dat al die mensen rijk zijn. Het is ook zinvol om iets te doen voor mensen met een eigen huis. Er zijn in Gent en wellicht ook in Antwerpen huizen die je een krot kunt noemen, en die eigendom zijn van de bewoner. Ook die mensen hebben budget nodig om hun huis te verbeteren. Is dat enkel voor de allerarmsten? Nee, zeker niet. Het is ook voor mensen in de middenklasse. Ik vind dat nodig. Ik vind niet dat we daarin moeten overdrijven. Vandaar de beslissing die ik vorig jaar heb genomen. Die kosten swingden de pan uit. Ik heb dat teruggebracht, maar we moeten ook die mensen helpen om gezond en goed te wonen.
Een maatschappij die enkel moet betalen aan de meest behoeftigen is een maatschappij waarbinnen de solidariteit binnen de kortste keren op springen zal staan. Sommige maatregelen zijn bedoeld voor een ruimere groep. Als u wilt dat we enkel geld uitgeven voor de meest behoeftigen, dan is dat niet goed. We moeten heel veel aandacht hebben voor de armoede. We moeten daar alles tegen doen wat we kunnen. Maar als minister van Energie moet ik ook oog hebben voor al die andere mensen die wonen en energie verbruiken.
Voor de mensen die wonen, is beslist om in de Wooncode energievereisten te kunnen inschrijven. We moeten dat effectief doen. Mijn bedoeling is om tegen 2020 de daken van woningen die worden verhuurd, verplichtend te isoleren. Dat zal de factuur naar beneden halen.
In afwachting daarvan start de netbeheerder Eandis met het isoleren van daken bij huurders die zich in moeilijke situaties bevinden, en ook van de sociale woningen. Er is een groot isolatieplan in opmaak. Dit parlement heeft al jaren lang gevraagd naar een inventaris van de toestand van de sociale woningen. Die is nooit eerder opgevraagd. Ik heb die vorig jaar gevraagd en daaruit is gebleken dat er grote noden zijn voor de renovatie van die sociale woningen en niet het minst inzake energiezuinigheid. We gaan samen met de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen een planning maken met prioriteiten om dat aan te pakken. Ook daarvan wordt werk gemaakt.
Ik wil duidelijk maken dat één maatregel niet voldoende zal zijn. Het zullen veel maatregelen moeten zijn die mooi in elkaar haken. Ik heb enkele suggesties gekregen. De huurprijs van huurwoningen met een slecht energieprestatiecertificaat niet indexeren vind ik een heel goede suggestie. Mocht Vlaanderen vandaag al bevoegd zijn voor de huurwetgeving, ik schreef het er meteen in. Ik moet nog even wachten, gelukkig niet meer zo lang. Nu kan ik dat helaas niet doen.
Enkele mensen hebben verwezen naar de openbaredienstverplichting. Daar zit nogal wat druk op de tarieven. Er komt een evaluatie over ongeveer een jaar. Ik vond het noodzakelijk om intussen al dingen te doen. Er is een tussentijdse aanpassing op til aangaande groenestroomcertificaten. Er is ook deze beslissing om de mensen in energiearmoede te helpen. Die tussentijdse aanpassingen zijn belangrijk. We konden daar niet mee wachten. Een groter debat zullen we daarover voeren naar aanleiding van die evaluatie. (Applaus bij de meerderheid)
Minister, ik ben daarnet twee dingen vergeten te vertellen in mijn betoog. Als men de situatie vergelijkt met Nederland en als men de aanpak van de armoedebestrijding in Nederland bekijkt, dan blijkt dat de cijfers veel minder problematisch zijn dan in Vlaanderen. Ik raad u toch eens aan om met de Vlaamse Regering te kijken hoe men dat in Nederland doet, want Nederland heeft veel meer inwoners en ongeveer dezelfde levensstandaard als wij. Ik denk dat we daar lessen uit kunnen leren.
Verder zegt u dat we het niet met één ding kunnen oplossen, maar met vele beetjes. Dat verklaart misschien waarom u week na week een nieuwe persverklaring heeft. Ik kan meer over uw beleid lezen in de krant dan ik in dit parlement te weten kom. Ik wil dat even langs deze weg zeggen. Want vandaag staat bijvoorbeeld op de onlinekranten dat u een verplicht minimumpercentage aan schone energie wilt koppelen aan nieuwbouwwoningen, terwijl 72 percent van de architecten uw plan afschiet. Ik kan zeggen dat u dat goed getoetst hebt aan de praktijk, minister.
U wijst ook dadelijk met het vingertje naar private eigenaars dat ze tegen binnen enkele jaren in orde moeten zijn met de isolatie. U bent de grootste huisbaas van Vlaanderen, minister. U moet zelf eerst het voorbeeld geven. We hebben dat debat ook al in de commissie gehad. U zegt dat u nog geen inventaris hebt en dat de VVSG die gaat geven. Ik raad u aan om eens rond te rijden in sociale woonwijken in Vlaanderen. Dan hebt u geen inventaris nodig. Ik zie telkens veel goednieuwsshow maar weinig concrete oplossingen. Als ik uw antwoord op parlementaire vragen lees, dan krijg ik heel andere cijfers dan wat ik in de media lees. Stop daarmee, minister, en doe er eindelijk iets aan. Die boodschap wil ik u vandaag nog meegeven.
De armoedebarometer zal uitwijzen hoe de situatie na deze winter is. Ik vrees dat het aantal dakloze mensen en het aantal mensen dat in de kou zit, deze winter alleen maar zal toenemen.
Ik heb met stijgende verbazing naar u geluisterd. Het verhaal over mensen responsabiliseren en mensen met schulden zo snel mogelijk naar het OCMW sturen zodat die hen kunnen helpen, vind ik zo caritatief, zo weinig structureel. Wat kan het OCMW doen? Mensen sturen naar schuldbemiddeling. Ik heb het daarstraks al gezegd dat die op wachtlijsten terechtkomen. Ze hebben steeds langere afbetalingstermijnen. Wat kan het OCMW doen, minister? De mensen hogere uitkeringen geven? Neen, dat is niet hun bevoegdheid. Ervoor zorgen dat de mensen in betere huizen wonen die geïsoleerd zijn zodanig dat hun energiefactuur daalt? Neen, dat is niet hun bevoegdheid. Dat is uw bevoegdheid. Als ik u dan hoor zeggen dat er in Gent ook middenklasseneigenaars in krotten wonen, dan weten die allicht de weg niet naar de vele premies die er bestaan om hun huis te isoleren, om zonnepanelen te leggen enzovoort. Dan moet u hun dat misschien eens gaan vertellen.
Het hele verhaal over de voorbije 15 jaar rond investeringen in wonen is een verhaal van het mattheuseffect. De middelen gaan steeds naar dezelfde groep mensen. Mensen die huren op de privaatmarkt vallen altijd uit de boot. Waar blijven bijvoorbeeld de huursubsidies om het wonen betaalbaar te houden? Dat zijn structurele maatregelen die binnen uw bevoegdheden liggen. U fietst gewoon naast de kwestie en de hete brij. Ik vind dat heel erg.
Ik dank de minister voor haar uitgebreid antwoord. Door de sociale bescherming waarin de Vlaamse regelgeving voorziet voor huishoudelijke energieafnemers, ligt het aantal gevallen van afsluiting van elektriciteit en aardgas zeer laag in vergelijking met het buitenland. Ik zou de heer Reekmans adviseren om eens te gaan kijken wanneer Nederland het afsluitverbod tijdens de wintermaanden heeft ingevoerd. Dat is eigenlijk nog niet zo heel lang geleden en dat is maar een aantal kilometers van hier. Als hij zegt dat het in Nederland zoveel beter is, dan klopt dat verhaal alvast niet.
Minister, u kunt rekenen op de steun van onze fractie zowel voor het opdrijven van een aantal preventieve acties, voor het heroriënteren van een aantal premies en ook voor het evalueren van die openbaredienstverplichtingen.
Op die manier moeten we ernaar streven dat steunmaatregelen terechtkomen bij diegenen die het echt nodig hebben en dat de mensen weer schuldloos kunnen participeren aan een commerciële energiemarkt.
Voorzitter, minister, collegas, ik denk dat vandaag iedereen een beetje gelijk heeft gehad. De heer Reekmans heeft een punt gescoord door te zeggen dat in de sociale woonsector aan bijvoorbeeld de isolatie nog heel wat kan worden verbeterd. Hij heeft gelijk dat wij in onze overheidsbedrijven ook te weinig doen om zuinig met energie om te gaan. Mevrouw Vogels heeft een punt dat de private huurders het slachtoffer zijn van heel ons systeem en dat we voor hen iets moeten doen, door naar een systeem van huursubsidies te gaan. Mevrouw Vogels weet dat dat punt al heel lang in onze partijprogrammas staat.
We zijn eigenlijk met zn allen aan het herhalen wat we bij vorige gelegenheden al als beleidsdoel hadden gesteld. Ik ga vandaag geen extra initiatief meer nemen, voorzitter, minister. Maar laat ons de resoluties, de moties en de vele decretale initiatieven die we in het verleden hebben genomen ter bestrijding van de energiearmoede, nu eindelijk eens uitvoeren. Hopelijk kunnen we dan volgende winter een non-debat voeren.
De heer Penris vat het goed samen: iedereen heeft hier een beetje zijn waarheid. Ik wilde met mijn betoog twee punten benadrukken. Als het gevolg van een beslissing is dat OCMWs een centrale rol krijgen, dan ware het minstens nuttig geweest om daarover met hen te overleggen. Als ik de mensen van de VVSG mag geloven, is dat onvoldoende gebeurd. Zij hadden ook nog een aantal andere suggesties gedaan, maar die zijn nu niet meegenomen.
Daarnaast ben ik erg blij dat u het systeem van de openbaredienstverplichtingen zult evalueren. Ik hoop dat u daar niet mee aarzelt. U zei dat het nodig was om intussen toch al een aantal maatregelen te nemen. Via een motie, die onze fractie straks zal indienen, willen wij u toch aanbevelen om uiterst voorzichtig te zijn om nog bijkomende openbaredienstverplichtingen in te voeren waarbij de gewone consument de pineut is of het gelag mag betalen.
Mevrouw De Waele heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, ik heb een aantal voorstellen gehoord die zeer waardevol zijn, maar er zijn er ook een aantal waar mijn tenen van gaan krullen. Minister, ik hoor u onder andere zeggen dat, mocht de huurwetgeving geregionaliseerd worden, een van de eerste zaken waaraan u zou denken het koppelen van een EPC aan een indexaanpassing zou zijn. Dat is nu een van die voorbeelden waar mijn tenen van gaan krullen. Als de huurwetgeving naar hier komt, moet het wel de bedoeling zijn dat er een evenwichtiger huurwetgeving komt. Die is er momenteel absoluut niet. Ik zou er toch twee keer over nadenken, als u die link wilt leggen.
Ik heb collegas horen zeggen dat er geen enkel moment is waarop huurders kunnen beslissen, als er een slecht EPC is, om iets te doen aan de prijs of iets te bewerkstellingen aan de woning. Ik zou dat ten stelligste ontkennen. Een huurder is tot op vandaag gelukkig nog altijd niet verplicht om een bepaalde woning te nemen of te huren. Ik hoor u nu luidop denken, minister, dat er weinig woningen op de huurmarkt zijn en dat men niet zon grote keuze heeft. Dan zou ik u aanraden om zeker twee keer na te denken als u nog een verstrenging wilt invoeren, en om u eerst af te vragen hoe het komt dat er steeds minder huurwoningen op de private markt komen.
Nu zijn mijn tenen gaan krullen, mevrouw De Waele. Ik heb de minister de suggestie gedaan van het koppelen van het EPC aan een eventuele niet-indexering van de huurprijs, maar ik heb daar meteen aan toegevoegd dat het over krotwoningen en huisjesmelkers in steden ging en niet over de woningen die u misschien via uw kantoor verhuurt. Het ging over verhuurders van huizen die echt niet het beste voorhebben met hun potentiële huurders.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord. Ik hoop dat u ook volop inzet op preventie en op responsabilisering. Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag of de budgetmeter al dan niet op vrijwillige basis kan worden ingevoerd. (Opmerkingen)
Ik verneem dat die mogelijkheid nog niet zou bestaan, maar die kan dan eventueel worden onderzocht.
We zullen vanuit de meerderheid ook een actualiteitsmotie indienen waarin al onze prioriteiten nog eens worden opgesomd.
Mevrouw Vogels, u zegt dat het geen oplossing is om de mensen naar het OCMW te sturen. Vindt u dan dat mensen in armoede niet gekend moeten zijn bij het OCMW? Ik begrijp de essentie van uw betoog niet. U hebt gezegd dat het geen oplossing is om arme mensen naar het OCMW te sturen, maar waarvoor dient het OCMW dan volgens u?
Het dient om mensen een leefbaar inkomen te garanderen. Als de OCMWs alleen maar uitkeringen kunnen geven die veel te laag zijn en onder het Europees minimum liggen, en als de OCMWs mensen alleen maar kunnen begeleiden via schuldbemiddeling om veel te hoge energiefacturen af te betalen, maar ze niets kunnen doen aan het feit dat die huizen niet geïsoleerd zijn, dan is dat dweilen met de kraan open.
Het is uw verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de huizen op de huurmarkt beter geïsoleerd worden, iets wat een aantal organisaties u de voorbije week zijn komen vragen. Het is ook uw verantwoordelijkheid om het huren betaalbaar te maken via huursubsidies. OCMWs kunnen alleen maar begeleiden binnen de mogelijkheden die ze hebben en die mogelijkheden zijn stilaan op. Het inkomen is te laag.
Mevrouw Vogels, de organisaties die mij vorige week zijn komen vragen om een aantal maatregelen te nemen bij verhuur, zoals de verplichting om normen inzake energiezuinigheid in de Wooncode te schrijven, waren erg blij met mijn voornemen. Ik doe vanalles op die private huurmarkt, en ik heb niet de indruk dat daar vroeger bijzonder veel op werd ingebroken. Naarmate mij meer instrumenten worden aangereikt, ook instrumenten van het federale niveau die eventueel naar Vlaanderen komen, zal ik daar meer doen.
Het gaat niet enkel over de private huurmarkt, maar ook over de sociale woningen.
De heer Dehaene heeft het woord.
Minister, ik wil u bijtreden. Het is belangrijk dat we zo snel mogelijk die mensen kunnen begeleiden via het OCMW. Het gaat daarbij niet altijd over uitkeringen. De uitkeringen zijn inderdaad te laag, maar veel mensen zijn geholpen met een goede begeleiding. Dat is niet altijd schuldbemiddeling, maar ook budgetbeheer, budgetbegeleiding en de mensen bij het handje nemen. Dat laatste is trouwens niet negatief bedoeld, want veel mensen zijn daarmee geholpen. Ik treed u dus bij dat die mensen zo snel mogelijk de weg naar het OCMW moeten vinden, ook al is die drempel vaak nog heel hoog. Er bestaan trouwens ook vandaag federale instrumenten die aan de OCMWs de mogelijkheid geven om mensen die het niet breed hebben, te helpen om die woningen te isoleren. De Vlaamse overheid heeft daar trouwens de waarborgregeling voor uitgewerkt. Er zijn dus wel degelijk instrumenten, maar het is zaak om die maximaal te gebruiken en om de mensen maximaal te helpen.
Ik denk dat het verkeerd is om te laten uitschijnen dat er niets gebeurd is ten aanzien van de huurders of ten aanzien van de sociale woningen. Ik wil erop wijzen dat we tijdens de vorige legislatuur in een resolutie van de commissie Energiearmoede hebben gevraagd om juist meer premies, om meer steun van de netbeheerders naar die categorieën toe te leiden, juist omdat we zo beducht waren voor het fameuze mattheuseffect. Als gevolg daarvan gaat Eandis dit jaar al meer dan 3200 sociale huurwoningen isoleren en zullen er 500 bijkomende huurwoningen op de private markt die een aardgasbudgetmeter hebben geplaatst, geïsoleerd worden. We zijn die shift dus wel degelijk aan het maken. Met de bijkomende voorwaarden en maatregelen die de minister al heeft toegezegd, en met de energie-eisen in de Wooncode en dergelijke meer, gaan we verder op de ingeslagen weg en zullen we op termijn die meest kwetsbare doelgroep extra in de watten leggen.
Mijnheer Martens, ik wil er u dan toch voor waarschuwen dat u in bijkomende middelen zult moeten voorzien om in de toekomst nog meer sociale woningen op te trekken. Ik denk dat de mensen die een woning verhuren aan anderen, stilaan hun buik vol hebben van de vele soorten betutteling die de Vlaamse overheid hen oplegt.
Ik zeg niet dat sommige van die woningen niet slecht geïsoleerd zijn. Dat zeg ik niet. Maar u weet dat de private huurmarkt nu al bijzonder onder druk staat. U zult het extra geld nodig hebben om bijkomend te investeren in sociale woningen, want dat zal het gevolg zijn van het beleid dat Vlaanderen vandaag voert.
Er zijn nu inderdaad programmas voor sociale woningen waarbij de verwarmingsketels worden vervangen en waarbij er wordt geïsoleerd.
De heer Reekmans vindt dat ik eens moet rondrijden en dat ik dan wel zal weten waar ik wat moet doen. Ik heb een iets werkbaardere methode gevonden. De VMSW heeft elke huisvestingsmaatschappij gevraagd wat de noden van haar woningen zijn en heeft die gebundeld. U hebt het de hele tijd over de VVSG, dat is de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten. Het gaat hier over de VMSW, de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen.
De VMSW wacht nog op een paar gegevens van een paar maatschappijen en zal op basis daarvan een lijst met prioriteiten opstellen. Per jaar zullen woningen worden aangepakt. Eerst die woningen waar de grootste energiewinst kunnen worden geboekt. Zo zal men die rij afgaan. Ik denk dat het zinvoller is om te werken met dat soort inventaris, eerder dan rond te rijden om iets te zoeken om te isoleren. Mijnheer Reekmans, ik vind dat niet zon goede suggestie. Vergeef mij, maar ik ga daar niet op in.
Mijnheer Reekmans, u zegt dat ik weinig oplossingen heb. Maar wat zijn uw oplossingen? Ik hoor u iedere keer uw verhaal doen altijd hetzelfde verhaal , maar nooit geeft u een oplossing of nooit doet u een voorstel. Ik heb hier ongeveer van elke partij voorstellen gehoord. Er zijn constructieve voorstellen bij. Sommige kan ik aanvaarden, andere moet ik onderzoeken en van nog andere ben ik geen fan. Maar het zijn op zijn minst voorstellen. Het enige wat u doet, is klagen. Nooit, nooit hoor ik van u een voorstel.
Mijnheer Reekmans, hoe wilt u de energiearmoede in Vlaanderen aanpakken?
Mijnheer Reekmans, u krijgt een half uur. (Gelach)
Voorzitter, u hebt vooraan een nieuwe spelverdeler gezet.
Minister, ik heb daarnet inderdaad een verkeerde naam gebruikt. Ik dank u voor de Nederlandstalige correctie. Het kan iedereen wel eens overkomen.
Ik ben geen minister en ik moet dus geen beleid voeren. Ik ben parlementslid. (Gelach. Rumoer)
Blijkbaar is het satirisch kwartiertje begonnen.
Minister, u hebt het misschien niet meegemaakt omdat u snel minister bent geworden, maar een parlementslid dient net om de regering te controleren. (Opmerkingen van de heer Tom Dehaene)
Mijnheer Dehaene, een van de taken van een parlementslid
Mijnheer Reekmans, laat u niet afleiden.
Voorzitter, ik anticipeer. U hebt me net een halfuur gegeven.
Een parlementslid moet controleren en wetgevend werk doen. Minister, ik ga een citaat voorlezen om u een voorbeeld te geven. Ik vind het straf dat ik uw voorstellen via Het Laatste Nieuws online moet lezen. Hier hoor ik ze niet, maar als ik mijn pc heb aangezet, dan kan ik zien waarmee u bezig bent.
72 percent van de architecten zeggen dat energieneutrale woningen in 2021 wat u wilt doen een onhaalbare kaart zijn. Als de betaalbaarheid uit het oog wordt verloren, zal de middenklasse in de richting van de sociale huisvesting worden gedreven, meent de organisatie, en dan wordt dat weer onbetaalbaar voor de overheid. Over die plannen lees ik.
U vraagt mij wat ik ga doen. Dat alleszins niet. Ik ken een klein beetje van de bouwsector en één ding weet ik: het moet geleidelijk aan gaan. Waar blinkt u in uit? In het uitpakken met plannen over hoeveel investeringen er moeten gebeuren. U wilt zo snel mogelijk naar een neutraal energiepeil gaan. Minister, zo werkt dat niet omdat dat onbetaalbaar is. Je moet dat in stappen doen.
LDD heeft dit al lang gezegd: Sociale koopwoningen? Onmiddellijk afschaffen. De huurcheque invoeren. U hoort dat blijkbaar niet. Het budget van de sociale koopwoningen kan dan worden gebruikt om de 10.000 leegstaande sociale woningen te renoveren zodat er mensen in kunnen. Nu staan ze leeg. U kunt ermee lachen, maar ze staan nu 5 tot 10 jaar leeg. (Opmerkingen van minister Freya Van den Bossche)
Als u ze niet weet te vinden, kunt u ze met foto en adres op www.leegstand.be bekijken. Dan kunt u uw budgetten daarvoor gebruiken. Als ik de renovatiecijfers sinds 2008 bekijk en u stelt te zullen investeren in isolatie, dan lach ik. Voor 2010, minister, had u in september amper 3399 renovaties van sociale woningen. Voor 2009 waren er dat 4420 en in 2008
5580. Ik ken de cijfers die u mij hebt meegedeeld. Jaar na jaar is er minder gerenoveerd. Nu bent u met verstomming geslagen dat de energiearmoede toeneemt, maar ik niet, minister.
Ik zou dat oplossen door politieke keuzes te maken, namelijk door sociale koopwoningen onmiddellijk af te schaffen en in te zetten op de sociale huurwoningen die we hebben en deze te renoveren, want 43 percent van de 108.000 woningen zijn niet in orde. Deze cijfers komen van u. Voorts zou ik de huursubsidie invoeren om het probleem op termijn aan te pakken en de wachtlijst weg te werken.
Ik hoor u dat al meer dan een jaar zeggen, maar u blijft gewoon doorgaan. Elke week hebt u wel een andere persshow, maar concrete initiatieven heb ik van u het afgelopen jaar nog niet gezien. (Applaus bij de N-VA)
Als u een artikel leest, moet u het volledig lezen, mijnheer Reekmans. De Europese Unie legt ons tegen 2021 de energieneutrale woning op. Dan kunnen we twee dingen doen. Ofwel wachten tot 2021 en dan ineens overschakelen naar energieneutrale woningen ofwel kunnen we en dat is wat de Vlaamse Bouwfederatie vraagt de verplichting in etappes verwezenlijken. Er kan een etappe in 2012 worden gerealiseerd en een in 2014. We zullen het E-peil stelselmatig verlagen zodat de bouwsector zich daaraan kan aanpassen. Dat is namelijk wat zij zelf vragen.
Misschien denkt u dat de mensen van de Vlaamse Bouwfederatie onnozelaars zijn, maar wij hebben dat met hen overlegd en zij vinden dat een goede maatregel. Zij hebben dat op Radio 1 toegelicht. Het is niet nieuw. Sommige commissieleden hebben het er al over gehad. Wat nieuw is, zijn de concrete cijfers die laten uitschijnen dat de Vlaming almaar energiezuiniger bouwt. Vorig jaar, nog voor het E-peil van kracht was, zat de helft van de bouwers al onder het E-peil met hun nieuwe woning.
Wij hebben het voornemen herhaald dat in de commissie al is besproken. U kunt mijn antwoorden op de vragen in de commissie lezen op de website.
Wij overleggen al een hele tijd hierover, ook met de armoedeverenigingen. Het was tijd om te handelen en dat hebben we ook gedaan. Op een bepaald moment is er geen verdere ruimte voor overleg meer over, tenzij men de beslissing ook uitstelt.
Ik hoor mevrouw De Waele pleiten voor een evenwichtiger huurwetgeving. Ze bedoelt waarschijnlijk een wetgeving die meer met de wensen van de verhuurder rekening houdt. Dat noem ik niet evenwichtiger. Het is een goede zaak dat de verhuurder die zijn woning met een goed EPC verhuurt, daarvoor wordt beloond. De eigenaar die dat niet doet, zou daar de nadelen van moeten ondervinden. Vandaag liggen de zaken niet zo helder. Het is een goed voorstel, al begrijp ik dat u dat niet steunt.
De budgetmeters kunnen inderdaad niet preventief worden aangevraagd omdat men dan niet langer vrij voor een energieleverancier kan kiezen. De budgetmeters bevinden zich immers bij de distributienetbeheerder, de sociale leverancier. Dat punt bekijken we best van naderbij. Zelf heb ik ook mensen ontmoet die me vroegen of ze geen budgetmeter konden aanvragen. Ze zeiden me dat ze dan beter hun verbruik konden berekenen en er zich beter op konden voorzien. Er is in ieder geval vraag naar.
Dit valt, zodra ze worden uitgerold, eventueel met de slimme meters te combineren. Een slimme meter kan natuurlijk ook de functie van een budgetmeter vervullen. Indien we die preventief zouden laten installeren, zouden we overschakelingen tussen leveranciers natuurlijk onmogelijk maken. Dat is een moeilijkheid. Op zich vind ik het een interessante suggestie, maar er zijn een paar nadelen aan verbonden. Misschien kunnen we hierover in de commissie nog eens verder van gedachten wisselen.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Ik zal naar goede gewoonte geen actualiteitsmotie indienen. Aangezien dit een discussie tussen de meerderheid en de oppositie is, zou die motie toch worden weggestemd. Dit zou gewoon papierverspilling zijn.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Het debat is gesloten.
Actualiteitsmoties
Door de heren Reekmans en Vereeck en de dames Werbrouck en De Waele, door de dames De Knop en Van Volcem, de heer Anthuenis, mevrouw Van der Borght en de heer Gatz en door de heer Martens, de dames Taeldeman, Homans, Hostekint en Franssen, de heer Hendrickx en mevrouw Coppé werden tot besluit van dit actualiteitsdebat actualiteitsmoties aangekondigd. Ze moeten uiterlijk om 19 uur zijn ingediend.
Het parlement zal zich daar straks over uitspreken.
Het incident is gesloten.