Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, het debat is geopend. De afspraak is dat iedere spreker maximaal tien minuten spreektijd krijgt.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collegas, het doek over Opel Antwerpen is dan toch gevallen. Jammer genoeg is het een saga van jaren geworden. De werknemers van Opel werden de speelbal van een zeer bochtig parcours van General Motors. Dat parcours is intussen al enkele jaren geleden gestart, namelijk op het moment dat de Astra niet langer werd toegewezen aan de fabriek in Antwerpen. In 2007 beloofde GM nochtans dat er twee nieuwe modellen in Antwerpen zouden worden gebouwd, twee kleine SUV jeeps. Die belofte werd door GM op papier gezet. Achteraf is gebleken dat het papier, nochtans ook een belofte aan toenmalig premier Verhofstadt, niet veel waard was.
Intussen is de saga verder ontwikkeld. Vele jaren en maanden gingen voorbij waarbij Opel een bochtig parcours volgde en de regering een heel actief en proactief beleid heeft gevoerd. Er werden steeds nauwere contacten onderhouden met GM en Opel. Meerdere keren werd GM ter verantwoording geroepen. Er werd overleg gepleegd op Europees niveau. De Europese Commissie werd door de Vlaamse Regering aangespoord een eventuele staatsteun zeer kritisch te onderzoeken. Pas toen in mei 2010 GM zou afzien van verdere staatsteun voor herstructurering, verloor Vlaanderen deze belangrijke hefboom om GM onder druk te zetten, en Antwerpen een eerlijke kans te geven.
Er werd ook overleg gepleegd met alle betrokken lidstaten en regios om informatie uit te wisselen en te proberen een onderlinge wedloop te vermijden. Er werd ook gesproken met mogelijke overnemers ik herinner hier even aan Magna om ervoor te zorgen dat de slaagkansen voor een dergelijk scenario voor Antwerpen maximaal zouden zijn.
In eigen land heeft de Vlaamse Regering ervoor gezorgd dat alle actoren, de vakbonden, de lokale directie, de werkgeversorganisaties, het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen en de federale overheid, zich steeds op dezelfde lijn bevonden. Door middel van overleg heeft de Vlaamse overheid ervoor gezorgd dat vanuit Vlaanderen nooit een dissonant geluid te horen was.
Tot slot is voor de gronden en de bedrijfsgebouwen in samenwerking met het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen een marktconform ondersteuningspakket, met waarborgen en met een sale-and-leasebacksysteem, uitgewerkt.
De agenda van GM luidde heel anders. Alle argumenten ten spijt, had GM, dat ondertussen ten gevolge van mismanagement zelf in de problemen zat, besloten dat Opel Antwerpen dicht moest. De voorbije maanden heeft GM alvast aangetoond de fabriek aan de Noorderlaan geen warm hart toe te dragen. Na de bekendmaking van de intentie tot sluiting op 21 januari 2010 is al duidelijk geworden dat een doorstart in Antwerpen voor GM geen reële optie was. GM heeft een deadline vooropgesteld. Voor 30 september 2010 moest een overnemer worden gevonden. Dit in 4 maanden volbrengen, was een onmogelijke opdracht.
De vraag is of, zoals sommige mensen van het Vlaams Belang blijkbaar beweren, alle inspanningen van de Vlaamse Regering voor niets zijn geweest. In mijn ogen is dit niet het geval. De Vlaamse Regering moest die inspanningen leveren omdat de mensen van Opel Antwerpen er zelf hard in geloofden. De vakbonden, de lokale directie en de werknemers zijn steeds in hun fabriek blijven geloven. De Vlaamse Regering heeft dit verhaal samen met hen geloofd.
Bovendien reikt het Vlaams automobielsectorbeleid verder dan Opel Antwerpen. De taskforce automotive, die nog tijdens de vorige legislatuur is ontstaan, bestaat ondertussen al jaren. Het beleid dat door die taskforce is uitgetekend, heeft wel degelijk zijn vruchten afgeworpen. Ik verwijs in dit verband naar de hoge productiecijfers bij Volvo Gent, dat momenteel op volle toeren draait, en naar de werkzekerheid in Ford Genk, die nu wel gegarandeerd lijkt. Deze belangrijke vruchten zijn mee door het Vlaams beleid vormgegeven.
We geloven alvast in de toekomst van de industrie in Vlaanderen. Ik heb het niet enkel over de automobielsector. De gehele industrie vormt een van de belangrijkste motoren van onze welvaart. Sommige liberale economen beweren dat Vlaanderen in de toekomst zonder industrie zijn welvaart zal moeten trachten uit te bouwen. De Vlaamse Regering gelooft gelukkig wel nog in de toekomst van onze industrie.
Vorige week heeft minister-president Peeters zijn groenboek, getiteld Een nieuw industrieel beleid voor Vlaanderen, gelanceerd. Dit is een belangrijke stap voorwaarts. Vlaanderen is en blijft immers een industriële regio. Als we naar het aandeel in de tewerkstelling kijken, blijkt de industrie in Vlaanderen belangrijker dan de industrie in Frankrijk of in Nederland. Als we naar het aandeel in de toegevoegde waarde kijken, blijkt de industrie in Vlaanderen 3 percentpunten belangrijker dan het gemiddelde in de EU of dan het aandeel in de toegevoegde waarde in onze buurlanden. De concretisering van het nieuw industrieel beleid moet dan ook een van de belangrijkste prioriteiten van de Vlaamse Regering zijn.
Wat moet nu concreet met Opel Antwerpen gebeuren? Er moet heel snel een slagkrachtige reconversiegroep met de nodige experts worden opgericht. Die reconversiegroep moet een nieuw industrieel verhaal voor de site van Opel schrijven. Om dit mogelijk te maken, moet Vlaanderen zo snel mogelijk de gronden, ongeveer 95 hectare van de best gelegen industrieterreinen in Europa, in handen krijgen.
GM moet deze gronden aan een redelijke prijs verkopen. Ik bedoel natuurlijk dat het goedkoop moet zijn. Een symbolische euro, zoals sommige vakbonden hebben vooropgesteld, zal het uiteraard niet worden. GM moet echter beseffen dat de gronden en de fabriek na de stopzetting en de ontmanteling van de activiteiten minder waard zal worden. Een goed draaiende automobielfabriek is meer waard dan wat we straks zullen krijgen.
Bovendien mag GM rekening houden met de lasten die de Belgische overheid en de Vlaamse overheid in functie van het sociaal plan op zich nemen. Bovendien heeft Vlaanderen Opel Antwerpen in de loop van de voorbije 15 jaar meer dan 25 miljoen euro aan expansiesteun verleend. GM krijgt een laatste kans om te tonen dat het geen maatschappelijk onverantwoorde onderneming is. Nu lijkt dit wel zo te zijn.
Hoe jammer de sluiting van Opel Antwerpen ook moge zijn, eigenlijk gaat het hier ook om een nieuwe kans. We krijgen nu de kans het nieuw industrieel beleid in de praktijk te brengen. Deze reconversie moet het vlaggenschipproject van ons industrieel beleid worden. We moeten een lead plant aantrekken. Die belangrijke industriële speler moet, samen met andere innovatieve bedrijven en onderzoeksinstellingen, een innovatieve bedrijvencluster vormen. De eerste fabriek van de toekomst kan en moet straks in Antwerpen staan.
Kernwoorden hierbij zijn innovatie, duurzaamheid, vergroening van onze economie en uiteraard een zo hoog mogelijke en duurzame tewerkstelling. Waarom niet kijken naar andere onderdelen van de keten van de auto van de toekomst? Batterijtechnologie ontwikkelen en produceren kan een interessante activiteit zijn. De locatie in Antwerpen kan daarbij een belangrijke plaats innemen. Het TINA-fonds kan voor deze belangrijke nieuwe industriële activiteit een krachtige hefboom en een goede ondersteuning zijn.
Collegas, we moeten niet alleen een nieuwe toekomst voor de Opelsite opbouwen, maar ook en vooral een toekomst bieden aan de getroffen werknemers. De goed opgeleide werknemers van Opel Antwerpen zullen straks hopelijk gegeerde arbeidskrachten zijn op de Vlaamse arbeidsmarkt. UNIZO verwees deze week al naar de vele vacatures voor technisch personeel bij de kmos. Dit werd deze voormiddag nog onderstreept door de VDAB, die stelde dat er het afgelopen jaar nog nooit zoveel vacatures waren als deze maand. De Opelwerknemers hebben recht op alle mogelijke begeleiding en eventueel opleiding om terug aan de slag te kunnen. Vlaanderen heeft hen nodig. De tewerkstellingscel van Opel die eerder dit jaar van start ging, moet worden uitgebreid. Nu al vonden, ondanks de zomerperiode, die op de aanwervingsmarkt wat kalmer is, al ongeveer driehonderd mensen een nieuwe job, al dan niet binnen de automobielindustrie.
Dames en heren, tot slot wil ik mijn respect en bewondering uiten voor alle werknemers, de vakbonden en de lokale directie van Opel Antwerpen. Ook de werknemers van de toeleveranciers verdienen dit respect. In moeilijke omstandigheden hebben zij blijk gegeven van een groot doorzettingsvermogen en een sterke professionaliteit. Aan ons nu om hetzelfde te doen voor hen. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Penris heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collegas, de heer Bothuyne heeft terecht gezegd dat we vandaag op een heel trieste manier het doek zien vallen over Opel Antwerpen. Dat is natuurlijk een persoonlijk drama voor de rechtstreeks betrokken werknemers en hun gezinnen maar ook voor al wie in de vele toeleveringsbedrijven van deze firma zijn brood verdiende. In de Kempen zullen binnenkort de eerste ontslagen vallen. Ik denk dat wij allen meeleven met de mensen die daarvan het slachtoffer worden. Het drama is des te pijnlijker, minister-president, omdat veel van de mensen van Opel Antwerpen tot op de laatste dag, tot en met gisteren, in hun bedrijf zijn blijven geloven. De heer Bothuyne heeft het erover gehad. Zij zijn wat dat betreft misleid door uw regering, die altijd heeft volgehouden dat het probleem wel opgelost zou worden, en door hun vakbonden, die tot vandaag blijven zeggen dat er nog een toekomst denkbaar is. De mensen zijn vandaag terecht ontgoocheld.
Wij politici worden met dat verhaal van Opel Antwerpen wakker omdat we het hier hebben over de wet van de grote getallen. Het is zoals met een vliegtuig dat neerstort. Daarvan ziet iedereen de dramatiek in omdat er veel doden en gewonden vallen, maar in het dagelijkse wegverkeer vallen er ook veel doden en gewonden. En zo is het niet anders in onze economie: er zijn dagelijks vele Opels Antwerpen die in Vlaanderen sluiten en die in Vlaanderen dramas veroorzaken. Ook met die mensen zouden we vandaag moeten meeleven. Maar wij politici worden vaak alleen maar wakker geschud wanneer, zoals vandaag, het drama zich met grote getallen voltrekt.
Minister-president, dan betreur ik dat wij misschien kansen hebben laten liggen. U zult zich herinneren dat ik u dikwijls genoeg heb gevraagd naar uw plan B. Wij hadden immers het koude vermoeden dat het met uw plan A, met het plan A van General Motors, met het plan A van de vakbonden, totaal de verkeerde richting uitging. Wij hebben u dikwijls gevraagd naar uw plan B.
U hebt toen op uw sfinxachtige manier geglimlacht en gezegd dat u niet in uw kaarten zou laten kijken, dat u op dat moment in het plan A moest blijven geloven, dat er voor het plan B nog geen politieke agenda was. Gemiste kansen, minister-president.
Niet alleen ik zeg dat ik ben een lid van de oppositie, het is mijn taak om oppositie te voeren en het u moeilijk te maken. Het wordt vandaag echter ook gezegd door mensen die het dossier kennen. Ik wil citeren wat twee automobielexperts bij uitstek, de heren Heller en Heylen, gisteren in De Tijd hebben gezegd: De saga en uiteindelijke ondergang van Opel Antwerpen is een verhaal van onervaren omgang met multinationals en een onrealistisch industrieel beleid van de Vlaamse Regering. Onbegrijpelijk, hopeloos en averechts werkend. Niet ik zeg dat, maar mensen die er iets van kennen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, ik zal me niet uitspreken over die twee zogenaamde experts. Iedereen schrijft wat hij meent te moeten schrijven. Mijnheer Penris, ik heb deze ochtend samen met mijn collegas de voorzitter van Geely ontvangen, en we zijn er toch in geslaagd Volvo een schitterende toekomst te geven. We zijn erin geslaagd een toekomst te geven aan Ford Genk. Voor zover ik weet, zijn dat allemaal multinationals. We zijn er dus in geslaagd een oplossing te vinden voor twee andere belangrijke dossiers, namelijk Ford en Volvo.
Ik voel me dus ten eerste niet aangesproken door wat twee experts schrijven in een gerenommeerd dagblad, en ten tweede is het flagrant onjuist. Kijk naar die twee voorbeelden: we zijn er wel in geslaagd multinationale ondernemingen te overtuigen om voort in Vlaanderen te investeren.
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Penris, ik heb dat artikel ook gelezen. We moeten er inderdaad uit leren. We moeten lessen trekken uit wat er is gebeurd bij Opel. Ik zal dat straks in mijn betoog ook verduidelijken.
U haalt één citaat uit dat artikel. Een punt dat de auteurs aanhalen, is dat een letter of intent geen waarde heeft, en dat het lot van Opel eigenlijk al in 2001 was bezegeld. Wat hadden de Vlaamse Regering of dit parlement dan moeten doen volgens u? Hadden we in 2001 al moeten zeggen dat het niet de moeite was, dat de keet zou sluiten, dat we ons er niets meer van zouden aantrekken? Er zijn elementen uit het artikel die we moeten lezen, maar er wordt geen enkel alternatief naar voren geschoven. Er wordt op geen enkele manier gezegd hoe het dan wel had moeten gebeuren. Dat artikel is een en al defaitisme. De teneur is dat we het al lang hadden moeten opgeven. Wel, ik ben trots op een Vlaamse Regering die het niet heeft willen opgeven.
U kent natuurlijk de beide experts: dat zijn geen defaitisten. U volgt dit dossier ook van zeer nabij. Ze hebben hun alternatieven in andere publicaties al lang naar voren geschoven. Ik neem aan dat we daar niet meer over moeten debatteren. Dat hebben we in de commissie gedaan. Minister-president, dat was het plan B dat wij destijds naar voren hebben geschoven, wij niet alleen, maar ook mensen van de linkerzijde en mensen van het burgerlijke centrum. We hebben allemaal ondersteund wat die mensen naar voren hadden gebracht, maar u vond het op dat ogenblik niet nodig om een plan B te realiseren, wel integendeel!
Mijnheer Penris, u moet zich niet laten opjagen, tenzij u dat doet voor de tribune, maar zo ken ik u niet. (Gelach)
We hebben maximale inspanningen gedaan om een investeerder te vinden. Het plan A bestond erin GM ervan te overtuigen de fabriek open te houden. Er was heel de saga met de andere Europese lidstaten en de Europese Commissie. Plan B bestond erin GM ervan te overtuigen met een investeerder in zee te gaan. Er waren twee ernstige kandidaat-investeerders. Maandag heeft dat zijn besluit gekregen, met de beslissing van GM. Nu is er sprake van een plan C, voor alle duidelijkheid.
Maar ik kan u wel zeggen dat met de volgehouden inspanningen 1200 mensen, meer eigenlijk, tot het einde van dit jaar werk hebben. Het is een magere troost maar het is een van de gevolgen van de vastberadenheid om dit dossier niet te lossen.
De twee experten waar u naar verwijst, hadden een zeer negatieve kijk op automobielindustrie in Vlaanderen. Nogmaals, ze vergissen zich dik. Wij zijn ervan overtuigd en wij kunnen dat ook waarmaken dat de twee andere automerken in Vlaanderen actief blijven.
Voorzitter, mag ik citeren uit de uitspraken van de CD&V-fractie van 24 maart 2010 over de reconversie van Opel? Men ging maatregelen treffen die als doelstelling hadden: (...) aantrekken of ontwikkelen van nieuwe industriële activiteiten met hoge toegevoegde waarde qua werkgelegenheid op de site van Opel. In eerste instantie zal de focus liggen op de autosector of industriële sector. (...) belangrijke industriële investeerders aan te trekken (...) De reconversie wordt aangestuurd door een centrale stuurgroep. De leden komen uit het bedrijfsleven en uit nog andere takken die maatschappelijk belangrijk zijn. (...) De werking moet zeer pragmatisch, doelgericht en actiegericht zijn. De prioriteit bestaat erin in een eerste fase te focussen op het aantrekken van investeerders uit de automobielsector. Op korte termijn zal een investment prospect om buitenlandse investeerders aan te trekken, de overheidsstimuli inbegrepen, worden opgemaakt. Het benaderen van potentiële investeerders zal onverkort worden voortgezet (...) Bijkomend zal ook een speciale actie gebeuren (...).
Minister-president, dat alles waren zeer mooie, zeer dure woorden die in de praktijk tot niets hebben geleid. En dat verwijt ik u! Dat verwijt ik u en uw regering! U hebt de mensen in maart van dit jaar valse hoop gegeven. U hebt met al die goede intenties niets, nul komma nul, nada, gerealiseerd. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ik weet niet waar dat applaus goed voor is, tenzij om u te ondersteunen wellicht.
Mijnheer Penris, u moet toch correct blijven. Wij hebben alles gedaan om aan die internationale werkgroep serieuze kandidaten voor te stellen. We zijn erin geslaagd om op het laatste moment twee serieuze kandidaat-investeerders aan GM voor te stellen: een Chinese en een Amerikaanse. GM heeft maandag beslist om zeker met de Chinese kandidaat niet verder te spreken omdat het niet toestaat dat een kandidaat-investeerder samen met GM Astras zou gaan maken voor de Chinese markt.
Het is volstrekt onjuist dat wij geen inspanningen zouden hebben gedaan, of dat er geen serieuze kandidaat-investeerders zijn. Ik kom net van een lunch met de Chinese premier en de minister van Handel. China blijft geïnteresseerd. Maar GM heeft beslist om eind 2010 de fabriek te sluiten en geen enkele optie open te houden om samen met een kandidaat-investeerder Astras te bouwen. De waarheid heeft haar rechten. Wij hebben niemand een rad voor de ogen gedraaid, zoals u dat zegt, zeker niet misleid en dat tot op het laatste moment.
Het bewijs is dat ik woensdag op uw vraag geantwoord heb dat ik me zorgen maakte over de verdere afhandeling van het dossier. U hebt mij toen uw steun toegezegd, en dat heb ik geapprecieerd. Nu is uw interventie van een andere aard, maar goed. Nick Reilly heeft de volgende dag vanuit Parijs gezegd: Peeters maakt zich voor niets zorgen. We zijn nog aan het onderhandelen met de Chinese kandidaat. Dat heb ik donderdag vernomen. Nu moet u mij eens zeggen waar ik de mensen misleid heb en onvoldoende inspanningen heb geleverd om een kandidaat-investeerder te vinden om samen met GM Opel open te houden! Waar heb ik dat gedaan, die misleiding? Nergens! We hebben tot het laatste moment samengewerkt om een kandidaat-investeerder te vinden.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Mijnheer Penris, alle halsstarrige onheilsprofeten hebben één ding gemeen. Zolang ze ongelijk krijgen, zwijgen ze stil. Zoals de minister-president heeft gezegd, hebt u hier herhaaldelijk uw steun uitgesproken over de initiatieven die de Vlaamse Regering heeft genomen. Vervolgens doet u zoals alle onheilsprofeten. Ze beginnen luid te roepen op het moment dat ze gelijk krijgen, terwijl ze ondertussen niets gedaan hebben. (Rumoer)
Wat me het meest stoort, is dat u in uw betoog de vakbonden kapittelt, de Vlaamse Regering kapittelt. Ik heb u nog geen gebenedijd woord horen zeggen over GM. Ik heb u niet horen zeggen wat voor wanbeleid er aan de basis lag van de wereldwijde herstructurering die het bedrijf heeft moeten doorvoeren. Ik heb u niets horen zeggen over de woordbreuk, en ik heb u nog minder horen zeggen over de schuldige nalatigheid bij het zoeken naar een overnemer. Ik had dat graag van u gehoord. (Applaus bij CD&V en bij sp.a)
De heer Watteeuw heeft het woord.
Voorzitter, ik ben niet snel geneigd om de heer Penris te verdedigen. Integendeel, zou ik zeggen. Maar in deze heeft de waarheid haar rechten. Ikzelf, de heer Penris en ook nog anderen hebben verschillende keren aangedrongen op een plan B, zonder beperkingen, waarbij men alle scenarios onderzoekt. We moesten bij die denkoefening uitgaan van een noodscenario, van een rampscenario, en dan proberen daarvoor een oplossing te vinden. Ik stel vast dat dat niet is gebeurd. Alleen de piste met GM werd in aanmerking genomen. Eventueel kan men zeggen dat er in tweede orde een poging is geweest om overnemers te zoeken. Wij hebben altijd aangedrongen op meer.
Minister-president, als we kijken naar uw eigen Groenboek Nieuw Industrieel Beleid, dan zie ik daarin mogelijke manieren van denken en mogelijke methodes die hier niet werden toegepast. Ik kom daar straks op terug. Zulke denkoefeningen werden niet gemaakt. (Applaus van mevrouw Marijke Dillen)
Voorzitter, ik betreur ook enigszins de manier waarop de heer Penris op de tribune staat te roepen nu de werknemers van Opel Antwerpen in de problemen zijn gekomen. Op hun kap hier oppositie voeren, siert u niet, mijnheer Penris. Ik herinner u gewoon aan uw eigen woorden, de woorden van uw eigen fractie en de moties die u hier hebt ingediend. U vroeg aan de Vlaamse Regering om op zoek te gaan naar een overnemer voor de Opelvestiging in Antwerpen. Dat is gebeurd. De zoektocht heeft bepaalde resultaten opgeleverd. Maar u lijkt plots abstractie te maken van de rol van General Motors, nog altijd de eigenaar van deze fabriek, nog altijd eigenaar van deze site. Of speelt die, wat u betreft, geen enkele rol meer?
Voorzitter, moet ik General Motors veroordelen? Natuurlijk. Ik denk dat we dat allemaal doen. Denkt u dat wij het niet moeilijk hebben met de manier waarop deze multinational een beleid voert? Ik heb het daar heel moeilijk mee. Maar ik denk dat dat hier, in dit halfrond, een vanzelfsprekendheid is. Het is trouwens ook niet het forum om dat te doen. Ik denk dat we onze woede ten aanzien van dergelijke multinationale ondernemers op een andere manier moeten ventileren. Hier moeten wij aan politiek doen. En hier moeten wij de regering ter verantwoording roepen over wat ze heeft beloofd en wat ze niet is nagekomen. Ze ging op zoek naar overnemers. Ze heeft ze niet gevonden! Het resultaat is nul komma nul. U hebt misschien een inspanningsverbintenis gemaakt, maar het resultaat is er niet.
Er is één maatschappelijke actor, minister-president, die zijn verantwoordelijkheid wel heeft opgenomen, en dat is het Havenbedrijf. Het Havenbedrijf heeft gisteren beslist dat het de gronden van Opel zal kopen. Nu is het aan u, minister-president. Want opnieuw doet het Havenbedrijf een inspanning waartoe het maatschappelijk eigenlijk niet verplicht is. Opnieuw is het Havenbedrijf in de Vlaamse context een beetje de melkkoe van uw Vlaamse Regering. Het Havenbedrijf doet wat het moet doen. Ik hoop van u dat u nu ook zult doen wat u moet doen! (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Penris, u weet zeer goed dat artikel 10 van de notariële akte die in 1965 is onderhandeld, bepaalt dat de haven een optie en een voorkooprecht heeft. Ik heb de laatste weken met de mensen van de haven rond de tafel gezeten en gezegd: ofwel kopen jullie die grond via het uitoefenen van die optie en het voorkooprecht, ofwel zoeken we naar een andere oplossing en een ander instrumentarium.
U als eminent lid van de raad van bestuur van het havenbedrijf hebt daar gisteren over gesproken en een beslissing genomen die ik alleen maar kan toejuichen, maar het is zo dat in 1965 de stad Antwerpen dat optierecht en dat voorkooprecht had. Dat is overgegaan naar de haven. De haven was en is zeer nadrukkelijk vragende partij om die gronden te verwerven. U doet nu uitschijnen dat de enige actor die zijn verantwoordelijkheid heeft genomen, de haven van Antwerpen is.
Nogmaals, het is een goede zaak voor de haven van Antwerpen, maar mocht de haven van Antwerpen hebben gezegd niet geïnteresseerd te zijn in die gronden, dan had de Vlaamse Regering een andere oplossing gevonden en daar het nodige instrumentarium en de nodige gelden voor vrijgemaakt. Maak u daar geen zorgen over. De haven van Antwerpen is echter zeer geïnteresseerd om die gronden te verwerven.
Mijnheer de minister-president, u spreekt zeer gemakkelijk over alternatieven en financieringen, maar als het erop aankomt, slaagt u er nog niet in om grote infrastructuurwerken volledig zelf gefinancierd te krijgen en doet u ook daarvoor een beroep op haven en stad. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Watteeuw heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collegas, wat we de voorbije dagen gezien hebben, is in de eerste plaats de arrogantie van een multinational die zich weinig gelegen laat aan het lot van werknemers en hun gezinnen. De heer Reilly negeert zowel Opelwerknemers als de Vlaamse Regering. Dat General Motors de gesprekken met de Aziatische investeerder niet ten volle wil voeren, is wat mij betreft onbegrijpelijk. Hoe een bedrijf als General Motors ondanks alle beloftes gewoon doet waar het zin in heeft, is brutaal. Het resultaat is dramatisch voor de werknemers.
Minister-president, u hebt u hard ingespannen voor het behoud van de Opelvestiging, dat mag ook wel eens worden gezegd. Mijn fractie waardeert dit absoluut. Ik verberg ook niet dat mijn fractie vindt dat de Vlaamse Regering te weinig en te laat heeft nagedacht over alternatieve scenarios, over het plan B. Dat het in andere gevallen wel is gelukt u verwijst naar Volvo en Ford is een goede zaak, maar is een magere troost voor de werknemers van Opel en voor Antwerpen.
Dat nadenken over alternatieve scenarios moet nu eindelijk wel eens gebeuren. U hebt vorige week gezegd dat we vandaag zouden zien in welk plan we verder moeten werken. Wel, ik hoop dat we dat inderdaad kunnen doen. Ik hoop dat we hier op deze vergadering kunnen zien wat nog mogelijk is.
Wat ons betreft, zijn er twee grote pistes mogelijk. Er is een piste in de automobielsector en een piste buiten die sector. In beide pistes zijn er twee voorwaarden. Voor beide pistes is het belangrijk dat Vlaanderen zelf het heft in eigen handen neemt. Het kan niet zijn dat de Vlaamse Regering zich nu zou terugtrekken. Dat de vakbonden willen spreken met de Aziatische investeerders, is een goede zaak en toont hun betrokkenheid, maar ik vind dat de Vlaamse Regering dat moet doen. Een industriële ontwikkeling op die plaats mogelijk maken
Voorzitter, excuseer me dat ik zoveel tussenkom, maar dat is omdat het nodig is.
Mijnheer Watteeuw, wat uw eerste punt betreft: we hebben veel nagedacht, maak u daar geen zorgen over. Maar wanneer de vakbonden en het personeel absoluut alles uit de kan willen halen om een oplossing te vinden met GM, dan ga ik ervan uit dat u samen met mij vindt dat het niet aan de regering is om te zeggen: doe maar, maar we hebben al een ander plan en gaan in die richting verder. Wij hebben alles gedaan, ook samen met de vakbonden, om een oplossing te vinden samen met GM.
GM heeft deze week laten weten dat het noch met de Chinese, noch met de Amerikaanse kandidaat-investeerder verder wil onderhandelen. Dat is bevestigd. Als de vakbonden zeggen dat ze hadden gevraagd om met de Chinese kandidaat-investeerder te spreken dat zou vandaag trouwens gebeuren dan is dat een terechte vraag. Het is heel belangrijk dat GM pertinent weigert om met de Chinese en de Amerikaanse kandidaat-investeerder te spreken. Dat komt vanuit de visie dat het geen enkele joint venture, of geen enkele mede-investeerder in de fabriek van Antwerpen wil binnenlaten om in de toekomst Astras of andere Opelwagens te produceren. Dat is de ultieme boodschap die GM heeft gegeven.
We zitten nu in een andere fase. Als we de gronden en mogelijks ook de gebouwen verwerven, dan zitten wij in de drivers seat. Wij kunnen dan onderhandelen met kandidaat-investeerders. Dan zitten we in een volledig ander scenario en kader. Dat moet u in uw verdere betoog niet uit het oog verliezen, mijnheer Watteeuw.
Mevrouw Deckx heeft het woord.
Ik heb al een aantal sprekers gehoord. De minister-president zegt dat dit heel relevant is. Maar ik hoor enkel spreken over de Opelvestiging in Antwerpen. Vandaag is dat natuurlijk heel erg aan de orde en ik kan me daar wel achter scharen. Maar ik wil hier ook aandacht vragen voor alle werknemers die in de toeleveringsbedrijven aan de slag zijn. Vooral de regio Kempen wordt vandaag heel erg getroffen. Het is echt noodzakelijk dat we het debat opentrekken naar die mensen. Alle mogelijke oplossingen moeten ook voor hen worden uitgewerkt.
Ik doe een oproep aan alle sprekers en aan de Vlaamse Regering om een lijst te maken van alle mogelijke toeleveranciers die vandaag worden getroffen, en ook aandacht te hebben voor die mensen.
De heer Van Mechelen heeft het woord.
Minister-president, ik begrijp dat uit uw contacten blijkt dat GM geen joint venture wil in Antwerpen. Het is des te merkwaardiger dat een van de paradepaardjes van Antwerpen, de Astra Cabrio, nu zou verhuizen naar een bedrijf van Magna, waar een andere constructeur de Astras zou bouwen die vandaag in Antwerpen worden gebouwd. Was er bij Magna geen interesse om dat proces in Antwerpen door te voeren en de fabriek terug op te bouwen?
Minister-president, ik stel voor dat u straks antwoordt op die vraag. Anders gaan we vergeten dat de heer Watteeuw op het spreekgestoelte staat.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Ik zal ervoor zorgen dat u dat niet vergeet.
Mevrouw Deckx, ik kan u geruststellen, als ik het heb over de Opelwerknemers, dan mag u er gerust alle werknemers van de toeleveranciers bijdenken. Het is belangrijk dat u dit aanhaalt. Het gaat niet alleen over de Opelwerknemers: er zijn nog heel wat mensen die hun job bedreigd zien.
Minister-president, wat ik probeer te doen zonder beschuldigend te zijn is nagaan wat uw verantwoordelijkheid is en die van de Vlaamse Regering in de komende periode. Als u zon site hebt als de Opelsite, als u daar zoveel werknemers hebt die gewoon zijn kwaliteit te leveren, als u een netwerk hebt van bruikbare contacten om een industriële ontwikkeling op gang te brengen, dan is dat uw verantwoordelijkheid. Ik weet dat er belemmeringen zijn. GM heeft de site nog in handen, dat is duidelijk. Maar op termijn is het uw verantwoordelijkheid, niet die van de werknemers of de vakbonden. Dat is het enige dat ik vaststel.
Ik ben blij te horen dat het Havenbedrijf gezegd heeft het voorkooprecht te willen laten gelden. Nu moeten we die terreinen van General Motors echter verwerven. Het is een kernopdracht van het Havenbedrijf om dat te doen. De schaarse middelen die het heeft, moeten daaraan besteed worden. Het zou logisch zijn dat de Vlaamse Regering het Havenbedrijf daarin bijspringt, bijvoorbeeld via waarborgen. Die twee voorwaarden zijn enorm belangrijk voor die twee pistes.
De eerste piste, plan B, blijft binnen de automobielindustrie. Als de terreinen van GM verworven zijn, kan de Vlaamse Regering proberen de ervaring en de knowhow van de werknemers en de nog aanwezige netwerken te gebruiken om een ontwikkeling op gang te brengen binnen die sector. Dat kan echter niet onvoorwaardelijk. Ik heb daar een aantal bedenkingen bij.
We moeten los komen van het Opelverhaal. Vandaag was er in sommige kranten sprake van de Obelpiste waarbij het Astramodel verder zou worden gebouwd. Ik denk dat dat op termijn geen goed idee is. Kiezen voor zon ontwikkeling komt neer op de organisatie van een toekomstig drama. Wie dat niet gelooft, moet de resolutie lezen over de reconversie van de automobielindustrie die 11 jaar geleden in dit parlement unaniem is goedgekeurd.
Mijnheer Watteeuw, als dat uw overtuiging is, waarom investeert Geely dan zwaar in Volvo? Waarom investeert Ford dan zwaar in Ford Genk?
Minister-president, als we kijken naar het aantal in Vlaanderen geproduceerde wagens en naar het aantal werknemers in de automobielsector gedurende de laatste 20 jaar, dan stellen we vast dat de productie en het aantal werknemers in die sector serieus is achteruitgegaan. U kent die grafieken beter dan ik.
Volgens u moet ik dus geen energie stoppen in Ford en Volvo?
Dat heb ik niet gezegd. Ik heb gezegd dat als dit de toekomstige industriële ontwikkelingen zijn die u nastreeft, dit niet de goede keuze is.
Weet u hoeveel mensen er werken in Genk?
Minister-president, u hoeft me geen woorden in de mond te leggen die ik niet gezegd heb. Ik vind het goed dat u energie hebt gestoken in Volvo en Ford. Ik heb daarnet mijn waardering uitgesproken voor de inspanningen die u hebt gedaan voor Opel. U moet dan ook geen andere zaken zeggen.
U denkt echter dat de klassieke automobielsector nog de grote basis zal vormen voor het nieuwe industriële beleid van Vlaanderen. Dat zal volgens mij niet het geval zijn. En niet alleen ik denk er zo over: dit hele parlement denkt dat. 11 jaar geleden is hier een verregaande resolutie goedgekeurd over de reconversie van de automobielsector. Wie denkt dat ik onzin vertel, moet die resolutie maar eens lezen.
Mijnheer Watteeuw, u vergeet een aantal essentiële onderdelen uit het Vlaams beleid in deze. Flanders DRIVE bestaat intussen bijna 10 jaar en werkt op die innovatieve automobielindustrie en boekt concrete resultaten op dat vlak. U blijkt dat eventjes te vergeten.
Ik denk dat we het grotendeels eens zijn met de richting die we uit moeten gaan. We moeten investeren in die voertuigen van de toekomst. We werken daartoe ook samen in de commissie. Maar hier nu staan roepen dat de Vlaamse Regering op dat vlak niets doet en geen initiatieven neemt, is totaal misplaatst.
Mijnheer Bothuyne, ik heb dat niet gezegd.
Weet u eigenlijk wel wat u hebt gezegd?
Mijnheer Bothuyne, dit is goedkoop. Ik heb gezegd dat de klassieke automobielsector op termijn niet de toekomst is. We hebben nood aan een nieuw industrieel beleid.
Als we de auto van de toekomst willen bouwen, elektrische wagens of op zijn minst hybride wagens de Opel Antara was op een bepaald moment blijkbaar een mogelijkheid , dan moeten we ook hier loskomen van Opel als autobouwer. Dit zal meer investeringen vragen in infrastructuur. Minister Lieten heeft een actieplan aangekondigd. Ik ben benieuwd hoe dit uitgevoerd zal worden.
We zouden ook een model van NedCar kunnen gebruiken, een gezamenlijk initiatief van de overheid en een privéconsortium. Dat mag niet op voorhand uitgesloten worden, maar dan enkel in het perspectief van een echte groene investering.
Ik vraag me in dit kader ook af hoe het is met het Better Place-project van Shai Agassi, dat mevrouw Lieten in Californië ging bezoeken. Ik hoor daar zo weinig van.
We hebben er in de commissie al verschillende keren over gesproken. Al die contacten en een hele hoop andere actoren die in de vergroening van de auto-industrie willen investeren en die naar een serviceconcept willen gaan waar ook Better Place toe behoort zijn betrokken bij de voorbereiding van de proeftuin. Er zijn gesprekken gevoerd met het Vlaams Instituut voor Mobiliteit (VIM) over die proeftuin. Die proeftuin wordt binnenkort gelanceerd. Alle mogelijke maatschappelijke, industriële en servicepartners zullen kunnen inschrijven.
Een tweede piste waarover ik het wil hebben, is de piste waarbij we voor deze site onze blik afwenden van de automobielindustrie wegens de afhankelijkheid en wegens het feit dat de productie de markt volgt. Dat is dan bijna een plan C. Het zou betekenen dat er op een toplocatie in de Antwerpse haven een groene investering gebeurt. We kunnen misschien denken aan het gelijknamige plan C van de OVAM.
Deze regering heeft tijdens dit Europees voorzitterschap de mond vol van duurzame transitie en duurzaam materialenbeheer en cradle-to-cradle en dat is een goede zaak. Ik vraag me dan af of het nu niet het moment is om met de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) of met het nieuwe TINA-fonds dat u in uw groenboek hebt aangekondigd, een echte fabriek van de toekomst op te zetten the factory of the future of een ecofactory zoals dat Europees wordt genoemd. Ook dit kan in samenwerking met de industrie en via de nieuwe logica van de industrial commons zoals beschreven in het groenboek. Het is een kans. Toon nu maar dat het kan. Geen woorden, maar daden.
Ik dacht dat alle partijen in dit halfrond intussen waren afgestapt van een staatseconomie en dat we wel heel gericht initiatieven van onderzoeksinstellingen en private spelers zouden stimuleren, eraan meewerken, coachen, begeleiden met incentives. Dat is ook wat we gaan doen.
Ik denk niet dat het zinvol is dat wij als overheid een fabriek gaan oprichten. Ik denk dat die tijden voorbij zijn. Trouwens, als we specifiek kijken naar de site van Opel, dan is er toch heel duidelijk een overheidsinitiatief, namelijk de haven van Antwerpen die heeft gezegd dat ze gaat proberen om die site in eigendom te krijgen en dan gaat zoeken naar partners om op die site opnieuw tewerkstelling te creëren.
Mevrouw Lieten, het is natuurlijk uw verantwoordelijkheid om voor de omstandigheden te zorgen zodat de factory of the future er komt en zeker op die site. Het is een goede zaak dat het havenbedrijf het voorkooprecht wil laten gelden. Nogmaals, ik hoop dat de Vlaamse Regering dit ondersteunt. Dan zullen we inderdaad zien hoe hard u het meent.
Voorzitter, de sluiting van Opel Antwerpen moet ons vooral doen nadenken over de uitgangspunten van ons industrieel beleid. Het groenboek Nieuw Industrieel Beleid van de Vlaamse Regering komt daarvoor niets te vroeg.
Minister-president, ik wil nu van u horen wat u concreet zult doen. Vlaanderen heeft er nood aan, maar de Opelarbeiders hebben er vooral recht op.(Applaus bij Groen!)
Mevrouw Ceysens heeft het woord.
Voorzitter, ik wil in dit dossier vooral op het luik werk ingaan met minister Muyters. Daarnaast wil ik buiten het Opeldossier, ook het ruimer kader van het economisch beleid in Vlaanderen onder de loep nemen.
Minister Muyters, wat Opel betreft, denk ik dat er twee belangrijke dingen te doen zijn. Ten eerste moeten de werknemers die een nieuwe job moeten vinden, zo snel mogelijk worden begeleid. Mevrouw Deckx heeft helemaal gelijk: bij de toeleveranciers zullen ook jobs verloren gaan. Iedereen zal ervan overtuigd zijn om zoveel in te zetten op het leiden naar bestaande vacatures waarvan er vandaag in Vlaanderen toch nog meer dan 80.000 zijn.
Ik wil niet dat de indruk ontstaat dat dat nog niet is gebeurd. Er zijn ondertussen al een 1300-tal werknemers teruggevallen op het sociaal plan. Voor hen is de werkcel nu al actief. De actie is begonnen toen de ontslagen van juni aangekondigd waren. 20 percent van die mensen heeft ook al een job gevonden. We hebben een vacaturedeeldatabank opgesteld.
U zegt dat ik nu iets moet doen. Het is al 100 percent bezig, conform de afspraken die normaal gelden. De eerste resultaten zijn er gelukkig al. Ik verwacht dat dat zeker voortgaat.
We hadden het in de zomer inderdaad over een herstructurering. We kijken nu tegen een sluiting aan. Ik kan me indenken dat u een tandje bijsteekt, zeker voor de vele kmos, die minder zichtbaar zijn en soms ook minder troeven op tafel kunnen leggen om daar allemaal aan te kunnen participeren.
Toen de eerste herstructurering ter sprake kwam, hebben we het ook gehad over uw niet-advies aan de federale overheid over het brugpensioen en het sociaal plan. U kunt een advies uitbrengen met de vraag of dit activerend genoeg is. U hebt er toen voor gekozen om als een struisvogel uw kop in het zand te steken. Uw voorganger nam wel de kans te baat om echt na te denken, als een bedrijf komt met een sociaal plan, of dit activerend genoeg is en, indien het niet activerend genoeg is, dat ook duidelijk te maken en te zeggen dat er geen brugpensioen aan te pas zal komen.
We hadden het over de multinational. Ik vind dat er te weinig genuanceerd over gesproken wordt. De laatste 10 jaar met GM zijn wellicht moeilijk en op het einde helemaal zuur geweest, maar laten we niet vergeten dat heel wat multinationals veel kapitaal en werkgelegenheid in Vlaanderen hebben gebracht. GM is hier sinds 1924. 40 percent van de jobs in de industrie in Vlaanderen zijn gerelateerd aan buitenlands kapitaal en buitenlandse investeerders. Af en toe mogen we ook zeggen dat we buitenlandse investeerders graag zien, dat ze welkom zijn, dat we hen koesteren waar we dat kunnen. Nu lijkt het of we allemaal heel kwaad en schamper moeten doen over GM. Althans, men verweet de heer Penris dat hij dat niet voldoende zou hebben gedaan. We moeten daarin zeer genuanceerd zijn.
Pijnlijk is wel dat aan het einde van de rit GM nu wellicht heel wat mensen vanaf 50 jaar op brugpensioen zal sturen. Minister, u hebt een mogelijkheid om daarover een advies uit te brengen. U hebt net voor het reces gezegd dat u er geen gebruik van wenste te maken.
Ik denk dat u hier en daar niet heel juist weet hoe de zaken in elkaar zitten. Er wordt geen advies over het brugpensioen gevraagd.
Over het sociaal plan.
Er wordt geen advies over het brugpensioen gevraagd. Er wordt een advies gevraagd over het activerend luik dat daaraan gekoppeld is. Ik heb over het activerend luik conform de wetgeving advies uitgebracht samen met de Vlaamse Regering. We vonden het activerend luik juist.
Toen en nu hebt u gezegd dat we ons moesten uitspreken over het brugpensioen. Dat vroeg ook minister Milquet. De wetgeving zegt dat wij ons daarover niet moeten en niet kunnen uitspreken. De federale regering heeft dat kader bepaald. Uw partij heeft gedurende jaren in die federale regering gezeten en had de nodige maatregelen kunnen treffen, maar heeft dat blijkbaar onvoldoende gedaan in uw ogen.
We moeten bij de essentie van de zaak blijven: de activering die voorlag met outplacement. Daarover hebben wij een positief advies uitgebracht. Voor het brugpensioen moest de federale regering de nodige maatregelen treffen. Uiteraard konden wij worden gevraagd om, binnen een kader dat federaal wordt bepaald, eens te zeggen wat en hoe. Maar als een werkgever en de vakbonden samen tot een besluit komen over maatregelen binnen een federaal wettelijk bepaald kader, is het daarna nogal gemakkelijk om te vragen wat wij er als Vlaamse Regering van vinden.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat u de mogelijkheid hebt om het activerend plan te beoordelen, dat u de moed kunt hebben om te zeggen dat het niet activerend genoeg is en zo kunt vermijden dat er 500 mensen op 50 jaar op brugpensioen worden gestuurd.
Dat doet u nu wel: u steekt uw kop in het zand en u bent blij dat u zich vooralsnog kunt wegstoppen achter het federale niveau. We hebben vanochtend uw ander decreetgevend werk bekeken, inzake de uitzendarbeid. Ook daar is het huilen met de pet op. Wat de sociale partners ons zijn komen vertellen, is vernietigend. U hebt de bevoegdheden, u kunt een minister van Werk zijn, maar u bent een struisvogel. (Gelach. Rumoer)
Wij spreken ons niet uit over de leeftijd van het brugpensioen. Wij spreken ons uit over het volgende. Ik zal het u moeten uitleggen, want ik merk echt dat u het niet begrepen hebt. De federale wetgeving zegt dat binnen een bestaand kader sociale partners overleg plegen en uitspraken doen over een outplacementregeling, de duur van outplacement en dergelijke meer. Er is tussen de sociale partners een akkoord gemaakt over wat daaromtrent kan gebeuren voor diegenen die werkloos worden. Dat is het aspect waarover wij ons uitspreken.
U zegt dat dat onvoldoende was. U zegt dat de sociale partners, werkgevers en vakbonden hier totaal hebben gefaald, en dat het plan, waarmee ontslagen werknemers geactiveerd kunnen worden, niet activerend was. Het gaat hier niet over de brugpensioenleeftijd. Dat is iets wat op federaal niveau wordt bepaald.
Ik heb hier geen struisvogelpolitiek gevoerd, net zomin als de rest van de Vlaamse Regering. Als er struisvogels zijn in uw ogen, zullen die op federaal niveau zitten, want daar kon de wetgeving gewijzigd worden. Ik heb, met de Vlaamse Regering, uitspraak gedaan over het sociale plan van vakbonden en werkgevers. Als u zegt dat dat te weinig was, zeg dan wat u wel gewenst had. Een outplacementregeling van 9 maanden in plaats van 6 maanden? Of nog iets anders? Was het dat wat u wenste?
Ik zal er nog een laagje zand over laten waaien. Ik ga uw werk niet doen. Ik heb wel gezegd dat minister Vandenbroucke tegen de sociale partners durfde te zeggen dat het niet activerend genoeg was. U weet dat u hier het gevaar loopt dat GM zijn verantwoordelijkheid niet meer zal nemen, omdat zij er als werkgever alle belang bij hebben om zo veel mogelijk mensen op brugpensioen te sturen, want dan wentel je de kost van de sluiting af op de gemeenschap. Je krijgt hier dus een vreemd bondgenootschap tussen werkgever en werknemer. Het is uw verantwoordelijkheid, als minister van Werk, om dat plan ernstig te bekijken en de lat hoger te leggen wat betreft het activerende karakter.
Mevrouw Ceysens, waar is uw partij de laatste 10 jaar geweest? Hebt u er op federaal niveau niet voor gepleit om die regelgeving aan te passen? Het is u niet gelukt, mevrouw Ceysens. Ik ga mij niet verlagen tot het Open Vld-niveau, met dergelijke beledigingen. We hebben duidelijk een verschillende partijcultuur. Maar zon hypocrisie is ongewoon ongekend. U zit 3 maanden niet meer aan het stuur, en dan zulke dingen komen beweren? Alstublieft, zeg!
Mijnheer Diependaele, het Generatiepact is het enige van de laatste jaren dat ik mij kan herinneren dat echt goed was.
Toon mij het resultaat van het Generatiepact!
Wij zijn erin geslaagd om de Vlaamse minister van Werk de bevoegdheid te geven om een advies te geven over dat sociaal plan en op die manier in het debat te komen. Maar wat zien we dat hij met die bevoegdheid doet? Hij zegt dat het allemaal goed is, en het brugpensioen wordt afgeklopt op 50 jaar. Dat is niet hoe wij denken dat er met Vlaamse bevoegdheden moet worden omgegaan.
U suggereert dus dat u beter geplaatst bent om de outplacementregeling, die was voorgesteld en goedgekeurd door de sociale partners in het bedrijf, te vervangen en te verlengen, terwijl er goede afspraken zijn gemaakt tussen sociale partners, ook inzake de warme overdracht van de VDAB?
Daarover gaat het, alleen daarover, mevrouw Ceysens.
Ik neem er nota van dat u de outplacementregeling langer had gemaakt. U had ervoor gezorgd dat het beter zou geweest zijn op die manier. Mijn voorganger heeft nooit over de leeftijd van het brugpensioen een uitspraak gedaan.
De toets is de volgende. Als iedereen van 50 die in het brugpensioen kan komen, dit ook doet met uw plan, dan hebt u de lat te laag gelegd, want we weten dat vanaf 50 jaar het succes op reactiveren niet 1 percent is, want dat hebt u geantwoord op een schriftelijke vraag. Dat betekent dat we hier honderden mensen op de leeftijd van 50 jaar gewoon uit de arbeidsmarkt nemen. Ik vind dit plan inderdaad niet activerend genoeg.
De heer Crombez heeft het woord.
Mevrouw Ceysens, ik doe een poging om terug te keren naar het dossier van Opel. (Opmerkingen van mevrouw Patricia Ceysens)
Wat me enorm stoort, is dat u een redenering opbouwt waarbij u in het begin zegt dat we heel genuanceerd moten doen over de multinational in kwestie. In dit geval vind ik dat we er niet genuanceerd over moeten doen. Als een multinational er alles aan heeft gedaan om een rendabele fabriek te sluiten, met alle gevolgen die daaraan zijn verbonden, dan moeten we dat ook zeggen. Ik wens daar niet genuanceerd over te doen.
Vervolgens vertelt u dat de mensen van 50 die hun job verliezen en daar zelf niet om hebben gevraagd, geactiveerd moeten worden omdat de kost anders bij de gemeenschap komt te liggen. U koppelt die twee zaken, en daarin volg ik u helemaal niet.
Het is natuurlijk zo dat we moeten proberen om zo veel mogelijk mensen, ook van die leeftijd, aan het werk te houden, maar hier gaat het om een multinational die heel veel steun heeft gekregen om de fabriek op een rendabele manier open te houden. Het gaat om een fabriek die rendabel gebleven is, waar de productiviteit van de arbeiders heel hoog was. U zegt dat u daar genuanceerd over gaat doen, maar dat die mensen aan het werk moeten blijven en dat de meerderheid veel feller en steviger moet optreden om hen aan het werk te houden omdat het anders een kost voor de gemeenschap wordt.
Wat de multinational hier heeft bewerkstelligd, dat is een grote kost voor de gemeenschap! Misschien moet u wel vinden dat hij dat moet betalen.
Daarom moet u in het sociaal plan de lat hoger leggen! Ik heb u uitgelegd dat het de multinational is die nu natuurlijk snel wil landen met een weinig activerend plan, want dat is voor hem het goedkoopste. Wees hard voor die multinational waar u er hard voor moet zijn, maar zorg er wel voor dat wij aantrekkelijk blijven voor buitenlandse investeerders. Op dat vlak bent u niet goed bezig als ik bekijk wat u nog kunt aantrekken.
Minister Lieten, ik wil het dan hebben over het economisch-industrieel beleid in het algemeen. Ik begrijp eerlijk gezegd niet waar u de moed en het lef haalt om hier verklaringen te komen afleggen, om plannen te maken. Nu is er weer een groenboek. De cijfers zijn echter nog nooit zo duidelijk geweest: u bespaart op economie, wetenschap en innovatie! U doet dat ook dit jaar opnieuw. Het is het enige wat u in een nieuw industrieel beleid zult loodsen. Het is de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie (VRWI), niet Patricia Ceysens, maar de VRWI, die zegt dat het rampzalig is dat u bespaart in 2011 en dat we daarmee het niveau bereiken van 2003! U zet ons 7 jaar terug in de tijd! Zeven jaar! Het is de heer Boogmans die het zegt. We halen het niveau van 0,72 percent en de VRWI rekent ons voor dat we 300 miljoen euro per jaar zullen moeten bijtanken om in ons innovatiebeleid te doen wat we moeten doen! Het is uw enige troef.
Vorig jaar moesten we u geloven. Ik heb u toen gezegd dat we geen geloofsgemeenschap zijn. Dit jaar moeten we week na week luisteren naar citaten, maar we zijn ook geen bibliotheek! We zijn een parlement en hier geldt één citaat: Put your money where your mouth is!
Dat citaat mag u hier laten weerklinken, maar dat doet u niet. Ik leg het document dat u ons niet langer dan een week geleden gegeven hebt, naast wat de VRWI zegt, en ik concludeer dat het huilen met de pet op is. (Applaus bij Open Vld)
Duitsland 12 miljard euro, Frankrijk 35 miljard euro, Finland haalt in 2011 4 percent van de investeringen op wetenschap en innovatie en Vlaanderen haalt het niveau van 2003! De VRWI heeft het gezegd, niet ik.
Minister Lieten heeft het woord.
Mevrouw Ceysens, deze regering heeft van bij het begin gezegd dat zij niet zou verteren en schulden opbouwen. We hebben gezegd dat we de besparingsinspanningen gingen opvoeren en verdelen over iedereen. U kunt dat betwisten, iedereen kan dat, maar we hebben van u nooit gehoord hoe we dan tot een budgettair gezonde situatie konden komen. Dat doet bij iedereen pijn, vooral bij de mensen die heel veel sectoren in het hart dragen: de culturele sector, de welzijnssector en zeker ook de innovatieve sector. Het doet mij ook pijn. Wij zijn eerlijk en correct en stellen dat we de tering naar de nering moeten zetten.
Aan de andere kant kan ik u ook geruststellen. Deze Vlaamse Regering gaat dit jaar niet verder besparen op de budgetten van het FWO, noch op de budgetten die bij de vier strategische onderzoekscentra beschikbaar zijn en ook niet op de budgetten die bij het IWT voor ondernemingen beschikbaar zijn.
Daarmee zijn we nog niet aanbeland waar we moeten zijn. We moeten nog een ernstige inspanning leveren en voor middelen zorgen die we kunnen besteden aan onderzoek en innovatie. Daar beginnen we ook mee. Ik herinner er u nog even aan dat deze Vlaamse Regering heeft beslist om 200 miljoen euro vrij te maken voor het TINA-fonds en extra middelen vrij te maken voor de investeringen in de elektrische wagen.
Ik herinner u in dit verband ook nog aan uw uitspraak in de commissie, mevrouw Ceysens, waar u me verweet initiatief te nemen in deze sector. In een ander citaat van u in de commissie had u het erover dat de overheid alleen maar moest taxeren. U vond het helemaal niet nodig dat wij een nieuw industrieel beleid zouden voeren of initiatieven in de automobielsector ontwikkelen. Ik vind het eigenaardig dat u dit nu plots vergeten bent.
De VRWI spreekt voor zich. U kunt hier veel woorden uitkramen, maar ik zweer bij de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie.
Vlaanderen heeft in het verleden ook nog moeilijke momenten doorgemaakt. Er zijn moeilijke momenten geweest in de jaren 80. Er waren toen weinig bevoegdheden en de omstandigheden waren na de oliecrisis allesbehalve gemakkelijk. Nu is er de financiële crisis. Maar toen was er in Vlaanderen wel leiderschap, er werd gefocust op het sociaal-economische vlak.
Dat is het verwijt dat we maken: u bespaart op alles en iedereen. De VRWI stelt de vraag waarom dat in godsnaam op het vlak van innovatie en wetenschap moet zijn. Maar dat is natuurlijk uw keuze. Toen deed men dat niet. Er was toen één plan, de DIRV of de derde industriële revolutie van Vlaanderen. Vandaag is er geen focus en ook geen keuze, maar een diarree van plannen. We hadden het ViA-plan. Intussen is dat al verwaterd. Nu is er ook nog het WIP en het NIB en TINA, want er is geen alternatief dan te investeren in innovatie.
En ten slotte is er ook nog het G-E-L-U-K-plan.
Voorzitter, ik vind dat mevrouw Ceysens nogal goed is in dieren. Weet u welk dier zich voortdurend herhaalt? Daarover moest u eens nadenken, mevrouw Ceysens. Er bestaan namelijk dieren die telkens hetzelfde liedje zingen. Ik ga niet zo ver dat ik dat dier hier vernoem. Ik veronderstel dat mevrouw Ceysens daar zelf wel zal opkomen. (Opmerkingen van mevrouw Patricia Ceysens)
Het is toch belangrijk te benadrukken dat Vlaanderen in Actie, waar zowel het WIP als het NIB volledig in passen, de grote manoeuvres zijn die we uitvoeren. U zegt dat we geen keuzes maken, maar de belangrijkste keuze is ervoor te zorgen dat we een begroting in evenwicht brengen. We hebben in andere dossiers heel duidelijke keuzes gemaakt. Maakt u zich geen zorgen, we zullen deze keuzes blijven maken.
Ik zei dat Vlaanderen moeilijke momenten heeft gekend, voor keuzes stond en economische en industriële kantelmomenten heeft meegemaakt. Ik zie vandaag echter geen Gaston Geens. Ik zie vandaag jammer genoeg meer en meer Gaston La Gaffe. (Applaus bij Open Vld)
Mevrouw Turan heeft het woord.
Voorzitter, een van de laatste sprekers zijn, heeft voor- en nadelen. Het nadeel is dat ik waarschijnlijk in herhaling zal moeten vallen. Een van de voordelen is dan weer dat ik mijn lessen uit het voorgaande kan trekken en dat ik gewoon, al concluderend, een paar boodschappen kan meegeven.
Het bericht van afgelopen maandag dat GM niet bereid is aan een van de twee kandidaat-overnemers te verkopen en Opel definitief wil sluiten, is als een klap in het gezicht aangekomen. Dit bericht is niet geheel onaangekondigd gekomen. We hebben ons vorige week terecht zorgen gemaakt over de gang van zaken.
Ik heb, samen met de minister-president, met minister Lieten en minister Muyters, altijd in een goede afloop voor Opel Antwerpen geloofd. Ik ben er tevens van overtuigd dat de Vlaamse Regering alles heeft gedaan om in die goede afloop te investeren.
De verwijten die ik hier vandaag hoor en die inhouden dat de Vlaamse Regering niet al het mogelijke zou hebben gedaan, vind ik minstens een beetje onterecht. Indien de Vlaamse Regering tijdens de zware onderhandelingen om GM in Antwerpen te houden, onmiddellijk met een plan B was gekomen, hadden we geen plan A meer nodig gehad. Dan hadden we dat onmiddellijk moeten opgeven. Ik vind het terecht dat we dat tot op het laatste moment niet hebben gedaan. Ik vind dat we terecht, stap voor stap, alle denksporen volledig hebben proberen te benutten. Volgens mij is het nog niet gedaan. We hebben nog veel werk.
Ik ben het zeker niet eens met de conclusie van de heer Penris. Volgens hem heeft enkel het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen zijn verantwoordelijkheid genomen. Dit is een zware klap voor de duizenden arbeiders die er altijd in hebben geloofd en die momenteel nog steeds in die fabriek werken.
De vakbonden nemen nog steeds initiatieven. Momenteel worden pamfletten uitgedeeld en maatregelen getroffen om de Chinese investeerders alsnog te contacteren en om na te gaan of het allemaal wel degelijk voorbij is. Er zijn misschien nog mogelijkheden We mogen geen valse hoop geven, maar we moeten ook realistisch zijn. De vakbonden ondernemen nog acties. Wie zijn wij om het nu al op te geven?
Ik heb begrepen dat de minister-president er ook nog een beetje in gelooft. Ik heb gelezen dat hij de reconversiegroep de opdracht heeft gegeven de laatste denksporen met betrekking tot ondernemers te onderzoeken. De Chinese en de Amerikaanse investeerders waren de afgelopen weken geïnteresseerd. GM heeft dit definitief geweigerd. De minister-president zal dit allicht zo dadelijk nog verduidelijken. De belangrijkste vraag is of die investeerders in het tijdperk na GM nog bereid zullen zijn te praten.
Ik heb ook gelezen dat de minister-president op 22 oktober 2010 de reconversiegroep weer bij elkaar roept. Hij zal straks wel verduidelijken wat zijn verwachtingen zijn. Hij zal dan ook kunnen toelichten of dit niet veel eerder had moeten gebeuren. We zijn hier immers aan termijnen gebonden. Ik zal zo dadelijk zeggen welke termijnen nog een rol spelen.
Deze middag heeft de minister-president blijkbaar met de premier en de minister van Handel van China gegeten. Op zich verbaast me dat niet. Ik heb daar ook niet veel zaken mee. Het heeft me echter verrast deze voormiddag te lezen dat hij een interessant gesprek met Geely heeft gevoerd. Is dat niet hetzelfde bedrijf waarmee hij tijdens zijn reis naar Shanghai heeft gesproken? We hadden daar toen enigszins onze hoop op gevestigd. Dit is een sisser gebleken. Er was geen interesse. Geely wilde vooral in Volvo blijven investeren. We zouden eerst wel zien wat dat zou geven. Nu blijkt Geely opeens wel in Opel Antwerpen geïnteresseerd.
Waarom heeft Geely opeens interesse voor een overname van de huidige fabriek? Maar waarvoor hebben ze juist interesse? Hebben ze interesse voor de fabriek, voor de site of voor de gronden? Wat moet ik mij daarbij voorstellen? Wat is er intussen veranderd? Minister-president, gaat u Geely terugzien? Zijn er nu effectief plannen om met dat voorstel iets te doen? Misschien moet u de andere Chinese investeerder en het Amerikaanse investeringsbedrijf dat GM heeft afgewimpeld er opnieuw bijnemen en moet u met hen onderhandelen om te zien wat daaruit kan voortkomen.
Wij zijn niet verbaasd van de beslissing van GM om nu te verkopen. Het was een aangekondigd resultaat. GM heeft zich nooit constructief opgesteld. Zelfs de 500 miljoen euro die destijds klaarstond, heeft GM gewoon afgewezen. GM heeft er altijd voor gekozen om elders te investeren. Wij weten allemaal dat GM op dit ogenblik niet verlieslatend is. Opel Antwerpen is op dit ogenblik nog altijd een goeddraaiende fabriek.
Ik ben ervan overtuigd, minister-president, dat daarvoor een oplossing zal komen. Maar wij moeten wel voorzichtig zijn. Wij moeten absoluut vermijden om valse hoop te creëren. De 1200 werknemers van Opel, die daar vandaag nog altijd werken, hebben nog altijd geen echte duidelijkheid. GM stopt ermee, maar wil dat zeggen dat we er niet in zullen slagen om een andere investeerder te zoeken? De onzekerheid wordt groter, en voor die 1200 werknemers is de dreiging om hun job te verliezen heel realistisch. De berichten over de sluiting van Johnson Controls in Geel lieten niet op zich wachten. Daar zijn we niet van geschrokken. Mijn collega wees er terecht op dat wij de duizenden arbeiders in de toeleveringsbedrijven niet mogen vergeten.
Minister-president, als er op korte termijn geen betere plannen voor de Opelsite op tafel kunnen worden gelegd, zou ik u willen verzoeken om de toeleveringsbedrijven niet te vergeten bij alle mogelijke stappen tot reconversie die in de toekomst genomen zullen worden. Ik wil u uitdrukkelijk vragen om met hen te spreken, om te kijken wat ze nodig hebben en om, in de mate van het mogelijke, hen naar de twee succesrijke autoconstructeurs in Vlaanderen te leiden.
Een reorganisatie, zelfs in geval van overname, valt niet uit te sluiten. Minister Muyters, ik denk dat u zojuist hebt geantwoord op de vraag hoe het zit met de toeleiding van de al vertrokken arbeiders. Het is heel belangrijk om dat nu goed te bekijken en te evalueren. Wij moeten nu met een sociaal plan komen voor de arbeiders die in de Opelsite en in de toeleveringsbedrijven hun job dreigen te verliezen. Er is nood aan een intensieve aanpak om ook de resterende arbeiders van Opel zo goed mogelijk naar jobs te begeleiden. Zorg asjeblieft voor voldoende opleidingstrajecten, effectieve outplacementbegeleiding en kwalitatieve arbeidskansen.
Minister-president, u bevestigde herhaaldelijk dat er op dit ogenblik geen cash meer op tafel ligt en dat dat in de Europese context ook niet mogelijk is. Er zijn inderdaad beperkingen. Maar we moeten wel durven investeren in de tewerkstelling en de industriële activiteiten in Vlaanderen. We hebben nu meer dan ooit nood aan een groot economisch en industrieel project, dat Vlaanderen samen met het havenbestuur en de stad Antwerpen op de Opelsite moet realiseren. Dit project moet zoveel mogelijk arbeidsplaatsen genereren, zowel in Antwerpen als elders in Vlaanderen.
Het havenbedrijf heeft zijn volle medewerking toegezegd om de site zo goed mogelijk te heroriënteren. Het heeft een optie op aankoop van de gronden indien GM effectief overgaat tot verkoop. Ik weet dat GM al tijdens de onderhandelingen en de zoektocht naar een nieuwe ondernemer een vastgoedkantoor onder de arm heeft genomen om te verkopen, maar ik weet niet of er nu al effectief stappen zijn gezet om tot verkoop over te gaan.
Ik heb vernomen dat het havenbestuur, zodra dat gebeurt, maar 4 maanden de tijd heeft om het recht op aankoop te lichten. Die 4 maanden is opnieuw een deadline voor u, voor Antwerpen en het havenbestuur. Tegen die tijd moet u al klaar zijn met een plan van aanpak.
Minister-president, om af te sluiten, wil ik uw Septemberverklaring parafraseren: Vlaanderen heeft alle troeven in eigen handen. Jammer genoeg bezitten we de multinationals niet, maar we hebben wel alle troeven in eigen handen. Ik voeg daar meteen aan toe dat we onze troeven ook op tafel moeten durven leggen: durf investeren in een kwalitatieve, arbeidsintensieve en vooral duurzame industriële activiteit op de Opelsite. Ik ben echter op de eerste plaats benieuwd naar uw antwoorden over Geely, alvorens we kunnen voortgaan. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden van de regering, geachte leden, het merendeel is al gezegd, dus ik zal het kort houden. De kogel is door de kerk. Die uitspraak is misschien meer van toepassing op het volgende debat. Het doek is alleszins gevallen over Opel Antwerpen.
Minister-president, om te beginnen wil ik zeggen dat de N-VA-fractie die beslissing sterk betreurt. We hebben u altijd gesteund bij de inspanningen die u hebt geleverd. Het is een zware slag, op de eerste plaats voor de 1300 overgebleven werknemers en hun families, maar ook voor de toeleveringsbedrijven. Er is al naar verwezen: de werknemers van die bedrijven mogen we zeker niet vergeten.
We moeten achterom kijken en ons afvragen of de Vlaamse Regering fouten heeft gemaakt. Wie eerlijk en consequent bekijkt welke inspanningen er zijn geleverd, zal moeten toegeven dat de Vlaamse Regering zo ongeveer alles heeft gedaan wat ze kon doen om die fabriek open te houden. We zijn echter inderdaad gebotst op de realiteit van een geglobaliseerde wereldeconomie, in een sector die trouwens al geruime tijd wordt geplaagd door een structurele overcapaciteit en een vaak moordende concurrentie van de lageloonlanden.
Het doek is dus gevallen over Opel Antwerpen. GM heeft de beslissing genomen, maar nu is het tijd om vooruit te kijken. Ik wil kort nog twee punten belichten. Ten eerste is er de maximale hertewerkstelling van de getroffen Opelwerknemers. Ten tweede moeten we vooruitkijken naar de meest geschikte herbestemming van de betrokken bedrijventerreinen. Die toekomstige omschakeling in goede banen leiden, is vandaag de belangrijkste verantwoordelijkheid voor de Vlaamse Regering in dit dossier.
Ik sta eerst stil bij de hertewerkstelling. De Vlaamse overheid beschikt met de VDAB en haar partnerorganisaties over een uitgebreid instrumentarium van begeleiding, opleiding en outplacement. Via de oprichting van een tewerkstellingscel kunnen die instrumenten maximaal worden gecoördineerd en efficiënt ingezet. Dankzij het Vlaams Werkgelegenheids- en Investeringsplan (WIP), dat eind vorig jaar in dit parlement werd besproken, beschikken we trouwens over de nodige extra opleidingscapaciteit bij de VDAB en zijn private partnerorganisaties. Mevrouw Turan heeft het al gesteld: we moeten inderdaad evalueren hoe de 1200 werknemers die al zijn ontslagen, opnieuw zijn tewerkgesteld. De recente cijfers leren ons dat er al 300 een nieuwe baan hebben gevonden. Dat is een vierde sinds juli: dat is zeker geen slecht resultaat. Er bevinden zich nog 300 werknemers in outplacementbegeleiding en 250 ex-werknemers hebben gekozen voor vervroegd brugpensioen vanaf 50 jaar.
Mevrouw Ceysens, ik ben blij dat u terug bent. We hebben inderdaad een probleem wat dat betreft. We delen absoluut die analyse. Het is jammer dat de federale overheid nog steeds die mogelijkheid geeft om vanaf 50 jaar met brugpensioen te gaan. Als Vlaams Parlement kunnen we dat niet goedkeuren. We zijn er daarnet echter al voldoende op ingegaan: het is niet de Vlaamse Regering die ter zake de stok achter de deur heeft. De vraag ligt al langer op de tafel van het federale niveau. Het is daar dat eraan moet worden gewerkt.
Mijnheer Penris, u hebt het al aangehaald: het Opeldossier heeft terecht zeer veel aandacht gekregen. Het feit dat er in totaal 2500 mensen op straat staan, moet aandacht krijgen, maar we moeten inderdaad ook naar de andere zaken kijken. Opel is steeds meer een symbooldossier geworden, maar de jongste jaren zijn er nog 40.000 anderen op straat gezet. Voor hen mogen we zeker ook onze aandacht niet verliezen.
Mijnheer Diependaele, ik ben blij dat u zegt dat we de analyse delen. U beweert dat we geen stok achter de deur hebben. Ik ben ervan overtuigd dat de Vlaamse Regering meerdere takken heeft dan ze ons wil laten geloven en dat ze die niet wil gebruiken. We zullen wel zien hoe de federale regeringsvorming verder loopt. Momenteel krijgt iedereen daar een schok. U zegt dat u geen stok hebt, maar we hebben wel een tak en zelfs die tak heeft men niet willen gebruiken.
Ik zou alles nog eens opnieuw kunnen uitleggen maar dat zal weinig zin hebben. We zullen geen overeenstemming bereiken. Het is al gezegd: de Vlaamse Regering kan een advies geven over het sociaal plan en niet over de eigenlijke leeftijdsgrens voor brugpensioen.
We hebben verschillende mails hierover gekregen en ook over het brugpensioen werden opmerkingen gemaakt. Bij Opel Antwerpen worden premies gegeven tot 144.000 euro. In welke mate kan de solidariteit daar nog spelen? Bij Volvo noemt men hen de Lottowinnaars van Opel Antwerpen. We moeten iets doen aan de passivering die de federale overheid nog altijd gebruikt.
Volgend belangrijk aspect is de reconversie van de betrokken bedrijventerreinen. Als GM als eigenaar van de terreinen de intentie tot verkoop kenbaar maakt, heeft het havenbedrijf een optierecht. Het havenbedrijf is contractueel gehouden aan een herbestemming voor industriële doeleinden. De minister-president heeft ook al naar het contract verwezen. De prioritaire opdracht van de Vlaamse reconversiegroep is een volledig zicht te krijgen op het aanbod van de betrokken bedrijventerreinen en op de mogelijke steunmaatregelen vanuit Vlaanderen en Europa om actief op zoek te gaan naar een of meerdere grotere spelers uit de industrie. Mevrouw Turan heeft er al terecht naar verwezen: is daar al vooruitgang geboekt?
In dat opzicht lijkt er ons ook een bijzondere opdracht weggelegd voor Flanders Investment & Trade (F.I.T.). Zij kunnen verder op zoek gaan naar buitenlandse investeerders. We moeten daarbij wijzen op twee belangrijke troeven van de Antwerpse regio en dat is natuurlijk de nabijheid van de haven en de logistieke activiteiten die dat met zich meebrengt, en dan de nabijheid van een sterke chemische cluster en mogelijke afgeleide economische activiteiten met een hoge toegevoegde waarde. Het is voor ons immers duidelijk dat we verder moeten durven kijken dan de automotive industry.
Er is nog wel degelijk toekomst voor de industrie in Vlaanderen. Ik wil wijzen op het groenboek over de industriële transformatie. We zullen daar nog verder en diep kunnen op ingaan. Ik wil in de eerste plaats oproepen om vast te houden aan de keuzes die gemaakt zijn in het verleden bij ViA en 2020. We mogen die keuzes niet uit het oog verliezen. We moeten de beperkte middelen die we hebben, doeltreffend en consequent durven inzetten en rigoureus vasthouden aan die keuzes. Wij zullen constructief meewerken aan dat debat om vooral te leren uit wat nu gebeurd is bij Opel zodat het in de toekomst niet meer kan gebeuren. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Sabbe heeft het woord.
Minister-president, gouverner cest prévoir. Vorige week hebt u uw bezorgdheid geuit over de toekomst van Opel Antwerpen. U schoof meteen de zwartepiet door naar de GM-directie. Vandaag geeft u de vakbonden carte blanche om eventueel aan de tafel te gaan zitten met de Amerikaanse en Chinese kandidaat-overnemers. Is dit de taak van de vakbond? Ik heb dat gelezen. Volgens mij is het moeilijk om een vakbond te laten onderhandelen over andermans eigendom.
Mijnheer Sabbe, ik heb de indruk dat u iets hebt voorbereid en dat nu ook gaat brengen. Dat is uw volste recht. Maar u hebt toch geluisterd naar mij? U hebt mij toch horen zeggen dat aan de vakbonden geweigerd werd om met de Chinese kandidaat-investeerder te praten? Ze willen daar nu absoluut nog eens mee praten. Gaat u beslissen dat dat niet mag?
Het is natuurlijk zo dat de vakbonden dat gesprek vandaag zullen voeren. We zullen zien wat het resultaat is. Ik heb echter ook gezegd dat GM heel duidelijk heeft laten verstaan dat het voor hen geen oplossing is om samen met kandidaat-investeerders de Astra in Antwerpen verder te bouwen na 2010. Ik wil dat nog eens herhalen als dat nodig is.
Ik ben blij dat u het herhaalt, minister-president. Maar het gaat niet enkel over vandaag. Het gaat over gisteren, over eergisteren. Ik haal hier heel specifiek Agoria aan. Ik zal de woorden van Agoria letterlijk citeren. Het tegenstrijdig belang van Opel, onenigheid tussen de vakbonden en de politieke inmenging hebben ertoe geleid dat het dossier een wespennest was. Het is ongehoord dat de werkgroep die naar investeerders moest zoeken, niet uit onafhankelijke professionals bestond. Dat zeg ik niet, dat zegt Agoria tijdens de afgelopen dagen in de pers.
Ondertussen weten we dat het doek daarover is gevallen. En er zijn natuurlijk een aantal vervelende neveneffecten voor ons allemaal als belastingbetalers. Het brugpensioen kost de Belgische belastingbetaler, en voornamelijk de Vlaamse belastingbetaler, 88,5 miljoen euro. Dat bedrag zal nu enkel nog maar aangroeien. We zullen dus nog tegen een grotere kost moeten aankijken.
U zegt dat de reconversiegroep in actie is getreden, en dat ze doet wat ze moet doen. Maar mijns inziens is ze veel te laat in actie getreden.
De heer Laurys heeft het woord.
Mijnheer Sabbe, u begint over de kostprijs van het brugpensioen. Ook mevrouw Ceysens heeft daarover gesproken. U moet me eens uitleggen wat de enorme kost van het brugpensioen voor de gemeenschap is in vergelijking met iemand die dat brugpensioen niet krijgt.
De kost voor de gemeenschap is dat iemand op brugpensioen een vervangingsinkomen krijgt via de RVA. Iemand die werkt, heeft die kost niet.
U vergelijkt met iemand die werkt.
Natuurlijk. Dat is toch de uitgangspositie. Laten we eens vergelijken met een niet-werkende maatschappij.
De mensen van Opel verliezen hun werk en worden werkloos. Wat is het verschil, wat betaalt de gemeenschap meer aan iemand met brugpensioen dan aan iemand die werkloos is? Dat moet u mij eens uitleggen.
U vertrekt van de verkeerde veronderstelling. U gaat ervan uit dat iemand die zijn job verliest, voor de hele periode dat hij zijn job kwijt is, werkloos blijft.
Nee nee.
Ik en mijn partij gaan ervan uit dat in de maatschappij mensen gestimuleerd worden om te werken, om zo snel mogelijk een andere job te vinden zodat er geen brugpensioen is.
Akkoord.
Ik zal u onmiddellijk een antwoord geven.
U vergeet dat ook bruggepensioneerden op die leeftijd beschikbaar moeten zijn op de arbeidsmarkt.
Dat is niet juist.
Ik zal hier niet beweren dat het een goed systeem is dat iemand die 50 jaar is, thuis moet blijven. (Opmerkingen van mevrouw Patricia Ceysens)
Dat verdedig ik absoluut niet. Dat is inderdaad vreselijk.
Ik ben blij dat we het daarover eens zijn.
U hebt het echter over dé kostprijs voor de gemeenschap. U moet me dat eens uitleggen. Want, eerlijk gezegd, ik zie daar geen verschil in. De werkgever betaalt de helft van het verschil tussen het nettoloon en de werkloosheidsvergoeding. Maar voor het overige is die kost voor de gemeenschap identiek dezelfde.
Dat is niet juist, mijnheer Laurys.
U hebt me nog altijd niet overtuigd.
U gaat uit van de verkeerde veronderstelling. Het brugpensioen is een systeem waarbij men mensen gijzelt om niet meer te werken. Men sluit mensen op in een systeem om niet te werken. Daarom is het brugpensioen verkeerd. Het Vlaams Parlement moet dat beginnen te begrijpen. Dat is juist het grote nadeel van Vlaanderen. Terecht wordt gesteld dat de werkloosheid in Wallonië zeer hoog is. Maar we bijten de spits af inzake het brugpensioen. Voor 70 percent is dat een Vlaams probleem.
Kent u het percentage van 50-plussers dat door werkgevers nog wordt aanvaard bij een sollicitatie?
We moeten dan eerlijk zijn. Er zijn twee redenen waarom 50-plussers meer moeilijkheden hebben. Onze staat bedient zich rijkelijk via de sociale zekerheid op die uitkeringen, op de ontslagvergoedingen. Daarnaast is er ook nog een bedrijfsvoorheffing op die uitkeringen. Indien we zouden evolueren naar een systeem waarin er geen bedrijfsvoorheffing is op de uitkeringsvergoeding bij ontslag en indien er geen sociale lasten zouden zijn, dan zou men miljarden besparen op het vlak van het brugpensioen, en zou het voor de ondernemingen haalbaar zijn om bij herstructureringen afscheid te nemen van mensen. Dat is het punt.
Dat is geen kost voor de gemeenschap.
Dat is wel een kost voor de gemeenschap. Van de 701.000 mensen die in Vlaanderen een vervangingsinkomen krijgen, zijn er 138.000 die vallen onder het systeem van het brugpensioen. Dat zijn de harde cijfers. Dat is de realiteit.
Voorzitter, ik ga verder met mijn betoog. Dat financieringsprobleem is een eerste zaak. Ik vind het verkeerd. Dat is wat ontbrak in dit debat. We spreken over de acties van de minister-president van gisteren, van eergisteren, van vorige maand enzovoort. In 2007, dat is 3 jaar geleden, heeft Opel beslist om geen nieuw model aan de fabriek in Antwerpen toe te vertrouwen. Toen was het tijd om actie te ondernemen. Toen had men moeten starten. Daarom zei ik: Gouverner, cest prévoir. Toen had de voltallige Vlaamse Regering al moeten kijken wat ze zou doen bij een dergelijk scenario. In 2007 was dat het geval.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Sinds 2007 en sinds de intentie tot sluiting is aangekondigd, is men in die fabriek blijven werken, is men blijven zoeken en hebben mensen een loon blijven ontvangen. Heeft de heer Sabbe een idee hoeveel die tussenperiode aan de gemeenschap heeft opgebracht?
Ik heb daar een volledig idee van, mijnheer Van Malderen, en dat is zeer positief, maar het had nog veel positiever kunnen zijn. Wij moeten ons niet meten aan de onderkant, wij moeten ons meten aan de bovenkant. Het is hier vaak herhaald: we moeten ons niet meten aan de laatste van de klas maar aan de eerste van de klas.
Ik ga verduidelijken waarom ik tot die zaak kom. Einde 2008 breekt de financiële crisis uit. In 2009 ligt GM op zijn gat, in het West-Vlaams gezegd. Er is niets meer aan te doen, GM ligt op apegapen, is op sterven na dood. Op dat ogenblik had men GM zover kunnen krijgen om kosteloos heel de fabriek af te staan en had men een deal kunnen maken met de Chinezen of met anderen die hadden geïnvesteerd. Wat is er gebeurd? Ik citeer letterlijk wat ik heb gezegd in het actualiteitsdebat van 25 januari 2010 over Opel Antwerpen: Wat ik niet begrijp, minister-president, is dat u niet al druk bezig bent met het zoeken naar een plan B, een echt en ernstig plan B. ( ) De mensen vragen werk, ze vragen een toekomstperspectief. Daar ligt onze opdracht, we moeten helpen, we moeten zoeken naar toekomstperspectieven, maar we moeten hier niet zitten debatteren over de toepassing van de wet-Renault ( ).
Wat is er gebeurd? Deze regering heeft zich samen met de vakbonden gefocust op de toepassing van de wet-Renault en de maximalisering ervan in plaats van te zorgen voor een gedegen toekomststrategie voor activiteit en tewerkstelling in Antwerpen. Daar is het mijns inziens misgegaan, daar hadden we moeten ingrijpen.
In 2009 was Opel Antwerpen, en Opel in het algemeen, op sterven na dood. Dan hadden we een kandidaat kunnen aantrekken om in die instapklare fabriek verder te werken. Dan hadden we waarschijnlijk een verzekerd succes. Dat hebben we echter niet gedaan. Het is duidelijk dat Opel, dat nu een perspectief heeft op winstgevendheid in 2011, uiteraard niet zomaar zal toestaan dat welke concurrent ook de kans krijgt om goedkope wagens maken en Opel te beconcurreren op de Europese markt.
Mijnheer Sabbe, zichzelf citeren is natuurlijk altijd krachtig, u doet maar. Vorige week donderdag, wat heeft Nick Reilly dan gezegd? Dat hebt u gehoord: dat er serieuze onderhandelingen waren met de Chinese kandidaat-investeerder. Men heeft gezegd: de minister-president moet zich geen zorgen maken, hij kent het dossier en maakt zich te snel zorgen. Dat heeft hij toch gezegd? Nu zegt u dat er niet serieus is gewerkt aan een oplossing om de fabriek open te houden samen met GM.
Ik zeg dat u veel te laat begonnen bent.
Was er donderdag een serieuze kandidaat of niet? Ik heb dat niet gezegd, Nick Reilly heeft dat gezegd.
Minister-president, een serieuze kandidaat om vijf voor twaalf? Laat ons niet lachen. Men verkoopt toch geen bedrijf als de klokslag van twaalf uur aan het naderen is en de deadline twaalf uur is. Men verkoopt een bedrijf wanneer de tijd rijp is of men koopt of bemiddelt op het ogenblik dat de tijd rijp is. Als u weet dat in 2007 GM zegt dat er geen Astra meer komt in Antwerpen, dan weet u hoe laat het is. In 2007 wist u hoe laat het was, en nu is het 2010. Al wat u gedaan hebt in 2010, is rijkelijk te laat.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Mijnheer Sabbe, u bent lid van LDD, dus u bent zelf ondernemer. Vindt u dat het de taak van de overheid is om zelf bedrijven te gaan oprichten, zelf productie-eenheden op te richten en zelf initiatieven te nemen? Is dat de taak van de overheid?
Ik heb de tijd meegemaakt dat de overheid subsidies gaf en zelf ondernemingen oprichtte. U verwijt de regering iets niet gedaan te hebben wat fundamenteel tegen uw eigen ideologie is, tenzij ik absoluut niet weet wat Lijst Dedecker wil.
Mijnheer Van Rompuy, u slaat de bal volledig mis. Ik heb niet gezegd dat ik pleit voor subsidies. Ik ben de grootste vijand van subsidies. Dat heb ik al een paar keer op dit spreekgestoelte gezegd. Ik heb gezegd dat de Vlaamse Regering had kunnen bemiddelen. Zoals een prinselijke missie bemiddelt om zaken tot stand te brengen, zo had de Vlaamse Regering kunnen bemiddelen en zoeken naar overnemers, minstens zoals Agoria gesuggereerd heeft.
Maar dat gebeurt te laat, het zijn vijgen na Pasen. Het had moeten gebeuren vanaf 2007 toen het duidelijk was dat het Astramodel niet meer in Antwerpen zou worden gebouwd. Er stond een kruis over Opel Antwerpen, en men moest dringend uitkijken naar iets anders. Men heeft veel te lang gewacht en men heeft vooral gekeken naar de toepassing van de wet-Renault, veeleer dan naar een overname van de activa. Ik herhaal: zonder subsidie bemiddelen en faciliteren.
Mijnheer Van Rompuy, weet u wat uw eigen partij hierover in het verleden heeft gezegd? Op donderdag 25 maart 2010 ging CD&V in het kader van de reconversie van Opel een aantal zaken doen met als doelstelling het aantrekken of ontwikkelen van nieuwe industriële activiteiten met hoge toegevoegde waarde. Mijnheer Van Rompuy, leg me eens uit wat er wordt bedoeld met aantrekken of ontwikkelen. Ontwikkelen, wil dat niet zeggen dat u zelf mee ondernemertje gaat spelen op de een of andere manier?
De heer Sannen heeft het woord.
In 2007 had men eigenlijk tegen GM al moeten zeggen dat we een andere weg opgingen. Mijnheer Sabbe u zegt dat de Vlaamse Regering in 2007 tegen GM al had moeten zeggen dat ze een andere weg wilde opgaan. De onderhandelingen die de regering met Volkswagen heeft gevoerd, om uiteindelijk bij Audi terecht te komen en er een productie op gang te houden, tonen aan dat je de stekker niet te vlug mag uittrekken en de onderhandelingen stoppen.
Mijnheer Penris, u citeert ons partijprogramma of een stelling van onze partij. Ik vermoed dat het gaat over de elektrische auto. Er is nooit een CD&Ver geweest die een bedrijf wil oprichten dat elektrische autos produceert. Wat we wel moeten doen, is de technologische, innovatieve voorwaarden creëren waarbinnen zon investeerder in Vlaanderen een meerwaarde kan vinden. CD&V heeft altijd op omgevingsvoorwaarden ingewerkt.
De minister-president werd verweten dat hij er te veel mee bezig is geweest. Sommigen vonden dat hij het dossier naar zich toe trok en zeiden: doe dat niet, want het zal slecht aflopen en op uw hoofd terechtkomen. Hij is samen met mevrouw Ceysens naar Amerika geweest. Ik zie ze nog van de trappen komen. Het was een mooi koppel: Peeters en Ceysens. Zij hebben alles gedaan in het GM-dossier, mijnheer Sabbe, en u komt hier met het verwijt dat de minister-president onvoldoende inspanningen heeft gedaan.
Te laat is te laat. Ondernemen betekent voorzien.
U bent een ondernemer en u komt de politiek verwijten wat u als ondernemer altijd hebt gezegd, namelijk dat de politiek erbuiten moet blijven.
Mijnheer Vereeck, u moet consequent zijn met uzelf.
Mijnheer Sabbe, u hebt een al even bochtig parcours als GM in dit dossier. Op diezelfde tribune hebt u of heeft uw fractieleider verklaard dat Vlaanderen moest investeren in de overname van Saab. Dat was enkele weken geleden het voorstel van LDD. Nu komt u hier iets helemaal anders vertellen. Ik volg al een tijdje niet meer in het economisch beleid van Lijst Dedecker. Ik denk dat de meeste mensen het nu ook niet meer weten. (Applaus bij CD&V)
Mijnheer Bothuyne, u probeert gewoon mijn toespraak in het belachelijke te trekken door dingen te zeggen die niet juist zijn. Mijn fractieleider heeft in dit halfrond altijd gepleit voor innovatie en research and development. Dat is een heel ander verhaal. Binnen Europa zijn er percentages afgesproken om in onderzoek en ontwikkeling te investeren. Nu gaat u ons discours over onderzoek en ontwikkeling mengen met iets anders. U mag er al mijn tussenkomsten op nalezen: er is met geen enkel woord sprake geweest van inmenging van welke overheid ook, integendeel. We moeten onze taak van onderzoek en ontwikkeling op ons nemen. Dat is een luik. Een ander luik is dat we als overheid een faciliterende, en geen ondernemende opdracht hebben. Een van de lessen over faciliteren is het overheidsapparaat en de regulitis afbouwen.
Wanneer het echter zon belangrijke tewerkstellingscluster betreft, dan is het zeker niet verkeerd.
De heer Sannen zegt dat we er lang mogelijk voor moeten zorgen dat de mogelijkheden met de bestaande uitbater, in casu Opel, niet op de helling komen te staan. In onderhandelingen moet men echter altijd zorgen voor een alternatief. Aan dat alternatief is sinds 2007 niet gewerkt. In 2010 is men wakker geschrokken. Toen heeft men de prioriteit bij de wet-Renault gelegd om te zeggen: iedereen aan de kassa. Men heeft echter niet gedacht aan de lange en de middellange termijn. Ik blijf bij mijn mening en ik zal die niet veranderen. Alle feiten en cijfers wijzen in die richting.
Minister-president, ik ben blij dat wij in dit dossier altijd heel rechtlijnig zijn geweest. Toen ik minister was, heb ik altijd gezegd dat er wat ons betrof, waarborgen ter beschikking konden worden gesteld. U bent dat beginnen overnemen. (Gelach)
Ik heb altijd gezegd dat we een goed businessplan moesten hebben. Ik heb er herhaaldelijk voor moeten zorgen dat er niet meer dan dat werd gezegd. Ik heb altijd de lijn getrokken op de waarborgen. Ik herinner me trouwens dat de heer Bourgeois, toen hij uit de Vlaamse Regering stapte, zei dat de Vlaamse wagen in de Vlaamse fabriek moest worden gebouwd. In dit dossier kan ik een aantal partijen opnoemen die me vanalles hebben gesuggereerd en die alle mogelijke bochten hebben gemaakt. Ik daalde dan misschien wel achter de minister-president de trap af maar ik was wel altijd de eerste om de portemonnee toe te houden en erop te wijzen dat het over waarborgen ging en dat we een businessplan moesten hebben. Want wij gaan de Vlaamse auto inderdaad niet bouwen in het blauwe, ik bedoel het Vlaamse fabriekje. Dat gaan wij niet doen. Wat het bochtenwerk in dit dossier betreft, kan ik u verhalen vertellen over verschillende partijen.
Mevrouw Ceysens, moet het verslag worden aangepast?
Eerlijk gezegd, zou dat hetzelfde zijn. In een blauw fabriekje bouwen we ook geen staatswagens.
Ik meen dat hier een aantal verkeerde voorbeelden zijn gegeven. Zo is het voorbeeld gegeven van Audi Brussel, het voormalige VW Brussel. Laten we de waarheid toch geen geweld aandoen. Audi is hier gebleven omdat het te nemen of te laten was. Audi heeft gezegd het rugzakprincipe te zullen toepassen. Dat betekent dat er in periodes met weinig werk, weinig uren gewerkt zullen worden. Dat wordt gecompenseerd door periodes met veel werk zodat er geen overuren worden gepresteerd. Het ging om een soort van flexibiliteitssysteem. Agoria vraag al jaren dat dit systeem voor de hele sector wordt toegepast. Dat is nog altijd niet gebeurd. Alleen Audi Brussel kent dat systeem. Bij Ford Genk zijn het de werknemers zelf, de heer Martens, zijn team, de lokale vakbonden en het personeel die beslist hebben om de handen in elkaar te slaan naar Duits voorbeeld. Zij werken samen en leveren samen in om ervoor te zorgen dat de tewerkstelling in Genk behouden blijft. We moeten die verdienste dan ook niet op het krediet van de mensen hier schrijven.
We moeten dringend werk maken van betere arbeids- en loonvoorwaarden in deze flexibele markt. Een flexibele arbeidsmarkt is een absolute must. Wij moeten zorgen dat we in alle sectoren een bepaalde flexibiliteit hebben die maakt dat onze bedrijven competitief blijven. Ook het federale niveau speelt daarin een heel belangrijke rol. U moet hier echter ook uw kracht en gewicht in de schaal leggen om ervoor te zorgen dat die flexibiliteit een realiteit wordt.
Mevrouw De Vits heeft het woord.
Mijnheer Sabbe, u moet misschien eens nagaan hoe flexibel de Renault-arbeiders waren in Vilvoorde Dat heeft er niet toe geleid dat de fabriek is open gebleven. Ze is gesloten.
Ik neem daar gewoon akte van.
Het is ook niet zo dat elke fabriek willens nillens hier kan worden gehouden. Vandaar ook mijn betoog dat men al in 2007 een alternatief had moeten zoeken in het Opel-dossier. Men kan immers niet iedereen met geweld hier houden. Er was misschien wel flexibiliteit in Renault maar toch niet zoals de flexibiliteitsvoorwaarden waarmee de VW-groep verderwerkt in Vorst.
We moeten ook dringend onze arbeidsmarkt hervormen. Mevrouw De Vits, mijns inziens kan het niet dat er in Vlaanderen 230.000 werklozen zijn en dat er meer dan 43.000 openstaande vacatures zijn. Dat moet je mij eens uitleggen. Uw partij argumenteert en dat heb ik al zo vaak gehoord dat het komt omdat er geen scholing is. Wel, uw eigen VDAB geeft aan dat bij die 43.000 vacatures er 20.000 jobs voor ongeschoolden zijn met een diploma van lagere humaniora. Daar moeten we eens duidelijk over zijn. Het kan niet blijven duren dat er een mismatch is tussen mensen die, wat men noemt, in de werkloosheidsval zitten en de vacatures die er zijn. Dit kan niet meer.
Ten slotte, moet het brugpensioen dringend uitdoven. Ik heb daarnet al aangegeven hoe we dat moeten doen. We moeten zorgen dat deze kost wegvalt voor onze kinderen en kleinkinderen, en dat saneringen, die spijtig genoeg af en toe moeten gebeuren, aan een verantwoorde kost kunnen waardoor het voor de bedrijven ook haalbaar is. Vandaar de suggestie dat deze opzegvergoedingen vrij zijn van sociale lasten en van bedrijfsvoorheffing. Het kan wel met de syndicale premie, waarom dan niet met opzegvergoedingen?
Men sprak daarnet over de 50-plussers. Minister Muyters heeft mij in de commissie geantwoord dat er vandaag voor de 52-plussers in Vlaanderen geen activeringsbeleid van de VDAB is. Dat betekent dat de groep van 52-plussers kan zeggen: Men laat me gerust. Ik krijg geen smsjes. Dit kan ook niet. We weten allemaal dat de sociale zekerheid maar kan worden gedragen als we 40 jaar werken. We kunnen zo niet verder. Er moeten maatregelen worden genomen. Ik daag de minister-president en minister Muyters uit om er dringend werk van te maken.
Ik wil afsluiten met de volgende wijze woorden. De oplossingen heb ik al aangegeven, die zal ik niet herhalen. Maar één ding wil ik toch zeggen, want ik deed een zeer bevreemdende vaststelling: ik vraag me af of de sluiting van Opel Antwerpen en de meerwaarde die er misschien op vlak van de immobiliën is, misschien een stuk van uw ontbrekend budget voor uw BAM-tracé en uw notoire Oosterweeltracé kan betekenen.
Minister-president, de bal ligt in uw kamp. Ik ben zeer gespannen en zeer nieuwsgierig naar wat u concreet gaat doen. Uw Septemberverklaring zijn woorden. Ik denk dat het tijd is voor daden. Ik heb het al eens gezegd: wees de Bruce Willis en niet de George Clooney. Action, please. (Applaus bij LDD)
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ten eerste is dit dossier natuurlijk een zeer spijtige zaak. Ik heb daarstraks al gezegd dat wij in deze sector heel veel inspanningen hebben gedaan om Volvo een toekomst te geven, en dat is ons gelukt. We hebben ook heel veel inspanningen gedaan om verschillende modellen in Ford Genk verder te laten produceren, en dat is ons gelukt. Maar Opel Antwerpen is ons niet gelukt. Dat is in eerste instantie een spijtige zaak voor de 1327 mensen die daar werken. Een aantal zijn in de commerciële en financiële diensten werkzaam en zij kunnen nog een job krijgen. Maar 1250 mensen zullen tegen het einde van het jaar niet meer kunnen werken in Opel Antwerpen. Dat is een zeer trieste situatie.
Ik wil ook heel uitdrukkelijk de toeleveranciers noemen Johnson Controls met 180 mensen, en vele andere kleine bedrijven die ook niet meer levensvatbaar zijn door de beslissing van GM om Antwerpen dicht te doen. Dit is een heel spijtige geschiedenis en een lijdensweg voor het personeel geweest, en ik kan dat alleen maar betreuren.
Ik kom er straks op terug, maar er zijn bedrijven die goed worden geleid en er zijn bedrijven die slecht worden geleid. Diegenen die menen dat de automobielsector geen toekomst meer heeft in Vlaanderen, vergissen zich. Het is natuurlijk heel moeilijk om bedrijven die slecht worden geleid, te ondersteunen en de nodige dynamiek te geven om te overleven. Vandaar dat het heel belangrijk is om niet een negatief oordeel over een hele sector te vellen, maar wel over bedrijven die spijtig genoeg niet of onvoldoende goed worden geleid.
Minister Muyters heeft ook verwezen naar de eerste groep die het bedrijf al heeft verlaten. 1269 mensen worden in de tewerkstellingscel naar outplacement begeleid. God zij dank hebben al 253 mensen ander werk gevonden.
Ik heb daarstraks samen met de collegas met Geely onderhandeld. Volvo Cars is vragende partij voor bijkomend personeel. Ford zal ook de nodige inspanningen doen. Volvo Trucks vraagt 350 mensen bij. De situatie is helemaal anders dan in 2008. De markt trekt zich weer op. Er is zeker nog een toekomst voor deze mensen, die heel competent zijn, los van wat er verder kan gebeuren op de site.
Er is heel veel begrip en ondersteuning voor de mensen die hun job verliezen. Ze behouden die nog tot het einde van het jaar. In december zullen de nodige infosessies starten voor de 1250 mensen die ontslagen zullen worden.
De internationale werkgroep, of beter GM, heeft op 4 oktober beslist om niet meer verder te onderhandelen met de twee kandidaten en zeker niet met de Chinese groep. Ik betreur dat. Terecht is hier gezegd dat aangetoond is dat dit een rendabel bedrijf was en dat, ook met de investeringen die in het verleden zijn gebeurd, deze vestiging zeker toekomstkansen had. Dat maakt het nog triester. In het bedrijf zijn meer dan 80 jaar mensen zeer geëngageerd geweest. Maar GM heeft beslist om dat stop te zetten en heeft dat per brief aan de Vlaamse Regering. laten weten. KPMG was daarbij betrokken om de nodige objectiviteit te verzekeren. Toch heeft men beslist om met de onderhandelingen te stoppen.
Daarstraks heb ik uitdrukkelijk meegegeven dat men niet heeft gezegd dat er meer tijd of meer elementen nodig zijn. Men heeft bij GM de analyse gemaakt dat het voor hen niet mogelijk was om in Antwerpen autos te maken die op de Chinese markt zouden worden gebracht. Men wilde er alles aan doen om dit niet in de realiteit om te zetten. Het was uitgesloten dat een Chinese of een andere investeerder de Astra of andere autos samen met GM op een andere markt zou brengen. Men meent dat GM dat zelf kan of zal doen in de toekomst.
We hebben de stuurgroep voor Opel bij elkaar geroepen, met de vakbonden en Agoria. Agoria is trouwens altijd zeer actief betrokken bij alles dat we hebben gedaan. We hebben een aantal afspraken gemaakt.
Voor de gronden is er een voorkooprecht. Ik heb verwezen naar artikel 10 van de notariële akte. We hebben het Antwerpse havenbedrijf gevraagd of ze nog geïnteresseerd zijn, of ze de gronden zullen aankopen en hoe ze dat zien. Gisteren heeft het havenbedrijf beslist dat ze geïnteresseerd zijn. Het kan binnen hun meerjarenprogramma en het kan financieel worden gedragen. We zullen nu met het havenbedrijf de onderhandelingen opstarten. Dat voorkooprecht hebben we. De haven is bereid om daar industriële activiteiten te ontwikkelen. We gaan daar nu verder werk van maken. Voor die gronden is de actie dus al genomen. De beslissing is genomen door het havenbedrijf. Nu wordt er de volgende dagen en weken onderhandeld met GM.
De reconversiegroep is samengesteld uit een aantal topmensen: voorzitter Paul Buysse, de heer Herman Daems van de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen (GIMV), de heer De Smet, een zeer grote expert in de automobielsector, de heer Wilson De Pril van Agoria, de heer Eddy Bruyninckx van de haven. Er zijn ook een aantal kabinetten en agentschappen bij betrokken, de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV), Flanders Investment & Trade. We weten ook heel goed dat we, als we naar nieuwe investeerders gaan, het federale niveau nodig hebben. En dus heeft ook de FOD Financiën iemand afgevaardigd.
Deze reconversiegroep, die we tijdelijk on hold hebben gezet om de internationale groep, waar zowel de vakbonden, GM als KPMG in zaten, alle kansen te geven om met die kandidaat-investeerders een oplossing te vinden, is gisteren bij elkaar gekomen. Hij zal op 22 oktober opnieuw bij elkaar komen om een aantal kandidaat-investeerders, die er nu al zijn, verder te informeren en ervoor te zorgen dat we zo snel mogelijk alternatieven hebben.
Het is heel belangrijk om een onderscheid te maken, collegas. Tot nog toe heeft GM met die internationale werkgroep met een aantal kandidaat-investeerders gesproken, met KPMG als expert ter zake. Wij konden alleen maar investeerders aanbrengen die naar die groep werden doorgezonden, om daar met GM te onderhandelen. Sinds deze week is het duidelijk dat GM geen project wil ondersteunen waarin zij samen met een kandidaat-investeerder autos zouden bouwen. We zitten nu dus in een heel andere fase. We zitten in een fase waarin we ten eerste de gronden gaan verwerven en ten tweede naar een investeerder zoeken die ofwel in de automobielsector actief zal zijn op die site, dan wel een andere industriële activiteit zal uitoefenen. We zitten dus niet meer in een model waarbij we samen met GM een project gaan ontwikkelen, maar wel met een nieuwe investeerder dat zullen uitwerken.
Mijnheer Watteeuw, wij hebben prachtige bedrijven, en niet alleen in de assemblage Ford, Volvo en een aantal andere. We hebben ook prachtige toeleveranciers, die echt state of the art zijn in die automobielindustrie.
Wij moeten nu van een automobielindustrie naar een mobiliteitsindustrie gaan. Er zijn immers heel wat andere mogelijkheden, en niet alleen de elektrische wagen. Het gaat hier over verschrikkelijk veel mensen die tewerkgesteld zijn in de autoassemblagefabrieken, zowel in Gent, Genk als in Antwerpen. Wij moeten alles doen om die hier maximaal te behouden en mee te helpen transformeren van een automobielindustrie naar een mobiliteitsindustrie. We zijn daar, samen met de collegas, volop mee bezig.
Voorzitter, collegas, wij hebben vanmorgen de mensen van Geely gezien. Voor Volvo Gent was dat een heel goed verhaal. Er staat niet alleen een nieuw management aan het hoofd van Volvo, maar er is nu ook een Chinese investeerder die er voluit voor gaat. Die investeerders willen van Gent een vestiging maken met een heel hoog niveau. Zij willen daar op termijn ook naar de elektrische wagen gaan. Men is daar nu ook met een heel succesvol model bezig, dat goed op de markt zit.
Ik heb de heer Li, topman van Geely, dat opnieuw voorgelegd en gevraagd of het niet het moment is om dat verder te bekijken. Ik heb hem dat eerder al in China gevraagd. Toen antwoordde hij dat Volvo zijn grootste zorg was. Nu Volvo volledig rond is, heb ik hem opnieuw gevraagd om naar de Opelvestiging in Antwerpen te kijken en daar eventueel activiteiten te ontwikkelen. Hij heeft vanmorgen gezegd dat hij geïnteresseerd is. Het dossier Volvo is nu op zijn pootjes terechtgekomen. Hij zal nu zijn experten contact laten opnemen met de reconversiegroep, om te bekijken hoe hij daar een rol in kan spelen en hoe hij een industriële activiteit, in eerste instantie in de automobielsector, kan ontwikkelen.
Omdat de Chinese eerste minister hier was, heb ik samen met een aantal ministers een zeer uitgebreid gesprek gehad, ook met de Chinese minister bevoegd voor Handel. Hij heeft gezegd dat hij vanmiddag verder contact zou opnemen met de heer Li van Geely en dat hij daar verder werk van zou maken.
Dat is één concreet voorbeeld waaruit blijkt dat we in eerste instantie de hoop in de automobielindustrie niet mogen opgeven, maar voor alle duidelijkheid: niet met GM, maar in een stand alone met een kandidaat-investeerder en met de ondersteuning van de Vlaamse Regering.
Mevrouw Ceysens, ik zou veel kunnen zeggen, maar ik ben altijd beperkt, ook in tijd. Vrijdag hebben we als Vlaamse Regering heel duidelijk gemaakt dat het hier gaat over waarden, over een oplossing voor de gronden, maar dat cash in het dossier steken, niet kan. Dat kon toen niet en ook deze Vlaamse Regering, zonder uw aanwezigheid, heeft dat nog eens herhaald en nog eens bekend gemaakt. We maken duidelijk dat het niet zo is dat men naar hier kan komen omdat men denkt hier 200 à 300 miljoen euro cash te kunnen krijgen voor iets dat geen toekomst heeft omdat men alleen maar in het geld geïnteresseerd is. De Vlaamse Regering heeft vrijdag nog eens herhaald dat dat niet kan, om er zeker van te zijn dat de mensen die zeggen dat ze geïnteresseerd zijn, goed zouden weten wat wij kunnen en wat we verder kunnen ontwikkelen, maar dat ze ook goed weten wat niet kan, namelijk cash in het dossier steken, ook al zou er een rendabel businessplan zijn. Ik denk dat u dit met een grote bescheidenheid verder zult volgen.
We hebben vrijdag ook een groenboek voor een nieuw industrieel beleid goedgekeurd in de Vlaamse Regering. Het is een groenboek: het debat is open. Ik ga ervan uit dat wij niet alleen vanuit dit Vlaams Parlement, maar ook vanuit de diverse adviesorganen de nodige insteek en reacties zullen krijgen om tegen het einde van het jaar een witboek te hebben met bijkomende maatregelen die zich allemaal situeren in Vlaanderen in Actie en de projecten die daarvoor worden ontwikkeld.
Voorzitter, dames en heren, dit is een moeilijk dossier. De heer Van Mechelen verwees al naar Magna, dat op zeker ogenblik de kandidaat was die met GM de zaken verder wilde ontwikkelen. Toen heeft GM eigenlijk hetzelfde gedaan als nu met de Chinese investeerders door op een bepaald moment te zeggen dat het niet zou doorgaan, maar dat ze stand alone zouden gaan. Magna werd benaderd om zich opnieuw kandidaat te stellen, maar om verschillende redenen heeft Magna geantwoord niet geïnteresseerd te zijn in een nieuw gesprek met GM. Magna heeft zich geen kandidaat gesteld, ik vermoed dat het bedrijf met GM de ervaring heeft die wij nu ook hebben.
Het is een triestige zaak dat een multinational met zon grote activiteit, niet alleen in de VS, maar in de hele wereld, die meer dan 80 jaar actief is in Vlaanderen en door de verschillende regeringen werd ondersteund en met verschillende eerste ministers heel duidelijke afspraken heeft gemaakt, Vlaanderen en Antwerpen langs de achterdeur verlaat met een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid tegenover het personeel van Opel Antwerpen en de toeleveranciers.
Het is juist dat de toekomst nu belangrijk is. We gaan ervan uit dat we nu heel snel met GM tot overeenkomsten kunnen komen inzake de grond en de gebouwen, dat we heel snel een investeerder warm kunnen maken om daar industriële activiteiten te ontwikkelen. We doen dat allemaal in eerste instantie in het belang van de werkgelegenheid en van de dynamiek. We hebben een groenboek, we hebben een kader en we zullen daar verder aan werken met de reconversiegroep en met al degenen die geïnteresseerd zijn in deze vestiging in Antwerpen. (Applaus van de meerderheid)
Minister-president, ik heb twee elementen. U noemt de getallen over mensen die al opnieuw geactiveerd zijn, mensen die aan een andere job zijn geraakt. U zegt daarbij dat het een rol speelt dat er weer wat aantrek is. Die aantrek is volgens mij precair, maar bon, hij is er, daar kunnen we niet omheen. U onderschrijft daarmee volgens mij dat het activerend karakter van het sociaal plan een cruciaal element is. U zegt dat het nu goed gaat omdat de omstandigheden goed zijn.
Als u het over GM hebt, zeg ik dat u ze moet doen betalen wat ze moeten betalen, namelijk het activerend gedeelte van het sociaal plan. Ze mogen daar niet zo gemakkelijk mee wegkomen. U hebt als minister van Werk tegen GM gezegd dat het oké is. Dat blijft voor mij een echte fout, en daarmee dekt u het brugpensioen op 50 jaar, wat gelukkig door de heer Laurys ook als iets vreselijks wordt bestempeld. Het blijft een echte kiezel in de schoen.
Voorts stelt u dat er bedrijven zijn die goed worden geleid en andere die slecht worden geleid. Dat zal ook wel voor regeringen gelden. Er zijn regeringen die goed worden geleid en andere die slecht worden geleid. Ik vraag wat uw oordeel zou zijn over een regering die erin slaagt om haar niveau van investeringen in haar enige essentiële sector, namelijk innovatie en wetenschap, met 7 jaar in de tijd terug te draaien.
De minister-president heeft bevestigd wat ik al vermoedde. Hij gaat over tot de realisatie van plan B. Hij heeft bevestigd dat de reconversiegroep die hij als slag om de arm had gehouden, on hold was gezet omdat men het initiatief van de gerespecteerde multinational wou afwachten.
We hebben nu geleerd, minister-president, dat de multinational niet te vertrouwen was. Hij heeft met u, met ons, de werknemers van Opel, de toeleveringsbedrijven, een spelletje gespeeld dat bijzonder lelijk mag worden genoemd. Hij heeft ons rond zijn vinger gedraaid en met onze voeten gespeeld. We moeten daaruit leren. Ik neem aan dat u leergierig bent en dat u wanneer u in de toekomst nog met multinationals onderhandelt, dit lesje zult meenemen.
Plan B treedt nu in werking. Het is nog bijzonder vaag. De reconversiegroep moet vanaf nul opnieuw beginnen dat is een modewoord geworden in de politieke wereld. De enige concrete kandidaat die nu opduikt is Geely. Er zijn wat vage toezeggingen gedaan tijdens een lichte lunch met de minister van Handel van China, maar vet is het nog niet. Ik hoop dat we snel heel wat concreter kunnen worden. Niet alleen in Limburg of in Gent leven we met een sterke automobielsector, maar ook in Antwerpen hadden we een traditie die we misschien kunnen voortzetten.
Om dat mee te ondersteunen, kondig ik een actualiteitsmotie aan.
Voorzitter, als ik iets heb geleerd vandaag, is het dat een multinational als GM zich weinig gelegen laat aan een regio of aan werknemers. Het was treffend hoe de minister-president een beeld schetste over GM dat na 80 jaar door de achterdeur verdween. Dat gebeurde wel op een moment dat zij hadden bepaald.
Een van de opgaven van het Groenboek Nieuw Industrieel Beleid en de discussie die erop volgt, zal erin bestaan om na te gaan hoe we onze afhankelijkheid van multinationals kunnen verminderen. Onze economie is gebaseerd op bedrijven die hier zijn verankerd en die ervoor kiezen om hier te produceren.
We gaan dit debat mee aan en zullen niet nalaten om ook de vergroening van de economie en de industrie, een aspect dat niet sterk aanwezig is in het groenboek, mee aan te kaarten. Ik geef een voorbeeld. U zegt op een bepaald moment dat de automobielindustrie een mobiliteitsindustrie moet worden. Dat is mooi gezegd en is ook terecht. Maar dat is gemakkelijk gezegd en moeilijk om te concretiseren. We moeten daar in het licht van het debat over het groenboek concreter over worden.
De minister-president heeft mooi aangetoond welke route we intussen hebben afgelegd en welke we nog moeten afleggen. Het NIB krijgt hiermee een concrete kans op het terrein om concreet vorm te krijgen. Wij kunnen dat alleen maar ondersteunen. Wij kondigen vanuit de meerderheid dan ook een actualiteitsmotie aan.
Om ons betoog te ondersteunen en de minister-president te volgen in de stappen die hij nu gaat zetten, kondigen wij een actualiteitsmotie aan.
De minister-president heeft het daarnet gehad over bedrijven die goed of slecht worden geleid. Ik denk dat we het erover eens kunnen zijn dat Opel Antwerpen altijd over uitstekende ceos heeft kunnen beschikken. Mensen als de heer Geysen en de heer Wiels hebben voor de fabriek gevochten.
In 2001, de tijd van het Olympiaplan, moest GM al eens herstructureren. We zijn toen overgegaan tot een strategische investering in een zeer performante pletinstallatie die het mogelijk maakte onderdelen voor verschillende fabrieken van Opel te persen. De minister-president wil de aankoop van de gronden en van de fabriek vanuit het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen sturen. We moeten echter ook kijken naar de uitrusting die in de fabriek aanwezig is. Het Vlaamse Gewest heeft hier, onder de noemer van de opleidingssteun, destijds honderden miljoenen euro in geïnvesteerd.
De minister-president wil voor een nieuw industrieel project gaan. Dit lijkt ons de enige mogelijkheid. Ik wil er echter op wijzen dat ons innovatielandschap, naast het Interuniversitair Micro-Elektronicacentrum (IMEC), het Vlaams Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie (VIB) en de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) ook nog een klein broertje telt. We hebben namelijk in de schaduw van Sidmar in Gent een staalonderzoekscentrum, het Onderzoekscentrum voor de Aanwending van Staal, opgezet. Ik weet dat OCAS momenteel een aantal zeer interessante projecten ontwikkelt. We zouden dan ook eens moeten kijken of er geen mogelijke applicaties in verband met een nieuwe industriële activiteit in Antwerpen zijn.
Ik onderschrijf de woorden van de heer Van Mechelen. Ik heb me niet over het lokaal management van Opel Antwerpen uitgesproken. De mensen die hij heeft vermeld, hebben, samen met ons, voor de toekomst van het bedrijf gevochten. Mijn woorden waren vooral bedoeld voor de mensen van GM Europa en in Detroit. Ondertussen is bij GM het besef gegroeid dat het bedrijf niet goed bezig was en zijn daar al heel wat vervangingen doorgevoerd.
We zullen zeker rekening houden met zijn suggestie in verband met OCAS en met alle andere ideeën die hier naar voren zijn gebracht.
Mijnheer Watteeuw, we zullen hier zeker nog verder over dit groenboek discussiëren. Als we het over multinationale ondernemingen hebben, willen we lead plants, zoals dat in het Engels wordt genoemd, hier verankeren. We moeten ervoor zorgen dat de vestigingen van multinationale ondernemingen zich hier door hun verbinding en hun relaties met onderzoekscentra, universiteiten en infrastructuur verankeren. Er zijn in Antwerpen overigens goede voorbeelden te vinden. Zo maken, bijvoorbeeld, een aantal Duitse multinationals dit in Vlaanderen zeer actief waar. Ik meld dit maar even om duidelijk te maken dat we hierover hebben nagedacht. We zullen hier in het licht van het groenboek verder aan werken.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Het debat is gesloten.
Actualiteitsmoties
Door de heren Penris, Dewinter, Wienen, Deckmyn, Janssens en Creyelman werd tot besluit van dit actualiteitsdebat een actualiteitsmotie ingediend. Ze zal worden gedrukt en rondgedeeld.
Door de heren Bothuyne, Van den Heuvel, Laurys en Diependaele, mevrouw Stevens, de heer Van Malderen en mevrouw Turan, door de heer Watteeuw, door de heren Sabbe, Vereeck, Verstrepen en Reekmans en door de dames Ceysens en Peeters en de heer Gatz werden tot besluit van dit actualiteitsdebat actualiteitsmoties aangekondigd. Ze moeten uiterlijk om 16.50 uur zijn ingediend.
Het parlement zal zich daar straks over uitspreken.
Het incident is gesloten.