Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, ten behoeve van degenen die niet wekelijks de vergaderingen van de commissie Welzijn bijwonen, kan ik zeggen dat het PGB-experiment (persoonsgebonden budget) slaat op een initiatief waarbij 200 mensen met een handicap eindelijk de kans krijgen hun zorg vraaggestuurd te betrekken. Het is een heel belangrijk experiment omdat het de bedoeling is lessen te trekken uit de resultaten, die mee richting zullen geven aan de vraaggestuurde zorg, die en, minister, u hebt er daarstraks naar verwezen , tegen 2020 zorggarantie moet bieden aan wie het echt nodig heeft. Het zal ook voor de nodige vernieuwing zorgen, zodat personen met een handicap vraaggestuurd hun zorg kunnen betrekken.
Dat experiment loopt af op 31 december van dit jaar. Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad om het op te starten. Er was eerst een decreet in 2001, en vervolgens een resolutie van het parlement in 2007. In 2008 werd het administratief opgestart en pas in 2009 werd het experiment op het terrein opgestart. Zoals voor elk experiment is er ook een eindtijd op gezet. In dit geval is dat 31 december 2010.
Toen we u daarover in mei van dit jaar ondervroegen, gaf u te kennen niet onmiddellijk te willen overgaan tot een uitbreiding van het experiment, maar de conclusies te willen afwachten, wetenschappelijke studies te willen bekijken. Maar, en daar waren we het ten zeerste mee eens, u zei ook dat u zorggarantie wou bieden aan degenen die vandaag in het systeem zitten en dat het nodig was om die personen al voor die einddatum zekerheid te verschaffen omdat het niet van goed bestuur getuigt als op 31 december wordt beslist wat op 1 januari zal gebeuren.
Minister, we zijn nu 3 maanden voor die einddatum. Het lijkt me dan ook niet meer dan billijk om te vragen hoe u de afloop ziet van dit experiment, hoe u de overgang ziet en, vooral, hoe u concreet vorm geeft aan de zorggarantie voor de 134 mensen die vandaag in dat experiment zitten.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Voorzitter, ik kan kort zijn: de heer Van Malderen heeft gelijk. De start is vrij moeizaam en minstens met een aantal vertragingen verlopen. Dat betekent dat wat ik in mei heb gezegd, ook zal gebeuren. We zullen een besluit nemen waardoor die mensen minstens tot het eind van 2011 in dat systeem kunnen blijven. De evaluatie wordt verwacht tegen februari 2011. We zullen er ook rekening mee kunnen houden bij de globale hertekeningen, de opmaak van de plannen en de hervormingen die op stapel staan. We zullen er ook voor zorgen dat er enige budgettaire marge is om wijzigingen mogelijk te maken die zich hebben voorgedaan in de leefomstandigheden van de betrokkenen, en die wellicht, als ze terecht zijn, aanleiding moeten geven tot een herweging van de budgetten.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U geeft hiermee zekerheid tot 2011. Tot nu toe was die er niet. Ik zou meteen, en hiermee ga ik in op de opening die u maakt om binnen de budgettaire marges te zoeken naar mogelijkheden om in te spelen op wijzigingen die zich voordoen in de leefsituaties, een suggestie willen doen. Als men een experiment rekt, kunnen de omstandigheden wijzigen. De mantelzorg voor een persoon kan er morgen anders uitzien of zelfs, in sommige gevallen, afwezig zijn. Daarnaast kan de handicap evolueren. Ik denk dat men daar rekening mee moet kunnen houden.
Een ander gegeven is dat een aantal voorzieningen, licentiehouders vandaag al te kennen hebben gegeven dat bij een verlenging van het experiment de prijs mogelijk wordt opgedreven. Als we heel rigide omgaan met de beschikbare budgetten, zou dat kunnen betekenen dat een deel van de 134 mensen die in het experiment zitten mogelijk uit de boot vallen omdat het PGB niet meer toereikend is voor de zorg die ze krijgt. Ik vraag daar aandacht voor. Maar ik heb begrepen dat u die opening ook wenst te maken.
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Minister, we hebben het PGB-experiment uiteraard altijd ondersteund omdat het voor ons dé stap was naar de uitvoering van het PGB-decreet. We weten dat uw partij daar nooit wild van is geweest. In uw conceptnota rept u met geen woord over het PGB-decreet, de verdere stappen die u zult ondernemen.
U zult begrijpen dat de mensen die vandaag aan het experiment meedoen, zich grote vragen stellen, los van de vraag wat er met hen zal gebeuren en of het nu eind 2010 of 2011 is. Waarop zullen ze terugvallen? Zullen ze de zorggarantie kunnen behouden? Dat is een grote zorg van die mensen.
We hadden destijds een tussentijdse evaluatie gevraagd. Daar bent u jammer genoeg niet op willen ingaan. Daarom durf ik u vandaag met aandrang het volgende te vragen. Voorzitter, het is een probleem dat we ons hier aansluiten en vragen stellen, maar dat de minister er niet op antwoordt en we geen enkele mogelijkheid tot repliek meer hebben. Minister, kunt u alstublieft een timing geven? Wanneer zult u het PGB-decreet doen uitvoeren? Het is unaniem goedgekeurd in deze vergadering. Ik zou graag weten wanneer het nu echt in werking treedt.
Mevrouw Van der Borght, als u suggesties hebt ter verbetering van dit systeem van actuele vragen, kijken we vol verlangen uit naar die suggesties. U weet dat we bezig zijn met een enquête bij alle fracties.
Ik zal dat doen.
Mevrouw Stevens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Als ik het goed heb begrepen, laat u de mogelijkheid van de herweging van de inschaling open. Dat is een belangrijk punt. Zoals de heer Van Malderen al stelde, de situatie kan veranderen door de handicap op zich. De handicap kan erger worden. Of de situatie kan veranderen doordat de mantelzorger wegvalt, of doordat het budget plots krapper wordt omdat de instellingen waar de zorg wordt ingekocht de prijs verhogen. Het lijkt me belangrijk die mogelijkheid te laten bestaan. Als u dat in overweging neemt, dan wil ik graag pleiten voor een duidelijke procedure, zodat de situatie duidelijk is voor iedereen en de willekeur en de bezorgdheid bij de mensen zelf wordt weggenomen.
Minister, ik had nog een vraag: hoe zal de garantie in de praktijk eind 2011 effectief worden waargemaakt?
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Minister, de manier waarop dit dossier is aangepakt, ook door uw administratie, getuigt van weinig geloof in het hele PGB-systeem, en vooral van een enorme chaos. Tot vorige week dacht iedereen dat het experiment zou worden beëindigd. Ik deel de zorgen van de collegas over de mensen die hebben meegedaan aan het experiment, maar ook de voorzieningen zijn allesbehalve gelukkig met deze werkwijze. Een aantal voorzieningen hadden zich geëngageerd in de wetenschap dat dit slechts een experiment voor 1 jaar was. Ze voelen zich nu enorm beetgenomen, nu u plots, out of the blue, een dringend voorstel voorlegt aan de adviserende raad van het Vlaams Agentschap om dit experiment met 1 jaar te verlengen. Wat zult u doen ten opzichte van de voorzieningen die eigenlijk niet van plan zijn om de personen met een handicap die deelnemen aan het experiment, nog voort te helpen?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, ik dank u eveneens voor uw duidelijke antwoord. Mijn vragen sluiten enigszins aan bij die van mevrouw Stevens. Als ik het goed heb begrepen, zullen de mensen in het experiment de zekerheid behouden, ook in 2011, en zal er tijdens die overgangsperiode altijd de mogelijkheid zijn en blijven om opnieuw in te schalen wanneer een situatie verandert. Dat herinschalen is van bijzonder groot belang. Het is immers natuurlijk cruciaal voor die 200 mensen die momenteel deelnemen aan het experiment. De wetenschappelijke omkadering, de resultaten van het experiment, vonden we ook een heel belangrijk onderdeel toen we het voorstel van resolutie hebben ingediend. Die resultaten zullen we begin 2011 krijgen. U hebt februari genoemd. Mijn vraag luidt dan: hoe moet het dan verder vanaf begin 2012? Zitten die mensen die nu deelnemen aan het experiment, dan volledig op de lijn die u eigenlijk hebt uitgezet in uw groenboek? Daarbij vormden de vraagsturing en de persoonsvolgende budgetten het uitgangspunt. Dat betekent dat het concrete beleid dan al in actie is en dat er concrete zorgpaden worden uitgezet.
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Minister, uw antwoord ontgoochelt me toch ook wel enigszins. Ik dacht dat het de bedoeling was van dit Vlaams Parlement om het niet bij een experiment te laten en het PGB werkelijk te gaan verankeren. Voorzitter, ik ben zo vrij te verwijzen naar een voorstel van resolutie dat op het einde van de vorige legislatuur, na een zeer, zeer moeilijke evenwichtsoefening, unaniem in het Vlaams Parlement is goedgekeurd. Mevrouw Heeren was toen minister. Ze zal zich dat nog wel zeer goed herinneren, naar aanleiding van de bespreking van de meerjarenanalyse.
Er werd unaniem aan de Vlaamse Regering gevraagd om dringend werk te maken van het experiment rond de PGBs en deze alle kansen te geven door een goede opvolging, evaluatie en bijsturing en door een verankering in de uitvoeringsbesluiten in functie van een ruimere toepassing van de PGBs.
Minister, ik hoop dat u respect zult hebben voor deze unaniem goedgekeurde resolutie en hier bij hoogdringendheid werk van zult maken.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
In eerste instantie moeten we proberen respect op te brengen voor diegenen die aan het experiment hebben meegewerkt, vandaar het besluit om een stuk zekerheid en continuïteit te bieden. Als zou blijken dat er problemen zijn in de relatie met voorzieningen, zal ik aan het agentschap vragen om mij daarover te informeren.
Mijn focus is: het experiment loopt af, er moet een rapportering en een evaluatie komen en die evaluatie moet worden meegenomen in de hervormingen die in de sector op stapel staan. Op dat moment is het belangrijk voor de betrokkenen om te weten of de nodige schikkingen zijn getroffen om minstens de periode te overbruggen tot we klaar zien in waar de evaluatie naartoe gaat en welke hervormingen nodig zullen zijn.
Gaan we met de ogen toe iets doorzetten? Neen, we houden een evaluatie met een wetenschappelijke begeleiding. Ik verwacht dat er een wetenschappelijke evaluatie komt die mee zal worden geïntegreerd in de principes die in het hervormingsplan zijn opgenomen.
Er zullen misschien een aantal mensen zijn voor wie de situatie is gewijzigd. Net daarom zullen we nagaan of we budgettair de consequenties kunnen nemen. Ik zal niet zeggen dat dit de deur openzet voor alle mogelijke nieuwe debatten, maar het is duidelijk dat we vanuit diezelfde bekommernis respect voor de mensen die eraan hebben meegewerkt in die budgettaire mogelijkheid moeten voorzien. Als men objectief kan aantonen dat er een gewijzigde situatie is die, wanneer het experiment zou lopen, aanleiding had gegeven tot een aantal aanpassingen, dan moeten we die in de loop van volgend jaar nog doen. Na evaluatie en integratie in het hervormingsplan moeten we nagaan hoe er op termijn, na 2011, een perspectief kan worden gecreëerd.
Minister, met uw slotopmerking plaatst u dit debat in een ruimer kader, met name de agenda voor 2020. Dat is terecht. Ik denk dat we een heel hervormingstraject zullen moeten opzetten en vooral in praktijk brengen. Dat vraagt keuzes, soms niet altijd de meest evidente keuzes. Heel belangrijk daarbij is vertrouwen: vertrouwen bij de werknemers uit de sector, vertrouwen bij de voorzieningen, vertrouwen bij diegenen die gebruik maken van de zorg die wordt aangeboden. Er is hier een unieke kans om van de eerste dag dat vertrouwen op te bouwen. De mate waarin we reëel gestalte geven aan de zorggarantie voor diegenen die vandaag aan het experiment meedoen, zal mee bepalen hoeveel vertrouwen er zal zijn in de loop van het proces. Als we 10 jaar nodig hadden om een experiment op te zetten om het PGB gestalte te geven tussen 2001 en 2011 wanneer we conclusies zullen trekken , dan mag iedereen er zich wel van bewust zijn dat 2020 dat is ook over 10 jaar eigenlijk ook vandaag begint en vandaag zetten we belangrijke stappen in dat traject.
Het incident is gesloten.