Verslag plenaire vergadering
Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2010
Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2010
Verslag
Algemene bespreking (Voortzetting)
Dames en heren, we gaan verder met de algemene bespreking van de ontwerpen van decreet. Veel sprekers van deze ochtend ontbreken nog. De heer Van den Heuvel is er niet, de heer Tack zie ik niet, de heer Van Mechelen is aanwezig, de heer Crombez ontbreekt, de heer Van Dijck is aanwezig, mevrouw Celis is er, de heer Vereeck is aanwezig, de heer Watteeuw eveneens, en de heer Caron is aanwezig.
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, beste collegas, vooreerst wil ik me aansluiten bij al degenen die deze voormiddag hebben gezegd dat we in de commissie goede discussies gevoerd hebben. Ze waren inhoudelijk sterk.
Eén spreker had het vanmorgen over de begrotingsopmaak 2010. Ik ga die discussie niet overdoen. Onze doelstellingen zijn ambitieus, zeker in deze crisistijden. Zoals de heer Van den Heuvel zei, moeten we maar eens naar het binnen- en buitenland kijken om te zien hoe ambitieus we wel zijn. Met de begrotingscontrole behouden we hetzelfde doel.
Voor een reactie op de opmerkingen van deze morgen, wil ik beginnen met een dankwoord aan de commissievoorzitter, de heer Van Rompuy, ook voor zijn betoog van deze ochtend. Ik wil me aansluiten bij wat hij naar voren heeft gebracht. Wie dat gemist heeft, wil ik aanraden om het verslag te lezen. Hij plaatst wat mij betreft toch alles in een ander perspectief.
Ik ga kort op een aantal opmerkingen van deze morgen in. Ze zijn, denk ik, allemaal al in de commissie aan bod gekomen, maar ik meen dat het nuttig is om korter op een aantal van die bemerkingen die al in de commissie werden besproken, in te gaan.
Uiteraard is een van de eerste dingen de onderbenutting. Ik wil toch even opnieuw naar voren brengen dat we enerzijds de inschatting hebben gehad van bij de begrotingsopmaak van wat een onderbenutting kan zijn, en nu hebben we bij de budgetcontrole een heel conservatieve tweede berekening gemaakt, conservatief, omdat we ons baseren op een heel laag percentage van vorig jaar, de 1,37 percent. Bovendien hebben we dat percentage op een aantal vlakken nog gecorrigeerd. Het verschil tussen wat we in de begrotingsopmaak hadden enerzijds en de conservatieve inschatting anderzijds, hebben we als regering geblokkeerd in beleids- en betaalkredieten. Dit is een zaak van voorzichtigheid die de regering naar voren heeft willen brengen.
Een tweede punt dat regelmatig aan bod komt, is dat we geen inzage geven in voorbereidende documenten. Ik wil daarover opnieuw benadrukken dat we uiteraard technische bilaterales hebben, maar dat, indien we die allemaal ter beschikking zouden stellen, ze toch in een ander daglicht zouden komen te staan en dat ministers dan wellicht ook de technische bilaterales graag gevalideerd zouden zien voor ze in de openbaarheid komen. Dan zouden we in de rare situatie terechtkomen dat technische bilaterales en politieke bilaterales door elkaar vloeien. Ik denk dat het nog belangrijker is om op te merken bij de vraag over het al dan niet inzien van voorbereidende documenten, dat het uiteraard het parlement is dat een discussie moet voeren over de collegiale beslissing en de besluitvorming van de Vlaamse Regering en niet over de weg die de Vlaamse Regering heeft gekozen om tot die besluitvorming te gekomen. Mij lijkt het vanzelfsprekend dat er geen inzage is in de voorbereidende documenten.
Een derde bedenking betreft de eenmalige inkomsten van VMM-gronden ( Vlaamse Milieumaatschappij) en de RWZI-verkoop (rioolwaterzuiveringsinstallatie). Ik meen dat daar eigenlijk een hele sterke bedrijfslogica achter zit: Aquafin moet water zuiveren en om water te kunnen zuiveren, zijn die gronden en RWZIs nodig.
Ook de roadshows zijn vrij duidelijk. Met de roadshows die we in de maand mei hebben gedaan, willen we vooral dat de financiële instellingen op de hoogte worden gehouden van de stand van zaken waar we begrotingsmatig mee bezig zijn, zodat we, na de periode waarin we niet op financiële markten een beroep dienden te doen, transparant communiceren met de financiële instellingen. Ik heb zowel in mijn beleidsnota als tijdens de bespreking in de commissie ook duidelijk aangegeven dat een gebrek aan informatie bij financiële instellingen snel tot 30 basispunten extra kosten kan leiden. Het is zeker een roadshow waard om die 30 basispunten te kunnen wegwerken.
Over ESR8 en de opmerking dat we misschien, confer de Griekse tragedie, naar een herkwalificatie gaan, wil ik toch heel duidelijk opnieuw stellen dat teneinde de kans op herkwalificatie te minimaliseren, wij hierbij telkenmale bij elk project want we hebben nu het principe goedgekeurd dat er middelen kunnen zijn voor diverse projecten in Onderzoek en Ontwikkeling en in het Medisch Centrum Vlaanderen zal worden nagegaan of de investering voldoende rendement en/of rente oplevert. Dat is de filosofie. Met deze manier van werken gaan wij ervan uit dat er niet geherkwalificeerd zal worden.
De heer Van Mechelen sprak over het stijgende begrotingstekort dat hij heeft vastgesteld bij de budgetcontrole. Eigenlijk is het vrij eenvoudig: dat is te wijten aan de beslissing van de regering om in 140 miljoen euro extra te voorzien voor Onderzoek en Ontwikkeling en voor Medisch Centrum Vlaanderen via de ESR8-participaties. Ik heb begrepen dat de meeste betogen van deze voormiddag de filosofie om daarvoor in extra geld te voorzien, ook ondersteunen.
Dan kom ik bij een aantal opmerkingen die werden aangehaald in het kader van de meerjarenbegroting. Ten eerste waren er opmerkingen over de parameters. Ik moet eigenlijk zeggen dat ik me daarover heb verbaasd.
Net zoals in het verleden doen wij een beroep op de laatste prognoses voor de korte termijn 2010-2011 van het economisch budget. Dat waren in dit geval de prognoses van 12 februari 2010. Voor de langere termijn doen we net zoals altijd een beroep op de economische vooruitzichten van het Planbureau. Dat waren dit keer de cijfers van december 2009.
Ik ben het ermee eens dat dat gevoelig is. Omdat we dat weten, hebben we er ook uitdrukkelijk voor gekozen om een sensibiliteitstabel toe te voegen. Ik denk dat vandaag niemand durft te zeggen wat de groeiparameters in 2014 zullen zijn. Als we zien hoe snel de parameters veranderen kan dat niet anders. We doen een beroep op dezelfde instanties als altijd. Zoals de heer Crombez naar voren heeft gebracht, monitoren we uiteraard heel sterk elke verdere stap en kijken we waar er aanpassingen moeten gebeuren.
Er was een opmerking over het Breitsohlarrest. Moeten we daar wel of niet rekening mee houden? In het licht van de besprekingen met de federale regering, gaan wij er vandaag van uit dat de compensaties nog altijd aan bod kunnen komen. Ik ga in een meerjarenbegroting niet de indruk geven dat wij akkoord gaan dat er 21 percent btw zonder compensatie op komt. Dat neem ik dus nu nog niet op.
Een ander punt bij de meerjarenbegroting is het wel of niet bestemmen van nieuwe beleidsruimte. Heel veel mensen hebben het Rekenhof geciteerd. Ik wil erop wijzen dat het Rekenhof bij de voorstellingen naar voren heeft gebracht dat als je de vrije beleidsruimte die je verwacht met onzekere parameters al invult, je ook verwachtingen creëert. Misschien is het wijs om al die beleidsruimte niet op voorhand in te vullen.
Ik geef een mooi voorbeeld. Beeld u in dat we voor caos nu al zouden inschrijven welke beleidsruimte we voorzien, terwijl de onderhandelingen nog volop bezig zijn. Dat zou niet verstandig zijn. Je moet dat afwachten. Als de paramaters overeenkomen met wat we hebben voorzien, kun je in de meerjarenraming zien dat er een beleidsruimte is. Ik ga akkoord dat het een raming is.
Mijnheer Vereeck, u verwijst ernaar dat we in 2014 bijna 200 miljoen euro extra hebben. Is dat dan toch niet extra overschot? In de besprekingen van het regeerakkoord was er een vork in 2014 tussen 1 en 1,4 miljard euro. In de meerjarenbegroting heb ik 1 miljard euro genomen. Komt die 200 miljoen euro erbij, dan zit ik juist in het midden van de vork. We hebben in de meerjarenbegroting de verwachte extra beleidsruimte aangegeven, maar we zien dat daarbovenop nog een beetje extra beleidsruimte komt. Dat geeft de raming aan, niet meer of niet minder.
Er is vanmorgen gevraagd naar de laatste informatie over BAM. Ik heb het advies van het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) en van Eurostat gekregen. Ik citeer: De NV Tunnel Liefkenshoek is thans door INR geklasseerd in de sector van niet-financiële vennootschappen in handen van de overheid. Op basis van de analyse van de ter beschikking gestelde informatie van de voormelde classificatie van NV Tunnel Liefkenshoek blijft de concessie met betrekking tot de Oosterweelverbinding momenteel behouden. Daarbij hoort een hele argumentatie. Onze argumentatie om de Oosterweelverbinding binnen Tunnel Liefkenshoek te brengen en zo buiten de begroting te houden zou worden aanvaard volgens het INR-advies en het Eurostatadvies.
Het beeld van Vlaanderen als Griekenland aan de Noordzee in de uiteenzetting van de heer Van Rompuy, wil ik toch wat aanvullen. De rekening van de Vlaamse Gemeenschap is voor Moodys AAA. Dat is uitzonderlijk. Voor Standard and Poors is dat AA+. Dat is excellent. Standard and Poors stelt uitdrukkelijk dat de Vlaamse overheid de rating dankt aan haar goede financiële resultaten en aan haar vastberadenheid om haar begrotingstekort zo snel mogelijk weg te werken. Moodys zegt daar ook nog bij dat zij de kredietwaardigheid van de Vlaamse overheid hoger acht dan die van de federale overheid.
Tot slot heb ik nog een opmerking over de verkeersbelasting en de vraag of die in het programmadecreet niet verkeerdelijk is opgenomen. Ik overloop de verschillende artikelen die daar betrekking op hebben. U ziet dat het bij artikel 14 over de nalatigheidinterest gaat, bij artikel 15 over de administratieve geldboete, bij artikel 17 over de terugbetalingen. Artikel 18 regelt de zeer belangrijke hervorming waarbij de huidige federale uitnodiging tot betaling vervangen wordt door het uitsturen van een aanslagbiljet. Artikel 30 regelt de concrete betalingtermijn en zo meer. Ik denk dat het duidelijk is dat het gaat over de impact op de uitgaven en de duidelijke impact van de inkomsten en uitgaven betreffende de verkeersbelasting.
De heer Strackx heeft het woord.
De eigen inning van de verkeersbelasting gaat pas in 2011 van start. Het zal een impact hebben op de begroting van 2011. Daarmee ben ik het eens. Het heeft niets te maken met de begrotingsaanpassing 2010.
Als u even had gewacht, had ik de link daarmee gemaakt. Als de regeling in 2011 doorgaat, moet in de nodige programmering worden voorzien en is er nieuw te ontwikkelen ICT-applicatie nodig. We gaan dat niet uitvoeren als we niet weten wat we kunnen doen.
Ik herhaal dat ik ervan overtuigd ben dat de Vlaamse Regering met deze budgetcontrole de nodige maatregelen heeft genomen om de vooropgestelde doelstelling van het tekort van slechts 500 miljoen op het einde van het jaar te kunnen halen. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Gatz heeft het woord.
De heer Van Mechelen heeft zeker nog inhoudelijke opmerkingen, maar ik richt me tot de minister-president. Van op de oppositiebanken is duidelijk gevraagd naar grotere transparantie over het bedrag van 190 miljoen besparingen. We krijgen via de commissiesecretaris de laconieke mededeling dat het elke minister vrijstaat om de besparing binnen zijn bevoegdheidsportefeuille al dan niet mee te delen. Er wordt op geen enkele manier op het debat en de door ons gestelde vragen ingegaan. Dat vind ik verwonderlijk. U bent een protagonist van het goed bestuur. Tot nader order wil ik dat ook erkennen. Maar van goed en transparant bestuur, de wet op de motivatieplicht en het openbaar bestuur gesproken: dit parlement heeft het recht om te weten waar er precies wordt bespaard.
Ik vraag de volledige lijst van besparingen van 190 miljoen aan het parlement over te maken. Een zeer bescheiden vraag van een nederige fractievoorzitter van de oppositie.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Na deze prachtige afsluiter durf ik bijna niet meer het woord te nemen. Ik moet immers als minister-president en uitvoerende macht nog een grotere bescheidenheid aan de dag leggen. Er is in de schoot van de Vlaamse Regering afgesproken dat heeft minister Muyters ook gezegd dat elke minister deze informatie zou verstrekken. Elke minister die de vraag krijgt, zal daar ook op antwoorden.
Gisteren hebben we de mededeling ontvangen dat het elke minster vrijstaat deze informatie al dan niet te geven. Daaruit leid ik af dat we ze eerder niet dan wel zullen krijgen. Als u me nu zegt dat het de bedoeling is dat het parlement de volledige inzage krijgt van de besparingen en de cijfers eerstdaags zullen bekend gemaakt worden, zou ik tevreden zijn. Ons verplichten om in elke commissie vragen te stellen wetende dat we op het einde van het parlementair jaar zijn aanbeland, is geen antwoord.
Ik vind dat het de taak van de regering is om zelf die lijst over te maken: dat mogen we op het einde van een constructief begrotingsdebat toch verlangen? Moeten wij nog bijkomende initiatieven nemen en van onze democratische rechten gebruik maken om die cijfers te krijgen? Of zal de regering in het kader van het goed bestuur die cijfers ter beschikking stellen?
Met veel respect voor de oppositie en voor u in het bijzonder kan ik enkel benadrukken dat de ministers aan wie de vraag wordt gesteld, ze ook zullen beantwoorden. Dat is zo afgesproken, en met groot respect voor de vraagstellers zullen we de informatie geven.
Minister-president, in het debat vanochtend heeft de heer Caron hier gezegd dat de minister van Cultuur haar cijfers heeft gegeven. Zullen de andere ministers dat ook doen?
Als de andere ministers de vraag krijgen, zullen ze de cijfers meedelen.
Ik begrijp dat men transparantie verlangt. Het komt de betrokken ministers toe om die informatie te bezorgen. Als minister Schauvliege dat al heeft gedaan, dan is dat prima.
Ik heb begrepen dat de oppositie de commissiezaal heeft verlaten. Dat is natuurlijk haar recht. Ik vind wel dat de politiek van de lege stoel een povere invulling van een stoel is. Per definitie is hij dan leeg. Ik begrijp dus niet wat het probleem is.
De heer Vereeck heeft het woord.
Ik wil u dat graag toelichten, minister-president. In de mail staat letterlijk dat elke minister individueel over zijn lijst kan communiceren. In de verschillende commissies zullen we dus te weten komen wat er wordt geblokkeerd.
Maar hier ligt een andere vraag op tafel. Hier wordt gevraagd om een algemeen beeld te krijgen, over de departementen heen en zonder in detail te treden, want het is aan de vakministers zelf om toe te lichten waar die blokkeringen zich precies situeren.
Ik steun dus de vraag van de heer Gatz: overhandig ons alsjeblief de cijfers. Die vraag is dus niet gericht tot de vakministers, maar tot de minister van Financiën en Begroting, en heeft tot doel een algemeen beeld te verkrijgen.
Ik ga in op het verschil tussen de onderbenutting en de onderbenuttingsbuffer. Wij vragen geen informatie over de onderbenutting as such in het verleden gebeurde dat ook niet maar wel over de onderbenuttingsbuffer, want dat is een blokkering. Wij willen die informatie, niet tot op het niveau van de kredietlijnen, maar wel het totaalbeeld per minister. Dat mogen wij vandaag toch wel aan de minister van Begroting vragen?
De heer Van Mechelen heef het woord.
Voorzitter, minister, collega's, we discussiëren hier over een politieke kwestie en over een technische kwestie. De politieke kwestie bestaat erin dat nu, vlak voor de eindstemming van de begroting, geen duidelijkheid aan het parlement wordt verschaft. Dat parlement heeft één belangrijke, soevereine opdracht: de goedkeuring van de kredieten waarmee de regering kan werken. Als een gemeenteraad de gemeentebegroting goedkeurt, weet die raad meestal wel wat erin staat. De ratio legis van de niet-bekendmaking van die lijst van geblokkeerde kredieten ontgaat mij.
Het gaat, mijnheer Van Rompuy en u hebt hier ooit andere woorden in dit parlement uitgesproken , over de blokkering van 190 miljoen euro beleids- en betaalkredieten. In de begroting die we straks zullen goedkeuren, is dus 8 miljard Belgische frank geblokkeerd. Dat bedrag zal dus wel of niet worden besteed zonder dat wij weten wat de bestemming ervan is.
Het debat gaat ten gronde over 456 miljoen euro onderbenutting, waarvan het Rekenhof zegt dat de eerste kredieten die zullen worden onderbenut, de 190 miljoen euro zijn, die worden geblokkeerd. Daarom is het zo belangrijk om te weten waarover dit gaat, voor we die begroting goedkeuren. Eigenlijk zijn die 190 miljoen euro besparingen. Ik steun de regering daarin. Het zou toch wenselijk zijn dat voor we die begroting goedkeuren, weten waar er wordt bespaard. De jobkorting was vrij eenvoudig, maar hier gaat het over beleidskredieten.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Minister-president, u verwijt ons dat we zijn weggelopen uit de commissie, dat een lege stoel pover is. Ik wil u eraan herinneren dat een aantal mensen van de meerderheid tijdens de discussies ook hebben gezegd dat het maar normaal zou zijn dat we inzage krijgen in die 190 miljoen euro. Ik heb deze morgen verslag uitgebracht en heb de heer Van den Heuvel geciteerd. Hij vindt het gepast dat het parlement inzage krijgt in de verdeling van de 190 miljoen euro van de onderbenuttingsbuffer. Hij stond daarmee niet alleen.
Het is wat vreemd dat het nu naar de vakministers wordt toegespeeld, wetende dat er volgende week geen commissies meer zijn. In die zin is het vreemd dat we dit niet spontaan krijgen. We moeten hierover straks stemmen en krijgen daar geen inzicht in.
Dit is een nieuwe techniek die voor de eerste keer wordt gebruikt. Het gaat om een blokkering van kredieten, het gaat over gecamoufleerde besparingen, maar men brengt dit onder bij het containerbegrip onderbenutting, en vanaf dan is het mogelijk om die besparingen niet meer te benoemen. Dan is het gemakkelijk. Onderbenutting wordt zo een vluchtheuvel voor wat niet mag geweten zijn door het parlement.
Minister Muyters, ik zou willen weten of deze techniek ook in de volgende jaren zal worden gebruikt, ja of neen.
De heer Crombez heeft het woord.
We waren het in deze discussie eens over het feit dat het een nieuwe naam betreft. Voor de rest is de blokkering van kredieten helemaal niet zo nieuw als hier wordt beweerd.
Mijnheer Van Mechelen, u zegt terecht dat het politiek en technisch is. Maar als het over de technische kwestie gaat, weet u bijzonder goed waar het over gaat. Beleids- en betaalkredieten, zelfs ordonnanceringskredieten zijn vroeger ook nog herbekeken, zonder dat dat in het parlement aan bod kwam. Het is precies omdat we nu met een besparingsronde bezig zijn, dat we in de onderbenutting een redelijke raming maken. Het blokkeren gaat erover dat we een aantal kredieten heel specifiek gaan opvolgen.
Ik heb er alle begrip voor dat sommige ministers zouden zeggen dat ze daar nu geen details over geven, omdat het over een raming van onderbenutting gaat. In de loop van het jaar zou het kunnen dat andere kredieten moeten worden gebruikt. In het verleden is een totale onderbenutting nog geëindigd op 1,2 miljard euro. Dat was ook niet wat er aan het parlement werd gezegd.
Het enige specifieke is dat we hier in de beleidskredieten die kredieten veel beter gaan opvolgen als ze geblokkeerd zijn. Mijnheer Van Mechelen, u hebt dat in het verleden zelf gedaan, u weet heel goed waarom dat technisch gebeurt.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de heer Crombez. In 2007 hadden we 900 miljoen euro kredieten onderbenutting. Dat wordt maar op het einde van het jaar duidelijk. Dat is zelfs bijna niet te voorspellen midden november, laat staan dat het parlement meegedeeld krijgt waar die zitten, en welk soort onderbenutting wordt gebruikt.
Minister Schauvliege heeft gezegd dat ze een aantal zaken moet betalen en dat ze op het einde van het jaar zal zien welke prioritair zijn, welke ze al dan niet kan uitvoeren. Dat hangt af van het soort dossier, van het soort krediet en van het soort politieke prioriteit. Het gaat over 190 miljoen euro, gespreid over een aantal departementen. Aan elke minister in de loop van november vragen wat ze al dan niet gaan uitgeven, gaat niet.
Ik heb het nooit meegemaakt dat dit nu wordt bekeken als een element van democratische controle. Mijnheer Van Mechelen, ik heb het meegemaakt dat u plots kwam vertellen dat er kasoverschotten van X honderden miljoenen euro waren die u aan de gemeenten ging besteden. We hebben nooit geweten waar die overschotten vandaan kwamen. We hebben in het parlement ook nooit discussie gevoerd over de wijze waarop u die zou besteden. U hebt dat gezegd tijdens een persconferentie in januari bij de toelichting van de eindresultaten. Later is dat in het parlement besproken.
Ik vind dit wat pover van de oppositie. Wat die begroting van 22 à 23 miljard euro betreft, erkent iedereen dat wij eind dit jaar de doelstelling zullen halen. Daar zit nog een element van voorzichtigheid in. Als hier dan bijna wordt gesproken over wanbeleid en een gebrek aan democratische controle, dan heb ik al die jaren blijkbaar niet begrepen wat de rol van het parlement is als het gaat over onderbenutting. U bent dat nu aan het opblazen tot een element van geloofwaardigheid dat totaal niet beantwoordt aan de realiteit.(Applaus bij CD&V en N-VA)
Het wordt stilaan duidelijk dat de meerderheid de vraag van de oppositie probeert te veranderen. De oppositie vraagt niet welke kredieten onder de onderbenutting zullen vallen, maar wel hoe de verdeling tussen de verschillende vakministers er zal uitzien. Het antwoord van de regering is dat de vakministers zelf maar moeten antwoorden. Als die verschillende ministers het allemaal weten, ga ik ervan uit dat de minister-president en de minister van Financiën en Begroting het antwoord ook kennen. Tenzij er natuurlijk geen antwoord is en wij maar moeten gissen en tenzij die 190 miljoen euro enkel dient om tot een begrotingstekort van 500 miljoen euro te komen, en men dus geen antwoord heeft en er dus ook geen kan geven.
Ik ben een beetje ontgoocheld in de verklaring van de voorzitter van de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting die ik in een ander leven op een andere manier heb gekend. (Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy)
Een begroting indienen met een onderbenuttingsbuffer, ik zou het gewoon niet gedurfd hebben in het verleden! Het is de eerste keer dat dit gebeurt in Vlaanderen.
Mijnheer Crombez, het gaat over een onderbenutting en over het ankerprincipe. Ik kan veel vertellen over de vergaderingen tussen Kerstmis en Nieuwjaar, maar ik zal dat voor mezelf houden. Het gaat over een onderbenutting van 456 miljoen euro. Wij stellen daar geen vragen over. Ik vind het alleen, en ik citeer het Rekenhof, een merkwaardige techniek om dat in de begroting in te schrijven.
Het is de regering die zegt dat een onderbenuttingsbuffer van 190 miljoen euro zal worden ingeschreven. Het parlement vraagt over welke kredieten het gaat, maar blijkbaar mogen wij dat niet weten. Mijnheer Van Rompuy, de minister van Financiën en Begroting zei in de commissievergadering, waar toen ook de voorzitter van het parlement aanwezig was, dat de lijst van kredieten die geblokkeerd werden en daar is voor alle duidelijkheid niets verkeerd aan voor technisch nazicht voorlag bij de regering. Nu praten we over 4 weken geleden. Het enige wat wij als schamele parlementsleden van de oppositie vragen, is wat de regering vrijdag heeft beslist. Ik dacht toch dat dit onder de openbaarheid van bestuur viel, zeker als het over de begroting gaat. De vraag was dus om die lijst mee te delen.
De heer Caron heeft het woord.
Ofwel is onderbenutting het gevolg van zuinig beheer van de openbare financiën. In dat geval heeft men een overschot op het einde van het jaar. Ofwel is het een gevolg van de overschatting van een begrotingskrediet. Dat is dan wat men op het eind van het jaar meevallers noemt, en die stelt men bij.
Ik zetel nu 6 jaar in dit parlement, maar ik ben ook 5 jaar kabinetschef geweest in een andere regering. Het is de eerste keer dat ik meemaak dat onderbenutting als een financiële beleidstechniek wordt gebruikt. (Opmerkingen)
Ik heb de heer Van Mechelen gekend in een andere rol. Uit de praktijk heeft men geleerd dat er een gemiddelde onderbenutting was. In dit geval zou men die 450 miljoen euro kunnen beschouwen als normale gevolgen van zuinig beheer. Maar hier wordt een financiële beleidstechniek uitgevoerd. Ik zal u dat bewijzen aan de hand van de cultuurkredieten. De onderbenutting die daar wordt ingesteld, heeft niets te maken met zuinig beheer. Ze heeft alleen te maken met het niet uitvoeren van engagementen die decretaal vastliggen. Dat is geen onderbenutting, dat is een besparing! In dat geval vind ik dat een democratische controle hoogst noodzakelijk is. (Applaus bij Groen!)
Ik wil toch ingaan op één punt. Is het al dan niet de eerste keer, en is het al dan niet goed dat men de onderbenutting probeert in te schatten en dat men die ook in de begroting opneemt? De Vlaamse Regering heeft ervoor gekozen om duidelijkheid te creëren. Dat is beter dan op het einde van het jaar plots 1,2 miljard euro, 800 miljoen euro of wat dan ook wel of niet te hebben. Iedereen weet dat er altijd een onderbenutting zal zijn.
Ik herhaal dat er een verschil is tussen de onderbenutting pur sang en de onderbenuttingsbuffer, die eigenlijk een geblokkeerd krediet is. Ik wil heel duidelijk stellen dat de oppositie helemaal niets opblaast. De verbetenheid waarmee de regering probeert om deze cijfers af te schermen, leidt hoe langer hoe meer tot het vermoeden dat er iets te verbergen is. Als dat niet het geval is, zou ik toch willen vragen om deze cijfers zo snel mogelijk over te maken.
Mijnheer Crombez, mijnheer Van Rompuy, wij willen geen details. Dat heeft de heer Tack daarnet ook gezegd. We willen niet de details van de verschillende ministers, absoluut niet! We willen in grote lijnen per departement weten wat de omvang is van de geblokkeerde kredieten. We weten ondertussen al dat het over 4,4 miljoen euro gaat in de sector Cultuur. We hebben een zwaar vermoeden dat het om 41 miljoen euro gaat bij Openbare Werken en Mobiliteit. We willen gewoon de rest van het lijstje, zonder de zaak te dramatiseren. We willen gewoon gebruik maken van ons controlerecht.
Voorzitter, ik was wat verrast door de tussenkomst van de voorzitter van de commissie. Hij doet nu alsof we alleen hierover willen discussiëren. Hij weet zeer goed dat we in verschillende sessies gediscussieerd hebben over heel veel zaken van de begroting en de meerjarenraming. Nu zeggen dat we alleen daarover praten, is wat minnetjes.
Als het gaat over de techniek, dan kan men zich aan de ene kant niet op de borst kloppen omdat men de 266 miljoen euro heeft bepaald aan de hand van historische gegevens en dat men dat correct heeft gedaan, en aan de andere kant zeggen dat men over de 190 miljoen niet mag spreken omdat dat normaal is. Als men zegt dat men het op de juiste manier doet, dan blijft men bij die 266 miljoen euro en dan voegt men die 190 miljoen euro er niet aan toe. Het nieuwe bestaat er juist in dat men die 190 miljoen euro aan blokkering onderbrengt onder het begrip onderbenutting. En dat is onterecht.
Ik begrijp de oppositie in deze zaak absoluut niet. Mijnheer Vereeck, u hebt altijd gezegd dat de regering te weinig bespaart. Dat is de kern van uw betoog. Indien LDD het voor het zeggen had, dan zou u een veel spaarzamere begroting opmaken dan nu. Mijnheer Vereeck, als die onderbenutting onderschat is, dan wordt die buffer ingezet. Als dat niet het geval is, dan worden die kredieten vrijgegeven. Dat is een voorzichtigheidsoperatie van de regering. Eigenlijk had ze dat niet moeten doen. Dat ze dat nu zo kenbaar heeft gemaakt, betekent dat ze zich indekt tegen een tegenslag. Ze heeft dan een mogelijkheid over de departementen heen.
Hoe die nivellering dan concreet is, dat kan men niet zeggen want de meeste departementen zullen niet weten waar er nog ergens mogelijkheden zijn of niet op het einde van het jaar. (Opmerking van de heer Lode Vereeck)
Hier en daar heeft men misschien wel een getal. Men spreekt over 41 miljoen euro in Openbare Werken. Ik weet niet waar u dat vandaan hebt. Mijnheer Watteeuw, we hebben in de commissie een heel goede bespreking gevoerd over de grote lijnen en onderdelen daarvan. Nu focust u op dit punt. U hebt zelfs geweigerd de begrotingscontrole mee te stemmen. U bent weggelopen omdat u dat zo belangrijk vindt, terwijl het juist een voorzichtigheidsmaatregel van de regering is, zeggende: als het tegenvalt hebben we nog een aantal mogelijkheden. Ik begrijp de oppositie absoluut niet. U zit er totaal naast.
Het is aan de historici om het verleden te beschrijven. We zullen dat aan hen overlaten.
Voorzitter, we hebben in 2004 en 2005 in dit parlement met de regering zware besparingsoefeningen moeten doen. Die hadden één duidelijke ambitie, namelijk beleidsruimte creëren tegen het einde van de legislatuur, namelijk 2007-2008. Dat waren kredieten die we voor heel wat domeinen wilden voorzien. Ik geef maar als voorbeelden de gelijkschakeling van de werkingskosten in het onderwijs en de jobkorting. Dat waren stuk voor stuk beleidsopties waar we voor gegaan zijn. Op het moment dat die middelen zich voordoen dan praten we over 2007-2008 schrijf je vanzelfsprekend de beleidskredieten in voor die maatregelen die zich in een heel aantal gevallen financieel pas valoriseren één of twee jaar nadien. Wanneer je die onderbenutting ook gaat omzetten in beleid de grootste dommigheid die je kunt begaan als minister van Begroting en als regering , ben je twee keer dezelfde euro aan het uitgeven. Daar zijn voorbeelden legio van.
Het enige wat wij hebben gedaan, is geld reserveren in het Zorgfonds en in het Toekomstfonds. We hebben met 1 miljard euro Dexia gered, en er was de eenmalige schuldovername van de gemeenten voor 642 miljoen euro. Ethias kreeg 500 miljoen euro met kasoverschotten. Dat waren eenmalige maatregelen waarover we samen hebben beslist maar die geen hypotheek legden omwille van het feit dat recurrente kredieten twee keer werden ingeschreven. Besparen is geen gemakkelijke oefening, dat weet eenieder, maar het is al te gek wat ik vaststel in deze begroting. Ofwel had men die 190 miljoen aan kredieten geschrapt en dan was dat duidelijk. Nu blokkeert men ze. Ik heb daar geen enkel probleem mee dat men dat doet, ik heb het zelf gedaan. Alleen vragen we welke kredieten dat zijn. Voorzitter, het komt u toe hierin te trancheren.
Minister-president, vraagt u nog het woord? (Neen)
Minister Muyters, vraagt u nog het woord? (Neen)
Dan blijft de vraag voorlopig onbeantwoord.
De heer Van Mechelen heeft het woord.
Ik dank de minister voor zijn antwoord. Sommige antwoorden roepen wel wat vragen op.
Wat de VMM-gronden betreft, zegt de minister: we volgen een bedrijfseconomische logica. Daar kan ik in meegaan als Aquafin de uitbater is van de zuiveringsstations. Dan denk ik ook dat de cijfers in alle duidelijkheid op tafel moeten komen. Ik zou ook graag de briefwisseling zien tussen de regering en Aquafin met betrekking tot de valorisatie van die gronden en de schattingsverslagen om te weten hoe dat nu juist in elkaar zit en hoe dat bedrag tot stand is gekomen.
Over de roadshows zegt de minister dat het nodig is ons aan te bieden op de financiële markten. Ik heb dat ook noodgedwongen moeten doen. Ik wil in dat verband dan terugkomen op het debat van deze ochtend, namelijk de principiële discussie over wat er met dat KBC-geld zal gebeuren. De heer Vereeck had het daar ook al over. Dan gaat het over die 3,5 miljard euro plus die 1,75 miljard euro. Er kan worden beslist dat geld integraal te gebruiken voor de schuldafbouw in de Vlaamse begroting. Dat was onze uitdrukkelijke vraag bij die meerjarenbegroting.Een deel ervan kan ook worden gebruikt voor schuldafbouw bij de gemeenten. Dan is er ook deels sprake van beleid. Dat heeft echter een enorme impact op de manier waarop we vandaag geld lenen op de financiële markten, op korte, middellange en lange termijn. Normaliter gebeurt dat in overleg met die partners die uiteindelijk een deel moeten terugbetalen. Iedereen weet dat de rentelast van die KBC-lening loodzwaar is. Met mijn bescheiden kennis van de financiële markten stel ik dat dit niet kan worden volgehouden.
Met andere woorden, dit is geen onschuldige vraag. Men gaat niet morgen op de financiële markten 1,1 miljard euro op lange termijn lenen als men verwacht dat KBC binnen een termijn van 2, 3, 5 of 7 jaar zal terugbetalen. Daarom onze vraag: hoe gaat u op die financiële markten?
Minister, wat die ESR 8-verrichtingen betreft, blijven we even bezorgd. We weten dat het Instituut voor de Nationale Rekeningen die momenteel heel sterk wikt en weegt. Het enige dat we in de commissie hebben gevraagd, is dat u nu eens een correcte toelichting geeft van wat u hoe wilt doen, zodat het parlement ook een risicoschatting kan maken met betrekking tot de herkwalificatie van deze projecten.
U stelt dat de economische parameters in een meerjarenbegroting een moeilijke oefening zijn. U baseert zich op de cijfers van het Federaal Planbureau van december 2009 en de economische parameters van 12 februari 2010. Dat klopt. Dat hebben we in het verleden ook altijd gedaan, maar er is één groot verschil. Bij al die begrotingen werkten we met conjunctuur- en indexprovisies, zodat we binnen die begroting een aantal buffers hadden die ons wat soelaas zouden bieden als de parameters zouden tegenvallen. U zegt dat we ons geen zorgen moeten maken: de ratings zijn goed, namelijk Aaa bij Moodys en AA+ bij Standard & Poors. Die zijn inderdaad goed, en daar is ook hard voor gewerkt. Heel mijn betoog van deze ochtend kwam erop neer dat u ervoor moet zorgen dat die goed blijven. Dat is net de bekommernis van de Open Vld-fractie.
Voorzitter, wij delen de zorg die de heer Van Mechelen deze voormiddag en avond heeft geuit. Wij willen absoluut dat die ratings goed zitten en dat we die kunnen behouden. Dat is een belangrijke verantwoordelijkheid van deze Vlaamse Regering. Dat wordt zonder enig probleem ook van zeer nabij gevolgd door oppositie en meerderheid. U bent daar terecht bezorgd over. We zullen er alles aan doen om die ratings te houden.
Minister Muyters heeft al verwezen naar KBC. Mijnheer Van Mechelen, u hebt zelf die onderhandelingen met KBC meegemaakt en die contracten ook ondertekend. Wat minister Muyters heeft gezegd, is zeer belangrijk: bij terugbetaling zullen we dat geld gebruiken voor schuldafbouw. Wat de meerwaarde en andere elementen betreft, moeten we echter eerst weten wanneer dat zal gebeuren. Dat is immers nog niet uitgemaakt. Wat u dus vraagt, is zeer eigenaardig. U vraagt dat we dat al zouden opnemen in onze meerjarenbegroting en dat we daar meer duidelijkheid over zouden geven. Het valt echter perfect te bepleiten dat we eerst zekerheid moeten hebben over de vraag in welk jaar en voor welk bedrag KBC geld zal geven bovenop de terugbetaling van de lening, alvorens dat geld te besteden. Dat lijkt me een heel zinvolle houding, en die houding nemen we ook aan. We zijn daar zeer voorzichtig mee, want als ik alles op een rijtje zet, is dat geld al vijfmaal uitgegeven, terwijl we het nog niet hebben gekregen.
Mijnheer Van Mechelen, u weet zeer goed dat de KBC en ook andere banken een heel traject hebben afgelegd met de Europese Commissie en dat dit traject nu wordt uitgevoerd. Hopelijk komt dit nu allemaal goed. Bij KBC zijn de aandelen alvast positief gequoteerd. Ik hoop dat dit zo blijft en dat dit ook bij de anderen zo zal zijn. Maar hierin moet met een grote voorzichtigheid worden gehandeld. En met een grote voorzichtigheid is in die meerjarenbegroting daarop ingegaan. U bent, net zoals andere collegas, zeer goed geplaatst om te weten dat wij zullen consolideren wat moet worden geconsolideerd. Wij zullen met heel veel voorzichtigheid de discussie verder opvolgen en daar de nodige voorzorgen nemen. U weet zeer goed dat wanneer wij moeten consolideren, dat wij dat zullen doen.
U bent daarnet begonnen met een verwijzing naar de internationale context en naar de G20. Ik vind uw verwijzing naar Griekenland er ver over, maar goed, ieder zijn verantwoordelijkheid. Met deze Vlaamse begroting en met wat hier voorligt doen wij een grote inspanning om in 2011 te komen tot een evenwicht. Wij doen zeer grote inspanningen. Ik verwijs naar de besparingsoperatie die de VRT deze week heeft goedgekeurd: 65 miljoen euro. Andere instellingen zullen volgen.
Dat is een heel belangrijke krimpbegroting. Die situatie is totaal anders dan vroeger. Ik zou natuurlijk zeer graag bijkomende reserves aanleggen en meer buffers inbouwen. Maar daartoe is er spijtig genoeg nu geen mogelijkheid. Ik zal er samen met u alles aan doen opdat dit zich in de toekomst kan herhalen, maar nu zitten we in een volledig andere situatie. De regering voert met heel veel zorg besparingen door. Die besparingen worden godzijdank door iedereen gedragen. Dat is effectief goed beleid voeren.
Minister-president, ik wil mijn woorden nu wel twee keer wikken en wegen. Er zijn hier toch wel wat getuigen van de discussies in de commissie Financiën. Wij hebben op één nacht, in 12 uur, 3,5 miljard euro op tafel gelegd voor de KBC. Wij hebben bedongen dat wij een bonus van 50 percent krijgen bij het terugbetalen. Dat is 1,75 miljard euro. Wij hebben, in moeilijke tijden, 500 miljoen euro van onze kasreserves gebruikt om te storten aan Ethias. En wij hebben, op enkele uren tijd, de beslissing genomen om het Toekomstfonds, waarin we samen 1 miljard euro hadden gestort dat is nog altijd 40 miljard Belgische frank te gebruiken om Dexia-aandelen te kopen aan de koers u en mij bekend. Dat wil zeggen dat we in de bankencrisis 6,75 miljard euro hebben uitgetrokken.
Het debat in de commissie ging enkel over het feit dat als de financiële participaties die we hebben genomen en we weten wat de Europese Commissie doet ten aanzien van die banken , dat als die middelen vrijkomen, wij bijna een soort van politiek engagement zouden nemen om dat maximaal te gebruiken voor schuldherschikking op entiteit 2. Voor Vlaanderen staat de tikker op 6,1 miljard euro. Daar ging het debat over.
Minister-president, ik heb vandaag niet gehoord, niet van uzelf en niet van uw minister van Financiën en Begroting, dat we daarvoor gaan, om die beslissing te nemen, zoals door meerdere collegas van de oppositie vandaag is gezegd. Als je die beslissing wilt nemen, moet je je natuurlijk op een totaal andere manier op de kapitaalmarkten begeven. Dan moet je aan andere tarieven en spreads en voorwaarden lenen. Wij stemmen hier over de begroting, maar daarin krijg je in dit parlement geen inzage. Ik vind dit een probleem voor het Vlaams Parlement.
Ik wil, ten behoeve van de heer Tack en de heer Strackx, nog even op de toepassing van artikel 58 van het Reglement van het Vlaams Parlement ingaan. We hebben afgetoetst of de verkeersbelasting al dan niet in het programmadecreet moest worden opgenomen. Het Uitgebreid Bureau heeft met eenparigheid van stemmen een beslissing genomen. Dit betekent dat dit ook door de vertegenwoordigers van hun partij in het Uitgebreid Bureau is goedgekeurd.
Tijdens de bespreking van de begroting 2010 hebben we alles wat betrekking had op werk, niet in het programmadecreet opgenomen. Dat moest allemaal in een apart decreet komen. Die beslissing is met eenparigheid van stemmen genomen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.