Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Ceysens heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, vandaag, op 30 juni, valt het doek over de proeftuinen van de dienstencheques in de kinderopvang. We hebben die de vorige legislatuur opgestart, omdat er heel duidelijk een nood ter zake is bij gezinnen vooral dan bij gezinnen met tweeverdieners en zelfstandigen, maar ook bij alleenstaande ouders. Op die manier wordt geprobeerd gezin en werk te combineren. U hebt dat op 28 mei uiteindelijk verlengd, tot vandaag. Ik heb u ter zake nog een schriftelijke vraag gesteld. Er is ook een tijdje een vacuüm geweest omdat u eigenlijk niets had gedaan met dat project, dat na 1 jaar ten einde liep. Nadat ik u de vraag had gesteld, hebt u dat uit eerlijke schaamte even geregulariseerd, zodat het tot vandaag regulier is.
Dat betekent dat driehonderd gezinnen in vier steden eigenlijk de klos zijn. In Kortrijk gaat het vooral over zelfstandigengezinnen, over gezinnen die ook de duurste cheques betalen. De cheques waren immers inkomensgerelateerd. Het gaat over zelfstandigen, die nog willen werken en hard willen werken, maar die inderdaad wat steun nodig hebben om dat te combineren. In Tienen zien we een heel ander beeld. Daar zijn het de goedkoopste cheques die worden opgenomen. Sociaal-economisch gezien gaat het over heel wat alleenstaande ouders die het heel moeilijk hebben en al evenmin terechtkunnen bij de reguliere opvang. Wij vinden dus dat het proefproject perfect aantoont wat er kan met dienstencheques in de kinderopvang. Die cheques maken die combinatie tussen gezin en werk mogelijk voor een aantal gezinnen. Het ontgoochelt ons dan ook dat u dit een stille dood zult laten sterven. Ik hoor althans bij de vier projecten dat dit een stille dood sterft.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Voorzitter, ik kan alleen maar zeggen dat uw analyse van de feiten alleszins in die zin klopt dat het chequesysteem is verlengd tot morgen. Er waren immers nog een aantal cheques in omloop, en het was duidelijk dat dit ook enigszins aan het schooljaar was gebonden. Het experiment is voorbij en er zal nu een evaluatie worden gemaakt, zoals dat, naar ik aanneem, hoort bij experimenten.
U schijnt al een aantal conclusies te kunnen trekken. Ik heb dat evaluatieverslag nog niet gezien. Het zal allicht in de loop van de volgende maanden worden opgemaakt vanuit Werk en Sociale Economie en in samenwerking met Kind en Gezin. Dan zullen we nagaan hoe we daaruit in de toekomst lering kunnen trekken. Het enige cijfer dat ik uit mijn hoofd kan citeren, is dat er in april ongeveer 20.000 van de 230.000 beschikbare cheques waren verkocht en dat er ongeveer 7,8 percent van het totale pakket gebruikt was. Ik heb daarover trouwens in de commissie al een aantal cijfers gegeven. Maar cijfers zeggen niet alles. Als de evaluatie door de diensten zal zijn opgesteld, zullen we zien wat we daaruit voor de toekomst kunnen onthouden.
Ik ben blij dat u het minstens nog een kans geeft en dat de evaluatie niet alleen op de botte cijfers gebeurt. Als je kijkt naar de absolute getallen van de opname van de cheques, zou je de indruk kunnen hebben dat het inderdaad een zeer beperkte opname is. Als je weet dat driehonderd gezinnen hierdoor de kans hebben gekregen om die combinatie van werk en gezin echt waar te maken en dit zowel in het segment van de hardwerkende zelfstandige tweeverdieners als in de kwetsbare groep van alleenstaande ouders, bijvoorbeeld in Tienen, dan weet je dat het hun grote vrees is dat wat opgebouwd is, gewoon verdwijnt naar het zwarte circuit. Dienstencheques hebben in elk geval de verdienste dat ze een zwarte economie wit maken, en daar is iedereen mee gediend. Met nog de toegevoegde waarde dat voor een aantal gezinnen dit echt de enige manier is om én voor de kinderen een kwalitatieve opvang te hebben én zelf ook actief beroepsmatig in de samenleving betrokken te blijven.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Als maar 10 percent of minder dan 10 percent van het budget voor kinderopvang gebruikt is, moeten we realistisch zijn. Er is zoveel nood aan kinderopvang die niet wordt ingevuld. Dan lijkt het me toch wel zinvol om op een objectieve manier te onderzoeken op welke manier die beschikbare 230.000 euro ruimer kan worden ingezet. Uiteindelijk was het een proefproject, beperkt tot een aantal steden. Het getuigt van degelijkheid dat men bekijkt op welke zinvollere manier dat kan worden ingezet dan nu, waarbij men het, terecht, in die steden een hele periode heeft geprobeerd.
Mevrouw De Vits heeft het woord.
We zullen de evaluatie maken. Werken met dienstencheques is een heel duur systeem. Het gaat om een een-op-eenrelatie: één begeleider en één kind. De middelen waarover we beschikken, zijn beperkt. We hebben heel wat wachtlijsten met mensen die helemaal geen kinderopvang hebben. Dan moeten er keuzes worden gemaakt. De vraag is ook of het goed is om met dienstencheques te werken in de zorgsector. Dat zullen we in de evaluatie verder bekijken. We hebben het hierover vorige week al gehad. Er zijn de vorige maanden een aantal problemen geweest met onthaalouders. Met betrekking tot kwaliteitsgaranties en opleidingen enzovoort blijft er nog heel wat te doen. De minister heeft daarop al geantwoord. Zowel preventief als curatief moeten er heel wat zaken gebeuren. Als je dat doet met dienstencheques, is het de vraag of daar de nodige kwalificaties tegenover zullen staan. U zegt dat we op die manier zwart werk wit zullen maken. Professor Pacolet heeft daarover een studie gemaakt. Het is nog eens bevestigd dat het maar over een zeer klein gedeelte gaat.
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Voorzitter, mijn fractie wil de dienstencheques niet a priori verdedigen. We willen ze echter ook niet onmiddellijk afschieten. De proefprojecten lopen vandaag ten einde. Het lijkt me belangrijk de evaluatie af te wachten. Een aantal leden van de meerderheid trekken nu al voorbarige conclusies. De middelen zijn beperkt. We moeten de juiste keuzes maken. Ik zou die keuzes echter liever maken zodra we de resultaten van de evaluatie kennen.
Mevrouw De Waele heeft het woord.
Voorzitter, in tegenstelling tot mevrouw Claes en mevrouw De Vits, zijn wij absoluut voor een systeem met dienstencheques te vinden. De minister verklaart vaak dat hij iets wil onderzoeken, dat er proefprojecten moeten komen en dat daarop een evaluatie moet volgen. Het is net op dat ogenblik dat bepaalde zaken moeten worden bijgestuurd. We mogen de schouders niet laten hangen. Indien we door middel van dienstencheques 10 percent kunnen bereiken, kunnen we 10 percent de vrije keuze voor die dienstencheques bieden. Wij pleiten voor die vrije keuze. Dat is het verschil tussen de beleidsvisie van de meerderheid en de beleidsvisie van mijn partij.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Voorzitter, uw wegen zijn ondoorgrondelijk. Blijkbaar bent u ditmaal alfabetisch te werk gegaan. Na mevrouw Dillen, mevrouw De Vits en mevrouw De Waele is het nu de beurt aan mevrouw Vogels.
Ik zou mevrouw Ceysens duidelijk willen maken dat de dienstencheques destijds met de beste bedoelingen zijn gecreëerd. Ze waren bedoeld om ouderen met late en onregelmatige uren flexibele opvang te bieden. Nu het proefproject is afgelopen, blijkt dat ouders met flexibele werkuren, zoals mensen die aan de kassa van een supermarkt zitten, die cheques niet gebruiken. Aangezien ze te duur zijn, zijn de dienstencheques voor die mensen niet geschikt. Het gebruikerspercentage toont duidelijk aan dat ze die cheques niet gebruiken. Op een bepaald ogenblik moeten we durven toegeven dat het goedbedoeld was, maar dat het niet werkt. Dit is niet het instrument om in verband met de flexibele opvang soelaas te bieden.
Die conclusie opent een nieuw maatschappelijk debat. Op basis van de evaluatie moeten we ons de vraag stellen hoe het dan wel moet. Kleine kinderen moeten misschien niet altijd worden opgevangen. Ze horen meer thuis te zijn. Misschien moeten we meer in de richting van thuiskredieten evolueren. De dienstencheques vormen in elk geval niet de juiste methode om een antwoord te geven op de terechte vraag die destijds is gesteld. We moeten dat durven toegeven.
Ik heb daar niets aan toe te voegen.
Ik heb hier des te meer aan toe te voegen.
Mevrouw De Vits, indien u het dossier zou hebben bekeken, zou u weten dat het mogelijk moet zijn vijf kinderen per persoon op te nemen. Dat staat uitdrukkelijk in de voorwaarden.
Mevrouw Ceysens, u moet niet zeggen dat ik het dossier niet ken.
Ik huiver van de bedoelingen van de Vlaamse Regering met de persoonsgebonden budgetten voor personen met een handicap en de dienstencheques. Alles wat de mensen enigszins emancipeert en individualiseert, alles wat de mensen in staat stelt zelf hun leven te leiden op de manier die hen zint, houdt deze Vlaamse Regering tegen. De Vlaamse Regering ziet de overheid als aanbieder. De overheid verzorgt een aanbod dat de mensen kunnen gebruiken. Ze mogen echter niet zelf kiezen voor de instrumenten die hen schikken.
Dat is juist het beleid waar we voor staan, namelijk dat gebruikers, zowel personen met een handicap, ouderen als in de kinderopvang, zelf het heft in handen krijgen. Ik raad iedereen aan om met de vier steden, Ronse, Kortrijk, Mechelen en Tienen, contact op te nemen en u zult allemaal laaiend enthousiaste mensen horen die zeggen dat het nu past bekend begint te geraken en te leven. Die 10 procent zal ongetwijfeld groeien als u het een eerlijke kans wilt geven. We hebben de indruk dat het dat vandaag niet krijgt en we blijven fervente voorstanders van dienstencheques, tenzij, mevrouw De Vits, we erin slagen om arbeid in zijn geheel goedkoper te maken. Dat blijft onze absolute voorkeur wegdragen. Met de duurte van de arbeid kunnen we vandaag alleen door middel van dienstencheques wat levenskwaliteit binnen het bereik van mensen brengen.
Het incident is gesloten.