Verslag plenaire vergadering
Verslag
Opheldering over de stand van zaken
Dames en heren, met toepassing van artikel 46 van het Reglement van het Vlaams Parlement heeft de heer Verstrepen bij motie van orde het woord gevraagd.
De heer Verstrepen heeft het woord.
Voorzitter, bij motie van orde moet er mij iets van het hart.
U weet dat ik respect heb voor dit huis en voor u als voorzitter, maar naar aanleiding van mijn andere job, hebt u volgens mij nogal ongelukkige uitspraken gedaan. Ik stoor mij daaraan. Ik citeer: Ongepast gedrag voor een volksvertegenwoordiger. U spreekt zelfs in de voorwaardelijke wijze over het opheffen van mijn onschendbaarheid. En u zegt dat ik lach met de verkeersveiligheid. Ik heb dat allemaal genoteerd uit de krant De Standaard.
Voorzitter, ik wil daar even kort op ingaan. Ik ga ervan uit dat u de voorzitter bent van alle parlementsleden en dat u een neutrale voorzitter bent. U mag voor mijn part aan politiek doen, maar u hebt ook mijn gsm-nummer. Als het dan plotseling publiekelijk wordt gespeeld, zonder dat u de exacte gegevens hebt, dan vind ik dat een spijtige zaak. Ik kan dan niet anders dan dit ook publiekelijk aan u te vragen. Net zoals ik, bent u verkozen door het volk. Ik hoop dat u, zolang er niets is bewezen, uw volksvertegenwoordigers als een goede huisvader verdedigt.
Dat moest me even van het hart.
Ik neem daar akte van.
Het incident is gesloten.