Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het nieuwe voorstel van de GM-directie om Opel Antwerpen langer open te houden en de rol van de Vlaamse Regering bij de zoektocht naar een mogelijke overnemer
Verslag
De heer Penris heeft het woord.
Minister-president, we zijn blij dat u terug in ons midden bent in goede gezondheid. Een van uw coalitiepartners zei daarnet nogal stoutjes: De minister-president wordt gerold. (Gelach)
U kwam al rollend binnen. De uitspraak kwam uit de N-VA.
Neen, neen, in de regering loopt alles op wieltjes!
Ja, ja, als u maar niet over het paard wordt getild
Minister-president, ik denk soms dat u en ik onze roeping hebben gemist. We hebben een gelijkaardige carrière, zij het dat u twee klassen hoger speelt dan ik, maar we zijn samen begonnen in een beroepsorganisatie en daarna zijn we in de politiek gerold letterlijk in uw geval , maar we waren beter acteur geworden. Een slecht acteur kan immers nog altijd terecht in een goedkope soap, en soms voel ik me als een acteur in een goedkope soap, de soap van Opel Antwerpen, helaas.
Twee weken geleden heb ik u al moeten interpelleren over dit verhaal en vandaag staan we hier weer, en terecht. Vandaag zijn we iets concreter dan twee weken geleden, want toen kregen we de aanzet te horen, namelijk dat de directie van Opel eventueel bereid zou zijn om de fabriek, de plant, iets langer open te houden zodat er een overnemer gevonden zou kunnen worden. Vandaag is die eventualiteit heel concreet geworden. De Opeldirectie zegt nu niet langer dat het een optie is, maar zegt voor dat plan te gaan. Noem het een plan B of een plan B+, we zullen mekaar geen vliegen afvangen in dit pijnlijke dossier.
Er is een opportuniteit. U, de Vlaamse Regering wordt voor de uitdaging geplaatst om op die opportuniteit in te gaan of niet. Ik heb maar één vraag. Ik weet dat u de beste bedoelingen hebt, maar wat zult u concreet doen, met wie gaat u praten, welke opties wilt u lichten? De directie van General Motors (GM) doet u een voorstel en ik neem aan dat u de uitdaging aangaat. Wij willen vanuit het parlement weten op welke manier, hoe. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Turan heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, ook namens mijn fractie: welkom. We wensen u een spoedig herstel toe.
Mijn collega Penris heeft het een soap genoemd, ik heb in mijn kop een thriller: een thriller die nog steeds geen einde heeft gekregen.
Na voorstellen en tegenvoorstellen en een aankondiging van de sluiting is er vandaag een nieuwe fase in deze thriller: uitstel van sluiting tot eind december. Dat geeft alle betrokkenen de tijd om tot eind september met een mogelijk alternatief of een overnemer te komen. Dit zou maar een deelaspect zijn van een totaalplan dat de directie heeft voorgesteld. Ik lees in de krant dat er onder andere eind mei 1250 arbeiders nu al moeten afvloeien. Of dat definitief is, weet ik niet.
De vakbonden vinden dit een goed vertrekpunt om te onderhandelen. De arbeiders zijn vooral gefrustreerd, denk ik. De onduidelijkheid blijft. Duidelijkheid zou een goed punt zijn. Maar het is een feit dat we vandaag zijn geraakt waar we zijn door samenwerking en eensgezindheid. De vakbonden, de Europese vakbonden, de Vlaamse Regering en de andere regering hebben zich niet uit elkaar laten spelen. Daarom is het belangrijk om ook nu die eensgezindheid te behouden.
Minister-president, aansluitend op wat de heer Penris heeft gezegd, vindt u het voorliggende plan ik weet niet of u er al kennis van hebt genomen een goed beginpunt voor onderhandelingen en voor een structurele en blijvende oplossing voor de Opelarbeiders?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Collegas, ik wil iedereen danken die mij een voorspoedig herstel heeft toegewenst. Ik heb veel wensen gekregen van meerderheid en oppositie en van vele Vlamingen. Dat doet mij goed en het kan mijn herstel enkel bespoedigen.
Voorzitter, hartelijk dank voor dit kleine bureautje hier naast u. Ik ga ervan uit dat ik niet te vaak naast u hoef te zitten in deze situatie. Ik wens dat mijn ergste vijand niet toe. (Gelach)
Voorzitter, voor er misverstanden ontstaan, ik bedoel: hier zitten in een rolstoel met krukken naast u. Dat wens ik niemand toe. Iedereen wil uiteraard naast u zitten, maar dan in volledige gezondheid van lichaam en geest.
Mijnheer Penris en mevrouw Turan, het is een zeer ernstig dossier. Soap of thriller, het gaat over heel veel mensen, heel veel gezinnen die al maanden in onzekerheid leven en al heel wat signalen hebben gekregen, voorstellen, tegenvoorstellen, communicatie enzovoort. Het laatste wapenfeit is dat er deze week een herwerkt voorstel op tafel is gelegd. Het houdt in dat men Antwerpen extra tijd geeft om een investeerder te zoeken tot 30 september en de mogelijke sluitingsdatum wordt 31 december.
Mijn reactie enkele dagen geleden was dat dit langs de ene kant positief geduid kan worden, mevrouw Turan. Men krijgt meer tijd voor het zoeken naar een investeerder. Langs de andere kant zegt men duidelijk dat de fabriek dichtgaat in december. Gisteren vroegen de werknemers van Opel Antwerpen duidelijkheid. Die vraag zal enkel toenemen. Zij wensen concrete stappen.
Wat doet de Vlaamse Regering met dit nieuw voorstel? Dat is heel duidelijk. Mijnheer Vereeck, we hebben het er in het verleden over gehad. Ik verwijs bijvoorbeeld naar Saab. Wij hebben in alle stilte heel wat zaken bekeken en voorbereid. Ik kondig vandaag aan, voorzitter en collegas, dat wij deze week een reconversiegroep opstarten, die de zoektocht naar nieuwe investeerders moet voortzetten. Dit is overlegd met ministers Lieten en Muyters. Ik heb ook de vakbonden aan de lijn gehad en het federale niveau.
De doelstelling van die reconversiegroep is het aantrekken of ontwikkelen van nieuwe industriële activiteiten met hoge toegevoegde waarde qua werkgelegenheid op de site van Opel. In eerste instantie zal de focus liggen op de autosector of de industriële sector. De groep heeft tot doel belangrijke industriële investeerders aan te trekken, op vrij korte tijd, namelijk maximaal een zestal maanden. De reconversiegroep bestaat voornamelijk uit mensen uit het bedrijfsleven, aangevuld met vertegenwoordigers van de betrokken Vlaamse ministers en een afgevaardigde van de premier. Die contacten en discussies binnen de stuurgroep kunnen ook worden uitgebreid, met de bevoegde federale en Vlaamse administraties en met ad-hocleden. De werking moet zeer pragmatisch, doelgericht en actiegericht zijn. De prioriteit bestaat erin in een eerste fase te focussen op het aantrekken van investeerders uit de automobielsector. Op korte termijn zal een investment prospect om buitenlandse investeerders aan te trekken, de overheidsstimuli inbegrepen, worden opgemaakt. Het benaderen van potentiële investeerders zal onverkort worden voortgezet en gedynamiseerd. Bijkomend zal ook een speciale actie gebeuren vanwege Flanders Investment & Trade (F.I.T.) voor het aantrekken van internationale investeerders, net als overleg met GM over door dat bedrijf al geleverde inspanningen voor het aantrekken van investeerders.
Volgende week al komt die groep bijeen. Ik ben ervan overtuigd dat we de capaciteiten en de troeven van de fabriek, en ook vooral van de werknemers, volop moeten uitspelen. We hebben dit dossier al getrokken, samen met de vakbonden en met Agoria. Dat blijven we doen, ook met de ondersteuning door de federale overheid, zeker als het gaat over fiscaliteit en dergelijke. We beginnen nu dus heel duidelijk en heel publiekelijk hiermee. Zo kunnen we niet alleen die zaak versnellen, we zullen ook wat de beide vraagstellers hebben gevraagd, daadwerkelijk kunnen actualiseren en concretiseren.
Minister-president, ik ben blij met uw antwoord, en niet alleen omdat u me gelijk geeft. Gelijk krijgen is natuurlijk altijd aangenaam, maar men moet ook gelijk hebben. Ik ben blij dat u mijn gelijk erkent in dit dossier en dat u het pad van het plan B mee wilt bewandelen. Wat dat plan betreft, zou ik ambitieus zijn. Ik geef de heer Watteeuw nooit graag gelijk. Dan krijg ik koude rillingen over mijn rug, maar wat dit betreft, moeten en mogen we ambitieus zijn. We moeten de kennis die we in Vlaanderen hebben, gebruiken om misschien de wagen van de toekomst bij ons te bouwen. We moeten niet op zoek gaan naar oplossingen die worden aangereikt vanuit Azië, China of India. Met dat alles hebben we niets te winnen. We hebben voldoende intelligentie en capaciteit in eigen huis om een wagen voor de toekomst te bouwen. Dat had al heel lang uw ambitie moeten zijn. Ik hoop dat het vandaag uw ambitie is geworden.
Minister-president, u hoeft me geen gelijk te geven. Ik wil ook geen gelijk krijgen. Ik wil alleen gelijk hebben, recht hebben voor die arbeiders. Daarom ben ik heel blij dat u op korte tijd met een werkgroep begint. Veel tijd hebt u niet: 6 maanden om een blijvende, ernstige investeerder aan te trekken, is niet lang. De werkgroep is samengesteld uit mensen uit de diverse overheden, en in samenspraak met de vakbonden. De samenwerking blijft dus. De diverse betrokkenen laten zich op dit ogenblik niet uit elkaar spelen door de ons bekende CEO. Ik dank u.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, ik dank u eveneens voor uw antwoord van daarnet. Het geeft inderdaad blijk van visie vanwege de Vlaamse Regering. Die visie is in dit dossier eigenlijk altijd gevolgd. Eerst en vooral moesten alle kansen en mogelijkheden binnen de GM-groep worden uitgeput, maar anderzijds moesten de ogen worden opengehouden voor andere mogelijke kansen voor de fabriek in Antwerpen, met 2600 competente medewerkers.
Het is belangrijk dat iedereen bij deze oefening betrokken is, alle bevoegdheidsniveaus en alle betrokkenen, en dat we niet wachten op de heer Reilly om een investeerder te zoeken. Ik denk niet dat GM de redding zal brengen door een externe investeerder te vinden, we zullen zelf de hand aan de ploeg moeten slaan. Daarbij moeten we vooral focussen op de mogelijkheden die er zijn in de automobielsector.
In tegenstelling tot de heer Penris, denk ik niet dat we oogkleppen mogen hebben. De wereld is geglobaliseerd, de economie is internationaal, zeker wat betreft de automobielsector. De opportuniteiten die zich voordoen in China, India en andere landen die actief zijn in deze sector, moeten we grijpen en we moeten er de nodige contacten mee leggen.
Ik heb nog een bijkomende vraag: zijn er vanuit de Europese Commissie al nieuwe signalen gekomen over de manier waarop zij dit dossier verder wil aanpakken?
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me aan bij de vraagstellers. In de reacties van de vakbonden en de werknemers, valt me op dat de elastiek bijna op springen staat. Voor de werknemers wordt de onduidelijkheid nagenoeg ondraaglijk. Ik ga er volledig mee akkoord dat we de nieuwe kansen die we krijgen, ook al gaat het maar om een paar maanden, met twee handen moeten grijpen.
We hebben er al over van gedachten gewisseld in de commissie, maar ik vraag me af of het niet zo is dat de wet-Renault een paar minder gunstige neveneffecten heeft, in die zin dat de directie wordt verplicht om rekening te houden met de voorstellen van de vakbonden. Dat is maar goed ook, maar het zorgt er wel voor dat ze op den duur voldoende hebben aan het wekken van het vermoeden dat ze mee zoeken naar een oplossing. De vraag is of ze dat inderdaad zo bedoelen en of dat geen bijkomstig effect is van de wet-Renault. Moet de minister-president niet eens met de federale collegas overleggen om de wet-Renault te herbekijken? Die wet heeft de allerbeste bedoelingen en ik sta er wel achter, maar ze heeft misschien wel enkele negatieve effecten waar we eens over moeten nadenken. Ik vraag me af of de minister-president daaromtrent een initiatief zal nemen.
De heer Vereeck heeft het woord.
Minister-president, u hebt opgeroepen om niet cynisch te zijn. Dat zullen we niet doen om uw gezondheidstoestand niet verder in gevaar te brengen.
Ondertussen bent u op de goede weg. We hebben samen met de collegas van het Vlaams Belang altijd gepleit voor dat plan B. Dat had volgens LDD vooral te maken met het feit dat er geen vertrouwen meer was in het management van Opel. De heer Reilly had een eerdere belofte gebroken. GM heeft als multinationale onderneming een bepaalde strategie maar is geen goed voorbeeld van een goed en efficiënt geleid autoassemblagebedrijf.
Daarom stellen we nu de vraag om snel op zoek te gaan naar een andere speler, een vraag die u lang hebt afgehouden om tactische redenen. Wij hebben wat dat betreft een voorstel gedaan, dat weet u.
U stelt een reconversiegroep voor. In de reeks van innovatieregiegroepen, werkgroepen en DAM-groepen ik zal niet cynisch zijn denk ik dat deze groep de dingen zal doen die nodig zijn, namelijk de reconversie inzetten en actief op zoek gaan naar een eventuele opvolger voor Opel op de site. U zult vooral snel moeten zijn, vooral omdat de arbeiders niet meer mee zijn. Daarin verschil ik van mening met mevrouw Turan. Zij heeft gezegd dat ze de fabriek absoluut willen openhouden. Ik zag signalen dat de arbeiders niet meer mee zijn. Het enige dat ik u en de reconversiegroep vraag, is om snel te zijn.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Minister-president, het is absoluut een goede zaak dat deze reconversiegroep kan opstarten. Wat u vertelt over de reconversiegroep, lijkt zeer sterk op het plan B dat ook wij hebben bepleit.
Het zou ook een goede zaak zijn dat de opdracht van de reconversiegroep in de commissie wordt voorgesteld en besproken. Dat kan hier niet in de beperkte tijd. Een van de overwegingen die ik maak, is dat we deze multinational niet zomaar kunnen vervangen door een andere multinational.
Het zou dom zijn na dit drama over enkele jaren weer een ander drama mee te maken. We moeten zeer goed nagaan welke activiteit we daar willen. Daarover hebben we het ook al gehad in de commissie.
Eigenlijk zou er ook een tweede groep opgestart moeten worden. U bent zeker bekommerd om de werknemers en de tewerkstelling. Eigenlijk zouden we nu moeten beginnen met de sociale begeleiding van een aantal mensen die zoveel is nu al duidelijk er niet meer terecht zullen kunnen. We moeten dus niet alleen zoeken naar investeerders. We moeten ook nagaan hoe we de werknemers die er niet meer terechtkunnen, ook zo snel mogelijk aan een job kunnen helpen.
Mijnheer Watteeuw, ik wil nog eens heel duidelijk herhalen dat de doelstelling heel duidelijk is: het aantrekken en ontwikkelen van nieuwe industriële activiteiten met een hoge toegevoegde waarde, zeker op het vlak van de werkgelegenheid. Ze is in eerste instantie gefocust op de autosector, op de industriële sector, buiten de ambitie, die ik deel met velen hier aanwezig. Als we een oplossing zouden vinden voor de site die gaat in de richting van de autosector of de industriële sector, is het heel belangrijk dat er ook een heel belangrijk effect is voor de toeleveranciers. De toeleveranciers leveren aan Opel in het kader van de automobielindustrie. Als we een volledig andere activiteit ontwikkelen, dan worden die toeleveranciers extra getroffen.
De termijn van ongeveer 6 maanden is kort. We beginnen echter niet van nul. Het is natuurlijk wel belangrijk dat die groep van mensen dat volledig ter harte neemt en dat er steeds een terugkoppeling is naar de taskforce, waar de vakbonden en de mensen van Agoria in zetelen.
Mijnheer Vereeck, mijnheer Watteeuw, het sociaal plan is belangrijk. In het kader van de wet-Renault kan men maar begeleidingsmaatregelen, tewerkstellingscellen creëren nadat een fase is afgesloten. Sommigen zeggen dat ik sneller moet gaan. Dat is niet wijs, omdat de onderhandelingen voor het sociaal plan tussen de vakbonden en de directie en GM lopen. Daarnaast staan we natuurlijk klaar met de zaken die de VDAB en minister Muyters kunnen ontwikkelen zodra dat mogelijk is en het aangewezen is in het kader van die procedure.
Ik sluit aan bij wat de heer Diependaele heeft gezegd. De wet-Renault heeft ook nadelen. Een aantal zaken worden daardoor wat verwrongen of kunnen maar laattijdig worden opgestart. De wet-Renault is een federale materie. Ik heb in de commissie al gezegd dat ik me er zeer goed van bewust ben dat een aantal elementen van die wet verbeterd kunnen worden. Na deze ervaring moeten we toch eens nagaan hoe we met de federale instanties en de vakbonden een dialoog kunnen voeren om die wet te verbeteren.
Mijnheer Bothuyne, u weet dat we met de Europese Commissie veel contacten hebben gehad. Het meest actuele nieuws is dat de vakbonden in Spanje akkoord zijn gegaan met het herstructureringsplan in Zaragoza. De Europese Commissie heeft altijd gezegd dat vanaf het moment dat één lidstaat steun toezegt, ze het dossier zal openen. Het is nu afwachten vanaf welk moment een lidstaat officieel zegt x miljoen euro steun te geven aan GM, aan Opel in de betrokken lidstaat. Dan zal de commissie in actie treden. We zullen dan zorgen voor de nodige follow-up en contacten behouden met de Europese Commissie.
Minister-president, men heeft u in deze zaak al eens een pokerspeler genoemd. Ik weet dat u geen poker speelt, want de federale politie heeft aan het opsporen van illegale pokerspelers de grootste prioriteit gegeven. Ik denk echter dat de kaarten vandaag allemaal op tafel liggen en dat we daar verder mee moeten omgaan.
Ik deel het optimisme van collega Bothuyne niet, die zegt dat we de overnemer in Azië moeten gaan zoeken. Ik denk dat we in eigen land genoeg mensen hebben die heel wat nuttige ervaring en zelfs kapitaal kunnen inbrengen. Laat ons daar maar voor gaan.
Minister-president, ik weet dat zulke argumenten ook bij u niet in dovemansoren zullen vallen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Collega Penris, ik ben het ook niet eens met u. Minister-president, ik zou willen voorstellen om niemand uit te sluiten en elke opportuniteit die zich aanbiedt, met twee handen te grijpen om de best mogelijke oplossing voor de arbeiders te vinden.
Mijnheer Vereeck, ik vrees dat ik nog eens zal moeten herhalen wat ik al in de commissie heb gezegd. U blijft herhalen dat de arbeiders er al een hele tijd niet meer in geloven. Ik woon in een wijk waar honderden mensen dagelijks om 5 uur s nachts opstaan om de band draaiend te houden. Gisteren was er korte tijd rumoer en was de band stilgelegd. Maar vandaag was de ochtendploeg om 5 uur al uit haar bed om te gaan werken. Die arbeiders geloven erin. (Opmerkingen van de heer Lode Vereeck)
Het gaat om 2600 werknemers. Uiteraard is het geen homogene groep. Er zijn ook mensen bij die graag premies willen krijgen. Minister-president, collegas, laten we vooral ook niet vergeten dat het niet enkel gaat om die 2600 werknemers bij Opel Antwerpen, maar ook om 15.000 mensen bij de toeleveranciers. Dat zijn 15.000 gezinnen. We moeten er alles aan doen om die gezinnen niet op straat te zetten. (Applaus bij CD&V en sp.a)
Het incident is gesloten.