Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de herbestemming van militaire domeinen
Verslag
De heer Ceyssens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, Vlaanderen wordt groter. Vorig jaar hebben wij naar aanleiding van het hervormingsplan van Defensie vastgesteld dat een aantal gronden in Vlaanderen een bijkomende bestemming krijgen. Enkele betrokken actoren konden niet wachten om suggesties te doen over welke bestemming die militaire domeinen het best konden krijgen. Op zich is daar niets verkeerd mee want iedereen verdedigt natuurlijk zijn belangen. Het is ook niet vreemd, gelet op het feit dat in Vlaanderen, of we dat nu graag hebben of niet, de beschikbare ruimte kleiner is dan de vraag naar ruimte.
Ik was dan ook enigszins gerustgesteld, minister, na het debat eind oktober 2009 in de commissie. U hebt toen heel duidelijk gesteld dat de herbestemming van die militaire domeinen goed moet worden voorbereid.
U hebt ook duidelijk gezegd dat Vlaanderen daar een trekkersrol in wil spelen, weliswaar telkens in overleg met de lokale besturen, die in dezen natuurlijk een enorm belangrijke rol kunnen en mogen spelen. U ondersteunde alleszins de vraag om die eenmalige verruimingsoperatie van Vlaanderen, waarschijnlijk de enige die we ooit zullen kennen, grondig te bekijken en voor te bereiden.
In het debat over de beleidsnota hebben we daar op dezelfde manier over gesproken. In een antwoord op een schriftelijke vraag hebt u daar ook hetzelfde antwoord op gegeven. Nu zie ik deze week ineens een hoop cijfers verschijnen in Knack, Het Nieuwsblad en Het Belang van Limburg, waar al duidelijk gesuggereerd wordt hoeveel van de 900 hectaren die dit jaar verkocht worden, natuur zullen worden, hoeveel hectaren er dit zullen worden, hoeveel dat enzovoort. Ik was toch enigszins geschrokken, en daarom wil ik u de volgende vraag stellen, minister. Komen die cijfers en die input van u? Zo ja, dan zou ik bijzonder teleurgesteld zijn. Het zou overigens de eerste keer zijn dat u mij op dat vlak teleurstelt. En zo neen, hoe komt dit ineens allemaal naar boven?
De heer Sabbe heeft het woord.
Minister, ik ben altijd blij als er een thema aan bod komt dat u herinnert aan uw vorige leven. U weet dat het thema van het gebrek aan industrieterreinen zeer sterk leeft in Vlaanderen. Ik dacht te begrijpen dat de ongeveer 1700 hectaren militaire domeinen die zouden worden verkocht, een unieke opportuniteit bieden voor Vlaanderen om aan de ondernemers in Vlaanderen, en meer specifiek de kmos, de ruimte te geven om te ondernemen. Het is uiteraard uitgesloten om die 1700 hectaren integraal te wijden aan kmos en bedrijventerreinen. Dat is voor iedereen in deze zaal duidelijk. Uiteraard moet dat ook inpassen in de omgeving. Je kunt in een natuurgebied moeilijk een kmo-zone inplanten. Dat is wiedes, daar zijn we het allemaal over eens.
Maar in de invulling die ik nu zie, stel ik vast dat er in de gemaakte indeling slechts 70 van de 1600 hectaren, of 7 percent, worden aangewend voor bedrijventerreinen. Men heeft bij Voka ooit een studie gemaakt over de behoefte aan bedrijventerreinen. Voka vraagt u trouwens om dat dringend te actualiseren. Men spreekt daarin over 7000 hectaren die men nodig zou hebben. In het plan 1997-2007 heeft men trouwens ook datzelfde cijfer aangegeven. Men zegt dat ongeveer de helft van die 7000 hectaren gerealiseerd is, en dat men van de overige helft toch een groot stuk zou kunnen vrijmaken om dit te realiseren. Maar zelfs als we van het meest optimistische scenario vertrekken, zouden we nog altijd uitkomen bij een acuut tekort van meer dan 1000 hectaren.
Dit thema is ook besproken in de commissie. U hebt toen gezegd dat u dit geval per geval zou bekijken. Ik heb daar begrip voor, want er moet ook met de gemeenten worden afgestemd wat men kan doen. Maar ik denk dat we nu een opportuniteit hebben om heel specifiek de ruimte te geven aan de kmos, om hier dringend werk van te maken en om dit niet aan het toeval over te laten, maar heel concreet en constructief in de mate van het mogelijke ruimte te creëren voor de ondernemingen.
Minister Muyters heeft het woord.
Collegas, we zitten inderdaad in een unieke situatie. Zelden zullen we extra grond hebben. Hier hebben we die. Maar als er ruimte is, wil iedereen daar natuurlijk een beroep op doen.
Ik kan u geruststellen, mijnheer Sabbe, in het werkgelegenheids- en investeringsplan (WIP) is door de sociale partners en de Vlaamse Regering duidelijk afgesproken dat we uitdrukkelijk zouden bekijken wat kan worden bestemd als bedrijventerreinen. We zijn nu in overleg met Defensie over die verschillende gronden, ook om de juiste gegevens te hebben. We hebben in januari een eerste gesprek gehad, morgen hebben we een tweede. We zijn vandaag totaal niet op de hoogte van het wat en hoe van elke hectare. Ik zal mijn hand dus zeker niet in het vuur steken voor alle cijfers die zijn gepubliceerd.
Ik heb al veel cijfers gezien in kranten en weekbladen. Samen met het kabinet van de federale minister van Landsverdediging zijn we die zaken op punt aan het stellen. Als die zaken duidelijk zijn, zullen we een plan van aanpak opmaken, waarbij we, zoals in het verleden, rekening zullen houden met de omgevingsfactoren. In een natuurgebied zullen we waarschijnlijk niet hetzelfde kunnen doen als op een andere plaats.
We zullen ook rekening houden met wat gemeenten, provincies of wie ook al aan nabestemmingen hebben gepland voor bepaalde militaire domeinen. Dat is volop aan de gang. Wat mij betreft, liepen die artikels toch vooruit op het gesprek dat we morgen zullen hebben. Ik durf voor geen enkel cijfer mijn hand in het vuur steken.
Minister, ik dank u omdat u de link die de pers heeft gelegd naar uw kabinet, doorknipt. Dat is een geruststelling, maar hiermee is de zenuwachtigheid toegenomen. Ik begrijp dat u er werk van maakt, en dat er morgen een tweede overleg is. Op welke termijn ziet u het overleg met de gemeentebesturen, en met de betrokken stakeholders? Wanneer wordt de commissie daarbij betrokken? Wanneer zullen we een plan van aanpak zien?
Minister, er is een duidelijk probleem. U zegt dat u informatie hebt via de media en dat u er nog niet mee bezig bent. Het komt er dus op neer dat u achter bent op de media. Dat maakt me ongerust.
In de korte periode dat ik hier ben, krijg ik van u en uw collega-ministers te horen dat u ermee bezig bent. Er wordt een lijst opgesteld. Minister Crevits is bezig met een lijstje over alle studies die ze nog zal doen voor BAM, minister Schauvliege is bezig met een studie over de waterzuivering of de watermetingen in de Vlaamse stromen, minister Lieten is bezig met lijstjes en commissies om na te gaan waarin ze haar groene energie zal investeren, iedereen is bezig met lijstjes. Ik dacht dat Vlaanderen krachtdadig wilde zijn, de daad bij het woord wilde voegen, maar je kunt maar de daad bij het woord voegen als je een strikte timing naleeft en ervoor zorgt dat de kaas niet van tussen je boterham wordt genomen. Dan moeten we over een of twee jaar niet vaststellen dat het jammer was en dat de kans verloren is gegaan.
Minister, ruimte om te ondernemen is een van uw creaties om de ontbrekende bedrijventerreinen te kunnen invullen. Alle hens aan dek dus, het is nodig om dat nu te doen. Ik verwacht veel proactiviteit om te zorgen dat we deze opportuniteit voor ondernemend Vlaanderen niet mislopen.
Wat ik in het debat mis, is dat de herbestemming van de militaire domeinen een noodzaak is, en liefst zo vlug mogelijk. Waar ik weinig over hoor, is de sanering van die militaire domeinen. Hoe zit het daarmee? Dat is de vraag die we ons allemaal moeten stellen. Herbestemming is goed, maar hoe zit het met de saneringsmiddelen om dit allemaal te koop te kunnen aanbieden?
Voorzitter, minister, collegas, wat een goede zaak is, is dat er inzake herbestemming veel aandacht wordt besteed aan natuur- en recreatiegebied, dat er voorkooprecht wordt aangeboden aan de gemeenten, overheden en semi-overheden.
Ik heb een aantal vragen en aandachtspunten, zoals aandacht voor het tekort aan bedrijventerreinen in Vlaanderen. Is de kwaliteit van het natuurgebied oké? Denk maar aan olievervuilingen, ingegraven munitie, de vele kogelhulzen enzovoort. Het duurt lang om vervuilde grond te laten saneren door Defensie, denk maar aan het vliegveld in Brustem dat 14 jaar na de sluiting nog steeds niet werd gesaneerd.
Ik wil minister Muyters vragen om bij zijn federale collega aan te dringen op een vereenvoudiging en versnelling van de omslachtige procedures, en ik wil langs Vlaamse kant een versnelling van de procedures voor gewestplanwijzigingen vragen.
Voorzitter, het doet me plezier dat de collegas mijn opzoekingswerk weten te waarderen. De cijfers komen niet van de minister. Na mijn vraag op 28 oktober, waar de heer Ceyssens naar verwijst, over de herbestemming van gedesaffecteerde terreinen en na het antwoord van de minister, ben ik op stap gegaan en heb ik gegevens bij elkaar gesprokkeld. We hebben uitgezocht welke terreinen er al een nieuwe bestemming hebben, want die zijn er zoals u weet, er zijn al RUPs in bepaalde gemeenten. We hebben ook uitgezocht voor welke domeinen er plannen in de maak zijn en waar er nog geen stappen zijn gezet.
Het resultaat is een heel overzicht, maar met een flinke foutmarge omdat men voor heel veel plaatsen nog niet weet welke richting het zal uitgaan en omdat er soms ook tegenstrijdige ideeën bestaan. Soms wil een gemeentebestuur iets anders dan een andere administratie of betrokkene. Die gegevens zijn niet meer en niet minder dan een beeld, een algemene kijk op wat het zou kunnen zijn. Minister, op het ogenblik dat u nauwkeurigere gegevens heeft die zijn gecheckt bij Defensie en bij uw diensten, dan zal ik met uw goedvinden een vraag stellen om die preciezere gegevens boven water te krijgen.
Minister, mijn gemeente is getroffen door een inkrimping van een militaire basis, met een teloorgang van ongeveer tweehonderd werkplaatsen. Een herbestemming van een militair domein behelst uiteraard ook een reconversie en het creëren van nieuwe werkgelegenheid. Dat mag niet uit het oog worden verloren.
Daarnaast worden de gemeenten meestal als eersten aangesproken om het gebied aan te kopen en te herbestemmen, maar er bestaat een flou over de prijszetting van dergelijke domeinen. Een witte zone heeft nu eenmaal geen vergelijkingspunten. Het aankoopcomité heeft problemen om dat te schatten. In de meeste gevallen van onteigening moet men rekening houden met de bestemming die er was voor het vastleggen van de herbestemming. In het geval van militaire domeinen is dat uiteraard een groot probleem.
Ik wil vragen om de Vlaamse gemeenten op gelijke voet te plaatsen, en dat er een consensus wordt bereikt over de manier waarop die witte zones zullen worden geschat.
Door de tussenkomsten vanuit het parlement, moet het voor u beiden duidelijk zijn dat de timing niet zo eenvoudig is. Het gaat over tot nu toe wit ingekleurde gebieden waarvan ook wij niet weten welke sanering er eventueel moet gebeuren. Wij moeten ook nog heel wat gegevens van Defensie krijgen.
Ik heb niet gezegd dat ik begin, want we zijn al bezig: we hebben in januari al gesprekken gehad. We gaan verder met de gesprekken, morgen is er weer een gepland. Ik ben niet zover dat ik van elk domein weet waar we staan. Dat is een antwoord op vele vragen, zoals welke sanering er moet gebeuren of hoe een prijs wordt bepaald. Waarschijnlijk is de sanering ook een element van prijsbepaling. We moeten overleg plegen met de lokale besturen waar dat zinvol en nodig is. We moeten rekening houden met de herbestemmingen die al zijn gepland. Zijn we het daar mee eens, of zijn we het daar niet mee eens? Ik loop absoluut niet achter de feiten aan, maar ik ga, zoals ik in mijn beleidsnota heb gezegd, op Ruimtelijke Ordening voor een partnerschapmodel waar we een draagvlak creëren voor de beslissingen die worden genomen.
Mijnheer Sabbe, het is de bedoeling om, waar mogelijk, bedrijventerreinen te creëren, conform de afspraken die we hebben gemaakt met de Vlaamse sociale partners in het werkgelegenheids- en investeringsplan.
Ik dank u wel, minister, ook om nog eens duidelijk te situeren dat dit geen gemakkelijke oefening is, waarmee u zich ook distantieert van de cijfers die al werden voorzien. Vriend Vandaele, ik heb u niet willen noemen, maar aangezien u zich hebt bekendgemaakt: ik stoorde me niet aan de kleine afwijkingen op het aantal hectaren, maar wel aan het feit dat ik dat artikel heb gelezen als een duidelijke voorafname op een aantal bestemmingen. Ik heb begrepen dat er, ook hier in dit halfrond, heel veel vragen zijn over die bestemmingen waarbij er zelfs bijkomende moeilijkheden de kop opsteken.
Minister, ik heb er het volste vertrouwen in dat u de hand aan de ploeg slaat en dat u van nul af aan, in overleg met de betrokken gemeentebesturen, met alle actoren op het terrein en uiteraard ook in de bevoegde commissie, het debat zult voeren.
Minister, ik ben blij met wat u zegt, maar toch ben ik ongerust. In de informatie waarover we vandaag beschikken, staat dat er van de 1700 hectare, 113 bestemd zouden zijn voor industriële activiteit of voor kmo-zone. Dat is bijzonder weinig en daarmee schieten we niet op om het gat van minimum in het beste scenario 1000 hectare bedrijventerreinen dicht te rijden. Het is een druppel op een hete plaat. Dit is mijn eerste punt, en het is daarom dat ik zou vragen om proactief met dit dossier om te gaan.
Als u effectief zegt dat u alles in kaart wilt brengen en dat u tot die tijd niets kunt doen, dan zal dit in de Belgisch-Vlaamse context veel te moeilijk zijn. U zit hier in een Belgisch-Vlaamse context, want de domeinen zijn eigendom van het leger en het leger is nog altijd federale materie. Ik stel voor om proactief selectief te werk te gaan door op te sporen welke terreinen zich het beste lenen als bedrijventerreinen met die bestemming. We kunnen een eerste selectie maken en ons er dan op focussen om die terreinen al binnen te halen zodat we daar al iets kunnen realiseren. Dat moet absoluut gebeuren, we mogen ons niet verbergen achter de tijd die nodig is om alles in kaart te brengen en om alles in commissies te bespreken. U moet als bevoegde minister proactief zijn en ervoor zorgen dat we daardoor snel extra bedrijventerreinen kunnen creëren.
Het incident is gesloten.