Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Callens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, vorige maandag las ik in een zeer betrouwbare krant dat de landbouwers vandaag te kampen hebben met de hoogste administratieve lasten.
Het zijn niet alleen de landbouwers maar ook de kleine zelfstandigen.
Verder in het artikel las ik dat een van de belangrijkste redenen van die hoge administratieve last de milieuwetgeving en -reglementering is, en dan vooral de documenten die daardoor moeten worden ingevuld.
Gisteren stond in een ander artikel in een ander blad dat wanneer een landbouwer een bedrijf overneemt, hij alleen daarvoor dertig formulieren moet invullen. Dertig formulieren om een bedrijf over te nemen!
Minister-president, toen ik in uw beleidsnota het kleine stukje over de administratieve vereenvoudiging las, had ik daar al opmerkingen bij. U spreekt over het invoeren van een e-loket, wat ik zeer goed vind. Vervolgens spreekt u over de eenperceelsregistratie, wat ik ook heel goed vind. Maar als u spreekt over een e-loket, gaat dat alleen maar over een modernisering van de administratie. Het afschaffen van documenten is daar niet bij. Ik denk dat de landbouwers zouden gediend zijn met het zoeken naar het afschaffen van documenten waar het kan en het samenbrengen van een aantal documenten in één document, een vereenvoudiging in de letterlijke zin van het woord. Dat moeten we nu aanpakken.
Minister-president, hoe gaat u samen met de minister van Leefmilieu zoeken naar een oplossing voor de vermindering van de administratieve last van de landbouwers?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, mijnheer Callens, proficiat dat u goed opvolgt wat er allemaal verschijnt in de kranten. U hebt dat punt tijdens de bespreking van de beleidsnota in de commissie al aangehaald. Het Planbureau heeft een en ander bekeken en u hebt het studierapport van het Planbureau ook gelezen. Daarin staat dat er een positieve evolutie is voor de landbouw. In 2006 was de administratieve last 10 percent van de omzet, wat heel hoog was, in 2008 is dat gezakt naar 6 percent, wat nog altijd zeer hoog is. U hoort mij niet zeggen dat er geen weg meer is af te leggen inzake administratieve vereenvoudiging, maar u bent het toch met mij eens of hebt u dat niet gelezen? dat er een positieve evolutie is inzake de administratieve lasten van de landbouwers. Ik wil nadrukkelijk onderstrepen dat we nog verder moeten gaan om de 6 percent van 2008 verder af te bouwen, want dat is nog altijd te veel.
U hebt zelf verwezen naar de initiatieven die tijdens de vorige legislatuur zijn genomen inzake de eenmalige perceelsregistratie. U hebt zelf uitdrukkelijk en terecht in de commissie aangehaald dat de re-engineering van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds ( VLIF), heel de VLIF-steun en de formaliteiten die daarmee samenhangen, zo snel mogelijk moeten worden uitgevoerd. U hebt zelf verwezen naar het e-loket. Ook daar zullen wij stappen zetten. Het is belangrijk om niet alleen documenten van papier elektronisch te maken maar ook de procedures te vereenvoudigen. Als we iets opvragen, moeten we eerst kijken of we dat zelf niet hebben. Als dat in een of ander databank zit, moeten we dat niet meer opvragen en moeten we die procedures vereenvoudigen.
U verwijst ook naar Leefmilieu. Maak u geen zorgen, ik zal met minister Schauvliege bekijken hoe we een en ander aanpakken. Er moet natuurlijk Europese regelgeving gerespecteerd worden. Mijnheer Callens, u was een van de indieners van het Mestdecreet. Dat is een voorbeeld van iets waarbij vanuit dit parlement enige administratieve verplichting wordt opgelegd.
Dus, dit allemaal gezegd zijnde, het antwoord op uw vraag om dat allemaal te vereenvoudigen is ja. En het zal deze legislatuur verder zakken, want van 10 percent zijn we al gezakt tot 6 percent tijdens de vorige legislatuur, en we zullen dat percentage nog verder doen afnemen.
U hebt gelijk dat er vanuit Leefmilieu een aantal administratieve lasten zijn. We zullen die maximaal verminderen, maar goed wetende dat zelfs de uitvoering van een aantal beslissingen die hier in het parlement werden genomen, een aantal administratieve verplichtingen inhoudt.
U hebt terecht gezegd dat de initiatieven die reeds werden genomen en die nog zullen worden genomen, zoals de eenmalige perceelsregistratie, het e-loket, de VLIF-steun en andere elementen, verder vereenvoudigd zullen worden.
U zult zoals steeds op uw wenken worden bediend, mijnheer Callens, wat dit betreft.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord, maar u begrijpt dat de landbouwer eigenlijk niet gediend is met al die woorden. Ik hoop alleen maar dat die woorden heel binnenkort daden worden en dat de landbouwer zich kan bezighouden met zijn corebusiness in plaats van met de vele paperassen waarmee hij dagelijks wordt geconfronteerd.
Die documenten worden trouwens vaak zo moeilijk opgesteld dat de landbouwer ze bijna niet kan invullen omdat hij ze maar half begrijpt. Natuurlijk begrijpen de specialisten die ze gemaakt hebben, het wel allemaal, want zij zitten in hun eigen kantoortje en het gaat om hun eigen werk, maar men ondervindt dat de documenten worden opgemaakt zonder daarbij na te denken over de gevolgen voor de landbouwers die alles dagelijks moeten bijhouden. Ik hoop dat we daar samen aan kunnen werken.
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collegas, de zorg die werd geformuleerd door de heer Callens is deels terecht en is ook de reden waarom de jonge landbouwers van KLJ & Groene Kring vzw een paar dagen geleden inzake heel wat federale aangelegenheden actie hebben gevoerd bij de federale minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen. Mijnheer Callens, ik veronderstel dat men vanuit uw partij ook die minister hierover zal ondervragen.
Minister-president, terecht hebt u in uw beleidsnota aangekondigd dat een aantal administratieve vereenvoudigingen zullen worden doorgevoerd. Wij kunnen u alleen maar aanmoedigen om dit op korte termijn te doen. En waar er verdere vereenvoudiging mogelijk is, kunnen we die uiteraard alleen maar toejuichen.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik val misschien in herhaling, maar de vraag van de heer Callens is natuurlijk wel terecht. De administratieve druk in onze Vlaamse land- en tuinsector is eigenlijk moordend en zorgt ervoor dat de landbouwer meer tijd doorbrengt achter zijn bureau dan op het veld. Zoals collega Callens zegt, minister-president, een landbouwer wil nu eenmaal boeren en niet de godganse dag bezig zijn met een administratieve rompslomp.
Minister-president, u hebt gelijk ik wil dat erkennen dat er in het verleden al een paar initiatieven werden genomen om tot een administratieve vereenvoudiging te komen en ook in de beleidsnota wordt daar aandacht aan besteed, maar ik heb soms de indruk dat er voor elke verplichting die er verdwijnt, twee nieuwe bijkomen. Vandaar dat er gerust, en u geeft dat ook toe, nog best een tandje bij kan worden gestoken.
Net zoals de heer De Meyer, wil ook ik aan de heer Callens zeggen dat er niet alleen administratieve druk is vanuit het Vlaamse niveau, maar zeker ook vanuit het federale niveau. Tot nader orde is de minister bevoegd voor administratieve vereenvoudiging een partijgenoot van hem. Ik zou dus zeggen, mijnheer Callens, zorg ervoor dat ook daar een tandje bij wordt gestoken.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister-president, ik steun de bekommernis van de heer Callens. We moeten ervoor zorgen dat de landbouwers zo min mogelijk worden geconfronteerd met administratieve rompslomp. Bepaalde zaken worden opgelegd door Europa, andere passen in de voedselveiligheid en de milieunormen. Ik heb begrepen dat we de goede weg op zijn. Ik onderstreep de vraag van de collegas dat de heer Callens en zijn fractie eens op de deur kloppen bij de federale overheid. Een gebrek aan samenwerking tussen beide overheden is misschien een deel van het probleem.
De heer Vereeck heeft het woord.
Het blijft me verbazen dat we enerzijds vanuit de rapporten van het Planbureau positieve berichten krijgen en anderzijds negatieve berichten, deze week ook nog in mijn mailbox, vanuit UNIZO en waarschijnlijk ook de landbouwsectoren dat de administratie kosten toenemen. U weet dat het Planbureau, wanneer het peilt naar de administratiekost, subjectief werkt en eigenlijk vraagt wat uw idee is. Op het federale en op het Vlaamse niveau zijn er ook goede pogingen gebeurd om het objectief te meten. We hebben meer informatie.
Een concept dat vooral in Nederland gebruikt wordt, zijn de zogenaamde irritatiekosten. Het zijn de subjectieve administratieve lasten. Daarbij zijn het vaak niet de grote administratieve lasten maar de hele kleine die mensen irriteren. Dat kan het verschil duiden tussen de globale positieve analyse en de negatieve perceptie op het veld. Irritatiekosten hebben wij nog nooit berekend.
Minister-president, enerzijds zegt u in het WIP dat er tegen 2012 25 percent vermindering moet zijn van de administratieve lasten. Dat is in absolute termen. U gaat dat meten en bewijzen. Anderzijds schermt u nu met het Planbureau. U zegt dat we gezakt zijn van 8 naar 6 percent. Daar volstaat het om niets te doen en de omzet te laten stijgen. Dan zal het aandeel van uw administratieve lasten dalen. Ik zou willen dat we de discussie niet meer voeren in termen van percenten, maar in absolute termen, in het kader van het WIP dus.
In uw vorige regering was er een duidelijk plan van aanpak en een duidelijke timing. Onder meer door de bankencrisis is die niet goed meer aangehouden. Is er een concrete timing en methodiek voor de administratieve vereenvoudiging?
Mijnheer Sintobin, u zegt dat u het aanvoelen hebt dat er, wanneer we iets schrappen, twee administratieve verplichtingen bij komen. Uw aanvoelen is in tegenspraak met de bevindingen van het Planbureau. Zoals de heer Vereeck zegt, doet het Planbureau enquêtes en presenteert het op basis daarvan een aantal resultaten. Men heeft daar meer het aanvoelen dat we in de goede richting gaan. Volgens u zouden we in de slechte richting gaan. Dat klopt niet helemaal.
Ik wil me niet focussen op het Planbureau, mijnheer Vereeck. Ik zeg enkel dat het een positieve evolutie ziet op basis van de enquêtes. Het is min 4 percent op 2 jaar tijd. Mocht men het in 2010 opnieuw doen, zou het 2 percent zijn. Dan zou het zich vanzelf oplossen. Dat zal niet gebeuren.
Vrijdag zullen we een belangrijke stap zetten in de administratieve vereenvoudiging. Dat gaat iets ruimer, over vergunningen. Als we iets kunnen doen voor werkgelegenheid en investeringen in heel het bedrijfsleven, is het de versnelling van het afleveren van vergunningen. Ik kijk uit naar wat wordt voorgesteld door de commissie onder voorzitterschap van de heer Sauwens. Ook Cathy Berckx zal vrijdag meer tekst en uitleg geven. Dat snijdt hout. Ik hoop dat meerderheid en oppositie, als het nodig is, daarvoor ook heel snel de nodige initiatieven nemen.
Irritatie kost altijd. We komen van ver en het is inderdaad zo dat sommige kleine administratieve lasten heel wat irritatie kunnen opleveren. Sommige andere lasten moeten geduid worden. Ik heb in het verleden altijd discussie gehad over de vraag of de jaarrekening al dan niet een administratieve last is. Dit debat gaan we nu echter niet openen.
Mijnheer Vereeck, tijdens deze legislatuur willen we effectief komen tot een administratieve vereenvoudiging met een percentage. De methodologie die we zullen toepassen en die wordt uitgerold kunnen we op een later moment in de commissie bespreken.
Ik vind het wat kleinzielig dat een aantal mensen hier altijd verwijst naar de federale
overheid om op die manier een van de Open Vld-ministers aan te vallen op zijn inzet voor de administratieve vereenvoudiging. Volgende week kan ik hier een volledige tafel vol leggen met zaken die federaal minister Van Quickenborne al heeft opgelost voor de zelfstandigen, de middenstand en de bedrijven denk maar aan de meitelling. Iedere landbouwer moest jaarlijks tweemaal naar het gemeentehuis gaan om documenten in te vullen, terwijl alles wat daarin staat al bekend is. Ik vind het klein dat als ik hier een probleem aan de orde stel, sommige mensen dat nog altijd willen overhevelen naar een andere overheid, en dan meestal naar iemand van mijn partij voor wat de verantwoordelijkheid betreft. Ik zou liever hebben dat men zich beraadt over wat wij hier kunnen doen om de administratieve lasten van onze landbouw te verminderen. (Applaus bij Open Vld)
Het is niet of maar en, mijnheer Callens.
Het incident is gesloten.