Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Helsen heeft het woord.
Na elke vakantieperiode van het onderwijs vernemen we in de media dat er problemen zijn met de instap van nieuwe kleuters in de kleuterschool. De voorbije maanden, vooral de vorige legislatuur, hebben wij hier van gedachten gewisseld over de omkadering in het kleuteronderwijs. Het is heel moeilijk om in de grote kleuterklassen goed onderwijs aan te bieden. We moeten daar werk van maken. Maar als we vandaag kijken naar de problemen, zijn dat er niet enkel van omkadering maar ook van infrastructuur.
Deze Vlaamse meerderheid heeft er duidelijk voor gekozen om in te zetten op kleuterparticipatie. Dat is een belangrijke keuze. We verwachten dat kinderen zo vroeg mogelijk de eerste stap zetten naar de kleuterschool, maar dan moeten we er ook voor zorgen dat alle voorwaarden vervuld zijn om die kleuterparticipatie effectief waar te maken. Dat betekent dat er voldoende kwaliteitsvolle infrastructuur moet zijn en dat er voldoende banken en stoelen en materiaal ter beschikking moeten zijn voor alle kleuters. Niet enkel voor Brussel, ook voor andere grootsteden in Vlaanderen, bereiken ons signalen dat er problemen op ons afkomen waarop we ons moeten voorbereiden.
In het regeerakkoord en in de beleidsnota staat dat er gesleuteld moet worden aan de omkadering binnen onderwijs. Heel interessante onderzoeken wijzen erop dat de ontwikkeling op jonge leeftijd zo veel mogelijkheden biedt dat het belangrijk is om daarop goed in te zetten. In het arbeidsmarktrapport wordt aangekondigd dat we naar een tekort gaan van kleuterleidsters in het onderwijs door de uitstroom. Ook daarop zullen we een gepast antwoord moeten zoeken.
Minister, bent u bereid om werk te maken van een integraal dossier voor de kleuterschool omdat we vandaag geconfronteerd worden met verschillende elementen die op korte termijn een ernstige denkoefening vragen? Zult u daarvoor snel de eerste stappen zetten?
Minister Smet heeft het woord.
Ik deel de bekommernis, net als iedereen hier, denk ik. Als we de afgelopen jaren enorm hebben ingezet op het overtuigen van mensen om hun kinderen meteen naar de kleuterklas te sturen, moeten we er als overheid ook voor zorgen dat die kinderen in niet te grote klassen zitten. Vandaag zitten kinderen inderdaad te vaak in te grote klassen. Ik was gisteren in Mechelen. Daar was ook een kleuterleidster aanwezig die had uitgerekend hoeveel plaats ze had per kleutertje. Dat was niet veel vierkante meter. Dat is niet goed. Die situatie hebben we geërfd uit het verleden.
Het is mijn bedoeling om tijdens deze legislatuur, zodra de budgettaire toestand het toelaat, die omkaderingsnormen van de kleuterklassen minstens op hetzelfde niveau te brengen als die van het lager onderwijs. Die ambitie moeten we hebben. Het betekent wel dat we op jaarbasis recurrent 50 miljoen euro moeten hebben. In vergelijking met het secundair onderwijs of met het buitenland is dat niveau van omkadering van het lager onderwijs nog altijd niet hoog. Het is een belangrijke uitdaging. Ook bij de bouw van nieuwe scholen moeten we daaraan bijzondere aandacht geven.
Heel het leerkrachtenloopbaanpact zal ook op de kleuteronderwijzers slaan. Daarin hebt u gelijk. Een geïntegreerde aanpak is zeker nodig, al was het maar voor de steden. Door de babyboom moeten er in Brussel, in Antwerpen en in mindere mate in Gent meer plaatsen zijn. Alle elementen daarvoor zijn vervat in de beleidsnota en het regeerakkoord. Vanaf het moment dat we over voldoende geld kunnen beschikken en herschikkingen in de begroting kunnen doen, moeten de extra middelen prioritair naar het kleuteronderwijs gaan. Daar ben ik het volmondig mee eens.
Minister, het is positief dat u de problematiek erkent en dat u bereid bent om er iets aan te doen. Wat de aanpak betreft, verwijst u naar een bezoek dat u gisteren aan een Mechelse school hebt gebracht. Het is belangrijk dat u de problematiek in Vlaanderen in kaart brengt en dat u in samenwerking met de verschillende steden en gemeenten, die bevraging doet daar waar knelpunten in het vooruitzicht worden gesteld. U moet ook nagaan hoe daar samen aan gewerkt kan worden.
Wat de omkadering betreft, zegt u dat het de intentie is dat er een gelijkschakeling komt tussen kleuter- en lager onderwijs. Dat is al een stap vooruit. Toch zegt u dat we in vergelijking met andere Europese landen nog niet staan waar we zouden moeten staan. Het is belangrijk dat we de oefening ten gronde doen en nagaan of we niet meer moeten inzetten op omkadering in het kleuteronderwijs. De nieuwe onderzoeksrapporten tonen heel sterk aan dat de ontwikkeling op zeer jonge leeftijd ontzettend belangrijk is. Door daarop in te zetten zullen er minder middelen nodig zijn voor remediëring. In het Vlaams onderwijs wordt enorm ingezet op remediëring. Ik denk dat wij veel preventiever aan de slag moeten.
Wat het personeelstekort betreft, moet de oefening eveneens ten gronde worden gemaakt. We zullen daar op korte termijn immers mee te maken krijgen en de gepaste antwoorden moeten bieden.
Mevrouw Vanderpoorten heeft het woord.
Namens Open Vld wil ik me volmondig aansluiten bij de vraag van mevrouw Helsen. Ik ben het met haar eens dat het kleuteronderwijs misschien wel het belangrijkste fundament is van de onderwijsloopbaan van jongeren. Wanneer het daar fout loopt, dan blijft het vaak misgaan. Het is dan heel moeilijk om te remediëren, wat ook heel veel geld kost.
Wij zijn voorstander van een verplichte inschrijving in het kleuteronderwijs vanaf de leeftijd van 4 jaar en later misschien zelfs vanaf 3 jaar. U hebt beloofd dat te onderzoeken en na te gaan wat er eventueel mogelijk is. Ik kan me voorstellen dat het nu nog te vroeg is om daar al een antwoord op te geven maar ik zou u toch willen vragen wanneer u een aantal concrete maatregelen voor het kleuteronderwijs kunt aankondigen
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, het is bijzonder tegenstrijdig dat u zegt dat u een maximale voltijdse deelname wilt van de kleuters aan het onderwijs terwijl kleuters nog altijd niet volledig worden meegeteld. Er wordt in het decreet van uitgegaan dat kleuters maar voor een deel aanwezig zijn, terwijl we toch streven naar die maximale volledige aanwezigheid. Die tegenstrijdigheid moet daar absoluut uit. Mijn voorganger, de heer Tavernier, heeft dat ook vroeger aangekaart en daartoe voorstellen van decreet ingediend die echter niet zijn goedgekeurd. Het lijkt me een minimum minimorum, zoals ook mevrouw Helsen heeft aangestipt, dat er wordt gestreefd naar een gelijkschakeling. Ik hoop dat u daar snel werk van zult maken.
Mevrouw Poleyn heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw engagement maar ik had toch iets meer verwacht. Er is overal nood aan kleinere kleuterklasjes, zeker in de grootsteden maar ook in de gewone gemeenten die een centrumfunctie hebben. In de commissie heb ik al voorgesteld om het regeerakkoord nog eens goed te bekijken. Daarin staat een politiek akkoord over alle meerderheidspartijen heen om niet enkel de financiering van de omkadering te verhogen maar ook die van de werkingsmiddelen op het niveau te brengen van het langer onderwijs. Ik heb die kost al eens laten berekenen en u doorgegeven. Ik hoop dat u dit verder wilt onderzoeken. Wanneer u op korte termijn verlichting wilt brengen, kunt u eventueel een beroep doen op extra kinderverzorgers zodat de kleuteronderwijzers de druk wat beter aankunnen.
Voorzitter, ik ben het natuurlijk eens met alle sprekers. Het is een van onze prioriteiten waarmee we aan de slag moeten gaan.
Ik heb maar een bedrag van 50 miljoen euro. Als we de 100 percent aanwezigheid van de kleuters meetellen, dan komen we aan dat bedrag. Het is veel geld, maar we gaan het zoeken. Ik hoop dat het economisch beter gaat, ook al geven de gebeurtenissen van de laatste dagen aan dat we niet op die weg zitten.
In ieder geval is het voor mij, voor deze regering en voor deze meerderheid een prioriteit om dit aan te pakken.
Voorzitter, minister, ik ben tevreden dat heel wat collegas zich aansluiten en dit dossier ondersteunen.
We kijken uit naar de uitvoering van de minister.
Het incident is gesloten.