Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Van Steenberge heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, ik heb de leeftijd bereikt dat ik niet meer schrik of verontwaardigd ben als ik s morgens de krant lees. Toen ik gisteren de krant las, moest ik toch wel eens mijn wenkbrauwen fronsen, meer bepaald toen ik las dat een geschorste leraar zijn wedde doorbetaald krijgt, dat die wedde niet kan worden teruggevorderd door de scholengemeenschap en dat er bovendien geen procedure bestaat om een ontslag wegens dringende reden in te roepen.
Toen ik s avonds van de schooldirecteur hoorde hoe de tuchtprocedure in elkaar zit, vond ik het hallucinant te vernemen hoe zwaar die in elkaar zit. Er is een tuchtprocedure waarbij een leraar een sanctie kan krijgen van blaam tot afzetting met verlies van pensioenrechten. Vooraleer tot die tuchtprocedure kan worden overgegaan, moet de directie van de school zelf een dossier samenstellen. Het meest frappante vond ik dat men pas kan starten met de tuchtprocedure nadat men de leraar in kwestie heeft gehoord. In dit geval kan dat moeilijk want men kan de leraar niet horen omdat hij in de gevangenis zit. Ik vind dit kafkaiaans.
We hebben te maken met zeer zware feiten. De procedure is zo log dat het jaren kan aanslepen vooraleer men tot afzetting kan overgaan.
Ik heb vernomen dat u het decreet op de rechtspositie wil aanpassen en nagaan of er geen mogelijkheden zijn om bij zwaarwichtige feiten toch over te gaan tot een ontslag wegens dringende reden. Momenteel behoort het tot de bevoegdheid van de scholengemeenschappen en de directies. Er bestaan geen objectieve criteria waardoor een directie kan oordelen of ze overgaat tot een tuchtprocedure en wanneer ze daarmee start. Als ik dat vergelijk met de geschorste leraar die een leerling met zijn hoofd in een emmer had geduwd en ik wil die feiten niet minimaliseren , dan vind ik dat er wordt gewogen met twee maten en twee gewichten. Ik vraag me af of deze procedure niet leidt tot willekeur.
Ik stelde me ook de vraag hoe dat overkomt in de maatschappij. Er zullen wel meer mensen hun wenkbrauwen hebben gefronst. De feiten zijn zo zwaarwichtig dat men kan spreken over een collectief rouwproces in de maatschappij, dat niet te onderschatten is. De overheid zou hierin moeten meegaan en dit niet tegenwerken door dergelijke zware procedures.
Minister, wat zult u doen om deze tuchtprocedure sneller te laten verlopen? Bestaat er geen mogelijkheid om de bedragen, als blijkt dat ze ten onrechte zijn gestort, te recupereren of zodra er een schorsing is, die bedragen te storten op een aparte rekening en te laten beheren door een onafhankelijk orgaan?
Minister Smet heeft het woord.
Voorzitter, de scholen of de inrichtende machten werven personeelsleden aan en zijn verantwoordelijk voor het beheer. Ze moeten daarbij natuurlijk rekening houden met de regels die door het Vlaams Parlement zijn bepaald in het Vlaams decreet op de rechtspositie van het onderwijzend personeel.
Er is ook in een tuchtprocedure voorzien. Tuchtprocedures zijn er om de rechten van werknemers, in dit geval onderwijzers of leraars, te beschermen. Het is ook heel belangrijk dat je rechten hebt, want het is niet zo dat elke werkgever altijd correct omgaat met mensen. Daarom is het ook belangrijk dat er tuchtprocedures bestaan.
Toen de feiten over de leraar bekend werden, heb ik meteen gevraagd of we dat loon nog wel verder moeten betalen. Het bleek inderdaad dat je op basis van het statuut niets kunt doen. Je kunt een leraar niet ontslaan om dringende redenen.
Dat kan niet. Er is geen ontslag om dringende redenen mogelijk. Je kunt wel preventief schorsen, wat in dezen ook gebeurd is door de school, maar met behoud van loon.
Vandaar dat ik onmiddellijk in januari reeds aan mijn administratie de opdracht heb gegeven om een voorstel te doen om de rechtspositie van het onderwijzend personeel te wijzigen door in extreme gevallen hetzij tot een ontslag om dringende redenen, hetzij eventueel tot een preventieve schorsing zonder behoud van loon over te gaan. We zullen dit ook met de vakbonden moeten bespreken en ook met de werkgevers. We moeten hierbij voorzichtig zijn, want we spreken over een statuut van mensen en als iets gebruikt kan worden, kan het ook altijd misbruikt worden. Maar ik vind ook wel dat we in extreme situaties waarbij de schuld duidelijk is als ik de krant mag geloven moeten kunnen optreden. Vandaar dat we in het kader van de cao-onderhandelingen, of misschien al eerder in het kader van het Onderwijsdecreet XX, een voorstel tot wijziging zullen opnemen als we daarover overeenstemming met de vakbonden kunnen bereiken.
Minister, men is onschuldig zolang zijn schuld niet bewezen is, dat is ook een rechtsprincipe, dat begrijp ik wel. Een preventieve schorsing zonder behoud van loon, daar heb ik ook mijn twijfels over, maar ik vraag me af of de overheid of de inrichtende macht zich geen burgerlijke partij kan stellen in zwaarwichtige zaken om zo het loon toch terug te kunnen vorderen.
Mevrouw De Knop heeft het woord.
Minister, in welke mate staat u ervoor open om over de vaste benoeming, niet alleen bij deze specifieke tuchtmaatregel, maar in het statuut in het algemeen, een debat te voeren met de vakbonden? Recentelijk kregen we in de commissie een voorstelling van het rapport waarin het beroep van de leraar werd doorgelicht en daaruit blijkt ook dat bepaalde elementen van de vaste benoeming niet altijd als even positief worden ervaren door beginnende leerkrachten. Het is dus misschien noodzakelijk om die vaste benoeming aan te passen. Bent u bereid om dat gesprek aan te gaan?
Als ik het goed begrijp, wil mevrouw De Knop de vaste benoeming van leerkrachten afschaffen. Dat gaan we niet doen. De vaste benoeming van leerkrachten en onderwijzers is iets dat goed is. Op die suggestie gaan we zeker niet in.
Mevrouw Van Steenberge, op uw concrete vraag kan ik antwoorden dat we het niet op een aparte rekening kunnen storten. Wat wel kan, is dat de slachtoffers zich burgerlijke partij stellen. De slachtoffers zullen natuurlijk een schadevergoeding vragen en het loon dat nu betaald wordt, zal, naar ik aanneem, gebruikt worden om die slachtoffers mee te betalen. Dat is misschien een beetje het wrange aan de zaak, want het goeie kunnen we dat niet noemen, maar het is dan toch meegenomen.
Het is uiteraard niet de bedoeling dat we op die manier slachtoffers vergoeden, maar ik veronderstel dat hij op dit moment niet aan zijn geld komt en dat het geld dat er is, gebruikt kan worden voor de slachtoffers dat hoop ik toch. (Opmerkingen van mevrouw Irina De Knop)
U mag dat wel hopen, minister, maar daar gaat het nu juist om. Als u het geld niet stort op een aparte rekening, dan mag die man ermee doen wat hij wil. Als hij het geld laat brengen door een koerier en hij verbrandt het, dan kunnen de slachtoffers er niets mee doen. Dat is het punt: de slachtoffers zullen de dupe zijn en daarom pleit ik ervoor om het geld op een aparte rekening te storten. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.