Verslag plenaire vergadering
Voorstel van decreet houdende wijziging van sommige bepalingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie
Verslag
Voorstellen tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer De Coene bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van decreet van de heren De Coene, Decaluwe en Vandaele houdende wijziging van artikel 36 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende de radio-omroep en de televisie, wat de organisatie betreft die de belangen van gezinnen behartigt.
Ook de heer Wienen heeft vanmiddag bij motie van orde een voorstel van spoedbehandeling gedaan van het voorstel van decreet van mevrouw Dillen en de heren Wienen en Dewinter houdende wijziging van sommige bepalingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie.
Ik stel voor dat we beide voorstellen tot spoedbehandeling samen behandelen.
De heer De Coene heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, dit voorstel, dat ik met twee collegas heb ingediend, is eigenlijk een regularisatie van een bestaande toestand. Een aantal organisaties zijn erkend om uitzendingen door derden te verzorgen op radio en/of televisie. Het decreet voorziet vandaag in twee categorieën van organisaties, namelijk sociaaleconomische en levensbeschouwelijke organisaties. Nu is een gezinsorganisatie, namelijk de Gezinsbond, tot op heden erkend op een lijst.
Bij de jongste erkenning heeft het Rekenhof er echter niet onterecht op gewezen dat het decreet eigenlijk geen rechtsgrond biedt om een gezinsorganisatie te erkennen. Daarom willen we een kleine toevoeging aanbrengen aan het artikel in kwestie, waarbij we, naast de vermelde categorieën van sociaaleconomische en levensbeschouwelijke organisaties, een organisatie die de belangen van de gezinnen verdedigt zouden willen toevoegen. Op basis van dat aangevulde decreet kan de minister vervolgens een lijst maken met organisaties die deze uitzendingen kunnen verzorgen.
In de feiten verandert er niets. Het is gewoon een soort reparatie, een soort regularisatie van een bestaande toestand. Daarom durf ik te pleiten voor een spoedbehandeling hiervan. Wezenlijk verandert er immers niets aan het decreet en al evenmin iets aan de feitelijke toestand.
De heer Wienen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, de meerderheid wil via de spoedbehandeling veranderingen aanbrengen aan bepaalde artikelen van het zogenaamde Mediadecreet. Het leek me dan ook wenselijk ook ons voorstel daaraan te koppelen, omdat dat ook gaat over levensbeschouwelijke en sociaaleconomische derdenuitzendingen op de VRT.
Aangezien de inhoud meer verstrekkend is, leek het me logisch dat die twee voorstellen samen zouden worden behandeld. Als er wordt beslist over te gaan tot de spoedbehandeling van het voorstel van decreet van de heren De Coene, Decaluwe en Vandaele, lijkt het me logisch dat ook het voorstel van decreet van mevrouw Dillen en mezelf aan de agenda zou worden toegevoegd.
De heer Verstrepen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik vind het toch wat vreemd dat de spoedbehandeling wordt gevraagd voor iets dat eigenlijk geen impact heeft op de huidige situatie. Ik heb dit heel kort doorgenomen en vind dat we hierover een debat ten gronde moeten voeren, en deze keer liefst in de commissie, niet in de plenaire vergadering. Dan zullen we uitgebreid kunnen discussiëren over deze aanpassingen.
Ik kan er niet omheen: die zinsnede een organisatie die de belangen van de gezinnen behartigt is enigszins knip- en plakwerk. Als ik die zie staan, denk ik dat er binnen de kortste keren al hersteldecreten zullen moeten worden gemaakt. Ik vraag me af over wie het dan allemaal gaat. Ik heb ondertussen even gegoogeld. Dit kunnen we niet tussendoor snel even behandelen, net voor het reces. Ik zie de spoedbehandeling totaal niet zitten.
De heer Tommelein heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, we hebben het daar vorige week over gehad. Toen heb ik ook gezegd dat ik helemaal geen voorstander ben van snel knip- en plakwerk en dat dit een ernstig debat vergt, over heel de werking van de VRT, maar ook over de taak en de uitzendingen door derden. Ik zie niet in waarom dat nu in ijltempo moet gebeuren. Ik vraag daar een ernstig debat over, in het kader van de totale werking en opdracht van de VRT.
De heer Caron heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, geachte leden, wat de noodzaak van een grondig debat betreft, sluit ik me aan bij de vorige sprekers. Het gaat hier over het regulariseren van een programmablokje van de Gezinsbond: laten we het maar zeggen zoals het is. Dat blokje bestaat en het Rekenhof twijfelt aan de wettelijkheid ervan.
Wij denken dat het debat ten gronde moet worden gevoerd, maar het zou al te gek zijn dat het net de Gezinsbond zou zijn die van de kabel verdwijnt. In afwachting van het debat kunnen wij het voorstel van decreet ondersteunen.
De heer Van Mechelen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik heb de minister van Media hier vandaag gezien. Wordt de zendtijd voor derden verdeeld per 1 januari of wordt die verdeeld per 1 september, wat het begin van het televisieseizoen is? Als het per 1 januari is, moeten we eens nagaan hoe we het debat organiseren. Als het per 1 september is, is er absoluut geen spoedbehandeling nodig.
Mijnheer de voorzitter, geachte collegas, er is een risico. Indien men het deze week niet zou behandelen in de plenaire vergadering, dan kan de Gezinsbond in concreto niet langer erkend worden. Als men daarvoor kiest, moet men dat duidelijk zeggen.
Ik begrijp de commentaar van de heer Verstrepen niet. Aan de ene kant zegt hij dat het niets inhoudt en dat er dus geen spoedbehandeling nodig is. Aan de andere kant wil hij wel een uitgebreid debat in de commissie. Het is het een of het ander. Indien het vandaag niet wordt behandeld en/of niet wordt goedgekeurd, dan heeft de Gezinsbond geen erkenning om uitzendingen voor de radio te doen. Dit lijkt me niet wenselijk. Vandaar dat ik toch wil aandringen.
De heer Wienen koppelt er een ander voorstel aan waarvan hij zegt dat het veel verstrekkender is. De logica is dan dat je dit wel behandelt in een commissiezitting omdat de actieradius van zijn voorstel veel verder gaat dan wat we hier proberen te regulariseren en rechtsgrond te geven. Ik begrijp deze demarche niet.
Ik steun de collegas, voor alle duidelijkheid. Mijn vraag voor hoogdringendheid is enkel gekoppeld aan het feit dat de heer De Coene het nodig vindt om zijn decreet bij hoogdringendheid te behandelen. Als dat gebeurt, ben ik voorstander om het decreet van mevrouw Dillen en mezelf daaraan te koppelen omdat het nu eenmaal over dezelfde materie gaat. Als er een decreet wordt aangenomen waarin er wordt gepleit voor de afschaffing van de levensbeschouwelijke derden en de sociaaleconomische derden op de VRT, dan is het een beetje een vergeefs werk om twee maanden ervoor een decreet te laten goedkeuren om dan nadien nog eentje toe te voegen. Het is de logica zelve dat die dingen samen worden behandeld. Voor mij mag dat gerust in de commissie, maar als deze vergadering beslist om het voorstel-De Coene in de plenaire vergadering te behandelen, lijkt het me logisch dat het voorstel van mevrouw Dillen en mezelf daaraan wordt gekoppeld.
De heer Yüksel heeft het woord.
Ik denk dat het voorstel van de meerderheid bedoeld is om wat bij de vorige erkenning niet is gebeurd nu te regulariseren. Het heeft totaal niets te maken met de toekomst en met de mogelijkheid en de wenselijkheid om levensbeschouwelijke uitzendingen mogelijk te maken. Ik snap de logica van de heer Wienen niet om die twee zaken aan elkaar te koppelen.
Ik wil ook wijzen op de discussie van vorige week na mijn actuele vraag. De minister wil de nieuwe procedure voor de erkenningen enkele maanden uitstellen om in de commissie een grondige discussie te voeren, indien nodig.
Nu gaat het er enkel over om de regularisatie voor de Gezinsbond in orde te brengen.
De heer Decaluwe heeft het woord.
Voor de niet-kenners lijkt het allemaal over hetzelfde te gaan, namelijk over artikel 36. Dat klopt natuurlijk, maar het voorstel van de meerderheid gaat over een technische aanpassing. Ik zou zeggen dat het een vergetelheid was in het vorige decreet. Het bestaat al, we regulariseren enkel. Wat de collegas van het Vlaams Belang vragen, is een debat ten gronde over de levensbeschouwelijke derden. Dat is natuurlijk een heel ander debat.
Ik zou durven voorstellen om het voorstel van de meerderheid een soort technische aanpassing te behandelen zodat de rechtsgrond er is vanaf 1 januari. In de commissie kan er dan een debat ten gronde komen over de levensbeschouwelijke derden.
Het voorstel van de meerderheid is puur technisch. Enerzijds gaat het over regularisatie. Anderzijds heb je het debat ten gronde over het onderdeel van het VRT-beleid over de levensbeschouwelijke derden. We zullen waarschijnlijk nog de tijd hebben om daar ten gronde over te discussiëren in de commissie.
Nu ben ik even niet mee, mijnheer Decaluwe. De heer Yüksel zegt dat minister Lieten de erkenningen nog wil uitstellen en dat we voortgaan in de huidige situatie. Er is dus geen probleem, het kan best naar de commissie. En u beweert het tegenovergestelde. U zit nochtans in dezelfde fractie.
Ik zou graag weten hoe het nu juist zit. Als het volgens de heer Yüksel mogelijk is om het in de commissie te doen, dan stel ik voor dat beide decreten naar de commissie gaan.
Wij gaan nu bij zitten en opstaan beslissen over het voorstel tot spoedbehandeling van het voorstel van decreet van de heren De Coene, Decaluwe en Vandaele. Wie wenst dat wij het morgen behandelen, staat recht.
De tegenproef.
Wij stemmen hoofdelijk voor de zekerheid. Wie het eens is met het voorstel, brengt een ja-stem uit. Wie het er niet mee eens is, brengt een neen-stem uit.
Stemming nr. 1
Ziehier het resultaat:
107 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
60 leden hebben ja geantwoord;
42 leden hebben neen geantwoord;
5 leden hebben zich onthouden.
Daarmee wordt het voorstel van decreet morgen behandeld.
De heer Van Eyken heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik heb een stemafspraak met de heer Bart Martens, die in Kopenhagen is.
De heer Tommelein heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik heb mij onthouden omdat ik voor de stemming nog het woord vroeg en het niet meer kreeg van u.
De manier waarop de heer De Coene de zaken hier voorstelt, alsof de spoedbehandeling van dit voorstel een stemming voor of tegen de Gezinsbond is of voor of tegen het toelaten van de Gezinsbond op de openbare omroep, is niet correct. Ik protesteer daartegen. Dat is geen manier van doen. Ik vond dat dit een ernstig debat behoefde, dat dit ook een zaak is die allang geweten is en die weer op het laatste moment moet worden gerepareerd. Ik heb vorige week nog gezegd, met instemming van een aantal collegas in deze zaal, dat wij daarover een ernstig debat moeten hebben. Ik stel vast dat hier weer raprap de hoogdringendheid wordt gevraagd. Ik vind dat geen manier van doen. De neen-stem van mijn fractie is absoluut geen stem tegen de Gezinsbond of zijn aanwezigheid op de omroep.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik onthoud mij wegens een gemaakte stemafspraak met mevrouw Sophie De Wit.
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik heb een stemafspraak met mevrouw Cindy Franssen.
Mevrouw De Waele heeft het woord.
Ik heb me ook onthouden omdat ik een stemafspraak heb met mevrouw Tine Eerlingen.
Dan gaan we nu over tot de stemming over het voorstel tot spoedbehandeling van het voorstel van decreet van mevrouw Dillen en de heren Wienen en Dewinter houdende de wijziging van sommige bepalingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende de radio- en televisieomroep. Wie het morgen in de plenaire vergadering wil behandelen, stemt ja, de anderen stemmen neen.
Stemming nr. 2
Ziehier het resultaat:
108 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
17 leden hebben ja geantwoord;
88 leden hebben neen geantwoord;
3 leden hebben zich onthouden.
Ik veronderstel dat de stemafspraken opnieuw dezelfde zijn. Dat is bij dezen ook duidelijk.
Daarmee wordt dit voorstel van decreet morgen niet in de plenaire vergadering behandeld.