Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Eyken heeft het woord.
Mijnheer de minister, voorzitter, collegas, tot voor kort was het op communautair vlak een beetje windstil in Ronse. Ik heb moeten vaststellen dat daar een plotse opwelling van communautaire druk is gekomen.
Mijnheer de minister, we hadden het deze voormiddag nog over de studie-Boes over de vernederlandsing van het straatbeeld. U zei zelf dat dat is getoetst door professor Veny. Die zegde dat dat allemaal niet gaat. Nu zegt de Vlaamse Regering dat zij nog eens een derde piste gaat zoeken. Uiteindelijk heeft wat professor Boes heeft gezegd, geen wettelijke grond. Nu moet ik vaststellen dat men vorige week in Ronse, een van de gemeenten die de taalfaciliteiten zou moeten naleven, een nieuw straatnaambord heeft, voor de Cypriaan De Rorestraat. Dat is een heel mooie naam, maar het bord is eentalig. De schepen voor Cultuur, onze oud-collega Joris Vandenbroucke van sp.a-spirit, zegt dat hij het weet en dat hij met de wettelijkheid aan het flirten is. Maar, zegt hij, we zullen wel zien hoe de Franstaligen daarop zullen reageren.
Ik vind dat de minister moet zeggen dat dit niet gaat. Zolang geen eventuele regeling is getroffen, gaat het om een overtreding van de wet. Momenteel gaat dit dus niet.
Mijnheer de minister, de plaatselijke mandatarissen weten goed dat deze situatie onwettelijk is. Wat zult u doen om dit recht te zetten?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik ben niet op de hoogte van een beslissing van het stadsbestuur van Ronse. Die beslissing is mij zeker niet bezorgd. Het gaat om een prachtige straatnaam. Ik veronderstel dat de heer Van Eyken er zelf lyrisch van wordt. Als minister van Binnenlands Bestuur kan ik enkel optreden tegen beslissingen van steden en gemeenten die me worden bezorgd. Indien die beslissing zou zijn genomen, zeg ik hic et nunc dat ik hiertegen niet zal optreden.
Zoals de heer Van Eyken zelf heeft aangehaald, is er eigenlijk geen zware discussie. Er zijn wel verschillende meningen. Professor Boes en anderen hebben verklaard dat straatnaamborden niet onder de taalwetgeving vallen. Het gaat niet om mededelingen aan het publiek. Die borden richten zich ook tot andere mensen. Het Vlaams regeerakkoord stelt dat de Vlaamse Regering maximaal alle denksporen in verband met de vernederlandsing van het straatbeeld zal onderzoeken. In het licht van deze bepaling zou ik, indien een dergelijke beslissing me zou worden voorgelegd, niet optreden. Indien dit tot een uitspraak van het hoogste administratieve rechtscollege zou leiden, zullen we uiteindelijk meer weten.
Mijnheer de minister, uw antwoord ontgoochelt me diep. (Gelach)
Het stadsbestuur van Ronse kleurt buiten de lijntjes. U wilt blijkbaar een onwettige beslissing toelaten. Ik vind dit een minister onwaardig. U bent de behoeder van de wetten. Er is nog steeds een wet die stelt dat de straatnaamborden in de faciliteitengemeenten en in de gemeenten met een bijzonder statuut in de twee landstalen moeten worden opgemaakt.
Ik zal u een foto van het straatnaambord overhandigen. Daardoor zult u op de hoogte zijn. Verder kan ik u ook melden dat vorige week in Het Nieuwsblad een persbericht is verschenen. In dat persbericht verklaart de verantwoordelijke dat het bord is ingehuldigd. U moet bijgevolg niet stellen dat u hier niets van weet. Ik hoop in elk geval dat u nog zult optreden.
De heer Tack heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik ben zelf uit Ronse afkomstig. Met zijn uitspraak over het lyrische karakter van de straatnaam heeft de minister het alvast bij het rechte eind. Cypriaan de Rore was al een ambassadeur van Vlaanderen lang voor het Vlaams Parlement is opgericht. Hij was een componist van madrigalen. In zijn tijd stond hij op het niveau van Monteverdi en van Orlandus Lassus.
Ik wil de heer Van Eyken bedanken omdat hij Ronse aan de agenda van het Vlaams Parlement heeft toegevoegd. Deze actuele vraag biedt me de gelegenheid de inconsequentie van zijn partij aan het licht te brengen. Ik nodig hem uit om met mij naar Vloesbergen of naar Edingen te gaan. We zouden daar samen kunnen nagaan op welke manier de gemeentediensten de faciliteiten voor Vlamingen toepassen. Ik nodig hem eveneens uit zijn collegas in het Waals Parlement te vragen daar eens een actuele vraag over de toepassing van de faciliteiten te stellen. Die faciliteiten worden daar niet toegepast. Het personeel is eentalig Franstalig. In Ronse worden de faciliteiten nog te uitgebreid ter beschikking van de Franstaligen gesteld.
Op een ander vlak is de heer Van Eyken wel zeer consequent. De initiatieven van zijn partij zijn steeds bedoeld om de verfransing van Vlaanderen maximaal te dienen.
Wanneer zal uw gemeenschap de school in Komen subsidiëren, wat ze wettelijk moet doen? Waar blijft uw consequentie?
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord, maar ik heb nog een vraag. Het gaat hier niet over één straat, maar over twee straten. Mijnheer Van Eyken, als u een vraag stelt, moet u zich beter informeren. De schepen waarover u het hebt, Joris Vandenhoucke, is wel degelijk van CD&V-strekking en is geen sp.aer.
Mijnheer de minister, als binnenkort alle straatnaamborden in Ronse eentalig zullen worden, zult u dan dezelfde houding blijven aannemen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Demesmaeker heeft het woord.
Mijnheer Van Eyken, het gaat hier om een eigennaam. We hebben de uitleg gekregen en we leren ook nog iets bij. Het komt er dus op neer dat het woordje rue is weggelaten. Proficiat, een staatszaak die van levensbelang is voor alle inwoners van Ronse.
U zwaait met woorden als respect voor de taalwetten, naleven van de taalwetgeving, faciliteitenregeling. Uit uw mond klinkt dit een beetje hol. U bent een van de grote verdedigers van een aantal kandidaat-burgemeesters in de Vlaamse Rand die er dagelijks een sport van maken om de taalwetgeving aan hun laars te lappen en niet toe te passen.
De ervaring met de toepassing van de taalwetgeving leert ons dat het enkel en alleen een zaak is geweest van de immer brave, de immer rechtgeschapen Vlamingen en niet van de Franstaligen. Oh ja, wanneer het hun goed uitkomt, dan wel, maar als het hun wat minder goed uitkomt, dan is het een heel ander verhaal. Het niet-toepassen van de taalwetgeving in de ziekenhuizen in Brussel en bij de mug-diensten in Vlaams-Brabant, is wel van levensbelang en van een totaal andere orde dan een straatnaambordje. Het is inderdaad een legitieme en plausibele interpretatie van de taalwetgeving, van de faciliteitenregeling.
Mijnheer de minister, wat mij betreft mag u het gemeentebestuur van Ronse en van andere gemeentebesturen als het nodig is, zeker aanmoedigen. (Applaus bij de N-VA)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, geachte collegas, ik ben blij dat er eens over Ronse wordt gesproken. Ronse is een stad in het zuiden van Oost-Vlaanderen die het om allerlei redenen sociaaleconomisch heel moeilijk heeft. Het stadsbestuur, onder leiding van CD&V, probeert er al jaren iets aan te doen met een offensief beleid. De Vlaamse Regering steunt dit ook.
Het is dus goed dat er aandacht is voor Ronse, al is het jammer dat het op deze manier moet gebeuren. Het gaat inderdaad over één of twee straatnaambordjes met een Nederlandstalige benaming.
Mijnheer Van Eyken, het is al door collegas gezegd, maar de toepassing van de faciliteiten door een aantal Waalse of Duitstalige gemeenten is van een heel andere orde dan hoe het vrij rigoureus in Ronse gebeurt. Ik zou eerst en vooral daar eens naar kijken.
De heer Bouckaert heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, als Gentenaar heb ik een speciale affiniteit met Ronse omdat het dialect van Ronse lijkt op het dialect van Gent.
Ik sluit me aan bij de vorige sprekers. Ik heb er maar één ding aan toe te voegen. Het geval Ronse bewijst dat de faciliteiten een ander effect hebben dan oorspronkelijk bedoeld. De oorspronkelijke bedoeling was om Franstalige inwoners die er al waren te faciliteren en voor te bereiden op hun integratie in de Vlaamse gemeenschap.
Ronse wordt inderdaad sterk getroffen door de economische crisis. De huizen zijn er goedkoop. De faciliteiten creëren een heel bijzonder aanzuigeffect op de Waalse bevolking in Henegouwen waardoor de Franstaligheid weer toeneemt. Ronse was bevrijd van het franskiljons elitair bewind, maar er is nu weer een toename van de Franstaligheid. Het is misschien een gelegenheid om ons eens te bezinnen over het faciliteitenregime in Ronse.
Mijnheer Van Eyken, uw betoog zou inderdaad aan gezag winnen, als u bij de Franstalige gemeenschap zou aandringen op een strikte toepassing van de taalwetgeving door hen.
Mijnheer de voorzitter, ik ben het helemaal eens met de uiteenzetting van de laatste spreker. Mijnheer Van Eyken, uw interesse voor Ronse leidt minstens tot vreugde bij twee van uw collegas. Waar hebt u dat aan verdiend?
Ik betwist ten zeerste uw stelling dat er een wet is die zegt dat straatnaamborden in faciliteitengemeenten in twee talen moeten worden opgemaakt. Er is discussie over het feit of dit al dan niet mededelingen zijn aan het publiek. Dan is er nog de vraag over welk publiek het gaat. Er komen immers ook andere mensen in Ronse, zoals u blijkbaar ook. Er is dus een goede reden om te zeggen dat dat niet onder die bepaling valt. Een autoriteit zoals professor Boes verdedigt die stelling.
Ik zal in het licht van het regeerakkoord daar niet tegen optreden, mijnheer Tack, laat dit duidelijk zijn. Mijnheer Van Eyken, ik ben een beetje verrast dat u door mijn antwoord ontgoocheld bent. Nog vanmorgen hebt u een pleidooi gehouden in de commissie om meer aandacht te hebben voor het aanleren van het Nederlands aan kinderen van anderstalige ouders in Vlaams-Brabant. Ik dacht dat u zich zou verheugen over deze maatregel die ertoe zal bijdragen dat Franstaligen het woordje straat zullen aanleren. (Applaus bij de N-VA)
U haalt mijn betoog van vanmorgen uit zijn context. Het ging over de problematiek van het secundair onderwijs en de gebrekkige kennis van het Nederlands daar.
Uit alle tussenkomsten van de parlementsleden en de Vlaamse Regering stel ik vast dat een provocatie van een bestuur dat buiten de lijntjes kleurt, wordt bedekt met de mantel der liefde en dat men er niets aan zal doen.
Mijnheer de minister, ik zal u de foto overhandigen zodat u kunt weten waarover het juist gaat.
Het incident is gesloten.