Verslag plenaire vergadering
Verslag
Opheldering over de stand van zaken
Dames en heren, met toepassing van artikel 46 van het Reglement van het Vlaams Parlement heeft de heer Gatz bij motie van orde het woord gevraagd.
De heer Gatz heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, het zal u niet verwonderen, maar ik wil kort nog even terugkomen op het incident dat zich eergisteren heeft voorgedaan in het Uitgebreid Bureau, dat de agenda van deze vergadering vastlegt. Wij hebben er grote problemen mee dat bepaalde onderwerpen blijkbaar niet in deze plenaire vergadering kunnen worden besproken. Ik wil dit nog even beargumenteren.
Mijnheer de voorzitter, dit is en ik denk dat u dit wel erkent ons parlement: het parlement van elke volksvertegenwoordiger, van de 124 die hier verkozen zijn. Het is normaal dat bepaalde beslissingen hier meerderheid tegen minderheid worden genomen wanneer men na een debat bepaalt waar het met een bepaald onderwerp naartoe moet in Vlaanderen. Het is echter niet normaal dat meerderheid bij minderheid wordt beslist welke onderwerpen hier kunnen worden besproken en waar. Wij zijn, mijnheer de voorzitter, heel misnoegd, verontwaardigd en ontgoocheld over het feit dat belangrijke onderwerpen zoals het ontslag van de gedelegeerd bestuurder van de VRT of het zwarte gat in de onderwijsbegroting van minister Smet, hier vandaag niet aan bod kunnen komen. Ik verklaar me nader. Ze komen aan bod elders en later. Elders wil zeggen dat ze gisteren aan bod kwamen in de commissie. Later wil zeggen dat ze aan bod komen over tien dagen of over een week tijdens de begrotingsbesprekingen. Elders en later is geen agenda voor het Vlaams Parlement. Hier en nu is een agenda voor het Vlaams Parlement! (Applaus bij de oppositie)
Dit is de plaats waar de debatten moeten worden gevoerd, ondanks het feit dat het belang van de commissies niet onderschat mag worden. Dit is het brandpunt. Dit is het zenuwpunt waar alle discussies samenkomen. Wij zijn heel ontgoocheld dat de meerderheid ons maandag niet gevolgd is in deze visie.
Maar ik ben ook ontgoocheld, mijnheer de voorzitter, mijnheer Peumans, beste Jan, dat u zich als voorzitter geleend hebt voor het volgen van deze agenda, waardoor u, als voorzitter van dit parlement, de verdeeldheid die leeft binnen de meerderheid, mee afdekt. Of u dit nu graag hoort of niet, ik moet dit kwijt. Ik zou graag van u een antwoord krijgen dat iets meer over politiek gaat en iets minder administratief is dan wij maandag van u mochten vernemen.
De heer Dewinter heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik zou mijn ergernis willen ventileren over het feit dat de agenda van de plenaire vergadering tegenwoordig wordt bepaald vanuit één bepaalde fractie: sp.a. Zondag reeds mochten we vernemen uit de mond van de voorzitter van de commissie voor Media, de heer De Coene, hoe de agenda van dit parlement er deze week zou uitzien. Via Belga zei hij: Geen probleem, alle interpellaties betreffende de VRT en het ontslag van de gedelegeerd bestuurder zullen dinsdag in de commissie worden behandeld. Daarmee was de toon gezet, ook voor de vergadering van het Bureau, waar wij niet veel meer hebben kunnen doen dan akte nemen van het dictaat van de socialisten, die, uiteraard in een vlotte een-twee tussen hun minister en de voorzitter van de commissie Media, die beiden tot dezelfde partij behoren, hadden beslist dat heel de onverkwikkelijke partijpolitieke affaire inzake het ontslag van de gedelegeerd bestuurder, dat tot heel wat discussie en debat en onenigheid heeft geleid binnen de Vlaamse Regering, uiteindelijk beslecht zou worden in de beslotenheid van een parlementaire commissie. De meerderheid kon niet anders dan zich node bij dat dictaat neerleggen.
De oppositie is in dezen duidelijk verenigd. Ik sluit me dan ook aan bij de woorden van de fractieleider van Open Vld, wat niet zo gebruikelijk is als het lijkt. We moeten ons hier vandaag formeel verzetten tegen de machtsgreep van de meerderheid, en meer bepaald van de sp.a, op dit parlement en onze parlementaire werkzaamheden.
Wij weigeren ons neer te leggen bij dit dictaat, zowel wat betreft het debat omtrent de VRT, als wat betreft het debat over de tekorten in de begroting, meer bepaald de 70 miljoen euro in de onderwijsbegroting. Dat moet hier behandeld kunnen worden, en nergens anders. Niet in een commissie, niet in de beslotenheid van een of andere vergadering, maar hier, in deze plenaire vergadering, waar het parlement in zijn voltallige samenstelling kennis kan nemen van het debat en van de antwoorden van de minister.
Mijnheer de voorzitter, u hebt bij uw aantreden herhaaldelijk gesteld dat u de stem zou zijn van alle parlementsleden, niet alleen die van de meerderheid. Wij hebben altijd gepleit voor een voorzitter die ook de rechten van de oppositie, en dus van het parlement, maximaal zou beschermen, en die dan ook iemand zou zijn die uit die oppositie komt. Het parlement heeft gekozen voor een voorzitter van de meerderheid, en we zien nu, met alle respect voor uw persoon, wat daar de gevolgen van zijn. Zon voorzitter is altijd schatplichtig aan de meerderheid, en dus ook aan de regering, want hij heeft zijn mandaat te danken aan diezelfde meerderheid. De post van voorzitter van deze assemblee zit immers mee inbegrepen in de regeringsonderhandelingen, met alle consequenties van dien voor het politieke handelen van die voorzitter. Dat is vandaag en de voorbije dagen uitdrukkelijk gebleken.
Als we van dit Vlaams Parlement meer willen maken dan datgene waar we zo dikwijls op een verwijtende manier van beschuldigd worden, namelijk niet veel meer te zijn dan een veredelde gemeenteraad, dan moeten we het ook aandurven om alle politiek en maatschappelijk belangrijke debatten hier in dit halfrond te voeren. Daarom doe ik een beroep op u, mijnheer de voorzitter, om het gewaad van de meerderheid af te leggen en de voorzitter te willen en te durven zijn van heel deze assemblee, ook, en omwille van het parlementaire controlerecht misschien wel eerst en vooral, van de oppositie.
Ook onze fractie had vandaag een bijkomende vraag ingediend, bij monde van onze mediawoordvoerder Wim Wienen, over de VRT-perikelen en de onenigheid daaromtrent in de schoot van de Vlaamse Regering. Wij hadden graag het standpunt gekend, niet alleen van de mediaminister, maar ook van de minister-president. Ook die vraag is ons vandaag geweigerd. Het is duidelijk dat over deze themas niets, maar dan ook niets aan bod mag komen in dit halfrond. Daarom protesteren wij formeel tegen de handelswijze van u, maar vooral tegen die van de meerderheid, die blijkbaar schrik heeft om het debat hier en nu tot op het bot te voeren. (Applaus bij het Vlaams Belang, Open Vld en LDD)
De heer Vereeck heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ook de LDD-fractie is van mening dat het debat over het ontslag van de gedelegeerd bestuurder en de toekomst van de VRT thuishoort in deze plenaire vergadering. In tegenstelling tot wat u hebt verklaard op de regionale televisiezender TV Limburg, is dit echt geen politique politicienne. Dit is een debat dat de commissie Media overstijgt en dat ook niet-media-experts in deze vergadering zou boeien. Het bevoegdheidsdomein Media belangt ons allemaal aan, het heeft een impact op alle Vlamingen, en dus ook op alle parlementsleden.
U hebt op tv ook gezegd dat we in de commissie ook de gedelegeerd bestuurder hadden kunnen uitnodigen, de leden van de raad van bestuur en dergelijke meer, en dat we in de plenaire enkel de minister kunnen ondervragen. Welnu, gisteren hebben we ook alleen maar de minister gezien, en vandaag zien we ten minste ook nog de minister-president.
Maar ik weet wel wat u bedoelt. Natuurlijk is het debat in de commissies grondiger, maar in de plenaire vergadering is het wat mij betreft politiek des te relevanter. U moet toch weten wat het belang is van een debat in plenaire zitting. Er zijn in deze plenaire vergadering inderdaad al heel onnodige debatten gevoerd. Virtuele debatten over een kilometerheffing, waarover nog niet eens een maatregel is genomen, of langetermijndebatten die in een actualiteitsdebat worden gestopt, zoals over fijn stof.
Dit debat is maatschappelijk relevant, en het gaat over een actuele, duidelijke beslissing. Misschien is het zelfs een testcase voor de betere werking van deze plenaire vergadering. Ik ontken dat het allemaal te doen is om de cameras die hier draaien. Die cameras stonden er gisteren ook. Trouwens: we zijn deze plenaire vergadering met 5 minuten vertraging begonnen omdat u voor een camera stond. (Applaus bij de oppositie)
Het gaat erom dat het debat in een commissie wordt weggemoffeld. Gelukkig had ik op dinsdag één uurtje vrij en kon ik even aanwezig zijn. Maar we hebben ook nog andere verplichtingen, maar alle volksvertegenwoordigers en niet enkel de media-experts stellen daarin belang. Dat u dat niet inziet, mijnheer de voorzitter, bewijst dat u de voeling met het parlement kwijt bent. U bent niet de onafhankelijke voorzitter die ook de belangen van de oppositie vrijwaart.
Ik begrijp nu ook beter waarom het voorzitterschap van dit parlement eigenlijk deel uitmaakt van de regeringsonderhandelingen. U wou minister worden. Wel, u bent minister: minister van Censuur, de Comical Ali van deze Vlaamse Regering.
Geweldig. Wat een niveau! Proficiat, mijnheer Vereeck. Ik zal u straks antwoorden.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, de helft van dit Vlaams Parlement bestaat uit nieuwe mensen. In de eerste maanden zien ze hoe een parlement werkt en wat de mogelijkheden zijn. Het is daarom erg belangrijk dat we er in die beginperiode helemaal voor gaan en alle ruimte daartoe krijgen. Ik ben dan ook erg ontgoocheld over de manier waarop discussies uit de plenaire vergadering worden weggehouden. Alle oppositiepartijen vragen een debat over de VRT en een debat over het gat in de onderwijsbegroting. U en de meerderheid hebben dat geweigerd.
Een meerderheid die vertrouwen heeft in haar eigen project, zou moeten beseffen dat een goed en sterk parlement nood heeft aan een oppositie die ten volle haar rol kan vervullen. Ik kan maar besluiten dat op momenten zoals nu, als het moeilijk wordt wanneer een N-VA-minister van Begroting lijnrecht tegenover een sp.a-minister van Onderwijs staat; wanneer de N-VA en CD&V lijnrecht tegenover sp.a staan inzake de VRT dan kiest men voor de vlucht vooruit. Of beter gezegd, dan kiest men voor de vlucht weg van dit parlement. Dan telt de oppositie niet meer mee, dan telt enkel nog het vege lijfsbehoud.
Ik had gehoopt dat we in bescherming zouden worden genomen door een voorzitter die er prat op gaat dat hij in de vorige legislatuur het beste parlementslid was. Dat is niet het geval, en dat is een zeer grote ontgoocheling. Mijnheer de voorzitter, uw beslissing is niet voor herhaling vatbaar, want dit is een smet op uw blazoen.
De heer Vanvelthoven heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, als leider van de coupplegers voel ik me aangesproken. Het is lachwekkend dat er wordt gesproken over een machtsgreep van sp.a. Ik hoor het heel graag zeggen, maar het is niet ernstig. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Uw fractieleider vertelt prietpraat.
Dit is de derde dag op rij dat het parlement over dit onderwerp discussieert. Maandag heeft het Uitgebreid Bureau daarover uitgebreid gediscussieerd. Gisteren, bij het begin van de commissiebijeenkomst, is daarover uitgebreid gediscussieerd. En vandaag gebeurt dat opnieuw. En morgen kan dat opnieuw, en overmorgen idem. Het land zit te wachten op deze debatten! (Gelach. Rumoer op de oppositiebanken)
Mijnheer Dewinter, als u er geen veredelde gemeenteraad van wilt maken, laat de heer Vanvelthoven dan uitspreken.
Wat zijn de feiten? Vorige week namen we kennis van de beëindiging van de overeenkomst van de heer Wauters. Enkele parlementsleden hebben een interpellatieverzoek ingediend, twee voorafgaand aan het ontslag, een na het ontslag. Alle drie de leden vroegen om een interpellatieverzoek te kunnen doen in de commissie. Daarna kwam er een vraag van enkele fractieleiders voor een actualiteitsdebat.
Het belang van een ernstig menend parlementslid is dat er snel en in alle openbaarheid uitleg kan worden gevraagd aan de regering. Wat is snel? Zo snel mogelijk, en dat was dinsdag. De beleidsbrief was gisteren geagendeerd. Wat vraagt de oppositie, mijnheer Dewinter? Dat de beleidsbrief zou worden uitgesteld, dat er dinsdag niet zou worden gediscussieerd over de VRT en dat dat vandaag pas zou gebeuren.
Mijnheer Dewinter, als u het ernstig meent met openbaar en snel debatteren, dan kon u dat gisteren doen. Degenen die er gisteren waren, zouden vandaag met respect moeten vertellen dat de commissievoorzitter u allemaal twee keer zoveel tijd heeft gegeven om de regering te ondervragen dan normaal hier het geval zou zijn. Doen alsof het is weggestopt en de parlementsleden geen gelegenheid hebben gehad om de regering hierover te ondervragen, is op het belachelijke af.
Gisteren waren er interpellaties in de commissie, en die mondden uit in moties. Die moties hadden vandaag aan bod kunnen komen. Als u gisteren simpelweg het verzoek had gericht aan de commissie dat u vandaag die moties had willen behandelen, dan waren die vandaag behandeld. Dat die vragen gisteren al zijn behandeld, wil zeggen dat het snel en openbaar is gebeurd. Men had het vandaag opnieuw kunnen doen op basis van de moties.
Aangezien de oppositie traag heeft gewerkt, zal het pas volgende week donderdag zijn, en dan zal het openbaar zijn in deze plenaire vergadering. Dat is er gebeurd. De oppositie heeft geen reden tot klagen, integendeel. (Applaus bij sp.a)
De heer Van Dijck heeft het woord.
Waar ik het moeilijk mee heb, is dat hier door sommigen een sfeer is gecreëerd alsof bepaalde onderwerpen niet kunnen of mogen worden besproken. Dan zegt u dat de werkzaamheden in de commissie niet relevant zijn. Ik onderschrijf wat de heer Vanvelthoven zegt. We hebben snel kunnen handelen, en het debat is niet weg. Moties kunnen worden besproken, straks wordt de beleidsbrief besproken, dus dat kan nog allemaal. Sinds oktober hebben we hier al zeven actualiteitsdebatten gehad.
Dat is bijna evenveel als tijdens de hele vorige legislatuur. Kom dus niet vertellen dat dit parlement monddood gemaakt wordt.
Finaal is er een beslissing genomen in het Uitgebreid Bureau. Ik kan erin komen dat sommigen daarmee moeilijkheden hebben. Maar dat is het niveau waar de beslissing dient genomen te worden. Ik vraag dat we conform die beslissing het verdere debat voeren.
De heer Caluwé heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, collegas, mij verbaast het enorm hoe deze zaak wordt gedramatiseerd: eerst in de reacties maandag en vandaag hier opnieuw in de plenaire vergadering. Ik herinner me nog de periode dat er veertien dagen voorbij gingen voor interpellaties werden geagendeerd en dat het moeilijk was om zo in te spelen op de actualiteit. We hebben dat aangepast. De interpellaties werden gisteren gehouden! Een hele namiddag lang is men uitgebreid op deze problematiek kunnen ingaan. Daardoor is het debat veel diepgaander gevoerd dan hier in de plenaire vergadering mogelijk was geweest.
De oppositie zegt dat ze de regering niet kan ondervragen. Ik kan me moeilijk voorstellen dat de fractieleider van Open Vld en die van Groen! hierop niet zullen terugkomen wanneer ze zo dadelijk de minister-president ondervragen. Wat voor een drama wordt er gecreëerd, terwijl we er juist voor gezorgd hebben dat men zo snel als parlementair mogelijk kon ingaan op deze problematiek! Het debat vond plaats in de commissie, maar openbaar met cameras erbij. Iedereen kon volledig uitpraten. Het ging over het functioneren van een persoon. Een bespreking in de commissie leent zich daar nog altijd beter toe dan een bespreking in de plenaire vergadering.
De heer Verstrepen heeft het woord.
Als vast lid van de commissie Media zie ik hoe krampachtig de meerderheid reageert. Ze reageert enkel op die manier als er iets loos is. De heer Vanvelthoven springt continu bij om de minister te redden, om iedereen langs de socialistische kant te redden.
LDD heeft ruimschoots op tijd een actualiteitsdebat aangevraagd. Mijnheer de voorzitter, ik neem geen vrede met uw uitleg. Iedereen uit er zijn ongenoegen over. U zegt dat de experten daarover moeten discussiëren in de commissie. Dat is deels juist, maar deels ook niet.
Weet u waarom de commissie niet volstond? We zaten er gezellig. Het was er zelfs te klein. Zo belangrijk was het debat, ook voor de meerderheid. Maar wij konden daar niemand ondervragen die mee verantwoordelijk is in het dossier, enkel minister Lieten. De minister-president was niet aanwezig. We konden mevrouw Gennez niet aanspreken op haar nekschot in TerZake. We konden minister Bourgeois niet ondervragen over zijn onenigheid bij de situatie. We konden de betrokkenen van de meerderheid niet ondervragen omdat ze niet in de commissie waren en er niet verplicht moesten zijn. Daarom hebben wij gevraagd om dit debat in de plenaire vergadering te voeren: om naar iedereen te kunnen luisteren die betrokken was in dit dossier.
Misschien hebt u administratief correct gehandeld, maar dit getuigt van politieke lafheid. De VRT belangt elke Vlaming aan. Elke Vlaming betaalt daarvoor. Bepaalde leden, mijnheer de voorzitter, durven op de televisie, op de radio en in de kranten hun grote mond open te trekken en maken de gedelegeerd bestuurder publiekelijk af, maar hebben niet het lef om hier te verschijnen. Waar is mevrouw Gennez?
Mijnheer Verstrepen, ik stel voor dat u afrondt. We gaan het inhoudelijk debat over de VRT hier niet beginnen!
Ik zal afronden. U hoeft niet zo gecrispeerd te reageren.
Ik doe niet gecrispeerd. Ik vraag alleen dat u afrondt.
Ik zou het op prijs stellen als de verantwoordelijken voor de publieke terechtstelling ook ondervraagd konden worden. Het kan niet. Ze zijn hier nu niet. Ik kan nu ook geen vraag stellen aan de minister-president. Ik kan dat straks doen. Ik zal dat ook doen.
Mijnheer de voorzitter, u hebt een politiek spelletje gespeeld. Omdat het zo gevoelig lag, hebt u het thema in samenspraak met de regering naar de commissie verwezen. Dat zijn de truken van de foor. Die kennen we al lang.
En de minister heeft geantwoord. Misschien moet dit parlement ook weten dat de minister van Media op geen enkele vraag duidelijk heeft geantwoord en meermaals heeft gelogen en de waarheid heeft verdraaid.
U hebt dat gisteren in de commissie ook al gezegd.
Mijnheer Vanvelthoven, het Reglement van een parlement mag nooit dienen om een parlement te muilkorven. De meerderheid in een parlement moet de democratische ingesteldheid en de grootsheid hebben om de minderheid, de oppositie, de rechten te geven waar die democratisch over moet kunnen beschikken, namelijk het controleren en interpelleren van de meerderheid. Zij moet de regering het vuur aan de schenen kunnen leggen. Dat is nu eenmaal eigen aan het democratische spel. Het mag nooit uitdraaien op een dictatuur van de meerderheid. De jongste dagen heb ik steeds meer de indruk dat dit wel het geval is. Wat me in deze het meest stoort, is dat dit allemaal in scène wordt gezet door sp.a. Als we op zondag van de hand van een commissievoorzitter op Belga lezen wat er de komende week gaat gebeuren, dan zitten we helemaal fout.
Tot slot, mijnheer Vanvelthoven, lijkt het wel of de vroegere stroper intussen boswachter is geworden. Het is een metamorfose van Dr Jeckyll en Mr Hyde. Het is alsof de klauwende leeuw Vanvelthoven een tam konijn is geworden. Toen ik u destijds aan de overkant van de straat bezig zag als Kamerfractieleider van de oppositie, dan zou het kot in een soortgelijke situatie te klein zijn geweest.
Mijnheer Dewinter, wilt u afronden?
Ik weet niet wat u voor de toekomst is beloofd misschien opnieuw een ministerpost , maar vandaag bent u de slaafse en getrouwe dienaar van de regering en van de meerderheid. Mijnheer Vanvelthoven, waarom wordt u niet opnieuw de briesende leeuw, de fractieleider van de oppositie die u was in het federale parlement? U zou dit parlement daarmee een grote dienst bewijzen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, u bent niet consequent in de trucs die u toepast. De heer Vanvelthoven heeft gezegd dat hij alles zo snel mogelijk wilde bespreken. Daardoor is het VRT-debat verwezen naar de commissie.
Wat Onderwijs betreft, is afgelopen weekend het gat of wat het ook mag zijn in de begroting bekend geworden. We hebben een interpellatieverzoek ingediend om dat probleem vandaag aan bod te laten komen, maar dat is geweigerd. Het probleem komt echter ook niet aan bod in de commissie die nu donderdag vergadert. Het wordt wel verschoven naar het begrotingsdebat in de plenaire vergadering. Dat zijn verschillende trucs om het ene weg te stoppen in de commissie en het andere twee weken later aan bod te laten komen in de hoop dat de storm tegen dan gaan is liggen. (Applaus bij Groen!, Open Vld en LDD)
De heer Van Der Taelen heeft het woord.
Ik ben ook lid van een meer oubollige assemblee, de Senaat, om ze niet te noemen. Ik wil tegenover collegae van andere vergaderingen de lof zingen van dit parlement als een modern parlement.
Daarom ben ik vandaag zo ontgoocheld en eigenlijk ook een beetje verrast. Tijdens mijn wilde jaren heb ik een heel interessant begrip geleerd, met name repressieve tolerantie. Mijnheer de voorzitter, had u dat vandaag gehanteerd, dan zouden wij nu niet ongeveer veertig minuten aan het debatteren zijn over niets. Als er wordt gezegd dat er een probleem is bij de VRT, waarom is het dan niet mogelijk om daarover te debatteren? Er wordt ook gezegd dat er een probleem is met de begroting van Onderwijs. Ik zie de minister van Onderwijs schudden en gebaren maken, maar hij kan het niet zeggen want we mogen er niet over debatteren. (Applaus bij de oppositie en van de heer Carl Decaluwe)
Ik begrijp niet waarom u uw minister van Onderwijs doemt tot mime en gebarentaal. Ik begrijp niet waarom u ons doemt tot het ventileren van geruchten. Waarom kunnen wij daar niet over discussiëren? Ik dacht dat dit parlement een modern parlement was. Ik dacht dat u onze voorzitter was, maar u bent blijkbaar inderdaad de minister van het parlement.
Mijnheer Van Der Taelen, het begrip repressieve tolerantie komt van Herbert Marcuse.
Eerst en vooral wil ik me verontschuldigen voor het feit dat we niet op tijd begonnen zijn. Sinds ik voorzitter ben, is de vergadering altijd stipt om twee uur begonnen. Nu was ik voor één keer vijf minuten later. (Opmerkingen van mevrouw Marijke Dillen)
Want ik vind, mevrouw Dillen, dat ik ook verklaringen aan de pers mag afleggen over het feit dat er in de afgelopen 48 uur geweldige kritiek was op de meerderheid binnen het Uitgebreid Bureau, en dan vooral op de voorzitter. Ik ben bijna 59 jaar. Ik kan daar zeer goed tegen. Ik heb daar geen enkel probleem mee. Als u me echter tracht onderuit te halen met het argument dat ik hier vijf minuten te laat ben, dan zal ik daar in het vervolg ook opmerkingen over maken. Ik begin altijd op tijd op een moment dat een aantal parlementsleden niet aanwezig zijn. (Applaus bij de N-VA)
Er is heel wat heisa over wat de afgelopen twee à drie dagen gebeurd is. Ik wil u er toch op wijzen dat na, spijtig genoeg, een stemming duidelijk beslist werd het debat over de openbare omroep in de commissie Cultuur te houden. Die stemming werd gevraagd door de oppositie, als ik me niet vergis door de heer Gatz, in het Uitgebreid Bureau. Men heeft mijn mening als voorzitter gevraagd. Ik heb die mening ook heel duidelijk gegeven. In een persbericht geeft LDD me woorden in de mond die ik niet gebruikt heb. Ik heb helemaal geen minachting voor deze plenaire vergadering, mijnheer Vereeck. (Opmerkingen van de heer Lode Vereeck)
U kunt straks repliceren. Ik heb ook de naam van mevrouw Dillen en de heer Dewinter genoemd. U kunt straks reageren.
De afgelopen vijf jaar heb ik ongeveer alle plenaire zittingen van het begin tot het einde gevolgd. Ik heb dat gedaan uit respect voor dit parlement, mijnheer Vereeck. Tijdens de vergadering van het Uitgebreid Bureau heb ik ook heel duidelijk aangegeven dat ik het niveau van de debatten in de commissie veel hoogstaander vindt dan in de plenaire vergadering. Daarmee doe ik geen afbreuk aan de plenaire vergadering. Ik heb u echter een aantal voorbeelden gegeven uit de afgelopen jaren. Ik verwijs onder andere naar de voortgangsrapportage in verband met de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM). De vergadering van het Uitgebreid Bureau heeft een beslissing genomen.
Ik wil u toch een paar cijfers geven. Sinds ik voorzitter ben, is er een commissie ad hoc opgericht. Mijnheer Watteeuw, tijdens het politiek reces is die commissie vijf keer bijeen gekomen, onder andere op vraag van de heer Penris, een collega waarvoor ik veel waardering en respect heb. Hij wilde meer weten over BAM. We hebben twee hoorzittingen of zittingen van de commissie ad hoc over BAM gehouden. Er is heel wat heisa geweest over het Vlaams Huis in New York. Ik heb de commissie ad hoc bij elkaar geroepen. Dat was een voor de minister-president heel moeilijk dossier. Er werden vragen gesteld over Opel. (Opmerkingen van mevrouw Patricia Ceysens)
Mevrouw Ceysens, u kunt straks het woord nemen, dat is geen enkel probleem.
Tot nu toe hebben we zeven actualiteitsdebatten gehouden. Die debatten werden gehouden, meestal, op verzoek van de oppositie. Op verzoek van onder anderen mijnheer Strackx en mevrouw De Waele hebben we op 14 oktober een actualiteitsdebat gehouden. Op verzoek van onder anderen mevrouw Moerman hebben we een actualiteitsdebat gehouden om een oriënteringsproef in te voeren voor eerstejaarsstudenten van universiteiten. Op verzoek van Open Vld en Vlaams Belang hebben we een actualiteitsdebat gevoerd over de gevolgen van de Antwerpse volksraadpleging. Op verzoek van onder meer de heer Reekmans, de heer Penris en mevrouw De Ridder hebben we een actualiteitsdebat gehouden over de kilometerheffing in Vlaanderen. Op verzoek van onder meer de heer Penris hebben we een actualiteitsdebat gehouden over de toekomst van de Opelvestiging in Antwerpen. Op verzoek van de heer Sanctorum, mevrouw Van den Eynde en mevrouw De Vroe, alle drie van de oppositie dacht ik, hebben we een actualiteitsdebat gehouden over de fijnstofproblematiek. En ten slotte hebben we op verzoek van Open Vld een actualiteitsdebat gehouden over het economische relanceplan van de Vlaamse Regering.
Als u dat allemaal op een rijtje zet en dan zegt dat dit parlement monddood wordt gemaakt, dan antwoord ik u dat u spijkers op laag water zoekt. Bovendien heeft de meerderheid van het Uitgebreid Bureau de zaak naar de commissie verwezen. Want, mijnheer Verstrepen, oorspronkelijk waren er drie interpellaties ingediend. Interpellaties worden tot nader order nog altijd behandeld in de commissie Cultuur.
Als u nu echt denkt dat ik er behoefte aan heb om hier een aantal dingen in de doofpot te stoppen, dan wil ik daar nog iets over zeggen. Ik hoorde daarnet dat ik een vraag heb geweigerd van het Vlaams Belang. De heer Wienen wilde graag de minister-president ondervragen. Welnu, mijnheer Wienen, ik begrijp het, u bent nieuw in het parlement, maar ik wil u toch artikel 29 uit ons reglement voorlezen: De commissie kan, bij volstrekte meerderheid van stemmen, de aanwezigheid van de leden van de Regering vorderen, als een volksvertegenwoordiger dat schriftelijk voorstelt.
Wij zullen in de toekomst dat woord schriftelijk verwijderen, maar u had gisteren aan de commissie kunnen voorstellen dat u de minister-president wilde zien en dat u hem wilde ondervragen. Het reglement is hier zeer duidelijk. Ik heb dat reglement niet uitgevonden, het is in deze plenaire vergadering goedgekeurd.
Er is hier gesproken over de stroper die boswachter wordt en ik weet niet wat nog allemaal. De mooiste illustratie in dit parlement was het BAM-dossier in de vorige legislatuur. Dat is in de commissie tot en met uitgespit. Er is in de plenaire vergadering een debat over geweest. In de commissie waren altijd dezelfde leden aanwezig, nietwaar mijnheer Penris? Dat was meestal een vrij beperkt gezelschap. Bij die spannende discussies heb ik tijdens de vorige legislatuur een heleboel leden nooit gezien.
Als u klachten hebt over het functioneren van het parlement, dan staat mijn deur op de eerste verdieping helemaal open. Ik heb vorige week een heel aangenaam gesprek gehad met de heer Reekmans. U moet uw klachten niet ventileren in de wandelgangen, u mag ze mij rustig komen vertellen. Ik sta daar open voor. Ik ben de voorzitter van zowel de meerderheid als van de oppositie. Als er een beslissing wordt genomen door het Uitgebreid Bureau, dan is dat een beslissing van het Uitgebreid Bureau.
De heer Gatz heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik denk dat we dit dovemansgesprek beter hier beëindigen. In elk geval ben ik van oordeel, of u dit nu graag hoort of niet en of de meerderheid dit nu graag hoort of niet, dat onze rechten als oppositie in deze twee debatten geschonden zijn. Wij gaan niet zover om te zeggen dat de parlementaire democratie hiermee dood is. Dat zou nogal dramatisch zijn.
Maar, mijnheer de voorzitter, er is een stukje in ons gestorven. Daarom gaan wij een minuut stilte houden. (Alle aanwezige oppositieleden staan recht en zeggen gedurende een minuut shht.)
De heer Van Dijck heeft het woord. (Rumoer)
Mijnheer de voorzitter, het is heus nog niet zo heel lang geleden dat de oppositie het Vlaams Parlement verweet de deuren één week te sluiten. Ik dacht dat toen de voorzitter van dit parlement iemand was van de fractie die nu één minuut stilte vraagt. (Rumoer)
Het incident is gesloten.