Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de toename van het aantal uithuiszettingen en mogelijke maatregelen hiertegen
Actuele vraag over de toename van het aantal uithuiszettingen en mogelijke maatregelen hiertegen
Actuele vraag over de toename van het aantal uithuiszettingen en mogelijke maatregelen hiertegen
Actuele vraag over de toename van het aantal uithuiszettingen en mogelijke maatregelen hiertegen
Verslag
De heer Reekmans heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, geachte collegas, de VVSG trok de voorbije dagen aan de alarmbel. Ze maakte de cijfers bekend van het aantal uithuiszettingen uit huurwoningen. Deze cijfers zouden bijna verdubbeld zijn: van dertig per dag in 2008 tot zestig per dag in 2009. De crisis speelt natuurlijk een rol, maar deskundigen uit de sector wijten het ook aan een gebrek aan sociale huurwoningen.
Dit weekend bracht het kabinet van minister Van den Bossche een actieplan in de media. Een onderdeel van dat plan was de verdubbeling van het budget voor huursubsidies in 2010. De voorbije weken en dagen is er massale langdurige leegstand van sociale woningen aan het licht gekomen. De minister neemt nu haar toevlucht tot het systeem van huursubsidies. Dit bewijst voor mij dat het huidige sociaal woonbeleid niet werkt zoals het zou moeten werken.
Men kan het probleem van de uithuiszettingen gedeeltelijk oplossen met de verdubbeling van de huursubsidies, maar u weet ook dat de huursubsidie gekoppeld is aan bepaalde regels. Men mag de huurcheque niet voor alles aanwenden, bijvoorbeeld voor de verhuis.
Voor mij is de veralgemening van de huurcheque de enige oplossing. Hoe staan u en de Vlaamse Regering tegenover een veralgemening van de huurcheque? Voor mij ontbraken er in het actieplan van de minister concrete actiemaatregelen om de leegstand aan te pakken.
Mevrouw Homans heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, geachte collegas, ik heb dezelfde vraag als de heer Reekmans. We hebben inderdaad via de media vernomen dat er in Vlaanderen inmiddels zestig gezinnen per dag uit hun huis worden gezet, onder meer omdat ze de huur niet meer kunnen betalen. Ik heb ook vernomen dat bevoegd minister Van den Bossche een aantal maatregelen heeft aangekondigd die wij alleen maar kunnen toejuichen.
Een van die maatregelen is het uitbreiden van het stelsel van de huursubsidie. Het komt erop neer dat niet alleen mensen die gedwongen uit hun huis worden gezet omdat het pand op dat moment onbewoonbaar is, maar ook mensen die minstens vijf jaar op een wachtlijst voor een sociale woning staan, huursubsidie kunnen krijgen.
Een andere maatregel die minister Van den Bossche heeft aangekondigd, is het uitbreiden van het totale aanbod aan sociale woningen. Dat past in het Grond- en Pandendecreet. Daarin krijgt elke gemeente en stad tegen 2020 een bindend sociaal objectief opgelegd zodat er in 2020 64.000 extra woningen zullen zijn.
Minister Van den Bossche had het in de pers ook over een uitbreiding van het systeem van de verzekering van gewaarborgd wonen. Nu kunnen kopers of bouwers zich verzekeren tegen bijvoorbeeld inkomensverlies voor een periode van tien jaar. Dit stelsel zou worden uitgebreid naar huurders.
Een laatste maatregel die werd aangekondigd in de media en in de beleidsnota, is de uitbreiding van de functie van de sociale verhuurkantoren. Ze zullen meer moeten bemiddelen als er problemen ontstaan tussen verhuurder en huurder.
De N-VA staat volledig achter al die maatregelen, maar wij beseffen dat in het in deze periode van budgettaire moeilijkheden niet gemakkelijk zal zijn om al die maatregelen efficiënt door te voeren. Welke maatregelen zullen de prioriteit krijgen van de regering?
De heer Penris heeft het woord.
Mevrouw de minister, de voorgaande collegas hebben de analyse gemaakt. Er zijn dramatische cijfers bekendgemaakt met betrekking tot de uithuiszettingen van gezinnen en huurders. Die nopen tot zeer dringende maatregelen. Hoe dan ook moet je, wanneer je met die cijfers geconfronteerd wordt, overgaan tot noodopvang van die mensen. Die maatregel zal altijd op een of andere manier door de belastingbetaler gefinancierd moeten worden.
Er zijn er die zeggen dat die mensen zouden moeten terechtkunnen op de sociale woningmarkt. Ik ben het daar niet volledig mee eens. De sociale woningmarkt moet een markt blijven voor de sociale huurder. Dat is niet de allerzwakste, maar wel het ondersegment van onze maatschappij: de korporaal van het leger, de kleine postbode, de onderwijzer, de hulppastoor. Dat zijn de mensen die het nog net goed genoeg hebben om te kunnen huren, maar niet goed genoeg om naar de private huurmarkt te gaan.
Nu worden we geconfronteerd met een nieuw probleem: mensen die uit huis worden gedreven. Misschien hadden zij daar kunnen blijven als ze overheidshulp hadden ontvangen. Dat is de vraag die de private eigenaars vandaag aan u richten. Zij hadden die mensen misschien niet moeten uitdrijven als ze van een andere instantie een cheque hadden mogen ontvangen, zoals het in Nederland het geval is. Het is niet vanzelfsprekend, want in Nederland is het systeem een beetje ontspoord, maar toch is er iets voor te zeggen. Enkele partijen houden al een pleidooi voor een veralgemening van het huursubsidiesysteem. Er is een aanzet toe in onze regelgeving.
Is een veralgemening naar Nederlands model, zoals gevraagd door de private verhuurders en enkele sociale instellingen, denkbaar, mogelijk en financieel haalbaar? Zo niet, wat gaan we eraan doen om het haalbaar te maken?
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Mevrouw de minister, mijnheer de voorzitter, collegas, ik sluit me aan bij de vorige sprekers. Het gaat over de uithuiszettingen. Wij lezen erover in de kranten en in de beleidsnota. De minister wil acties voeren om het aantal sociale woningen te laten stijgen. Daar staat CD&V volledig achter. Ze wil bijvoorbeeld het decreet Grond- en Pandenbeleid uitvoeren. Dat is een actie op langere termijn. Dat is morgen niet gerealiseerd en het is nochtans dringend. Ook wil de minister inzetten op sociale verhuurkantoren. Ook daar staat onze fractie volledig achter.
Ik wil iets voorstellen: waarom kan er geen preventieve woonbegeleiding ingeschakeld worden, voor de huurder op de sociale woonmarkt en op de private woonmarkt? Zo zijn we preventief bezig. In Midden- en Zuid-West-Vlaanderen is er al in samenwerking met het CAW een dergelijk project geweest. Het kent zeer veel succes. Een op de twee uithuiszettingen kan op die manier vermeden worden.
Mevrouw de minister, bent u bereid om in samenwerking met alle lokale actoren, besturen en CAWs middelen vrij te maken om dit als project niet alleen in Midden-West-Vlaanderen maar ook in de rest van Vlaanderen aan te bieden?
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Ik wil nog een element aan het debat toevoegen. Het is eigenlijk niet van dit jaar. Vorig jaar waren er dertig uithuiszettingen per dag. De Vlaamse Regering had toen beslist om het systeem van huursubsidies uit te breiden voor de gezinnen die al vijf jaar op een wachtlijst voor een sociale huurwoning staan. Dat zijn de gezinnen die het steeds moeilijker krijgen om hun huur te betalen. Ik schrok toen ik tijdens de begrotingsbesprekingen hoorde dat 5,8 miljoen euro die bestemd waren voor huursubsidies, niet gebruikt zijn maar overgeheveld naar de renovatiepremie. Ze zijn niet gebruikt omdat de regering geen uitvoeringsbesluiten heeft goedgekeurd om de zwakste huurders te redden.
Mevrouw de minister, de Vlaamse Regering draagt hierin een grote verantwoordelijkheid. Het gaat vandaag echt niet meer op van te zeggen dat we zullen investeren in sociale verhuurkantoren. Dat zeggen we al vijf jaar. Of dat we gaan investeren in meer sociale woningen. Dat zeggen we al twintig jaar. We gaan investeren in meer sociale begeleiding. Als men 700 euro per maand heeft en er moeten 400 euro worden betaald voor de huur, dan komt men er niet met sociale begeleiding. Dan heeft men huursubsidie nodig.
Mevrouw de minister, ik heb hier al eens gestaan met dezelfde vraag. We zijn nu begin december. Er worden zestig mensen per dag midden in de winter uit hun huis gezet. Dat is voor mij onaanvaardbaar in een rijke regio als Vlaanderen. Hier had het actualiteitsdebat moeten over gaan. Hier kunnen we zelf iets aan doen.
Ik vraag u om volgende vrijdag op de Vlaamse Regering een noodplan naar voren te brengen dat ervoor kan zorgen dat deze uithuiszettingen stoppen. Niet binnen vijf jaar, maar vandaag. Ik dank u.
Minister Lieten heeft het woord.
Het is uiteraard zeer schrijnend dat we hier samen moeten vaststellen en hopelijk de verontwaardiging delen dat er heel wat mensen uit hun huizen worden gezet. Deze regering heeft er met verschillende ministers de instrumenten voor in handen en heeft al stappen gezet. Ik zal ze even overlopen.
In de eerste plaats is het decretaal vastgelegd dat we de bouw van sociale woningen serieus gaan versnellen. Tegen 2020 zullen er 64.000 bijkomende sociale woningen worden gebouwd in Vlaanderen. Daarmee moet ik niet meer naar de Vlaamse Regering toestappen want het is beslist en de beslissing wordt uitgevoerd.
In de tweede plaats zullen de huursubsidies ook de volgende jaren worden opgetrokken naar een budget van 30 miljoen euro. Hier moet worden gewerkt aan een nieuw stelsel want blijkbaar heeft het tot nog toe niet goed gewerkt en moet er uiteindelijk ook worden gekeken naar de mensen die al zo lang op een wachtlijst staan voor een sociale woning. Dit is een eerste stap in de uitbreiding van het stelsel van de huursubsidies. De minister is daar volop mee bezig.
Ik merk samen met de minister op dat de eigenaars ook plaatsvervangende schaamte mogen hebben, alsook de bouwsector. Zij kunnen ook nagaan hoe zij de zwaksten in de woningmarkt kunnen ondersteunen. Maar we moeten realistisch blijven. Zomaar een veralgemening van het huursubsidiestelsel invoeren zou vermoedelijk leiden tot het creëren van effecten die we niet wensen. Dan vinden de eigenaars dat ze de prijzen kunnen opdrijven omdat er toch een huursubsidie komt. Dan zullen op de hele huurmarkt de prijzen stijgen. Dat willen we natuurlijk niet want dan komen er nog veel meer mensen in de problemen om hun huur te betalen. We zouden dat wel kunnen overwegen als we dat kunnen koppelen aan richthuurprijzen om te vermijden dat we deze inflatie zouden krijgen. Jammer genoeg is dat een federale bevoegdheid. Dat wil niet zeggen dat we er geen werk van moeten maken, maar dat is het bindende kader waarin we vandaag moeten spelen.
Minister Vandenbossche gaat ook de verhuring voor private woningen via het sociale verhuurkantoor voort dynamiseren want dat is natuurlijk een mogelijkheid. Als private eigenaar kan men zijn woning als intermediair sociaal verhuurkantoor gebruiken. Dan is men zeker van de huurprijs. Een sociaal verhuurkantoor kan er ook voor zorgen dat er zekerheid wordt geboden tegen een billijke prijs en dat ook voor de huurders een sociale manier van werken wordt georganiseerd.
Tegelijk is ook in het regeerakkoord afgesproken een onderzoek te beginnen naar de manier waarop we een verzekering gewaarborgd wonen voor huurders kunnen invoeren. Die moet er inderdaad voor zorgen dat er, bij onverwachte tegenslagen als het verlies van een baan of ziekte, toch een verzekering is, zodat mensen niet in de dakloosheid worden gedreven omdat ze hun huur niet meer kunnen betalen.
Het voorstel van mevrouw Coppé is goed: laten we de goede voorbeelden die er zijn qua woonbegeleiding, voort uitbouwen. Er is al contact tussen minister Vandeurzen en minister Van den Bossche om te proberen die woonbegeleiding ter preventie van uithuiszettingen uit te breiden.
Dat de huur niet wordt betaald, is uiteraard een duidelijk teken dat mensen kampen met een inkomensprobleem. In het werkgelegenheidsplan dat wordt voorbereid, moet dat ook worden bekeken. We moeten bekijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat mensen met een bescheiden inkomen niet in de armoede terechtkomen, dat ze hun verplichtingen kunnen nakomen en dus ook de huur voor hun woning kunnen blijven betalen.
Uiteraard zitten de laagste inkomens en de vervangingsinkomens in dit land vaak onder de grens van het armoederisico. Dat heeft uiteraard te maken met de hoogte van onze vervangingsinkomens, die niet altijd mee zijn geëvolueerd met de levensduurte. Ook dat moeten we bekijken. Ook wat dat betreft, heeft de federale regering een verantwoordelijkheid. De twee dingen waarvoor de federale regering verantwoordelijk is, zullen we uiteraard aankaarten bij de interministeriële conferentie.
Mevrouw de minister, ik stel vast dat er een beleidsnota Wonen is, maar dat er eigenlijk geen beleid is. De komende dagen en weken heeft het kabinet van Wonen, waarvoor u minister ad interim bent, vooral paniekvoetbal moeten spelen. Het heeft vooral moeten reageren op de langdurige sociale leegstand, die, volgens de cijfers waarover ik vandaag beschik, oploopt tot 7000 à 14.000 woningen op 142.000 woningen. Dat is aanzienlijk. Daar moet dringend een actieplan voor komen. Ik ben dat hier vorige week komen vragen. Als dat moet, zal ik dat hier elke week komen vragen. Dat moet de prioriteit zijn.
Waarom zeg ik dat er geen beleid is? U zegt voor volgend jaar het budget voor de huursubsidie te zullen verdubbelen, maar tegelijk kondigt u aan ook eens te zullen bekijken hoe dat systeem kan worden hervormd, zodat er meer mensen worden bereikt. Nogal evident: vandaag is er sprake van een huurcheque gekoppeld aan een verhuissituatie. Daarmee kunnen we het probleem van de uithuiszettingen die vandaag gaande zijn, niet oplossen. Dat is wat LDD u en minister Van den Bossche kwalijk neemt. Als liberalen zijn we daar blijkbaar socialer in dan de socialisten. We moeten iets doen voor die mensen die dat nodig hebben. Verander eerst het systeem van de huurcheque, en verdubbel dan de budgetten. U verdubbelt eerst een budget om in de media te reageren, en dan verklaart u het systeem te zullen aanpassen om de mensen te kunnen bereiken.
Een actieplan voor leegstand is de allereerste prioriteit. De huurcheque kan pas werken als u die veralgemeent. Veralgemeen eerst en trek dan het budget op. Dan zult u er komen.
Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik had echter gevraagd welke prioriteit u zult stellen bij de maatregelen die ik zelf heb opgesomd en die u eigenlijk enigszins hebt herhaald. Als ik het goed heb begrepen, staat het stelsel van de huursubsidies eigenlijk het verst. Ik wil wel opmerken dat we dan te maken hebben met problemen in verband met de huurrichtprijzen. Volgens mij is dat nog altijd federale materie. In naam van onze hele commissie, niet het minst gesteund door onze commissievoorzitter, de heer Penris, moeten we blijven pleiten voor een overheveling van de hele huurwetgeving, zodat dat probleem op Vlaams niveau kan worden aangekaart.
Mijnheer de voorzitter, mijn voorgangers hebben zeer wijze woorden gesproken, niet het minst mevrouw Homans. Ik dank haar daarvoor. Mevrouw de minister, u maakt één denkfout, een denkfout die ook minister Keulen destijds heeft gemaakt, toen hij nog over die bevoegdheid beschikte.
Het is niet omdat je een veralgemening van een huursubsidiestelsel invoert, dat de prijzen van de huurmarkt in het algemeen zullen stijgen. Ik denk dat de verhuurders van vandaag maar al te blij zullen zijn als ze huuropbrengstzekerheid zullen krijgen. Waarom staan er heel wat huurhuizen op dit moment op de markt? Waarom stort de huizenmarkt in? Omdat de eigenaars van die huizen geen huuropbrengstzekerheid meer hebben. Ik denk dat we hen een zicht op die zekerheid moeten gunnen.
Door de invoering van een veralgemeend huursubsidiestelsel, win je langs twee kanten. De zwaksten in de samenleving die de huur vandaag niet meer kunnen opbrengen, steun je en bied je een dak boven het hoofd buiten het strenge systeem van het socialehuurstelsel. Ook steun je de verhuurders, de kleine eigenaars die daar bijkomende opbrengsten uit moeten genereren, dikwijls om hun pensioen aan te vullen, en die misschien zekerheid willen.
De acties die de heer Penris aangeeft, staan wel degelijk in het beleidsplan: versterking van de sociale verhuurkantoren en inzetten op sociale huisvesting. CD&V zet zich daar volledig achter.
Mevrouw de minister, ik ben blij dat u aangeeft dat woonbegeleiding voor u ook een piste is om te onderzoeken. Bij deze nodig ik u uit naar Roeselare, waar woonbegeleiding echt wel lukt. Ik weet dat dit niet alles zal oplossen. We moeten zoeken naar een winsituatie voor alle partijen: de private huurder, de eigenaar en de sociale huurder. Dan ben ik ervan overtuigd dat de uithuiszettingen drastisch zullen verminderen.
Mevrouw de minister, het is mogelijk om een systeem van richthuurprijzen op Vlaams niveau uit te vaardigen. Wij hebben al een voorstel van decreet voorgelegd. Dat heeft de proef van de Raad van State doorstaan. Ik zal dat opnieuw indienen. Hopelijk keurt u dat goed.
In het vorige debat had men het de hele tijd over een sense of urgency. Hier hebben we ook te maken met een sense of urgency. We zijn bezig over sociale woningen, of misschien woonbegeleiding of misschien toch wat meer huursubsidies. Maar vandaag komen de mensen op straat te staan.
Vorige legislatuur hebben we in dit parlement hard gewerkt om ervoor te zorgen dat mensen tijdens de winterperiode niet meer zouden kunnen worden afgesloten van gas en elektriciteit omdat we dat mensonwaardig vonden. Ik vind het nog meer mensonwaardig om ons neer te leggen bij het feit dat er per dag zestig mensen zonder woning komen te staan. Ik herhaal mijn vraag om samen met de lokale besturen en de OCMWs een noodplan uit te werken, zoals we ook hebben gedaan voor de afsluiting van energie, en middelen vrij te maken voor de OCMWs om te voorkomen dat mensen nog op straat komen te staan. Om terug in orde te zijn met hun administratie, hun huurwaarborg enzoverder, is voor deze mensen niet eenvoudig. Voorkomen is in dezen honderdduizend keer beter dan genezen. Alsjeblief, leg iets voor aan de Vlaamse Regering. Blijf niet praten over 2020 en dit en dat. Het is vandaag dat de problemen zich stellen.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Mevrouw de minister, het Grond- en pandendecreet heeft ertoe geleid dat er op lange termijn extra sociale woningen zullen komen. Dat is niet voldoende, het is slechts een pleister op een houten been. Op korte termijn zie ik een aantal maatregelen die u zou kunnen nemen.
Voor het eerst liggen in het kader van het kenniscentrum voor wonen voorstellen klaar om het huursubsidiestelsel te wijzigen. Reeds in de vorige legislatuur heeft toenmalig minister Keulen de private verhuurder betrokken door zoveel mogelijk sociale verhuurkantoren te betrekken wanneer woningen worden gerenoveerd. We zien in de steden dat dat systeem werkt. Door de renovatiepremie te koppelen aan private verhuurders, zien we dat ook sociale verhuurkantoren hun bestand uitbreiden. Ik denk dat u vooral daar moet op inzetten omdat u dan met weinig middelen veel mensen kunt helpen. Op deze manier heeft de private verhuurder een waarborg voor zijn huur.
Uit alle studies blijkt dat in de steden de betaalbaarheid het moeilijkst ligt. Toch hebben in de vorige legislatuur alle steden Wonen als beleidsthema van het stedenbeleid naar voren geschoven. Maar in de begroting is niets opzijgezet om de stadscontracten inzake Wonen te honoreren. Ik stel dus voor dat u op korte termijn de steden een enveloppe geeft waarmee zij als lokale regisseurs de zwaksten kunnen helpen.
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Dit is een complexe materie. Niemand zal ontkennen dat de crisis ertoe leidt dat sommigen het moeilijk hebben om hun financiële verplichtingen na te komen. Natuurlijk moeten we inzetten op de bouw van extra sociale woningen. Dat is ook de uitdrukkelijke bedoeling van deze regering, want in de discussie over het Grond- en Pandendecreet is afgesproken om tegen 2020 65.000 woningen extra te bouwen. Sp.a is daar een grote voorstander van, in tegenstelling tot sommige andere partijen, onder meer die van de heer Reekmans.
LLD is een tegenstander van het Grond- en Pandendecreet. Ik heb begrepen dat u een voorstander van bent van de privatisering van de socialehuisvestingsector, terwijl u hier vandaag komt klagen dat de huurder niet op de privémarkt terecht kan. U mag hier elke week de beschermheilige van de kleine huurder komen spelen, en elke week opnieuw dezelfde vraag stellen waarop u de week daarvoor al een antwoord hebt gekregen. Uit uw mond klinkt het allemaal echter wel erg ongeloofwaardig.
Natuurlijk moet het patrimonium van de socialeverhuurkantoren worden uitgebreid. De intenties van de minister zijn op dat vlak erg duidelijk. Dat bezorgt de verhuurders de huurzekerheid die ze zoeken, mijnheer Penris. Een veralgemening van huursubsidies is geen oplossing zolang we geen richthuurprijzen kunnen invoeren, en voor dat laatste is een staatshervorming nodig. Ik kan wel mevrouw Coppé bijtreden als ze stelt dat we meer moeten inzetten op het voorkomen van uithuiszettingen. We moeten zorgen voor woonbegeleiding. Ik steun u daarin, maar u stelt de vraag aan de verkeerde persoon: er is daarvoor een rol voor welzijnszorg weggelegd. Ik pleit er dus voor dat u de vraag aan minister Vandeurzen voorlegt.
Mevrouw De Waele heeft het woord.
Iedereen heeft hier zijn eigen waarheid en zijn mening over hoe we dat moeten oplossen. De uithuiszettingen zijn dramatisch, niet enkel voor de huurders maar ook voor de verhuurders, want voor hen gaat daaraan een serieuze lijdensweg vooraf. Ik ben het niet echt eens met alle voorstellen die ik hier hoor, want sowieso gaat het om de voortzetting van het huidige beleid. Eigenlijk moeten we vaststellen dat het armoede- en het woonbeleid faalt, gegeven de cijfers over de uithuiszettingen.
Huursubsidies zouden een oplossing kunnen bieden als ze veralgemeend worden. Ik bedoel daarmee dat ze moeten gelinkt worden aan het inkomen van de huurder, en niet zoals nu aan het al dan niet op een wachtlijst staan. Ik wil ook benadrukken dat de samenwerking met de privéhuurmarkt op gelijke basis hard nodig is. Men zegt te veel en te vaak dat het probleem de te hoge huurprijzen zijn. Wel, dat is niet altijd het geval, want in de meeste gevallen is de huur onvoldoende om een redelijk rendement te waarborgen.
Ik zou u een suggestie willen doen, mevrouw de minister. Als de overheid een ernstige partner wil zien in de private huurmarkt, is een grondige mentaliteitsverandering noodzakelijk. Ze mag niet altijd alle verhuurders als huisjesmelkers beschouwen.
Wij delen allemaal dezelfde verontwaardiging, maar ook de verantwoordelijkheden zijn gedeeld. We hebben al een aantal partners gehoord, op de eerste plaats de huurders zelf, de eigenaars, de steden en gemeenten, en de sociale woningbouw. We hebben uiteraard ook de gerechtelijke procedures. Vooraleer tot een uitzetting wordt overgegaan, heeft de vrederechter immers een opportuniteitsbeoordeling om een aantal elementen mee te nemen.
Niettemin neemt ook deze Vlaamse Regering haar verantwoordelijkheid en zet zij in op korte en op lange termijn. Op lange termijn is er de optie, de garantie en het decreet om een serieus aantal sociale woningen bij te bouwen. Het spijt mij, mevrouw van Volcem, maar 64.000 sociale woningen tegen 2020 noem ik geen pleister op een houten been. Dat is een enorme vooruitgang. Nu hebben we daar ook garanties voor, via wetgevend werk en financieringen. Daarmee kunnen we het probleem in de toekomst structureel oplossen.
Niettemin moeten we ook kijken naar een aantal kortetermijnoplossingen. Er wordt gewerkt aan de uitbreiding en de vernieuwing van het stelsel van de huursubsidies. Er is nu ook al een oplossing voor een garantie van huurinkomen voor die eigenaars die hun woning ter beschikking willen stellen, namelijk via de sociale verhuurkantoren. Dat is een goede oplossing om een samenwerking te vinden tussen de private eigenaarsmarkt en de huurders, met een sociale begeleiding en een goede coaching. Minister Van den Bossche heeft heel duidelijk gezegd dat ze die oplossing verder wil uitbreiden.
Er wordt op de korte termijn ook gewerkt aan een verzekering voor een gewaarborgd wonen voor huurders. We moeten een oplossing bieden voor die huurders die plots in de problemen komen door jobverlies, waardoor ze geen inkomen meer hebben.
Werk en een fatsoenlijk inkomen, dat zijn de beste garanties om aan de verplichtingen te kunnen voldoen, ook voor de huurders. Deze regering zet heel duidelijk in op al die elementen, samen met alle andere partners die die verantwoordelijkheid delen.
Mevrouw de minister, ik hoor u graag zeggen dat er wordt gewerkt aan de uitbreiding van de huursubsidie. Als u echt sociaal wilt zijn, maar daar dan snel werk van. Veralgemeen de huursubsidie, dat is de enige manier om er iets aan te doen.
Mevrouw Hostekint, LDD heeft van sp.a, dat al jaren mee verantwoordelijk is voor de massale leegstand van sociale woningen in Vlaanderen, geen lessen te krijgen over hoe sociaal je moet zijn. (Applaus bij LDD)
Naast mijn pleidooi voor de overheveling van de huurwetgeving wil ik nog eens benadrukken dat het beter is om niet op alle slakken zout te leggen, maar prioriteiten te stellen. Aangezien de uitbreiding van het stelstel van de huursubsidies al het verst staat, zou ik ervoor willen pleiten om de eventuele middelen die uitgetrokken zijn op de andere posten, naar daar over te hevelen en daar alvast een prioriteit van te maken, zodat we die problemen al kunnen oplossen met die maatregelen en die middelen.
Mevrouw Hostekint, ik wil met u het ideologische debat over richthuurprijzen gerust aangaan, maar dan moeten we dat debat niet virtueel voeren. Dan moeten we het voeren binnen een nieuw wetgevend kader. Ik hoop dat we op zeer korte termijn kunnen beschikken over bevoegdheden waarover we in dezen moeten beschikken. Ik hoop dat we de huurwetgeving in haar geheel heel snel kunnen regionaliseren.
Ik weet dat u daar geen tegenstander van bent, wel integendeel. Ik weet ook dat u daar binnen uw partij een aantal medestanders voor hebt. Ik hoop dat u de tegenstanders van een regionalisering van een aantal bevoegdheden in uw partij kunt overtuigen van een snelle regionalisering, zodat we met zijn allen het debat in dit Vlaams Parlement kunnen voeren.
Ik ben blij dat we hier eens uitgebreid kunnen discussiëren over zon belangrijk item. Het feit dat zo veel collegas hier in het parlement mee discussiëren, is toch al een teken dat het echt een actueel thema is. Het antwoord van de minister stelt mij tevreden. Woonbegeleiding zal ook aandacht krijgen.
Mevrouw Hostekint zegt dat diezelfde vraag ook aan Welzijn moet worden gesteld. Het betreft hier een thema dat zowel de minister van Welzijn als de minister van Wonen aangaat, vooral dan wanneer het over woonbegeleiding gaat.
Waarom zouden we, indien we op die manier iets kunnen doen aan de uithuiszettingen, niet alle ministers oproepen om kredieten vrij te maken en dit prangend probleem op te lossen?
Mevrouw de minister, ik stel vast dat u niet echt wakker ligt van het feit dat er vandaag zestig gezinnen dagelijks op straat wonen. U blijft praten over werk maken van en over 2020. De huursubsidies zullen nooit operationeel zijn voor juni of juli 2010. Die reglementering zal nooit in uitvoering zijn. Gebruik het geld dat u dit jaar toch niet zult uitgeven, en laat het niet terugstromen naar de begroting zoals dit jaar is gebeurd. Gebruik dat geld samen met de OCMWs om hier en nu een urgentieplan op te stellen. Op die manier kunnen de OCMWs over middelen beschikken om ervoor te zorgen dat mensen niet langer uit hun huis worden gezet.
Extra felicitaties voor de dames Coppé en Homans, die hier vandaag voor het eerst op het spreekgestoelte stonden. U deed dat beiden net alsof u al jaren in dit parlement zit. (Applaus)
Het incident is gesloten.