Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Lieten.
De heer Reekmans heeft het woord.
Collegas, mevrouw de minister, men zou zich de vraag kunnen stellen of het in Vlaanderen nog opgaat dat men zegt: Gezin zoekt sociale woning. Moet men niet stilaan zeggen: Sociale woning zoekt gezin?
De afgelopen periode heb ik vastgesteld dat verschillende sociale woningen lang blijven leeg staan in Vlaanderen. Ik hoor de meerderheid graag praten over de warme samenleving. Ik heb zelf een meldpunt opgericht. Als modale Vlamingen me op amper 12 dagen 600 leegstaande woningen melden, dan krijg ik het koud. Vandaag staan meer dan 70.000 gezinnen op de wachtlijsten voor een sociale huisvesting.
Er zijn huisvestingsmaatschappijen die het allemaal niet zo nauw nemen, die toegeven dat er inderdaad leegstand is. Men moet dat echter begrijpen, zo stellen ze. Er is bijvoorbeeld een proces met de aannemer, er moet gerenoveerd worden. Dat zijn allemaal heel mooie praatjes. Maar, mevrouw de minister, als we sociaal willen zijn en effectief iets willen doen aan die wachtlijsten, dan moeten we handelen.
Een zaak viel mij op, namelijk de reactie van minister Van den Bossche. Het is spijtig dat ze hier niet is. Toen ik de resultaten bekend maakte, stelde ze in de media onmiddellijk dat de situatie absurd is. Ze kondigde een doorlichting van de hele sector aan. De doorlichtingen waar minister Van den Bossche altijd over spreekt, die ken ik al. Bij de erkende kredietmaatschappijen (EKMs) is er ook al een doorlichting gebeurd toen het wanbeleid werd aangekaart. Van de 39 EKMs waren er 30 die, dixit de minister, niet in regel waren. Als parlementslid heb ik tot op heden nog altijd die audits niet mogen inkijken. Ik hoef die doorlichtingen niet meer, want ik krijg ze toch niet. Dat is ook de reden waarom ik gezorgd heb voor een eigen meldpunt en zelf op onderzoek ben gegaan.
Wat me echter meer verbaasde, was het antwoord van minister Van den Bossche. Ze zei dat ze op de hoogte was, dat de toestand absurd was en dat er iets moest gebeuren.
Minister Lieten, hopelijk kent u wel het besluit van de Vlaamse Regering van 31 oktober 2007 houdende de financiering van de sociale huisvestingsmaatschappijen. Blijkbaar kende minister Van den Bossche dat besluit niet toen ze in de media reageerde, ofwel ging ze heel kort door de bocht. Het besluit is echter heel duidelijk. Het bepaalt dat de leegstand wel degelijk en jaarlijks wordt doorgegeven aan het kabinet van de minister. Dus minister Van den Bossche wist heel duidelijk dat er leegstand was.
Mevrouw de minister, wat gaat u doen om effectief iets te doen aan deze langdurige leegstand?
Minister Lieten heeft het woord.
Leegstand is soms onvermijdelijk. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn tussen twee huurperiodes. Een andere mogelijkheid is dat een huis of appartement moet worden gerenoveerd. Dat gebeurt regelmatig omdat de sociale huisvestingsmaatschappijen met een oud patrimonium zitten. Anderzijds worden er heel wat stimulansen gegeven aan de sociale huisvestingsmaatschappijen om hun patrimonium te vernieuwen. Gelukkig doen ze dat ook. Dat loopt echter niet altijd even gemakkelijk. Als men een appartementsgebouw wil vernieuwen, moet men wachten tot alle appartementen leeg zijn vooraleer er structurele verbouwingen mogelijk zijn.
Niettemin ben ik het met u eens dat er leegstand is die onaanvaardbaar is, soms omwille van juridische geschillen. Onlangs was er juridisch geschil in verband met een Orleansproject in Aarschot. Ook daar heeft minister Van den Bossche aan haar administratie gevraagd om in te grijpen. Daar is intussen een dading afgesloten waardoor de nieuw gebouwde woningen begin volgend jaar kunnen worden betrokken. Niettemin staan we voor de uitdaging om dit op te volgen. Daartoe beschikken we op dit moment over beperkte informatie. Uit de gegevens die de sociale huisvestingsmaatschappijen zelf aanreiken, blijkt dat er een gemiddelde is van 3 tot 5 percent leegstand. Dat zegt echter niets over de periode van de leegstand en geeft op dit moment weinig informatie die kan worden omgezet in beleid.
Minister Van den Bossche heeft het initiatief genomen om samen met de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) een uitgebreidere datawarehouse op te stellen zodat de sociale huisvestingsmaatschappijen meer informatie doorgeven en er duidelijker op afstand kan worden geëvalueerd hoe lang die leegstandperiodes duren. Er kan dan sneller om uitleg worden gevraagd, en er kan sneller worden ingegrepen. Men is volop bezig met die datawarehouse die operationeel zal zijn in 2010.
Een andere actie die minister Van den Bossche heeft genomen, is een veeleer kwalitatieve actie. Op dit moment wordt een ronde van de visitatiecommissie naar de sociale huisvestingsmaatschappijen voorbereid. Die commissie krijgt de expliciete opdracht om het leegstandsbeleid van de sociale huisvestingsmaatschappijen te evalueren en op te nemen in haar verslag. Daaruit zal moeten blijken of er een nieuw beleid nodig is om die leegstand terug te dringen.
Ik wil erop wijzen dat ook de Vlaamse Regering heeft ingegrepen. Voor de woningen die leegstaan in afwachting van hun renovatie, is de toestemming gegeven tot bewoning in geval van acute woningnood, onder andere wanneer het gaat over het opvangen van vluchtelingen.
Leegstand is soms onvermijdbaar. Waar leegstand echter kan worden vermeden, is die onaanvaardbaar.
Mevrouw de minister, ik hoor nu twaalf dagen later een veel mindere toon dan die van minister Van den Bossche. Volgens haar is de situatie absurd. Zij kondigde een doorlichting van heel de sector aan. Dat was haar reactie in de media.
Het zou echter intellectueel niet eerlijk zijn indien ik vandaag enkel sp.a de zwartepiet zou toeschuiven. Alle meerderheidspartijen van de vorige en van deze Vlaamse Regering zijn verantwoordelijk in dit dossier, omdat we een lange leegstand hebben.
Ik zit in de bouwsector, mevrouw de minister, en ik weet hoe je moet renoveren. Maar daar gaat het niet over. U kunt die zeshonderd meldingen, met fotos erbij, mooi bekijken op mijn website leegstand.be. U zult zien dat sommige woningen effectief al vijf jaar leeg staan. Ik heb een berekening gedaan waar ik graag uw reactie op zou horen. Voor die zeshonderd vermelde woningen heb ik een gemiddelde huurprijs van 300 euro gehanteerd, maal een gemiddelde van 30 maanden. Dan kom ik aan een bedrag van 5,4 miljoen euro aan gemiste huurgelden, alleen al door die leegstand. Dat geld zou zeker van pas komen, zeker in het kader van de efficiëntiewinsten die de Vlaamse Regering wil boeken.
Wanneer gaan de woningen die nu leegstaan, worden ingezet? Er zijn er immers heel veel die onmiddellijk kunnen worden gebruikt. Ik krijg daar geen antwoord op. Ik hoor minister Van den Bossche alleen zeggen dat de situatie absurd is en dat ze de zaak gaat doorlichten.
De heer Decaluwe heeft het woord.
Mijnheer Reekmans, ik krijg het vaak koud als ik u bezig hoor. Als u de dossiers goed bekijkt en op de website van het Vlaams Parlement opzoekt hoeveel parlementaire vragen daar in het verleden door verschillende collegas over zijn gesteld, kunt u perfect weten bij welke bouwmaatschappij er hoeveel woningen leegstaan en hoelang ze al leegstaan. De redenen staan er natuurlijk niet bij, omdat die, zoals de minister al zei, bijzonder divers zijn. U hoeft dus geen meldpunt op te richten, want men weet het al.
Aan de andere kant hebt u wel een punt, maar u hoeft daarvoor niet de hele sector ondersteboven te gooien. De minister heeft al verwezen naar het datawarehouse. De VMSW zal daarmee werken.
Ik heb één aanvullende vraag, mevrouw de minister. U had het al over de acute woonnood van asielzoekers en dergelijke. Die woningen zijn echter vaak niet in de beste toestand. In de private sector is er het systeem Lancelot. Dat houdt in dat woningen, voor ze worden afgebroken, ter beschikking worden gesteld voor zes maanden, anderhalf jaar, twee jaar. Het bedrijf engageert zich om in de basismodaliteit te voorzien op zijn kosten, maar degenen die de woning ingaan, weten ook dat het te allen tijde afgelopen kan zijn. Maar daarvoor moet het sociale huurstelsel aangepast worden. Bent u bereid om te onderzoeken op welke manier dit ook een stukje van de puzzel kan zijn?
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Mijnheer Reekmans, u gooit alles op een hoopje. Op basis van een aantal voorbeelden wekt u de indruk dat de hele sector verziekt is.
Zeshonderd, mevrouw Hostekint.
U wekt de indruk dat er in de hele sector een probleem is, terwijl het overgrote deel van de sociale huisvestingsmaatschappijen natuurlijk heel goed werk levert. Bovendien is er meestal een heel goede reden voor de leegstand. Het voorbeeld van de renovatie is al aangehaald. De mensen kunnen niet zomaar op straat worden gezet en moeten worden geherhuisvest.
Ik heb de voorbeelden op uw website eens nagetrokken, en misschien had u dat beter ook eens gedaan. Ik noem maar twee voorbeelden. In Zonnebeke staan inderdaad vier woningen leeg die staan te wachten op renovatie. Wat er niet bij wordt vermeld, is dat er in het kader van het Grond- en Pandendecreet al begonnen is met de bouw van zestig nieuwe woningen. Ik heb ook het voorbeeld van Dendermonde nagetrokken. U spreekt over vier leegstaande woningen, maar ik kan u meedelen dat geen enkele van die vier woningen eigendom is van een sociale huisvestingsmaatschappij. Ik heb ook, net als u, een berekening gemaakt. Vier van de vier vermelde woningen in Dendermonde, dat is 100 percent, staan onterecht op uw lijstje.
Wat u ook niet vermeldt, is het Grond- en Pandendecreet, waarin we beslist hebben om tegen 2020 65.000 bijkomende nieuwe sociale woningen te zetten.
Over dat Grond- en Pandendecreet, mijnheer Reekmans, zegt uw partij: Het nieuwe Grond- en Pandendecreet is ondertussen een feit. De hele privésector en alle Vlamingen met bouwplannen hadden er nochtans alle belang bij dat het er niet zou komen.
Mijnheer Reekmans, ik vind het op zijn zachtst gezegd een beetje hypocriet dat u hier een hele show komt verkopen over 600 leegstaande woningen, waarvan er een aantal bovendien onterecht op uw lijstje terechtgekomen zijn, maar dat u ook luidkeels verkondigt dat u een tegenstander bent van het Grond- en Pandendecreet waarin we ons geëngageerd hebben om 65.000 bijkomende sociale woningen te plaatsen. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Caron heeft het woord.
Mijn betoog is misschien merkwaardig, want mevrouw Vogels heeft zitting in de betrokken commissie, maar mijn betoog is ook niet ingegeven door de thematiek, maar wel door de stijl waarmee u dit thema aankaart, mijnheer Reekmans. Iedereen in deze samenleving is het erover eens dat er een absolute nood is aan meer toegankelijke, betaalbare en kwaliteitsvolle woningen voor veel mensen. We moeten daar knalhard in investeren.
Dat er wel eens een huisvestingsmaatschappij is die een steekje laat vallen en minder precieus is, dat klopt en daar moeten we iets aan doen, maar uw betoog is absoluut asociaal. Il faut dire les choses comme elles sont, ik zeg het dan maar eens in het Frans. Uw betoog is asociaal! Hoe durft u op die manier over het socialewoningenbeleid te spreken?
Mevrouw de minister, ik wil me ook positief uitdrukken. We moeten er inderdaad voor zorgen dat zo weinig mogelijk woningen niet worden gebruikt, maar indien ze gerenoveerd moeten worden, dan moet dat gebeuren. Ook mensen met een lager inkomen en met minder mogelijkheden hebben immers het recht om in een kwaliteitsvolle woning te wonen. Als er tijd nodig is om te renoveren, dan moet u die tijd ook nemen. Ik wil een warm pleidooi houden om nog meer dan in het regeerakkoord gepland is, en versneld, te investeren in sociale woningen.
De heer Penris heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik denk dat de heer Reekmans een punt heeft in de zin dat vele mensen die op de wachtlijst staan, zich zorgen maken over de leegstaande woningen. En er zijn 1001 redenen om die woningen te laten leegstaan, maar de meest voor de hand liggende is inderdaad de renovatie. Op mijn dienstbetoon krijg ik wekelijks meerdere mensen die hierover klagen. (Opmerkingen van de heer Peter Reekmans)
Sociaal dienstbetoon mag altijd, mijnheer Reekmans, politiek dienstbetoon mag niet, dat is een andere cultuur en ik hoop niet dat u daartoe behoort. Mensen mogen altijd komen klagen en komen vertellen wat er misloopt in deze maatschappij. Trouwens, u nodigt de mensen uit om die zaken aan u te melden. Ze melden ze ook aan ons. Gewoonlijk schrijf ik dan een brief aan de sociale huisvestingsmaatschappijen om te vernemen of hun verhaal klopt. En meestal klopt het, want ja, er staan woningen leeg. Er staan in Vlaanderen heel veel woningen leeg, misschien wel te veel, maar meestal is daar een relevante uitleg voor. Meestal, voor wat Antwerpen betreft, want verder durf ik niet gaan, dat laat ik aan andere mensen over, gaat het om renovatie.
Als het is voor renovatie, dan kan ik daarmee leven, maar als het is omdat er woningen leeg gehouden worden om andere redenen, bijvoorbeeld om bepaalde kansengroepen in onze maatschappij voorrang te geven, dan heb ik het moeilijker, maar daar heb ik nog niet heel veel weet van en ik hoop dat ik daarvan niet heel veel weet zal krijgen.
De heer Reekmans heeft een teer punt aangehaald, en heel terecht, want als er leegstand is en als er twijfel over die leegstand bestaat, dan moeten we die kunnen onderzoeken. We hebben een commissie Wonen die, wat dat betreft, haar werk kan, mag en moet doen.
Mijnheer Reekmans, als u over heel veel informatie beschikt, maakt u ze dan over aan onze commissie. (Opmerkingen van de heer Peter Reekmans)
Dat doet u. Dan gaan wij de nodige stappen zetten om uw verhaal te bevestigen of niet.
De heer Dehandschutter heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik was niet van plan om het woord te nemen, maar ik wil even inpikken op de suggestie van de heer Decaluwe in verband met de formule Lancelot, want die is mij niet onbekend. De bvba stelt niet alleen woningen ter beschikking, maar, voor andere doeleinden, ook leegstaande bedrijfsgebouwen en terreinen. Als het gaat om bewoning pleit ik ervoor om met de grootst mogelijke voorzichtigheid van de formule gebruik te maken. Het gaat om een tijdelijke bewoningsformule en ik heb een aantal bedenkingen bij de voorwaarden die men stelt en bij de criteria voor het selecteren van mogelijke bewoners. Zo zijn er een aantal formules waarbij men zegt dat bewoners welkom zijn, maar dan zonder kinderen. Ik vind dat een voorwaarde waarbij we serieuze bedenkingen kunnen formuleren.
De formule valt ook niet onder de huurwetgeving en de bescherming die deze wet biedt. Ik ben ertegen dat men dit zou laten evolueren naar een alternatief huisvestingscircuit.
De heer Keulen heeft het woord.
We spreken altijd over een totaal patrimonium van 142.000 woningen en appartementen. Dat is hier al vaak gezegd. Ik heb in de vorige legislatuur vaak die vragen gekregen van de heer Decaluwe, mevrouw Hostekint en de heer Penris. Meestal is er een heel sluitende, doeltreffende uitleg voor de leegstand. Het heeft haast altijd te maken met geplande renovatiewerken. Dat verloopt niet altijd perfect, daarom worden de huisvestingsmaatschappijen ook aangepord. Als u daar voorbeelden van hebt, mag u die gerust publiek maken, vind ik. Over het geheel genomen, bestaat er wel een sluitende reden voor de leegstand en heeft het niets te maken met nonchalance of wanbeleid, want dat is zon beetje de ondertoon van deze vraag. Ik wil de maatschappijen verdedigen. Zij zijn de eerste om te beseffen dat ze inkomsten derven als er woningen nodeloos leeg staan. Ze zijn hun geld kwijt en de meeste hebben echt geen reserves. Ze hebben er alle belang bij om zo snel mogelijk huurders te vinden.
Ik geloof dat we het er ongeveer allemaal over eens zijn. de minister is er ook van overtuigd dat we moeten nagaan hoe we de sociale huisvestingsmaatschappijen kunnen ondersteunen om de leegstand zo beperkt mogelijk te houden. Ik onderschrijf ook dat het geen pas geeft om de SHMs in het verdomhoekje te zetten. Integendeel, de meeste zijn zich daar sterk van bewust. Ik denk dat het doel nog altijd is om de beleidsuitvoering goed op te volgen via cijfer- en kwalitatief materiaal. Dat krijgen we van de visitatiecommissie. Dan kunnen bekijken of er bijkomende acties nodig zijn. in ieder geval onthoud ik de suggestie van de heer Decaluwe. We kunnen daarover in de commissie nog van gedachten wisselen.
Ik zou willen besluiten dat ik vooral aanstoot neem aan uw laatste bemerking. U hebt berekend dat er minder opbrengst is als die woningen leegstaan. De belangrijkste doelstelling is gezinnen een fatsoenlijke huisvesting te geven en niet geld in het laatje te brengen. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw de minister, het gaat mij niet om dat geld in het laatje, het gaat er mij om dat er geen geld verspild wordt. Dat is nu aan het gebeuren. Die berekening heb ik gemaakt.
Mevrouw Hostekint, ik heb hier een blaadje mee van sp.a Herentals met het artikel Waar leegstand piekt. De sp.a-schepen van Huisvesting van Herentals zegt: Het gaat te traag. Ik zou zeggen: contacteer die collega eens, hij heeft een andere mening dan u. Proficiat dat u die moeite gedaan hebt om op zeshonderd woningen er zes te vinden die niet kloppen. (Opmerkingen van mevrouw Michèle Hostekint)
Ik ga dat straks filteren, mevrouw Hostekint. Ik vind dat tof. Daarmee moeten mijn medewerkers en ikzelf niet alles controleren. Ik dank u. (Opmerkingen van mevrouw Michèle Hostekint)
Mijnheer Keulen, de voorbeelden van Aarschot slaan wel degelijk op wanbeleid. Toevallig of niet, op het moment van de beslissingen was uw tegenkandidaat voor het voorzitterschap, mevrouw Rutten, voorzitter van die huisvestingsmaatschappij. (Rumoer)
Op haar cv vandaag staat die titel van gewezen voorzitter niet! (Rumoer)
Iedere traditionele partij en ook de N-VA toen ze in het kartel zat is mee verantwoordelijk voor deze langdurige leegstand en het huidige wanbeleid. (Rumoer)
Het incident is gesloten.