Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Mijnheer de minister, de tijdelijke regularisatiecampagne van de federale regering loopt al twee maanden en is ondertussen goed over halfweg. Uit gegevens van De Standaard van vorige week bleek dat die campagne een groot aantal, ongeveer 50.000, geregulariseerde mensen bereikt. Volgens schattingen wordt de campagne even groot dan ze in 2000 was, terwijl de regering eerder schatte op 25.000 mensen. Het is dan aan Vlaanderen om die mensen op gepaste wijze te onthalen.
De onthaalbureaus en vooral de Huizen van het Nederlands kampen nu al met enorme wachtlijsten. Het Huis van het Nederlands te Antwerpen heeft voor basiseducatie een wachtlijst van 2400 mensen. Dat werd mij vandaag nog bevestigd. De centra voor volwassenenonderwijs hebben voor de Nederlandse lessen 2000 mensen op de wachtlijst staan. Dat vinden ze minder dramatisch, omdat die mensen in januari wel een plaats zullen kunnen krijgen, maar ze zitten daarmee wel aan hun plafond. Als er nog veel mensen bij komen, wordt het voor hen wel moeilijk. Ik heb ook andere Huizen van het Nederlands opgebeld, en daar werd hetzelfde verhaal verteld. Ook in Gent zit men aan het plafond.
Mijnheer de minister, welke maatregelen plant u om de opvang en de taallessen te verzorgen voor die grotere dan aanvankelijk geschatte groep mensen die erbij zullen komen?
Minister Smet heeft het woord.
Ik vind het vreemd dat deze vraag om uitleg enkel aan mij wordt gesteld omdat ik niet bevoegd ben voor het onthaal, de opvang en de inburgering. Dat is een bevoegdheid van minister Bourgeois. Ik sta wel in voor de taallessen via het volwassenenonderwijs, die niet alleen openstaan voor mensen die moeten worden ingeburgerd, maar ook voor alle andere anderstaligen die Nederlands willen leren in de Vlaamse samenleving. Ik zal me dan ook beperken tot het facet van het talenonderwijs.
Een paar weken geleden heb ik aan mijn administratie gevraagd om na te gaan wat de stand van zaken is. Als er een grote regularisatie komt waar het naar uitziet dan heeft dat gevolgen voor de Vlaamse samenleving en de manier waarop mensen in onze samenleving worden ingeburgerd. Volgens onze informatie is er enkel een wachtlijst in de regio Antwerpen. In alle andere regios zou er geen probleem zijn.
Ik heb ook gevraagd om na te gaan welke rendementsverhogende maatregelen er kunnen worden genomen in de centra voor basiseducatie en de centra voor volwassenenonderwijs. Daarover gaan we in de komende weken samen rond de tafel zitten. De bedoeling is om tegen 1 september 2010 de nodige structurele maatregelen te nemen.
Minister Bourgeois is bevoegd voor het inburgeringsbeleid en hij doet inspanningen voor de onthaalbureaus. Hij plant daar ook middelen voor. Het probleem is dat de onthaalbureaus, die dan een grotere capaciteit zullen aankunnen, heel wat mensen zullen doorsturen naar de Huizen van het Nederlands, waar geen extra middelen voor gepland zijn en die geen capaciteitsverhoging aankunnen. Zij zeggen dat het probleem wordt doorgeschoven naar de Huizen van het Nederlands.
Mijnheer de minister, ik wil ook wijzen op het rapport dat het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding na de vorige campagne heeft opgesteld. Omdat dit ook over gelijke kansen gaat, richt ik me tot u.
Daar heeft men onderzoek gedaan naar de gevolgen van de regularisatiecampagne in 1999. Het onderzoek werd opgesteld in 2000. Eerst en vooral is daar zeer duidelijk uit gebleken dat er inderdaad een zeer grote groep komt aankloppen omdat bij mensen die pas geregulariseerd zijn, er een grotere bereidheid, een grote openheid, een zekere gedragswijziging is. Hun situatie is minder uitzichtloos dan voordien. Ze beginnen te denken aan het leren van Nederlands. Het Huis van het Nederlands in Antwerpen heeft mij bevestigd dat het sinds de regularisatiecampagne 30 percent meer mensen heeft zien aankloppen. Die cijfers liegen er niet om.
Het rapport van Before & After leert ons ook dat de mensen die dan een aanvraag doen, opener zijn. Maar ze zijn ook het meest precair. Als ze niet onmiddellijk lessen kunnen volgen, kan het gebeuren dat hun situatie zeer snel verslechtert. Als ze niet het eerste jaar maar pas het tweede jaar lessen Nederlands kunnen volgen, is de kans groot dat zij vervallen en hun situatie er toch niet op verbetert. U moet ze bij het begin vatten.
Het rapport bevat ook zeer interessante cijfers over de relatie tussen taalkennis en werk. Het is specifiek onderzocht: mensen die Nederlands kennen, vinden veel gemakkelijker werk. Wij moeten daarop inzetten. Ik vraag mij af of die maatregelen, waarvan u mij niet hebt gezegd of ze er zullen komen, voldoende zijn.
De heer Dehandschutter heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, ik sluit mij aan bij de zorg die mevrouw Meuleman hier uit. Ik kan de cijfers die zij citeert, bevestigen. Wij hebben ook die cijfers gekregen. Ze hebben enkel betrekking op de stad Antwerpen. Wat de centra voor volwassenenonderwijs betreft, is het blijkbaar zo dat diegenen die nu op de wachtlijst staan, in het voorjaar aan de slag kunnen, maar dat diegenen die nog zullen volgen, nog een jaar zullen moeten wachten, tot het najaar van 2010.
Ter aanvulling van wat mevrouw Meuleman zegt: de impact voor de Huizen van het Nederlands is niet onbelangrijk. De wekelijkse instroom vanuit de centra voor volwassenenonderwijs bedraagt 240 personen, en bij de centra voor basiseducatie zijn het er 120. Als men vergelijkt met vorig jaar, blijkt dat ook het aantal aanmeldingen in de Huizen van het Nederlands significant is gestegen. Vorig jaar, van augustus tot november 2008, sprak men van 3400 nieuwe aanmeldingen en 2800 heraanmeldingen. Dit jaar, van augustus tot 11 september 2009, spreekt men van 3800 nieuwe aanmeldingen en 4900 heraanmeldingen. Ik rond telkens af. Dat is op jaarbasis gecombineerd een stijging van ik rond af bijna 50 percent: van 6300 naar bijna 9800.
Mijnheer de minister, ik wil u ook even een schriftelijke vraag in herinnering brengen met dezelfde inhoud, door de heer De Wever aan u gesteld. De vraag ging specifiek over de Huizen van het Nederlands, het aspect waarvoor u bevoegd bent. Bent u op de hoogte van die druk? U blijkt dat te zijn. Maar de vraag dringt ook nog eens aan op de maatregelen die u hier zou moeten nemen. In het regeerakkoord staat trouwens expliciet ingeschreven dat deze regering in een behoeftedekkend aanbod wil voorzien. Hoe en wanneer zal dat worden gerealiseerd?
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mijnheer de minister, men vraagt u nu naar de behoeftedekking met betrekking tot de Huizen van het Nederlands en alles wat mogelijk is inzake inburgering. Mevrouw Meuleman, als men op het federale vlak opnieuw een regularisatiegolf organiseert, dan is het aanzuigeffect daarvan niet te onderschatten. Als we zo voortgaan, zullen we over tien jaar misschien weer zon golf hebben, en dan zult u hier misschien weer vragen wat de Vlaamse Regering gaat doen. We hebben op dit ogenblik zelfs de capaciteit niet om de inburgering van gewone nieuwkomers, los van wat nu in het kader van de regularisatieoperatie aan het gebeuren is, op te vangen. Nu beslist men op het federale niveau om die regularisatie te doen, en u komt vragen of we daarvoor nog wat meer middelen gaan voorzien. We kunnen de gewone nieuwkomers al niet opvangen.
Mijnheer de minister, misschien kunnen we de federale overheid eens het signaal geven dat ze moet stoppen met haar lakse immigratiebeleid want wij moeten hier dweilen met de kraan open.
Mijnheer de voorzitter, ik heb in een vorig leven nog veel werk inzake immigratie en asiel geleverd. Ik heb onder meer de eerste regularisatiecampagne moeten rechttrekken. Mevrouw Meuleman hoeft me niet van het belang hiervan te overtuigen.
Om die reden hebben we de administratie begin september 2009 al gevraagd een stand van zaken op te maken. Op die manier moet duidelijk worden welke knelpunten zouden kunnen ontstaan. Daarnaast hebben we bij de opmaak van de begroting 2010 een provisie van 4,8 miljoen euro voor inburgering en onderwijs vastgelegd. Dit bedrag is voor de opvang bedoeld.
De Vlaamse Regering heeft zich proactief opgesteld. We hebben ons niet tot bijkomend geld beperkt. We hebben tevens gekeken hoe we structureel en met de huidige middelen die we aan het volwassenenonderwijs geven meer taallessen kunnen organiseren. Die manieren zijn opgesomd. Het is de bedoeling de komende weken met de mensen van het volwassenenonderwijs rond de tafel te zitten.
Ik wil erop wijzen dat de regularisatieprocedure zich nog in het stadium van het indienen van de aanvragen bevindt. Daarna moet de federale regering nog beslissingen nemen. Ik verwacht die beslissingen pas de komende maanden. Indien ik het goed heb begrepen, kampt de federale regering nog met een paar problemen. Er is niet voldoende personeel ter beschikking gesteld om de aanvragen te behandelen.
We zijn sinds september 2009 proactief bezig. Zodra die mensen een antwoord krijgen, start het nieuwe schooljaar. In september 2010 zullen we klaar zijn. We zullen dan de nodige structurele maatregelen hebben genomen. De vastgestelde provisie geldt, indien nodig, voor inburgering en voor onderwijs.
Mijnheer de minister, ik heb gehoord dat de Huizen van het Nederlands al sinds september 2009 aan uw deur staan te kloppen. Ik hoop dat jullie er samen uitkomen en een oplossing vinden.
Het incident is gesloten.