Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Hendrickx heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, collegas, mijnheer de minister-president, groot was vanmorgen mijn verbazing ik verslikte me bijna in mijn koffie toen ik hoorde dat federaal minister van Buitenlandse Zaken Leterme tijdens de toelichting bij zijn beleidsnota gisterenmiddag een pleidooi had gehouden voor de oprichting van een imago-adviesraad. Meer zelfs, hij zei erbij dat die imago-adviesraad al tot drie keer toe bij elkaar was gekomen.
De samenstelling ervan bestond, naast de normale diplomaten, ambtenaren, technici en publicrelationsspecialisten, uit vertegenwoordigers van de drie gewesten. Want, zo stelde minister Leterme, de drie gewesten zouden zijn bijgedraaid, de geesten zouden zijn geëvolueerd en men zou nu volop kiezen voor de promotie van België, van de merknaam België, van het Belgische geheel of van geheel België zo u wilt, dit alles met als uiteindelijk doel de sterke merknaam België vooral buiten Europa te promoten.
Minister Leterme zei daarbij ook nog dat men in China niet zit te wachten op de deelstaten, maar op de premier. Ik weet niet waarom de minister van Buitenlandse Zaken dat zegt. Toch niet in deze week, waarin er bepaalde evoluties staan te gebeuren.
Uiteraard is mijn vraag daarbij wat u, en bij uitbreiding de Vlaamse Regering, denkt over het feit dat het Vlaamse Gewest daar eventueel aan zou deelnemen.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, collegas, ik kan kort zijn. Natuurlijk neemt men op het federale niveau initiatieven om het imago van België te verbeteren. Dat is zijn verantwoordelijkheid.
Vanuit Vlaanderen zeggen wij heel duidelijk dat wij het imago van Vlaanderen de wereld insturen. Wij hebben hierover in het verleden al debatten gevoerd. In de mate dat het federale niveau initiatieven neemt en dat was toen het dat nog zelf betaalde om de deelstaten te promoten, is het altijd interessant om te kijken of je daar zonder te betalen toch Vlaanderen kunt verkopen.
Maar ik zeg in alle duidelijkheid dat de Vlaamse Regering en ikzelf geen inspanningen zullen doen. Dit is mij niet toevertrouwd en het parlement zou trouwens ook niet appreciëren dat wij het imago van België de wereld zouden insturen.
Het is mijn verdomde plicht om dit wel voor Vlaanderen te doen. Als er op federaal niveau initiatieven worden genomen waar Vlaanderen ook duidelijk wordt verkocht, dan moeten we dat geval per geval bekijken. Nog belangrijker is de eigen verantwoordelijkheid om het positieve imago van Vlaanderen kracht bij te zetten. Dat zullen wij bewaken. U moet er zich dus geen zorgen over maken dat ik het imago van België zou uitdragen. Daar zijn federale collegas voor die de bevoegdheid en blijkbaar ook de middelen hebben.
Mijnheer de minister-president, ik dank u voor uw antwoord en voor uw waakhondfunctie. Ik denk dat wij het eens zijn: het stond in het regeerakkoord, het staat in uw beleidsnota dat wij ten volle onze bevoegdheden gaan benutten.
Ik herinner mij dat een viertal jaar geleden hier een voormalig minister-president, de heer Van den Brande, een ander voormalig minister-president, de heer Leterme, stond te bevragen naar aanleiding van een missie naar China en Singapore met mevrouw Moerman. Toenmalig minister-president Leterme zei dat het toch effect had voor de havens, de bedrijven, de onderwijsinstellingen. Ik vind het vreemd dat hij van gedacht is veranderd het zij zo.
Ik dank u in ieder geval voor de intenties die u hier maakt.
De heer Van Overmeire heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, geachte collegas, dit soort krampachtige pogingen om het imago van België op te krikken, is natuurlijk niet nieuw. De minister-president heeft er zelf naar verwezen. De eerste vereiste voor een goede imagocampagne is natuurlijk dat men een goed product heeft, en ik denk dat daar het schoentje wringt.
Mijnheer de minister-president, u hebt zelf verwezen naar de campagne Only in Belgium van 2008 waarover ik u destijds ondervraagd heb. U hebt toen wel meegedaan. Vlaanderen is toen meegestapt in het project rond René Magritte, Adolphe Sax en Lucky Luke met de vier Daltons. Ik vraag me af wat daar het effect van is geweest.
Nu is er een nieuwe situatie. Die imago-adviesraad heeft eigenlijk een permanent karakter. In de toekomst zullen we op vrij regelmatige basis met dit soort initiatieven geconfronteerd worden. De doelstelling ligt trouwens vast: over vijf jaar moet België een ander imago hebben, een ander brand segment. Ik kan alleen maar hopen dat zon campagne over vijf jaar zonder voorwerp zal zijn.
Veel belangrijker is wat we op de volgende pagina van de beleidsnota van federaal minister van Buitenlandse Zaken Leterme lezen. Het gaat over internationaal ondernemen. Ik geef een paar citaten. We hebben het gehad over buiten de lijntjes gaan en usurperende bevoegdheden. Ik lees op pagina 14: Het exportbeleid zal samen met de gewesten gevoerd worden. Activering van het economisch netwerk, in overleg met de drie gewesten. De gewesten zullen betrokken worden bij de uitbouw van bilaterale overlegmechanismen met de sleutellanden wat de export betreft.
Hoe je het ook draait of keert, dit is niet wat in de Grondwet staat. Dit is een duidelijke overtreding van de taakverdeling. Internationaal ondernemen, exportpromotie, aantrekken van investeringen, zijn duidelijk Vlaamse bevoegdheden. Eens temeer gaat de federale overheid over de lijntjes.
Ik dacht dat dit soort recuperatiepogingen van het federale niveau tot de erfenis van paars behoorde. Ik merk dat het met een christendemocraat als premier, een christendemocraat als minister van Buitenlandse Zaken en een christendemocraat als Vlaams minister-president, onverminderd voortgaat.
Ik zou graag van u horen dat u nu zegt dat u op geen enkele manier deelneemt aan de nieuwe imagocampagne die wordt opgestart. Kunt u dat met zoveel woorden zeggen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Moerman heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, ik denk dat het probleem niet zozeer is dat België zijn imago probeert op te krikken. In tegenstelling tot de heer Van Overmeire hoop ik niet dat het over vijf jaar zonder voorwerp is, maar wel dat het niet meer nodig zal zijn.
Ik heb er ook niets op tegen dat bepaalde producten worden verkocht in het buitenland onder het label België, als ze nu eenmaal op die manier gekend zijn. Je zou al een heel slechte marketeer moeten zijn om een goed merk als het er dan toch is , weg te gooien.
Waar ik wel problemen mee heb ik zeg niet dat u die richting wil uitgaan is met een soort van recuperatiepoging contra legem die aan de gang is. Ze dateert niet van gisteren. Ik heb in uw schoenen gestaan, althans in de bevoegdheid van Buitenlandse Handel. Het is niet gemakkelijk, zeker niet als men te maken heeft met een partijgenoot op het andere niveau. Er wordt contra legem een en ander gedaan. Over de voorbeelden die de heer Van Overmeire heeft geciteerd, zeg ik: je kunt maar lezen wat in de tekst staat. Het exportbeleid is van de gewesten, het is niet samen met de gewesten. Het economisch beleid is een van de exclusieve bevoegdheden van de gewesten. Wat daar staat, is contra legem. Dat kunt u als Vlaams minister-president niet dulden.
Ik wil afsluiten met een CD&V-woord er zijn zo van die woorden die een bepaalde kleur hebben namelijk dienstbaar. De Belgische diplomatie heeft uitstekende mensen. Er zitten ook uitstekende jonge diplomaten bij die heel goed en dynamisch hun werk verrichten en die ook op economisch vlak beslagen zijn. Maar wat sommigen in de Belgische diplomatie moeten leren, is dat ze dienstbaar moeten zijn ten aanzien van de bevoegdheden van de gewesten.
Mijnheer de voorzitter, collegas, dienstbaar is een mooi woord en ik hoop dat ook andere partijen zich dat woord eigen maken. Ik heb in het verleden duidelijk gemaakt dat de federale diplomatie dienstbaar moet zijn ten aanzien van wat wij met onze bevoegdheden die zijn ingeschreven, uitvoeren. Ik ga ervan uit dat dat ook gebeurt.
Mijnheer Van Overmeire, als men op onze bevoegdheden komt, zeker wat export en de economische diplomatie betreft, zal ik heel duidelijk zijn dat ik geen recuperatie van wie dan ook zal dulden. Ik kan in beleidsnotas en dergelijke het natuurlijk niet hebben over het federale niveau. We moeten heel duidelijk zeggen wat onze bevoegdheden zijn. We moeten dat duidelijk communiceren naar het federale niveau wanneer men op onze bevoegdheden komt. Dat is een duidelijk voorbeeld van assertief beleid.
Wat betreft de adviesraad: als Vlaanderen daar niet beter van wordt en als Vlaanderen in heel die campagne zichzelf niet kan promoten, zullen we, net zoals we destijds hebben besproken in het kader van Made in Belgium, daar conclusies uit trekken en de nodige communicatie over doen. Daar hoeft u zich niet te veel zorgen over te maken.
Ik dank de minister-president. Ik geloof hem als hij stelt dat wij met ons allen, Vlaams Parlement en Vlaamse Regering, op de sinds enkele jaren inslagen weg voort moeten gaan.
Het incident is gesloten.