Verslag plenaire vergadering
Verslag
Hoofdelijke stemming
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omklede motie.
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, deze motie gaat over het banenplan van federaal minister Milquet dat ze heeft aangekondigd in het kader van de begrotingsbesprekingen op federaal niveau. Het banenplan is gericht op jongerenwerkloosheid. Ik ben ervan overtuigd dat niemand er iets tegen heeft dat jongerenwerkloosheid wordt aangepakt. Elke werkloze is er één te veel.
Het probleem met het aangekondigde banenplan van minister Milquet is dat de RSZ-verminderingen die op dit moment bestaan voor oudere werknemers, zouden worden afgeschaft of verminderd. Laat nu net de tewerkstelling van oudere werknemers in Vlaanderen hét probleem zijn.
Er is een studie van professor Sels die zegt dat oudere werknemers tot 11 percent duurder zouden worden. Men kan zich voorstellen dat dit een ramp is voor de Vlaamse arbeidsmarkt.
Het gaat hier duidelijk over een verdoken transfer. Het klassieke verhaal is dat er één Belgische pil wordt gegeven voor twee verschillende ziektes, waar uiteindelijk niemand beter van wordt. Hier gaat het om één pil die wordt gegeven, waar Wallonië en Brussel wel beter van worden, maar waar Vlaanderen absoluut zieker van wordt.
Minister Milquet heeft hiermee overduidelijk bewezen dat de regionalisering van het arbeidsmarktbeleid of het doelgroepenbeleid - wat ook door de sociale partners werd gevraagd - meer dan nodig is.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, geachte collega's, Vlaanderen heeft dringend nood aan een eigen arbeidsmarktbeleid. Ik trap natuurlijk een open deur in. Over de partijgrenzen heen groeit gelukkig al het besef dat dit meer dan ooit nodig is.
Het plan van federaal minister Milquet is echt nadelig voor een deel van de Vlaamse arbeidsmarkt en in het bijzonder voor de werklozen ouder dan 55 jaar. Zoals ook al werd gesteld door verschillende sprekers in de commissie Economie, is het plan van minister Milquet vooral gericht op jongeren en zal het wellicht door de afschaffing van bepaalde doelgroepmaatregelen vooral de Vlaamse arbeidsmarkt treffen.
De Waalse arbeidsmarkt is zoals zovelen weten heel verschillend van die in Vlaanderen. De Vlaamse arbeidsmarkt heeft vooral nood aan maatregelen specifiek voor Vlaanderen, maar het ziet er jammer genoeg niet naar uit dat het in het federale banenplan zal veranderen. Het staat immers in de sterren geschreven dat in het interministerieel overleg over deze problematiek men er niet in zal slagen om hiervoor een oplossing te vinden.
Mijnheer de voorzitter, ik ben ter zake wat ontgoocheld in minister Muyters. Tijdens het debat in de commissie heb ik er de aandacht op gevestigd, net zoals de heer Van Malderen trouwens, dat minister Milquet heel formeel heeft gezegd dat er een onderhoud is geweest tussen het kabinet-Muyters en haar kabinet om te overleggen over deze problematiek. Vanuit het kabinet van minister Muyters had men blijkbaar geen bezwaar tegen de genomen maatregelen. Ik weet wel dat minister Muyters in de commissie heeft geschermd met het feit dat slechts een adjunct-kabinetschef aanwezig was en dat hij niet over de nodige documenten beschikte. Maar uiteindelijk wist de minister wel - en zeker als N-VA-minister zou hij daar gevoelig voor moeten zijn geweest - dat er in het begin van dit jaar een gelijkaardig belangenconflict is ingediend en had hij zelfs zonder documenten heel duidelijk naar het kabinet van minister Milquet kunnen stappen en zeggen dat wat nu zou kunnen gebeuren, voor Vlaanderen onaanvaardbaar is. Toch is dat niet gebeurd. Het Vlaams Belang betreurt dat.
Het Vlaams Belang wil, zoals ook in de motie van de meerderheid is vervat, dat er in het aangekondigde ministerieel overleg wordt aangedrongen op het feit dat Vlaanderen recht heeft op een eigen arbeidsmarktbeleid. Het is jammer dat de meerderheid in haar motie niet aandringt om het arbeidsmarktbeleid te splitsen. Van de meeste meerderheidspartijen is dat enigszins te verwachten maar de N-VA stelt me hierin toch teleur. Ze pleit daar immers sterk voor. Het verbaast me van een partij die de vorige legislatuur in deze vergadering een motie goedkeurde waarin stond: "Het Vlaams Parlement vraagt de Vlaamse Regering de nodige stappen te ondernemen met het oog op de overheveling van het volledige arbeidsmarktbeleid, de splitsing van de RVA incluis." Dat is klaar en duidelijk. Het is een mooi citaat. Het is jammer dat men zich nu niet zo ver wil engageren.
Waar is het assertieve Vlaamse beleid ter zake? De N-VA voelt zich blijkbaar goed in een sfeer van rustige vastheid. In plaats van het assertieve beleid neemt N-VA genoegen met het aandringen - dat is natuurlijk al iets - op concrete stappen met betrekking tot het overdragen van het doelgroepenbeleid naar de regio's. Dat is opnieuw veel te weinig vragen om waarschijnlijk nog veel minder te verkrijgen.
Ik heb ook de indruk dat men niet echt op tafel durft te slaan. Misschien zal mijn collega me verbeteren, maar in de motie vraagt men dat het Vlaams Parlement het voornemen herbevestigt om alle tot haar beschikking staande parlementaire middelen uit te putten om te vermijden dat de belangen van de Vlaamse arbeidsmarkt zouden worden geschaad. Dat is mooi, maar ik heb de indruk dat men te voorzichtig is. Men durft blijkbaar niet te hard op tafel slaan. Ik meen te begrijpen - maar verbeter me als ik fout ben - dat men stelt dat men een belangenconflict wil inroepen als het zou doorgaan zoals voorzien. Ik neem aan dat er geen andere mogelijke middelen zijn.
Soms kan men op een veel kortere manier een veel duidelijkere stelling innemen. Dat doet het Vlaams Belang met de motie die hier voorligt. Enerzijds vragen wij, net zoals de meerderheid, om via het interministerieel overleg vooralsnog de federale collega's te overtuigen. Indien dit niet lukt, kan het Vlaams Parlement anderzijds niet anders dan, net zoals in het begin van het jaar, een belangenconflict inroepen.
Collega's, ik reken erop dat u de motie van het Vlaams Belang zult goedkeuren. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ik heb twee kleine verduidelijkingen Een belangenconflict kun je pas inroepen van zodra er een wetsontwerp is. Op dit moment heeft minister Milquet nog geen wetsontwerp ingediend en lijkt het me niet nuttig om daar nu al mee te gaan dreigen.
Het antwoord van minister Muyters was absoluut afdoende. Hij heeft er inderdaad naar verwezen dat er een malversatie was tussen het kabinet van minister Milquet en zijn kabinet, maar het eigenlijke overleg van minister Muyters met minister Milquet is pas afgelopen vrijdagnamiddag gevoerd. Ik heb daar al een vraag om uitleg over ingediend.
Mijnheer Tommelein, u was daarstraks verontschuldigd. We zijn blij dat u nu weer in ons midden bent maar elke fractie van de indieners heeft maximum 10 minuten de tijd om een uiteenzetting te houden.
Mijnheer de voorzitter, is het dan de bedoeling dat er een debat volgt tussen de stemverklaarders onderling?
Ik kan niet op voorhand weten wat de inhoud is van wat de sprekers gaan zeggen.
We hebben één minuut om een vraag te stellen en tien minuten voor een stemverklaring.
Dan moet u aan uw fractievoorzitter vragen dat het reglement wordt aangepast.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, voor alle duidelijkheid, ook onze fractie onderschrijft deze motie. Ik wil echter nog enkele zaken verduidelijken. We moeten er ons voor hoeden alles op een hoopje te gooien.
Er zijn twee duidelijke facetten aan dit debat. Er is enerzijds de maatregel die een versterking is van de structurele kortingmaatregelen. Daarvoor worden een aantal kortingen voor doelgroepen afgeschaft. Daartegen hebben wij in het voorjaar van 2009 een belangenconflict ingeroepen. We moeten afwachten of we binnen enkele weken argumenten vinden om dat al dan niet te verlengen.
Er is anderzijds het nieuwe pakket maatregelen ter waarde van 300 miljoen euro, dat wordt voorgesteld door de federale minister. We hebben minister Muyters duidelijk gevraagd dat nieuwe pakket duidelijk op maat van Vlaanderen te laten schrijven. Eén facetje daarvan is de jongerenwerkloosheid, maar het pakket bevat ook een versterking met 150 miljoen euro van de Sociale Maribel. Het bevat ook een pakket opleiding. De federale minister blijft daar binnen haar bevoegdheden.
Het komt erop aan dat er een heel kordate Vlaamse aanpak is en dat minister Muyters er in dat ministerieel comité voor zou pleiten dat het nieuwe pakket aan maatregelen zo veel mogelijk op maat van Vlaanderen zou worden geschreven. In ons land hebben we immers twee verschillende arbeidsmarkten. Het is goed een arbeidsmarktbeleid op maat van Vlaanderen te onderschrijven. De Vlaamse Regering staat daar ook garant voor.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik heb mijn interpellatieverzoek niet ingediend vanuit een drang naar een communautair opbod, zoals de heer Deckmyn dat hier bepleit, maar wel vanuit de bekommernis voor oudere werknemers en jonge werkzoekenden, die zich vandaag in een zeer precaire context bevinden.
In de commissie hebben we heel duidelijk gesteld dat het ons niet te doen is om het leveren van institutionele achterhoedegevechten, maar wel om ervoor te zorgen dat die oudere werknemers en die jonge werkzoekenden daadwerkelijk zo snel mogelijk aan een baan geraken. Daar zijn dus efficiënte en doelgerichte maatregelen voor nodig. Wat dat betreft, hebben we een probleem met de voorstellen van minister Milquet.
Mijnheer Deckmyn, van twee dingen een. Ofwel is het de bedoeling van uw motie een oplossing dichterbij te brengen, en dan denk ik dat die van de meerderheid breder en tegelijk ook specifieker is. Ofwel is het de bedoeling het conflict om het conflict te zoeken. In dat geval brengt u geen oplossing dichterbij en is uw motie pervers. Ik zie in beide gevallen geen enkele reden om ze te steunen.
Mijnheer Tommelein, voor de duidelijkheid, op bladzijde 99 van het reglement dat door dit parlement is goedgekeurd, staat heel duidelijk over het voorleggen in de plenaire vergadering: In voorkomend geval kan de plenaire vergadering de indiener en één spreker per fractie, met een respectievelijke maximumspreektijd van 10 minuten en 5 minuten, vooraf horen. Dit is dus louter een toepassing van het reglement dat door dit parlement is goedgekeurd.
Mijnheer de voorzitter, ik heb u er een tijd geleden al op gewezen dat die stemverklaringen hier meer ruimte krijgen dan een gewone actuele vraag. U hebt toen geantwoord dat dit inderdaad een goede opmerking was en dat u die mee in overweging ging nemen in het Bureau. Nu moet u dus niet hypocriet doen en zeggen dat dit via de fractievoorzitter moet: ik heb het al aan u persoonlijk gezegd.
Als iemand een stemverklaring aflegt, heeft hij de tijd om die stemverklaring af te leggen, maar is het niet de bedoeling dat hij zijn niet-gebruikte tijd daarna nog gebruikt om te reageren op de stemverklaring van iemand anders. Dat is absoluut niet de bedoeling van dat reglement. Leden hebben de tijd om een stemverklaring af te leggen, en als iemand anders een stemverklaring aflegt, moeten ze daar niet op reageren. Dat is daarnet wel gebeurd.
Mijnheer Tommelein, ik hoop dat u het woord 'hypocriet' bij dezen wel terugneemt. Ik heb hier gewoon een verklaring afgelegd over wat in het reglement staat dat door dit parlement is goedgekeurd. Ik zou nu graag willen dat u uw verontschuldigingen aanbiedt en het woord 'hypocriet' terugneemt.
Ik zie dat u dit niet wilt doen: ik vind dat heel jammer en dan beschouw ik dat als een persoonlijk feit. U moet dit hier niet gebruiken tegen mij, want dit heeft niets met hypocrisie te maken. We zijn trouwens bezig met de evaluatie van het reglement. Alle partijen hebben trouwens al een voorstel ingediend. We zullen het reglement ter zake aanpassen.
Mevrouw Vanderpoorten was de vorige voorzitter van dit parlement. Na een evaluatie van het systeem van actuele vragen hebben we in het Uitgebreid Bureau eenparig beslist het bestaande systeem voort te zetten. Als ik nu iets zeg dat hypocriet is, dan had ik dat graag gehoord van een van de leden van het Uitgebreid Bureau.
Daarmee sluit ik de discussie af en gaan we over tot de stemming.
Ja, dat is het gemakkelijkste.
Begin van de stemming.
Stemming nr. 8
Ziehier het resultaat:
112 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
112 leden hebben ja geantwoord.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement de met redenen omklede motie aan. Ze zal aan de Vlaamse Regering worden overgezonden. (Applaus)