Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vereeck heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik vertel niets nieuws wanneer ik zeg dat de overheden in dit land niet echt efficiënt zijn. Daar zijn heel wat studies over, onder andere van de OESO. Er zijn ook nationale studies, bijvoorbeeld van professor Moesen over het overheidsbeslag. Er is een Commissie Efficiënte en Effectieve Overheid die al heel wat aanbevelingen naar voren heeft geschoven.
De meeste ambtenaren werken hard maar we laten ze soms onzinnige dingen doen. Dat is jammer. Bovendien is het ambtenarenaantal ondanks een stop sinds 2003, nog gegroeid. Er waren eind 2007 616.000 ambtenaren bij alle Vlaamse overheden. Dat is een stijging met 12 percent of 72.000 eenheden in zes jaar tijd. Specifiek voor de Vlaamse overheid, waren er in 2003 42.484 ambtenaren. In 2007 waren het er al 46.749.
Iedereen die kan tellen, weet dat dat een verschil is van 4265, of een stijging met 10 percent.
In de bestuursliteratuur zijn er heel wat leuke verklaringen waarom die overheid maar blijft groeien. Belangengroepen schermen hun regulering af. Als een bepaald takenpakket wegvalt, vindt een administratie wel een nieuwe taak voor zichzelf uit. Daar zijn tig voorbeelden van te verzinnen.
Los van de theorie weten we sinds het rapport van het Rekenhof dat de ongebreidelde groei van de administratie en personeel in Vlaanderen ook te maken heeft met een falend personeelsbeleid. Sinds halverwege de jaren negentig maken we gebruik van personeelsplannen. Die plannen zijn gebaseerd op procesplannen. Men gaat eerst na wat die bedrijfsmatige processen zijn in de overheid. Daarna poogt men daar een correcte personeelsbezetting tegenover te zetten.
Dat is niet zo'n eenvoudige opdracht. Er werden externe consultants voor ingehuurd. Ondertussen heeft dat 7 miljoen euro gekost. Op zich is dat geen groot probleem, als er maar resultaat is. Maar dat is niet zo. Uit het rapport van het Rekenhof blijkt dat de meeste plannen van povere kwaliteit zijn, dat het verband met die processen in die overheid en wat daar als personeel tegenover staat, niet wordt gelegd, dat er ook geen efficiëntiewinsten worden geboekt via een procesoptimalisatie, dat het systeem niet gedragen wordt door de leidend ambtenaren en dat er eigenlijk geen langetermijnvisie is.
Mijnheer de minister, dat rapport is nogal wat. Het laat in feite niets heel van het personeelsbeleid. Daar komt nog bij dat, ondanks die status quo en die personeelsstop, er uiteindelijk een stijging is van 10 percent sinds 2003. Erkent u de problemen zoals die geschetst worden in het rapport van het Rekenhof? Welke beleidsconclusies verbindt u eraan?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, collega's, van de 62 entiteiten zijn er maar 38 die een personeelsplan hebben. De kwaliteit van die plannen varieert ook sterk.
Ter verduidelijking moet ik eraan toevoegen dat het beter bestuurlijk beleid (BBB) is ingevoerd in 2006. We zien dat de meeste personeelsplannen bestaan in die entiteiten die ongewijzigd gebleven zijn na BBB. Er zijn heel wat Vlaamse openbare instellingen (VOI's), al dan niet onder een andere rechtsvorm, gewoon blijven voortbestaan, met behoud van hun personeel. Andere zijn volledig door elkaar geschud. Er zijn fusies en splitsingen gebeurd. Van zeven administraties in Vlaanderen zijn we naar dertien administraties gegaan. Dat heeft heel wat voeten in de aarde gehad.
Ik voeg eraan toe dat het volgens BBB om een volle verantwoordelijkheid van de leidend ambtenaar gaat. Geen enkele minister valideert personeelsplannen. Dat is zo gewild door BBB. De leidend ambtenaren hebben een bevoegdheid, maar ook een verantwoordelijkheid. Aan de hand van het rapport van het Rekenhof zal ik aan de collega's in de regering voorstellen om bij de evaluatie van de leidend ambtenaren ook rekening te houden met hun resultaten met betrekking tot de personeelsplannen.
Mijnheer Vereeck, u hebt het over de stijging van het aantal personeelsleden. Ik moet dat toch enigszins relativeren. Het Rekenhof heeft het niet over een aantal personeelsleden, maar over koppen. Er zijn heel wat deeltijdse personeelsleden bijgekomen. Het Rekenhof zegt dat het over 10 percent gaat. Mijn administratie stelt dat het om 8,27 percent gaat. De cijfers van de Vlaamse Regionale Indicatoren (VRIND) bevatten niet alle entiteiten. Sinds 2004 is er toch een knik. De groei bedroeg maar 1,5 percent per jaar, terwijl dat in de vorige periode nog 4 percent per jaar was. Ik voeg eraan toe dat er ook nieuw beleid is gevoerd. Bij de VDAB is er een heel sterk arbeidsbemiddelingsbeleid opgezet. Dat heeft ertoe geleid dat er minder werklozen waren. Er is nieuw beleid gevoerd inzake inburgering, inzake wonen. Dat vergt natuurlijk bijkomend personeel.
Deze regering heeft gesteld dat we het probleem zullen aanpakken. U kent het regeerakkoord. We zijn overeengekomen dat vanaf volgend jaar recurrent 5 percent moet worden bespaard op de werkingskosten en de 2,5 percent op de personeelskosten. Het college van ambtenaren-generaal heeft daartoe de opdracht gekregen. Het moet eind dit jaar een plan voorleggen. Dat plan moet bovendien voorzien in een verder efficiëntiepad in de loop van de volgende vier jaar. Het moet ook auditeerbaar zijn en er moet een benchmark mogelijk zijn met de andere regio's in Europa. We zullen daar dus werk van maken.
We zijn er ons van bewust dat de efficiëntie van en de kwaliteit bij de overheid bijzonder belangrijk zijn.
Ik ben ook blij dat u zegt dat we heel wat ambtenaren hebben die puik werk verrichten. Maar we kunnen efficiënter werken, door informatisering, e-government, administratieve vereenvoudiging, mobiliteit in het personeel, enzovoort. We zullen daar werk van maken. Het regeerakkoord is heel duidelijk.
Ik erken natuurlijk wel dat er een nieuw beleid is gevoerd. In sommige gevallen zou dat inderdaad tot nieuw personeel kunnen leiden. Maar het rapport zegt toch heel duidelijk dat de hele oefening, die nu toch al bijna vijftien jaar duurt, nooit nuttig is gebruikt om tot een procesoptimalisatie te komen. Ik zou daarvoor de schuld, of de zwartepiet, niet helemaal naar die leidend ambtenaren willen doorschuiven. Het is correct dat het niet gedragen wordt. Dat blijkt ook uit het rapport van het Rekenhof. Dat kan aan twee dingen liggen. Het kan enerzijds liggen, zoals we daarnet hebben gezien, aan het feit dat misschien de methodiek toch niet zo handig is om te werken. Anderzijds zijn er nog wel meer aanbevelingen in het rapport van het Rekenhof. De Vlaamse Regering heeft er bijvoorbeeld voor gekozen om het jaarondernemingsplan niet in te voeren. Daar had ik toch nog graag enige bijkomende uitleg over gekregen.
Tot slot nog even dit: wij hebben het over een moeilijke methodiek, want werken met procesplannen en personeelsplannen is niet iets wat je op een halve middag uit je mouw schudt. Maar ondertussen is er in uw eigen administratie daarvoor een dienst opgericht: het Agentschap voor Overheidspersoneel (AgO). Die stelt interne consultants ter beschikking. Ik blijf mij toch afvragen waarom sinds de oprichting van die dienst nog altijd zes entiteiten blijven werken met externe consultants.
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, niet alleen de heer Vereeck was onthutst toen wij via de media moesten vernemen dat Vlaanderen voor efficiëntie zakt. Het was ook voor onze partij een donderslag bij heldere hemel. Volgens het Rekenhof zijn de pogingen om efficiënter te werken in de plannen nauwelijks terug te vinden. De Vlaamse Regering probeert sinds 1999 inspanningen te doen om met haar personeelsbeleid de juiste man of de juiste vrouw op de juiste plaats te zetten. Dat is niet zo eenvoudig, maar het is toch wel zeer belangrijk om een efficiënter ambtenarenkorps te hebben.
Centraal in dit efficiëntere personeelsbeleid staat een soepeler en werkbaarder mobiliteitsregeling. Een aantal maanden geleden heb ik de minister-president nog ondervraagd, toen hij de bevoegdheid had over bestuurszaken, over de soepeler mobiliteitsregeling tussen enerzijds de diensten van de Vlaamse administratie zelf, en anderzijds tussen de IVA's en de EVA's en de andere autonome instellingen van de Vlaamse overheid. Ik heb dat ook aangehaald tijdens mijn vraag over de spectaculaire personeelsaangroei bij De Lijn en de VDAB.
Ik heb een concrete vraag. Zal de Vlaamse Regering werk maken van een soepeler en werkbaarder mobiliteitsregeling tussen de Vlaamse entiteiten? Dit is cruciaal als de Vlaamse overheid efficiënter wil zijn.
Mijnheer de minister, wij hebben een en ander nu via de media moeten vernemen. Kan het verslag van het Rekenhof in de toekomst in de commissie Bestuurszaken en in deze plenaire zitting worden besproken?
Mevrouw Vissers heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik kan spijtig genoeg niet inhoudelijk ingaan op de vraag omdat het rapport waarover de heer Vereeck het heeft, niet in ons bezit is. Wij hebben dit ook via de pers moeten vernemen en ik ben blij dat de heer De Meulemeester hetzelfde zegt. Mijnheer de voorzitter, ik dacht dat het een normale gang van zaken was dat een rapport van het Rekenhof eerst naar de voorzitter van het parlement zou worden gestuurd, dat het daarna zou worden verdeeld onder de fracties, om het nadien te bespreken in de commissies, zoals ook de heer De Meulemeester vraagt.
Wij hebben vandaag in de krant gelezen dat het rapport van het Rekenhof anoniem naar één politieke partij zou zijn gestuurd. Blijkbaar is de minister op de hoogte van het rapport. Dat hij op de hoogte is, tot daar toe. Maar dat één politieke partij hier op dit moment op de hoogte is, kan niet. Het Rekenhof is een gedegen instelling waarin we vertrouwen zouden moeten hebben.
Indien een dergelijke instelling anoniem een rapport naar een bepaalde politieke partij stuurt, stellen wij ons daar bepaalde vragen bij. Ik kan hier echter niet verder op de inhoud van het rapport ingaan.
Het Rekenhof is een collaterale instelling van het parlement. Niemand hoeft me hier vragen over het Rekenhof te stellen. Het rapport zal hier toekomen. Het Vlaams Parlement is meester van zijn eigen werkzaamheden. Dit rapport zal hier dan ook worden besproken.
Ik zal even overlopen wat er is gebeurd. Dit is in feite de normale gang van zaken. Het Rekenhof heeft een rapport opgesteld. Dit rapport is naar de ambtenaren gestuurd. Zij hebben hun opmerkingen geformuleerd. Het Rekenhof heeft dit allemaal verwerkt. Vervolgens heeft het Rekenhof het rapport voor verdere opmerkingen naar de minister gestuurd. Aangezien ik op dat ogenblik net opnieuw minister was geworden, heb ik verklaard dat ik me bij de opmerkingen van de administratie aansloot en dat ik de aanbevelingen in het rapport zou behartigen. Het eindrapport zal uiteindelijk hier toekomen.
Hoe dit rapport is gelekt, weet ik niet. Dat moet het Vlaams Parlement zelf onderzoeken. Het belangrijkste is dat we tijd hebben om dit rapport in de marge van de behandeling van de beleidsnota of tijdens een aparte discussie ten gronde te bespreken.
De Vlaamse Regering zal werk maken van de efficiëntie van de overheid. Bepaalde zaken konden in het verleden beter en kunnen in de toekomst beter. De leidende ambtenaren moeten op dit vlak worden geresponsabiliseerd. De beleidmakers moeten bepalen welke normen moeten worden gehaald. We hebben dit in het Vlaams regeerakkoord duidelijk omschreven.
In mijn ogen moeten we hiervoor geen beroep op externe consultants doen. Die consultants gaan toch allemaal eerst te rade bij de administratie. Op die manier ontdekken ze wat ze moeten aanbevelen.
Ik heb, binnen het Agentschap voor het Overheidspersoneel (AgO), een dienst uitgewerkt die alle entiteiten kan bijstaan. De leidende ambtenaren moeten hun verantwoordelijkheid ten aanzien van het personeelsplan opnemen. De politiek heeft ervoor gekozen efficiënter te werken. We streven naar efficiëntiewinsten van 5 percent van de apparaatskosten en 2,5 percent van de personeelskosten.
Ik heb dat rapport gisteren ontvangen en gelezen. Ik stel daar nu een actuele vraag over. Ik vind het naast de kwestie hoe dat rapport naar buiten is gebracht. (Opmerkingen)
Ik weet niet wie het rapport heeft ontvangen. Misschien hebben andere partijen het ook gekregen. Ik heb het in ieder geval gelezen. Meer moet men daar niet achter zoeken.
De inhoud is natuurlijk het belangrijkste. We spreken hier vaak over een efficiënte overheid. Dat leidt vaak tot wollige woorden over de optimalisatie van bedrijfsprocessen. Dat is echt managementjargon. We zien nu voor het eerst duidelijk wat er precies misloopt. De Vlaamse administratie voert geen ernstig personeelsbeleid. De minister heeft nu beloofd dit wel te zullen doen. Ik wil niet cynisch zijn en verklaren dat we dit al eerder hebben gehoord, maar we hebben dit echter al eerder gehoord. We zullen dit de komende weken, maanden en jaren dan ook nauwlettend blijven opvolgen.
Mevrouw Vissers, mijnheer De Meulemeester, officieel hebben wij dat rapport nog niet ontvangen. Ik heb een drietal weken geleden een onderhoud met de heer Van Stapel, de eerste voorzitter van het Rekenhof, gehad. Aangezien de heer Van Stapel binnenkort met pensioen gaat, zullen nieuwe afspraken met de nieuwe eerste voorzitter moeten worden gemaakt. Aangezien dit een Franstalige zal worden, zal ik me tot de Nederlandstalige voorzitter wenden. We zullen in elk geval een aantal verdere afspraken maken.
Een van de afspraken die momenteel al zijn gemaakt, houdt in dat een rapport van het Rekenhof dat het Vlaams Parlement bereikt onmiddellijk op het intranet zal worden geplaatst. Vroeger ging dat eerst naar bepaalde diensten en werd het eerst gedrukt voor het onder de Vlaamse volksvertegenwoordigers werd verspreid. In dit tijdperk kan elk rapport onmiddellijk op het intranet worden geplaatst.
De vraag hoe dit rapport uiteindelijk bij een bepaalde politieke partij is terechtgekomen, kan ik niet beantwoorden. Dat zal de toekomst uitwijzen. Ik denk dat de heer Van Stapel die vraag al evenmin zal kunnen beantwoorden.
Mijnheer de voorzitter, ik begrijp de commotie niet. Blijkbaar is toevallig een document aan LDD bezorgd. Alle fracties worden hier wild van. Ik heb de indruk dat alle partijen zijn vergeten dat de heer Decaluwe tijdens de vorige vergadering van de commissie Woonbeleid met inspectieverslagen zat te pronken. Hij had toen al 20 van de 39 inspectieverslagen van de sociale kredietmaatschappijen in zijn bezit.
Ik moet hier vandaag door middel van een met redenen omklede motie inzage in die inspectieverslagen vragen. Een lid van de meerderheid heeft tijdens de commissievergadering echter letterlijk verklaard er al twintig in zijn bezit te hebben.
Daar heeft niemand moeilijk over gedaan, ook het Vlaams Belang niet. Ik begrijp niet dat, als iemand aan LDD een document bezorgt, dit hier voor grote commotie zorgt. Als iemand van de meerheid in de commissie komt pronken met inspectieverslagen vol pure corruptie- en wantoestanden, waarin het parlement geen inzage krijgt en die de minister weigert te geven, dan geeft men daar geen krimp over.
Ik stel vast: twee maten, twee gewichten.
De heer Decaluwé heeft het woord.
Ik stel vast dat de heer Reekmans, voor de zoveelste keer, alles op één hoopje gooit.
Er is enerzijds een rapport van het Rekenhof dat op de een of andere manier gelekt is. Anderzijds zijn er de rapporten van de Sociale Huisvestingsmaatschappijen (SHM) die ik heb verkregen via mijn connecties en mijn persoonlijke contacten. Niet meer of niet minder. (Opmerkingen van de heer Peter Reekmans)
Het incident is gesloten.