Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Penris heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, in september 2006 zijn een vijftal mensen van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW) naar Peking getrokken om aldaar een congres bij te wonen van de International Water Association of iets dergelijks - het had iets met water te maken. Ze zijn er alleszins gaan onderzoeken of het water ook in China van boven naar beneden loopt, en ook belangrijker zaken dan dat.
Belangrijker dan het feit dat er twee bestuurders en drie technici naar dat congres zijn gegaan, was dat ze daaraan een achtdaagse trip hebben gebreid, die de belastingsbetaler heel wat geld heeft gekost. De VMW had oorspronkelijk per deelnemer een budget van 3.500 euro gepland, wat een totaal van 17.500 zou moeten maken. Ik ben minister Muyters niet, maar die rekening zal ongeveer kloppen.
Op het einde van de rit bleek heel dat reisje - er waren ook enkele partners bij, wettelijke of niet, dat laat ik buiten beschouwing - de belastingbetaler 44.000 euro te hebben gekost. Mijn fractie heeft een aantal vakministers in de vorige regering op die mogelijke wantoestanden gewezen. Het is de verdienste van minister Crevits dat ze onze boodschap heeft begrepen en een onderzoek heeft ingesteld. Ze heeft met ons moeten vaststellen dat deze reis buitenissige proporties had aangenomen en dat er kosten waren gemaakt die niet te verantwoorden waren.
Er is nu een compromis gesloten. De partners hebben hun eindrekening moeten betalen, 1.313 euro per meereizende persoon, wat voor een twaalfdaagse trip naar China heel goedkoop is, dunkt me. Minister Crevits heeft ook voorgesteld, en haar opvolger heeft daar werk van gemaakt in de praktijk, dat de VMW minstens een intern reglement zou opstellen waardoor dit soort misbruiken in die organisatie niet meer kan voorkomen.
Nu komt de kat op de koord. Ook voor andere ambtenaren zou het wenselijk en nuttig zijn dat er richtlijnen worden geformuleerd die dit soort misbruiken van buitenlandse dienstreizen onmogelijk zou maken.
Mevrouw de minister, in hoeverre hebt u de deontologische code van alle ambtenaren in Vlaanderen, ook van dit soort neveninstellingen, aangepast? Zal daarmee rekening worden gehouden? Zullen er sancties volgen voor mensen die deze deontologie niet willen naleven?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Wat de grond van de zaak betreft, verwijs ik naar de functioneel bevoegde minister Schauvliege. Waar het gaat over de algemene omkadering van dienstreizen verwart u twee zaken. Dit heeft niets te maken met de deontologische code. Die bepaalt niets over dienstreizen. Hoogstens staan er algemene principes in over zuinigheid en efficiëntie, maar niet over de kostprijs.
Mijnheer Penris, u hebt het ongetwijfeld over de omzendbrief inzake dienstreizen. Die is per definitie alleen toepasselijk op alle entiteiten die vallen onder het Vlaams Personeelsstatuut (VPS), dus niet op de VMW. Daarom kondigt de minister een initiatief aan. Ik heb contact genomen met de functionele minister, ik mag namens haar antwoorden dat ze via de regeringscommissaris dit punt op de agenda van de VMW zal brengen. In de VMW heeft de Vlaamse overheid maar 25 percent van de aandelen. Dat is een hybride situatie. We moeten erop rekenen dat de andere aandeelhouders bereid zijn om dit akkoord te implementeren.
Ik heb gedaan wat ik reglementair kan doen: nagaan of er voor andere entiteiten die buiten het VPS vallen, een algemene maatregel zou kunnen worden genomen. Dat is zeer moeilijk want dat zijn telkens aparte structuren. Er zijn VOI's, nv's, nv's van publiek recht enzovoort. Kunnen we maatregelen nemen waarbij we die zaken via de bevoegde minister initiëren, rekening houdend met de eigenheid, en wetend dat er een aantal entiteiten zijn die de regeling van het VPS overnemen? Zoals het geval was met de VRT dat dit als nv van publiek recht deed naar aanleiding van een incident.
Ik zal nagaan of we daar generiek nog iets meer kunnen doen. Minister Schauvliege zal dit punt in elk geval initiëren op de raad van bestuur van VMW.
Dit is alvast goed nieuws, mijnheer de minister, want in dit dossier is er nog een bijkomend pijnlijk verhaal. De klokkenluider die deze feiten heeft uitgebracht, is namelijk gesanctioneerd. Hij werd eerst bedreigd met een inhouding van tien percent op zijn wedde. Hij heeft uiteindelijk een blaam gekregen, die is bevestigd in hoger beroep, wat ik heel pijnlijk vind. Die man heeft per slot van rekening zijn plicht gedaan. In de deontologische code van de ambtenaren staat immers dat ze niet alleen spreekrecht maar in sommige gevallen, wanneer ze misbruiken vaststellen, ook spreekplicht hebben. Dit is een voorbeeld waarin een ambtenaar spreekplicht heeft. Wanneer een vijftal mensen die een belangrijke functie invullen in zo'n organisatie misbruik maken van overheidsgeld, dan denk ik dat elke ambtenaar die daar weet van heeft, het recht en de plicht heeft om daar melding van te maken aan de hogere overheden.
Wat de deontologische code in deze subentiteit betreft, kan een en ander worden veranderd. Het goede nieuws is dat de vakminister daaraan zal verhelpen.
Ik ben het eens met uw opmerking dat deontologie generiek zou moeten kunnen worden toegepast. Ik hoop dat we voor alle Vlaamse overheidsinstellingen eenvormige gedragsregels kunnen invoeren waaraan iedereen zich moet houden en waarvan duidelijk is dat diegene die zich daar niet aan houdt, te gepasten tijde ter verantwoording zal worden geroepen en daar eventueel zelfs voor gestraft kan worden.
De heer Vanden Bussche heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de heer Penris. Het lijkt me inderdaad belangrijk dat de klokkenluider een zeer goed beschermd statuut krijgt. Het is een van de beste manieren om misbruiken aan te klagen. Ik hecht daar veel belang aan.
Mijnheer Penris, het heeft niets te maken met de deontologische code, het heeft alles te maken met de omzendbrief over buitenlandse dienstreizen die van toepassing gemaakt moet worden.
Wat de klokkenluiders betreft, ga ik niet op deze concrete situatie in. Dat is ook niet uw bedoeling. Ik heb tijdens de vorige regeerperiode een protocol gesloten met de ombudsman waardoor Vlaanderen een van de beste beschermingen heeft van de klokkenluiders. We hebben dit onderwerp al in de commissie behandeld. Er zijn vragen of dit statuut niet moet worden verbeterd. We zullen dat bekijken. We wachten ook de aanbevelingen van de ombudsman af. Ontslag en sanctie wegens die aangelegenheden kan echter niet. Ik weet niet of we het statuut nog kunnen verbeteren. We zullen dat bekijken zodra we het rapport daarover hebben.
Mijnheer de minister, u hebt bevestigd wat wij bevestigd wilden zien.
Het incident is gesloten.