Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Dehaene heeft het woord.
De heer Jan Peumans treedt opnieuw als voorzitter op.Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de voorbije dagen is er zeer veel aandacht geweest voor de problematiek van schulden in het bijzonder en misleidende reclame bij uitbreiding. In dit parlement hebben we al meermaals aandacht gevraagd voor die schuldenproblematiek, ook vanwege Onderwijs.
Ik moet zeggen dat ik licht euforisch was toen u in de kranten verklaarde dat u het probleem erkent en vindt dat ook het onderwijs ter zake een belangrijke rol te vervullen heeft. Ik had in eerste instantie gedacht dat u specifiek naar het budgetbeheer had verwezen, maar toen ik uw reacties er nauwgezetter op nalas, moest ik vaststellen dat u het vooral over de eindtermen had. Toen was ik wel wat ontgoocheld. Ik heb dus hoogten en laagten moeten meemaken wat dit betreft. Toen uw voorganger in 2007 een vraag kreeg over dezelfde problematiek van de schuldbemiddeling, stelde hij over de eindtermen: "We hebben een brede strategie om jongeren te wapenen. Ze leren vaardigheden die algemeen inzetbaar zijn. Ik denk dan aan kritisch zijn, opkomen voor zichzelf, neen durven zeggen, zich informeren, keuzes maken en de gevolgen daarvan inschatten." Volgens de toenmalige minister zijn dat zaken die al in de eindtermen zitten.
Ik weet dus niet wat u wilt doen en wat uw boodschap precies was. Ik hoop dat we niet nog eens die eindtermen gaan aanpassen. Ik heb begrepen dat ze pas zijn aangepast en dat de nieuwe eindtermen pas in september 2010 in voege zullen treden. Ik durf ervoor pleiten niet meer te wachten op nog eens nieuwe eindtermen, maar werk te maken van het weerbaar maken van onze studenten. Ik pleit ervoor de scholen te vragen de instrumenten te geven om te werken met betrekking tot de vraag hoe men een budget beheert en omgaat met schulden. Die instrumenten bestaan: laten we ze alstublieft aan alle scholen bezorgen, zodat ze er vandaag mee kunnen beginnen te werken.
Minister Smet heeft het woord.
Het gaat wel over meer dan omgaan met budgetten en kredieten. Ik heb ook heel specifiek gesproken over reclame. Reclame kan misleidend zijn, en is soms manipulatief. Het is belangrijk dat kinderen, die toch niet het onderscheid maken tussen informatie en reclame, dat onderscheid kunnen maken. We zullen dat tegen 1 september 2010 in de eindtermen opnemen. Het is immers belangrijk dat op te nemen in de vakoverschrijdende eindtermen.
Mijnheer Dehaene, ondertussen is de tijd natuurlijk niet stil blijven staan. Zo is er bijvoorbeeld het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling. Dat centrum zal weldra een educatief pakket voor de scholen uitbrengen, om heel specifiek over budgetbeheer informatie te geven.
Ook heeft volksvertegenwoordiger Kurt De Loor, die OCMW-voorzitter is in Zottegem, in die gemeente initiatieven genomen om heel specifiek de scholen te ondersteunen met betrekking tot de vraag hoe er moet worden omgegaan met kredieten, schuldbemiddeling enzovoort. Dat zijn prachtige praktijken die bestaan. We zullen ze centraliseren, maar we zullen ze nog een beetje uitbreiden. Ik vind het heel belangrijk dat kinderen weten hoe ze met publiciteit moeten omgaan. Ook veel ouders vinden dat. Als we de internetpeilingen mogen geloven, vinden momenteel ook veel ouders het belangrijk dat we dat doen. Maak u niet te veel zorgen: het is niet omdat we vakoverschrijdende eindtermen maken op dit vlak, dat er voor scholen dan plots ongelooflijk veel organisatie komt bij kijken.
Dat laatste heb ik zeker niet gezegd. Ik ben me zeer goed bewust van de initiatieven die het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling neemt. Ik heb trouwens mee het voorstel van decreet ingediend dat de taken van het centrum omschrijft. Mijnheer de minister, het probleem is net dat er vandaag instrumenten bestaan, maar dat die niet aan de scholen worden bezorgd. In de vorige legislatuur heeft de minister van Welzijn die brochures bezorgd aan een aantal scholen. Ik wil u vragen dat u niet opnieuw zou wachten op de eindtermen of wat dan ook. Gebruik de middelen die binnen Onderwijs zijn vrijgekomen omdat de loonbrieven elektronisch worden bezorgd, om die schoolpakketten aan de scholen te bezorgen, zodat ze ermee kunnen beginnen te werken. Het materieel is beschikbaar. Als dit via de post wordt verstuurd, kunnen scholen er morgen of overmorgen mee beginnen te werken.
Mevrouw Poleyn heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik heb een suggestie voor minister Smet. In de vorige legislatuur, en die daarvoor, heeft CD&V twee voorstellen van resolutie ingediend. Daarin deden we suggesties over de link tussen media en opvoeding of mediaopvoeding. Ze zijn opgenomen in de beleidsnota van de minister van Media. We stelden voor om een Vlaams kenniscentrum voor mediawijsheid op te richten. Ik ben heel blij dat dit gaat lukken. Het kenniscentrum en eventueel andere initiatieven van u of uw administratie moeten ervoor zorgen dat alle beschikbare methodieken en de expertise gebundeld worden. Bezorg ze via een portaalsite of een elektronische nieuwsbrief aan de scholen zodat zij over die methodieken en informatie beschikken.
Mevrouw Deckx heeft het woord.
De heer Dehaene maant u aan tot spoed. Dat is terecht, maar ik bedenk ook dat u nog maar pas minister bent. U hebt al heel snel initiatief genomen. Dat is lovenswaardig.
Kinderen leren 'neen' zeggen, is erg belangrijk, niet alleen tegen misleidende reclame, maar ook op andere vlakken. Het is positief dat u daar de nodige aandacht aan schenkt. Ga zo snel mogelijk aan tafel zitten met alle mogelijke partners zodat er een draagvlak wordt gecreëerd om dit te integreren in het leerpakket.
De initiatieven van de heer De Loor in Zottegem zijn inderdaad zeer positief. Wellicht bestaan er nog zulke initiatieven in Vlaanderen. Het is belangrijk om die hierbij te betrekken.
De heer Wienen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik ben een beetje geschrokken omdat mevrouw Poleyn blijkbaar gedachten kan lezen, maar net zoals zij wil ik de nadruk leggen op het kenniscentrum voor de media. We weten allemaal dat niet alleen reclame, maar ook de media misleidend zijn. De media zijn een zeer breed begrip: audiovisuele media, tv-zenders, kranten en ook internet. Dat laatste bulkt van de informatie die er geen is. Het is essentieel kinderen daarvan bewust te maken.
Via dat kenniscentrum kunnen de nodige middelen worden aangereikt aan het onderwijs om de leerkrachten en de leerlingen een degelijke mediaopleiding te geven. Ze moeten het verschil tussen manipulatie en informatie leren onderscheiden.
Ik heb een goede verstandhouding met minister Lieten, daar is geen enkel probleem. Wat in mijn beleidsnota staat, staat ook in de hare. We hebben dat op elkaar afgestemd. Het klopt dat we daar heel nauw gaan samenwerken.
Mijnheer Dehaene, de materialen van het Vlaams Centrum voor Schuldbemiddeling zijn pas volgende week volledig klaar en ter beschikking. Ze kunnen dan pas aan de scholen worden overgemaakt. Men heeft mij verteld dat men, omwille van de pedagogische vrijheid van de scholen, niet graag heeft dat de minister vanuit het departement inhoudelijke pakketten ter beschikking begint te stellen. Het gaat dan om materiaal over schuldbemiddeling en omgaan met publiciteit. Ik hoor hier veel pleidooien in die richting. Voor mij niet gelaten, maar ik geloof dat men zal schrikken als men verneemt dat het parlement mij de opdracht wil geven om pakketten ter beschikking te stellen en bijna te verplichten. Zo werkt het niet in het Vlaams onderwijssysteem. We zouden Klasse kunnen gebruiken om de informatie en het materiaal van het Vlaams Centrum voor Schuldbemiddeling aan de leerkrachten te bezorgen.
Het is heel goed om dit te doen, maar niet alleen inzake schuldbemiddeling. We moeten ook jonge kinderen leren omgaan met publiciteit. We moeten dat in de eindtermen zetten zodat de scholen aan de slag kunnen gaan. Dat komt in de vakoverschrijdende eindtermen. Kinderen moeten leren dat ze zich niet mogen laten misleiden door reclame.
Er bestaan pakketten en ze werden naar scholen gestuurd in 2007. Het ging om een heel specifieke groep scholen, maar we kunnen dit perfect uitbreiden naar alle scholen. Er zit onder andere een deel in over 'hoe omgaan met reclame'. Het materiaal is dus beschikbaar, maar het moet misschien nog wat verfijnd worden.
Ik hoor u graag zeggen dat u wel de instrumenten wilt gebruiken om de nodige stimulansen te geven. Zeggen dat u niets naar de scholen kunt sturen, is niet juist, want de Vlaamse overheid heeft dat al gedaan. Als u het zelf niet wilt doen, ben ik ervan overtuigd dat het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling alle scholen zal willen aanschrijven met de publicatie 'Op eigen benen', waarin alle informatie staat die ze vanaf overmorgen kunnen beginnen te gebruiken.
Het incident is gesloten.