Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, vorige week hebben we een actualiteitsdebat gehouden over de btw op sleutel-op-de-deurwoningen en appartementen. Het parlement heeft daar uitgebreid over gediscussieerd. En terecht, want het zou wel eens kunnen dat jonge gezinnen op die manier minder snel een woning kunnen aanschaffen.
Daaronder zit echter nog een steeds groter wordende groep van mensen bij wie het niet gaat over het al dan niet kunnen aanschaffen van een woning, maar over de vraag of ze al dan niet dakloos zullen worden. Het is wellicht toeval dat deze actuele vraag helemaal onderaan de agenda staat. Er is ook geen actualiteitsdebat, hoewel het nieuws vanmorgen de headlines van nieuwsberichten en een aantal kranten haalde, naar aanleiding van nieuwe cijfers van de VVSG. Die cijfers tonen aan dat 11.000 mensen hun huis dreigen te moeten verlaten, omdat ze hun huur niet meer kunnen betalen. Bovendien zijn al 23 percent meer mensen afgesloten van elektriciteit dan vorig jaar.
Mevrouw de minister, de winter staat voor de deur. We moeten ons in Vlaanderen echt wel zorgen maken over deze cijfers en over deze toestand. Daarom wil ik u vragen om zeer dringend een noodplan op te stellen met kortetermijnmaatregelen, om ervoor te zorgen dat mensen die hun huur niet meer kunnen betalen, niet op de straat terechtkomen.
Toevallig kregen we vandaag ook het rapport van de sociale verhuurkantoren in handen. Die studie werd overigens uitgevaardigd door uw voorganger. Uit dat rapport blijkt dat we op dit moment een vierduizendtal woningen verhuren via de sociale verhuurkantoren. 11.000 mensen dreigen op straat terecht te komen, 70.000 mensen staan op de wachtlijst voor sociale huisvesting. Er moet dringend iets gebeuren, mevrouw de minister. Bent u van plan om een noodplan te maken, opdat mensen deze winter niet dakloos worden?
Minister Lieten heeft het woord.
Mevrouw Vogels, ik deel uw bezorgdheid. We moeten die problematiek uiteraard niet uit de kranten halen. We kennen de problemen.
Deze Vlaamse Regering staat aan het begin van een traject waarbij er op een aantal vlakken structurele maatregelen zullen worden genomen. Op de eerste plaats wil de regering meer dan 40.000 nieuwe huurwoningen, meer dan 20.000 nieuwe sociale koopwoningen en meer dan 1000 sociale bouwkavels op de markt brengen. Daarnaast is er ook voorzien in een verdere uitbreiding van de werking van de sociale verhuurkantoren. We hebben ook afgesproken dat de procedures om op de wachtlijsten van de sociale huisvestingsmaatschappijen te komen, zullen worden doorgelicht, om zo de doorlooptijd te verkorten.
Met betrekking tot de specifieke noodopvang is er al een initiatief genomen en is er overleg opgestart tussen mijn kabinet en de ministers Vandeurzen en Van den Bossche. Daarin zal bekeken worden hoe we de noodopvang voor daklozen kunnen verbeteren.
Wij zijn niet bevoegd om de energieprijzen te bepalen. We hebben met de Verenigingen waar armen het woord nemen wel afgesproken om te bekijken hoe de procedures die nu gehanteerd worden voor sociale analyse en voor afsluiting, verder kunnen worden verbeterd. Minister Van den Bossche heeft ook al aangekondigd dat ze de energiescans en de energiesnoeiers, die gratis zijn, zal continueren.
Dat is een reeks maatregelen waar we mee bezig zijn, zowel structureel als specifiek gericht op de noodopvang waar u aan refereert.
Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord, maar ben niet helemaal voldaan. Wat de energie betreft, heeft dit parlement in de vorige legislatuur heel goed werk geleverd. De procedure is verfijnd en mensen kunnen niet meer afgesloten worden tijdens de winterperiode. De vraag is natuurlijk wat de mensen die nu afgesloten worden, tijdens de winter zullen doen.
Het probleem van de huisvesting is veel precairder, want je hebt aan de ene kant structurele maatregelen op lange termijn, aan de andere kant heb je mensen die nu dakloos zijn en in de winter extra opvang vragen. Ik wil voorkomen dat het aantal daklozen vergroot. Het zou een schande zijn om de 11.000 mensen die volgens de VVSG nu hun huur niet meer kunnen betalen, in de dakloosheid te laten stromen en daar oplossingen uit te dokteren.
Mevrouw de minister, ik roep de Vlaamse Regering op om concrete maatregelen te nemen, samen met de OCMW's, te investeren opdat OCMW's huurpremies kunnen geven, minstens tot het moment dat uw structurele maatregelen in uitvoering zijn. Ik blijf op mijn honger. Wat zult u doen met die duizenden mensen die dakloos dreigen te worden? Voor hen moeten we nu ingrijpen. Die mensen hebben absoluut geen boodschap aan het feit dat er over zoveel jaar een aantal sociale koopwoningen zullen bijkomen.
De heer Reekmans heeft het woord.
Mevrouw de minister, u zegt dat u de voorbije dagen de kranten hebt gelezen. U moet daarvoor de kranten niet lezen. Ga eens even langs bij de OCMW's in Vlaanderen en u hebt betere informatie dan uit de krant. De minister-president zegt hier toch altijd: je moet niet geloven wat in de kranten staat.
Ik geloof wel wat de OCMW-besturen in Vlaanderen zeggen. Enerzijds is er het probleem van mensen die hun huur niet kunnen betalen, anderzijds is er het probleem van mensen die hun elektriciteit en energie niet kunnen betalen. Er zijn ongeveer 10.000 mensen die hun huur niet kunnen betalen, maar er zijn ongeveer 70.000 mensen die hun energiefactuur niet kunnen betalen. Dat zijn er zeven keer zoveel.
Mevrouw de minister, ik hoor u graag zeggen dat u gaat investeren in sociale woningen en grote projecten, maar we moeten voor wat energie betreft, beginnen met kleine projecten. Een energiefactuur bestaat uit drie delen. De productkost, de btw - maar dat is federaal -, en de distributiekost. Ik hoor u graag zeggen dat u daarvoor niet bevoegd bent. De Vlaamse Regering is wel degelijk bevoegd voor de intercommunales en de netdistributeurs. We hebben die discussie al gevoerd in de commissie. De Vlaamse Regering kan iets doen aan die grote verschillen. Het verschil tussen de gebieden kan oplopen tot 70 euro.
Ik heb de cijfers vergeleken. Het is geen toeval dat er in de gebieden met een heel hoge distributiekost, een piek is van mensen die hun facturen moeilijker kunnen betalen. U kunt wel degelijk iets doen aan dit probleem door de distributiekost nu te verlagen. Dat zijn verdoken gemeentebelastingen, terwijl de OCMW's moeten bijpassen. Het is uiteindelijk een broekzak-vestzakoperatie, waar de gewone mensen die amper hun factuur kunnen betalen de dupe van zijn.
De heer Dehaene heeft het woord.
Heel veel lokale besturen doen al grote inspanningen. Een tweetal jaren geleden heb ik zelf een bevraging gedaan. Daaruit blijkt dat er tussen de verschillende lokale besturen veel verschillen zijn. Mevrouw de minister, kunnen we niet hetzelfde doen als we voor het LAC hebben gedaan? Daar hebben we de best practices van Vlaanderen verzameld en ter beschikking gesteld van alle lokale besturen.
Sommige lokale besturen en OCMW's hebben protocols afgesloten met huisvestingsmaatschappijen zodat ze heel snel op de hoogte worden gesteld van eventuele achterstallen. Zo kunnen ze snel worden ingeschakeld en op die manier problemen vermijden.
De heer De Loor heeft het woord.
Mevrouw de minister, de cijfers hebben ook mij verontwaardigd, maar wat me nog meer verontwaardigt, zijn de mensen achter de cijfers, met wie we in de OCMW's dagelijks worden geconfronteerd. Armoede wint terrein in Vlaanderen. Dat merken we aan het stijgend aantal voedselpakketten, het stijgend aantal budgetmeters, uithuiszettingen, energiefacturen die niet kunnen worden betaald, huurachterstal enzovoort.
Armoede is een draak met vele koppen. Een toverformule bestaat er niet om die van vandaag op morgen te doden.
Mevrouw Vogels en mijnheer Reekmans, een toverformule om dat van vandaag op morgen teniet te doen, bestaat niet. Het is een draak met meerdere koppen: huisvesting, energiearmoede, een minder goede gezondheid enzovoort.
Wat me de voorbije dagen enorm tegen de borst heeft gestuit, is de hardvochtigheid bij de banken. Ik weet dat het federale materie is, maar specifiek voor wat betreft de bankwaarborg, het in schijven terugbetalen van de huurwaarborg, stellen we in de OCMW's vast dat dit nefast wordt genegeerd door de banken. De gemeenschap is de voorbije periode de banken bijgesprongen, ik vind dat de banken hier hun wettelijke verplichtingen moeten nakomen. Zij kunnen ook eens iets doen voor de gemeenschap.
Mevrouw de minister, in het verleden werden de OCMW's niet altijd direct als partner gezien in de bestrijding van armoede. Ziet u effectief de OCMW's als partner en bent u bereid om daarin, in samenspraak met uw collega van Welzijn, meer te investeren?
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik onderschrijf de zorgen van mevrouw Vogels. Ik onderschrijf ook haar opmerking dat ook dit een actualiteitsdebat waard is. Ik vrees, mevrouw Vogels, dat wij de volgende weken hiertoe de gelegenheid zullen krijgen want de grote krantenkoppen hierover die wij bijna dagelijks moeten lezen, zullen niet verdwijnen. Deze ernstige problematiek, waarmee wij hier in dit zogenaamde 'welvarende' Vlaanderen worden geconfronteerd, zal spijtig genoeg blijven.
Mevrouw de minister, wij kunnen een hele lijst geven van feiten waarmee wij de laatste dagen en weken werden geconfronteerd. Deze feiten tonen aan dat het armoedebeleid in Vlaanderen faalt. Ik wil u oproepen om dringend een tandje bij te steken, om ernstig werk te maken van de armoedebestrijding. Onze fractie maakt zich daar ernstige zorgen over. Bent u bereid om hiervan een absolute topprioriteit te maken?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Ik sluit mij aan bij deze bekommernis. Ik wil het hebben over het huren van privéwoningen. Heel wat gezinnen rollen van de ene procedure in de andere. Zij hebben elke keer nieuwe kosten voor een nieuw huis, een nieuwe huurwaarborg, procedurekosten, huurschade enzovoort. Heel wat vrederechters zien keer op keer dezelfde gezinnen voor zich verschijnen. Het is absoluut belangrijk dat we dat doorbreken. De federale wetgever heeft dat geprobeerd door in de huurwetgeving op te nemen dat van die vorderingen tot ontbinding kennis moet worden gegeven aan de OCMW's. Maar we zien dat heel wat OCMW's daar op een heel andere manier mee omgaan. Sommige omdat ze geen woningen ter beschikking hebben, maar ze hebben natuurlijk ook heel wat andere middelen om daarmee om te gaan. Wanneer ze zich gewoon beperken tot een briefje schrijven aan die mensen om hen te zeggen: "Als je problemen hebt, kun je bij ons komen", dan riskeren we dat die briefjes gewoon mee op de stapel van alle schuldvorderingen terechtkomen. Ik onderschrijf absoluut wat de heer Dehaene heeft gezegd: het kan van belang zijn dat we de goedepraktijkvoorbeelden verzamelen en kenbaar maken aan onze OCMW's. Ze hebben daar echt wel een taak.
Men komt mij hier van alles in mijn oor fluisteren. Volgens het reglement mogen er maximum vijf sprekers tussenkomen. De bedoeling is dat het er één per fractie is. CD&V is hier nu van afgeweken. Ik zal dat aanstrepen. Ik wil al die banbliksems niet over me heen krijgen en ik zal dus vanaf volgende week heel streng het reglement toepassen. Het reglement zal moeten aangepast worden omdat er nu zeven fracties zijn. Het is de bedoeling dat de fractie van diegene die de vraag stelt, niet tussenkomt.
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Collega's, het toenemende aantal mensen dat de energiefactuur of huur niet kan betalen, gaat natuurlijk gepaard met de stijging van het aantal mensen dat in armoede leeft. Ik stamp hier een open deur in als ik zeg dat mensen zonder werk een grotere kans maken om in de armoede terecht te komen dan mensen die wel werk hebben. De cijfers liegen er niet om: 31 percent van de mensen die vandaag geen job hebben, leeft in de armoede, tegenover 4 percent die wel werk heeft.
Het is inderdaad heel belangrijk dat we actief inzetten op het aan een job helpen van mensen. Ik wil een warm pleidooi houden om naast de maatregelen die er al zijn in de sociale economie, nog veel meer in te zetten op individuele begeleiding en begeleiding op maat. Uiteraard is hier een cruciale taak weggelegd voor de VDAB.
Ik was trouwens aangenaam verrast toen ik minister Muyters maandagavond hoorde meedelen dat hij hiervan een prioritaire doelstelling zou maken. We mogen in het debat over armoede de individuele begeleiding, de begeleiding op maat door de VDAB, zeker niet uit het oog verliezen, want die is echt nodig.
De heer Hendrickx heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ook ik deel de bekommernis van de collega, maar ik meen dat ze voorbijgaat aan een van de essenties van de problematiek. Ik verklaar me nader. Het is een typisch Belgisch probleem. België, de federale staat, neemt de uitkeringen en de leeflonen voor zijn rekening en heeft daarmee de sleutels tot een efficiënt armoedebeleid in handen, terwijl Vlaanderen, dat verantwoordelijk is voor de regulering van de energiemarkt en de sociale huisvesting, via zijn OCMW's natuurlijk te maken krijgt met energiefacturen die niet betaald kunnen worden, uithuiszettingen, enzovoort. Ik merk dus het tekortschieten van het federale armoedebeleid op en het doorschuiven van België van zijn bestuurlijke en budgettaire onvermogen waardoor Vlaanderen steeds meer in de problemen raakt.
Ik spreek nu nog niet over de verschillen in normering tussen de installatiepremies waardoor men met zijn huursubsidies al dan niet kan aansluiten, maar dat is hier in het verleden ongetwijfeld meermaals aan bod gekomen.
Mijn vraag is ruimer. Wilt u met het oog op de toekomst deze brede problematiek van Vlaams-federale tegenstellingen aan bod laten komen op het Overlegcomité en meer bepaald in de deelgroep over huisvesting?
Mijnheer Reekmans, u merkt terecht op dat we dit debat deze week al hebben gevoerd in de commissie. Ik heb toen gezegd dat er inderdaad een Vlaamse bevoegdheid zou kunnen zijn inzake de intercommunales, maar veeleer als voogdijoverheid. Minister Bourgeois zal dit dan verder met u bekijken.
Bij de vragen die werden gesteld over het armoedebeleid, hebben meerdere collega's erop gewezen dat armoede door verschillende elementen wordt veroorzaakt en door verschillende hefbomen kan worden verminderd. Huisvesting is daarbij belangrijk, net als onderwijs, werk en welzijn. Dat zijn allemaal zaken die op elkaar inspelen. Daarom werd bij de vorming van deze regering aan mij de specifieke taak gegeven om een coördinerende rol te spelen op het vlak van armoedebeleid. Het is de eerste keer dat Vlaanderen daar op die manier duidelijk in wil investeren. Ik neem die taak met heel veel ernst op mij.
Specifiek voor het huisvestingsbeleid heeft de heer Dehaene er terecht op gewezen dat niet alle gemeentebesturen dezelfde politiek volgen. In het grond- en pandenbeleid werd een hefboom gecreëerd om er toch voor te zorgen dat gemeenten gelijkaardige verantwoordelijkheden op zich nemen, ook voor het creëren van sociale huisvesting en van een verdeling van de lasten en lusten daarbij.
Het is ook een absolute beleidslijn van minister Van den Bossche om de werking van de sociale verhuurkantoren uit te breiden. Daarbij zal heel specifiek gekeken worden naar de manier waarop de huurlast verder kan worden gedragen, zowel structureel als op het vlak van acties op korte termijn.
Het is logisch en vanzelfsprekend dat het armoedebeleid niet van op één stoel wordt gemaakt, maar dat meerdere ministers daar hun schouders onder zetten. Er werd hier ook terecht verwezen naar de OCMW's die hierbij al jaren een belangrijke partner zijn. Deze regering zal in ieder geval die dialoog en het samen de schouders eronder zetten, continueren. Tegelijkertijd zullen we de armen zelf het woord geven in de Vereniging waar armen het woord nemen.
Ik onderschrijf de opmerking dat het leefloon absoluut een belangrijk issue is. Het leefloon bedraagt nu ongeveer 725 euro, en studies hebben uitgewezen dat een minimaal aanvaardbaar leefloon ongeveer 850 euro zou moeten bedragen. We zitten daar dus nog een stuk van af. Het is, zoals terecht werd opgemerkt, een federale bevoegdheid, maar dat neemt niet weg dat we deze problematiek op de nodige plaatsen zullen aankaarten.
Ik neem alle suggesties uit dit debat en ook jullie groot engagement mee. Als de beleidsnota over armoede in de commissie wordt voorgesteld, zullen we daarover ongetwijfeld een grondige dialoog kunnen voeren. Dan kan op alle suggesties worden ingegaan.
Ik ben eigenlijk niet tevreden met dit antwoord. De vis wordt verdronken. Natuurlijk is het zo dat armoede vele gezichten heeft. Natuurlijk is het zo dat armoede ook een federale bevoegdheid is. Wij zijn echter wel verantwoordelijk voor huisvesting. Het recht op wonen is een van de grondrechten. Wie een klein beetje ervaring heeft met OCMW's, weet dat iemand die dakloos wordt en geen adres meer heeft, het ergste meemaakt wat er is. Zo iemand kan zelfs geen leefloon krijgen. Zo iemand verliest zijn sociale zekerheid. Zo iemand kan niet meer bij de VDAB terecht. Dakloos worden is het ergste wat er is.
Mijn vraag is heel duidelijk. Ik vraag dat u hier en nu een concreet plan opmaakt om samen met de OCMW's ervoor te zorgen dat nog voor de winter de 11.000 mensen die dreigen op straat te komen staan niet dakloos worden. Vlaanderen is rijk genoeg om daarvoor te zorgen. (Applaus bij Groen! en het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.