Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Jans heeft het woord.
Mijnheer de minister, afgelopen vrijdag is op federaal niveau beslist om 30 miljoen euro vrij te maken om ongeveer 500 gedetineerden onder te brengen in de gevangenis van Tilburg. Vlaanderen is bevoegd voor het Strategisch Plan Hulp- en Dienstverlening aan Gedetineerden. Dat is een pakket van maatregelen dat in elke Vlaamse gevangenis wordt aangeboden en als doel heeft om de gedetineerden niet alleen voor te bereiden op hun eventuele vrijlating maar ook op hun re-integratie in de samenleving. Dat kan gaan over vorming of opleiding, over het pakket VDAB-maatregelen enzovoort.
Er werd geopteerd om zoveel mogelijk Nederlandstalige gedetineerden over te brengen naar Tilburg. Vlaanderen biedt in al onze gevangenissen dat strategisch plan aan. Kunt en zult u deze vorm van dienstverlening ook in Tilburg aanbieden?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Mevrouw Jans, ik kan dat bevestigen. Het is de bedoeling om ook de dienst- en hulpverlening vanuit Vlaanderen aan te bieden aan de gevangenen die zich in de gevangenis van Tilburg zullen bevinden. Die gevangenis van Tilburg zal een soort bijhuis zijn van Wortel. We zullen ook trachten die dienstverlening vanuit Wortel te organiseren. We moeten dat uiteraard ook doen met respect voor onze bevoegdheden en mogelijkheden.
Die gevangenis zal ook onder het Belgische regime zal vallen, met een Belgische directie. De minister van Justitie maakt daarover uiteraard een aantal afspraken met de Nederlanders. We moeten natuurlijk zien wat type van populatie daar zal terechtkomen. Men zegt me dat men er mensen naartoe zal sturen die over een beperkt sociaal netwerk beschikken en voor wie de aanwezigheid in een bepaald gebied heel belangrijk is. De gedetineerde wordt opgesloten op een plaats die bereikbaar is voor de familie.
Men zegt me ook dat het over mensen zal gaan die niet onmiddellijk in aanmerking komen voor penitentiair verlof. Dat zal ook betekenen dat onze dienstverlening aangepast moet zijn. Wat we op het eerste zicht niet zozeer moeten doen, is trajectbegeleiding voor werk. Het ziet er niet naar uit dat daar een grote behoefte voor zal bestaan. We moeten nagaan welke sociale, culturele en sportieve activiteiten vanuit de gevangenis zelf georganiseerd kunnen worden.
De idee is om te beginnen met een pakket aan hulp- en dienstverlening die we kunnen aanbieden. We zullen kijken naar het type van de populatie. Na een tijdje zullen we met Justitie evalueren of onze inspanningen moeten worden bijgestuurd.
Mijnheer de minister, ik ben zeer verheugd te vernemen dat dat inderdaad een mogelijkheid is. Dat ligt immers niet voor de hand. Het gaat immers om een ander land.
Het is ook positief dat het pakket aan maatregelen dat wordt aangeboden is afgestemd op de doelgroep. Ik begrijp dat daarover wordt nagedacht. Ik hecht veel waarde aan het strategisch plan. Ik ben blij dat we voor alle Vlaamse gedetineerden het aanbod verder kunnen uitbouwen.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Mijnheer de minister, het is inderdaad goed dat u zegt dat het strategisch plan naar Tilburg wordt getransponeerd. Het is heel belangrijk vooraf een goede afspraak, een soort convenant te maken. Het verleden leert ons dat Vlaanderen dikwijls heel goede initiatieven neemt, maar dat het pijnpunt vaak is dat cipiers dat als een laatste prioriteit zien.
U zegt dat het waarschijnlijk om gevangenen gaat die weinig sociaal contact hebben en die niet direct in aanmerking komen voor voorlopige invrijheidstelling of voor invrijheidstelling in het weekend. Ik kan me voorstellen dat het dan niet om lichte gevallen gaat en dat de cipiers het niet makkelijk zullen hebben om onze strategische hulp- en dienstverlening toe te laten.
Mijnheer de minister, is daarover al gepraat met het ministerie van Justitie? Is het niet nodig om daarover een speciale convenant te maken om ervoor te zorgen dat de mensen van de Centra voor Algemeen Welzijn (CAW), die waarschijnlijk zullen zorgen voor de dienstverlening, niet met het hoofd tegen de muur zullen lopen?
Net als gisteren word ik vandaag geconfronteerd met mijn positie in een vorig leven als ervaringsdeskundige en met het penitentiair stelsel. Het klopt dat we vrij intens de zaak moeten voorbereiden met Justitie. De eerste maanden zullen we ze ook stapsgewijs moeten opvolgen. Het gaat om iets nieuws. We zullen moeten leren. We moeten de bevoegdheden ook respecteren. Dat is allemaal niet zo vanzelfsprekend. Uiteraard plegen we al een hele tijd overleg met Justitie om daarover afspraken te maken.
Het feit dat het om een heel nieuwe context zal gaan, laat ook toe dat van meet af aan de cultuur van het beleid in een gevangenis een bepaalde richting uitgaat. Dat is niet altijd mogelijk als men vanuit een historisch gegroeide situatie moet vertrekken.
Mevrouw Vogels, het is een van mijn ambities om tijdens de volgende jaren de samenwerking met Justitie in een nieuw globaal kader te vatten. Er zijn allerlei redenen om daartoe over te gaan. Maar over de bereidwilligheid, medewerking, inzichten en gedeelde inzichten met degenen die daar gaan werken, ben ik optimistisch. De afspraken worden goed voorbereid. Het feit dat met een nieuwe ploeg kan worden gestart, maakt het ook mogelijk te zorgen voor de juiste toon.
Het incident is gesloten.