Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is de algemene bespreking van het voorstel van decreet.
Mevrouw Anissa Temsamani en de heer Hans Schoofs, verslaggevers, hebben geen zitting meer in het Vlaams Parlement.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, geachte collega's, sta me toe om zeer kort dit voorstel van decreet te duiden. Collega's van de Tweede Kamer, ik weet dat mijn collega-fractievoorzitter tijdens de middagpauze getracht heeft om het u uit te leggen en dat het niet zo eenvoudig was.
In ieder geval, u zult zich herinneren dat wij in het begin van deze legislatuur beslist hebben om een voorstel van decreet dat door mezelf, de collega's Voorhamme, Kathleen Helsen, Sven Gatz en Dirk De Cock niet alleen is ingediend maar dat ook werd goedgekeurd in de commissie voor Onderwijs op 13 december 2007 maar dat de voorgeschreven termijn dreigde te overschrijden, uit de kaduciteit te halen. Deze beslissing hebt u allen genomen.
Dit voorstel van decreet is het onderwerp geweest van drie belangenconflicten. Eerst was er een belangenconflict van de Franse Gemeenschap, vervolgens van de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF) en ten slotte van het Waalse Gewest.
U weet allen wat de bedoeling is van dit voorstel van decreet: de Vlaamse overheid ten volle haar verantwoordelijkheid voor het onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap laten nemen. Hierover bestond er bij onze collega's van de Franse Gemeenschap nog wat onduidelijkheid. Daarom werd dit decreet ook het decreet Faciliteitenonderwijs genoemd.
Ik wil nogmaals benadrukken dat wij met dit voorstel van decreet enkel en alleen de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap willen benutten. We willen dat die scholen kunnen blijven bestaan, maar dat ze wel onderworpen zijn aan de decreetgeving van de Vlaamse Gemeenschap. Het zijn met andere woorden Vlaamse scholen waar in het Frans wordt les gegeven.
Hoogdringendheid is hier wel degelijk vereist. Na een tijdspad van bijna twee jaar mogen we deze beslissing met recht en reden nemen zodat de minister van Onderwijs en het departement Onderwijs alles in het werk kunnen stellen om dit decreet, dat een interpretatief decreet is, op het terrein uit te voeren.
Ik wil alle fracties die dit decreet de vorige legislatuur hebben gesteund, hebben goedgekeurd in de commissie en hebben aangedrongen op een spoedbehandeling van dit voorstel van decreet, oproepen om dit voorstel van decreet goed te keuren. Ik dank iedereen die hieraan heeft meegewerkt.
De boodschap blijft nog altijd dat het niet tegen iemand is gericht, maar dat het gaat om het implementeren van onze sterke decreten zodat ze kunnen worden toegepast en zodat alle kinderen die in Vlaanderen wonen, ten volle de vruchten kunnen plukken van al wat de Vlaamse Gemeenschap voor het onderwijs uitbouwt.
De heer Gatz heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik wil me aansluiten bij de heer Van Dijck. Ik denk niet dat het nodig is om het hele debat nog eens over te doen. We hebben er de vorige legislatuur al vele vergaderingen aan gewijd. De essentie is dat de Franstalige scholen in de faciliteitengemeenten voortaan aan de Vlaamse onderwijsinspectie kunnen worden onderworpen.
Ik wil twee dingen benadrukken. We hebben dit juridisch zeer grondig onderzocht. Het is geen voorstel van decreet dat over één nacht ijs is gegaan. Dit is zeer belangrijk om weten. Als we het nu goedkeuren om te verhinderen dat er nog andere procedures om de goedkeuring van dit voorstel te vertragen, worden ingeroepen, dan kan er later nog altijd een beslissing komen van het Grondwettelijk Hof. Niet dat ik er op aandring, maar als men het echt wil, dan is het hof de ultieme scheidsrechter die kan oordelen. Wij hebben in ieder geval als ondersteunende fracties van dit voorstel van decreet ons huiswerk grondig gemaakt.
We hebben ook alle mogelijke moeite gedaan om de gevoeligheden die hierover bestonden, weg te nemen. Ik herinner me nog een zeer productieve en zeer constructieve commissievergadering met Franstalige onderwijsdirecties uit de faciliteitengemeenten. Het was een zeer goed gesprek, waarin we veel van de angst die er over dit decreet bestond, hebben kunnen wegnemen.
Dit voorstel van decreet is zeker niet gericht tegen wie dan ook. Het is alleen normaal dat de inspectie in scholen op Vlaams grondgebied ook door de Vlaamse administratie zou gebeuren.
De heer Van Eyken heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik wil het debat over dit onderwerp niet onnodig rekken. Indien ik me niet vergis, kunnen we hier echter niet over dit voorstel van decreet stemmen vooraleer het verslag van het Overlegcomité aan het Vlaams Parlement is betekend. Is dit al gebeurd?
Ik wil benadrukken dat na de vorige vergadering van het Overlegcomité is besloten de Raad van State om advies over een bevoegdheidsconflict te vragen. De Raad van State heeft eigenlijk geen advies gegeven, maar verwezen naar het eigen advies van oktober 2007. In dat advies staat te lezen dat de Raad van State twijfelt of het al dan niet om een bevoegdheidsconflict gaat. Dit betekent dat de Raad van State zich niet over een eventueel bevoegdheidsconflict heeft uitgesproken.
De heer Gatz vindt dat het Grondwettelijk Hof dan maar moet beslissen. Indien dit voorstel van decreet vandaag wordt goedgekeurd, kan ik me voorstellen dat vanuit Franstalige hoek waarschijnlijk een beroep bij het Grondwettelijk Hof zal worden ingesteld. Ik kan daar niet op vooruitlopen, maar het is in elk geval een mogelijkheid.
Aangezien de minister van Onderwijs hier aanwezig is, zou ik hem een paar vragen willen stellen. Ik heb hem een paar dagen geleden in de commissie Onderwijs trouwens al soortgelijke vragen gesteld. Hij heeft toen geantwoord dat hij niet op hypothetische vragen wilde antwoorden.
Indien dit voorstel van decreet effectief wordt goedgekeurd, vraag ik me af in welke taal het contact tussen de pedagogische inspectie en de leerkrachten in het Franstalig onderwijs zal verlopen. Ik kan me moeilijk voorstellen dat die contacten uitsluitend in het Nederlands zullen verlopen. Indien het Frans zou worden gebruikt, zou ik me op dat vlak al gerustgesteld voelen.
Iedereen weet dat de Franse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschap verschillende eindtermen hebben. Dat is een gevolg van het feit dat elke gemeenschap over eigen bevoegdheden beschikt. Ik zou dan ook een bijkomende essentiële vraag willen stellen. Tijdens de vorige legislatuur hebben we immers vernomen dat 95 tot 98 percent van de kinderen in dat Franstalig onderwijs naar het secundair onderwijs van de Franse Gemeenschap doorstromen. Het lijkt me dan ook logisch de eindtermen en de gevolgde pedagogische methodieken van de Franse Gemeenschap te volgen.
Mijnheer de minister, kunt u me met betrekking tot deze beide punten geruststellen?
De heer Caluwé heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, we steunen dit voorstel van decreet uiteraard volkomen. We hebben hier van de eerste minuut aan meegewerkt. We hebben ook steeds gesteld dat bepaalde punten in het voorstel van decreet niet als een belangenconflict, maar als een bevoegdheidsconflict kunnen worden geïnterpreteerd. We hebben de Franse Gemeenschap steeds uitgenodigd hierover gesprekken te voeren.
De Raad van State heeft toen geen advies verstrekt. Nu de procedure bij het Overlegcomité in gang is gezet, wil de Raad van State al evenmin een advies geven. Als antwoord op de vraag van het Vlaams Parlement om een advies over deze kwestie, heeft de Raad van State zelf uitdrukkelijk naar het Grondwettelijk Hof verwezen.
Het Grondwettelijk Hof kan enkel bij deze zaak worden betrokken op het ogenblik dat het voorstel van decreet effectief is goedgekeurd. Ik betreur dan ook dat de verschillende Franstalige parlementen telkens een belangenconflict hebben ingeroepen. Hierdoor is de mogelijkheid om naar het Grondwettelijk Hof te stappen steeds uitgesteld.
Ik weet niet hoe het Grondwettelijk Hof zal reageren of welk standpunt het Grondwettelijk Hof finaal zal innemen.
Alleen begrijp ik niet dat dit punt geen aanleiding geeft tot protest vanuit de Franse Gemeenschap: het Franstalige onderwijs in de Duitstalige Gemeenschap valt integraal onder de bevoegdheid van de Duitstalige Gemeenschap. Het is bij wijze van spreken Duitstalig onderwijs, maar gegeven in het Frans. Er is zelfs een school waar in sommige klassen les wordt gegeven in het Frans en in andere in het Duits. Wanneer wij hier ook de regeling willen doorvoeren dat het Franstalige onderwijs begrepen moet worden als onderwijs dat valt onder de Vlaamse Gemeenschap maar in het Frans gegeven wordt, ontstaat er veel protest vanuit de Franse Gemeenschap. Waarom is dat er niet tegenover de Duitstalige Gemeenschap?
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Net voor 14 uur hebben wij vernomen dat het de bedoeling was om dit decreet nu eens eindelijk in de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement te stemmen. We hebben het in de commissie gestemd. De heer Van Dijck weet zeer goed dat wij bij de belangenconflicten altijd de inhoud en de filosofie van dat decreet verdedigd hebben. Ik betreur enkel dat men ons niet op voorhand verwittigd heeft. Men had zich deze seance kunnen besparen door ons voorstel enkele weken geleden al in de plenaire vergadering goed te keuren. Nu moeten we blijkbaar heel snel voor het Brussels Parlement zijn. Ons niet gelaten, mijnheer Van Dijck.
Mijnheer de voorzitter, uiteraard zullen wij dit decreet goedkeuren. Aan wie een cordon sanitaire legt rond onze partij: blijkbaar zijn we nu wel nodig om de stemmen te leveren. We doen dit met zeer veel plezier zodat men aan Franstalige kant ziet wie hier uiteindelijk de doorslag geeft. Dank u. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Tack heeft het woord.
Mijnheer Van Eyken, u vraagt dat de eindtermen van de Franse Gemeenschap van toepassing zouden zijn. Ik meen me te herinneren dat het faciliteitenonderwijs in de faciliteitengemeenten destijds ingericht is om de kinderen de kans te geven voldoende Nederlands te leren om naar het Nederlandstalig middelbaar onderwijs over te stappen. U keert de zaken om, mijnheer Van Eyken. Als mensen de intentie hebben om hun kinderen uiteindelijk toch naar het Franstalige middelbaar onderwijs te sturen, is dat hun zaak. Maar daarom moeten wij de zaken hier nog niet naar uw zin veranderen.
Mijnheer Tack, u was misschien niet aanwezig bij de hoorzittingen de vorige legislatuur over dit decreet. Anders had u misschien kunnen horen van de directies van die scholen dat 95 tot 98 percent van die leerlingen doorstroomt naar de Franse Gemeenschap. Zet de zaken niet op hun kop. Het is niet de bedoeling dat de kinderen gebrekkig onderwijs zouden volgen. In het belang van de kinderen uit de faciliteitenscholen vraag ik dat men rekening houdt met de eindtermen van de Franse Gemeenschap.
Minister Smet heeft het woord.
Wat willen wij? Dat onze inspectie die scholen inspecteert om de kwaliteit te waarborgen. Dat betekent dat we, zodra het decreet gestemd is, zullen vragen om aan mijn departement een leerplan voor te leggen waarin de eindtermen verwerkt zijn. Op basis daarvan zullen we beoordelen of de ontwikkelingsdoelen en eindtermen bereikt worden. Er is enige flexibiliteit mogelijk. Uiteraard tellen de eindtermen en ontwikkelingsdoelen waarvan wij vinden dat ze bereikt moeten worden om kwaliteitsvol Nederlandstalig onderwijs te krijgen. Het onderwijs in de faciliteitengemeenten, ook al wordt het in het Frans gegeven, zal daarop worden beoordeeld. Voor het taalgebruik geldt, ook in de contacten met onze inspectie, de normale regeling voor de faciliteitengemeenten.
Zodra dit decreet goedgekeurd is, neem ik me voor om met mijn Franstalige collega aan tafel te zitten om te zien hoe we die overgang op een correcte manier kunnen uitvoeren. Dat is in het belang van de kinderen die daar naar school gaan. Niemand is erbij gebaat om een conflictueuze situatie te hebben. De regelgeving zal dan duidelijk zijn. Ik zal met een normale houding naar mijn Franstalige collega gaan om te vragen die wetgeving toe te passen en te bekijken hoe we het in de overgangsperiode kunnen aanpakken.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2009, nr. 107/5)
De artikelen 1 tot en met 3 worden zonder opmerkingen aangenomen.De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
Dan gaan we nu meteen over tot de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet.
Hoofdelijke stemming
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet.
Stemming nr. 1
Ziehier het resultaat:
108 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
107 leden hebben ja geantwoord;
1 lid heeft neen geantwoord.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement het voorstel van decreet aan. Het zal aan de Vlaamse Regering ter bekrachtiging worden overgezonden. (Applaus)