Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Sanctorum heeft het woord.
Dank u, mijnheer de voorzitter. Mevrouw de minister, maandag kreeg u van De Standaard de kans om in een interview uw beleid inzake klimaat en milieu voor de volgende jaren toe te lichten. Sta mij toe te zeggen dat ik het vrij teleurstellend vond. Er stonden redeneringen inzake milieuvervuiling die nog stammen uit de jaren zeventig. (Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy)
Mijnheer de voorzitter, moet hier niet worden ingegrepen?
Mijnheer Sanctorum, dit is het normale gedrag van de heer Van Rompuy. (Gelach)
Ik wist niet dat het Vlaams Parlement zich moest aanpassen aan het gedrag van de heer Van Rompuy.
Er stonden in dat interview ook een aantal grappige zaken. Bijvoorbeeld over die kunstenaars in de natuur. Ik kreeg meteen een beeld van artiesten die als gazellen in natuurparken te bezichtigen waren.
Het antwoord op de eerste vraag vond ik vrij frappant. De eerste vraag van de journalist was wat de Vlaamse Regering de komende vijf jaren zou doen om een verdere reductie van CO2 en andere broeikasgassen te realiseren.
Ik heb begrepen dat het reglement mij toestaat een citaat voor te lezen, bij dezen doe ik dat: "Ik vind dat we vanuit Vlaanderen inzake ontwikkelingssamenwerking moeten inzetten op projecten waardoor in de derde wereld het milieu beter wordt en de uitstoot daalt. Wij kunnen hier wel veel doen, maar daar zit een limiet op, anders mogen we niets meer, zelfs niet meer ademen."
Ik moet eerlijk zeggen dat een dergelijk antwoord een beetje op mijn adem pakt. Dergelijke projecten inzake ontwikkelingssamenwerking zijn zeer nuttig en noodzakelijk, maar klimaatexperts en allerlei ngo's waarschuwen al jaren dat dergelijke projecten de inspanningen in het rijke Noorden niet mogen vervangen. Dus ook niet in Vlaanderen.
Is dit nu eigenlijk de prioriteit van de Vlaamse Regering inzake klimaatbeleid: projecten in de derde wereld financieren om zo onze reductie door te schuiven naar de volgende generaties?
Mijnheer Sanctorum, u bent het vierde nieuwe lid dat er in slaagt om zonder enig papier een duidelijke vraag te stellen. (Applaus)
Minister Schauvliege heeft het woord.
Dank u, mijnheer Sanctorum, om uw eerste vraag in dit halfrond aan mij te stellen. Hij gaat over het klimaatbeleid. Dit toont aan dat dit de komende vijf jaar een van uw aandachtspunten zal zijn en ik denk dat dit ook niet de laatste actuele vraag daarover zal zijn.
Wij hebben ons Vlaamse Klimaatbeleidsplan. Wij hebben ook het regeerakkoord waaraan wij de komende vijf jaar uitvoering zullen geven. Daarin staat duidelijk hoe wij het hier in Vlaanderen zullen aanpakken.
Eerst en vooral zullen we in Vlaanderen maximaal alle maatregelen nemen die we kunnen en moeten nemen. Dat staat uitdrukkelijk in het regeerakkoord. We zullen rekening houden met de technische en economische haalbaarheid en ervoor zorgen dat er een maatschappelijk draagvlak voor is.
Het tweede luik staat ook in het klimaatbeleidsplan en in het regeerakkoord. Als er op het internationale vlak maatregelen nodig zijn, moet worden nagegaan of dit op een duurzame manier kan gebeuren. We moeten ook buitenlandse projecten steunen. Dat is belangrijk omdat we op deze manier duurzaam kunnen investeren in de ontwikkelingslanden en onze technische knowhow overbrengen. Dat is zeker ook een belangrijke stap vooruit. Dat was mijn antwoord op de vraag. Men vroeg ook niets anders.
Na 2012 staan er nog andere ambitieuze maatregelen op stapel. Als we dat intern niet meer kunnen halen, moeten we inderdaad nagaan hoe wij in de ontwikkelingslanden extra kunnen investeren. De binnenlandse maatregelen die nu aan de orde zijn, boeken ook resultaat. Voor het vierde jaar op rij, in 2008, hebben we een daling van 10,8 percent van de broeikasgassen. Dat is een zeer goed resultaat.
Het is dus zeker niet zo dat we intern geen maatregelen nemen. De interne maatregelen sorteren effect en leiden ertoe dat de hoeveelheid buitenlandse rechten die we moeten aankopen, daalt. In 2004 moesten we nog 31,4 megaton aankopen. Ik refereer aan het evaluatierapport dat door uw partijgenoot Tavernier naar voren werd gebracht. In 2008 gaat het nog om 8,9 megaton. Het is dus een en-en-verhaal. Dat heb ik ook gezegd in het interview. (Applaus bij CD&V)
Wat u over de broeikasgasreductie stelt, is correct. In 2008 is er inderdaad een reductie gerealiseerd. De vraag is of dat een structureel gegeven is of veeleer met de economische situatie te maken heeft.
Mijn punt is vooral dat de projecten in het buitenland om CO2 te reduceren of ontbossing tegen te gaan, goed zijn maar geen aflaten mogen zijn om de reductie in eigen land niet aan te pakken. We moeten in de eerste plaats investeren in groene innovatie en technologie in Vlaanderen en de andere rijke regio's en dan pas naar de arme landen kijken. In uw interview hebt u het anders omschreven.
De heer Martens heeft het woord.
Ik ben blij dat de minister verwijst naar het regeerakkoord. We hebben duidelijk afgesproken dat de binnenlandse maatregelen prioritair zouden zijn en we het potentieel volledig zouden benutten. Dat zorgt ook voor extra investeringen in eigen land en voor extra werkgelegenheid. Ik denk aan het verbeteren van de luchtkwaliteit: hoe meer energie wordt bespaard, hoe minder verbrandingsgassen in de lucht terechtkomen.
In het regeerakkoord is duidelijk sprake van een eventuele aanvullende aankoop van emissierechten in het buitenland. Ik druk op het woord 'eventueel' omdat het duidelijk maakt dat het niet bij voorbaat een en-en-verhaal is. We zullen zien wat we in eigen land kunnen doen. Als we de volledige doelstellingen in eigen land kunnen halen, zou het dom zijn om dat niet te doen. Ik sta op deze nuance.
Naast onze inspanningen op het vlak van het klimaat via ontwikkelingssamenwerking en technologieoverdracht moeten we wel degelijk de investeringen in de ontwikkelingslanden uitvoeren, maar dat mag niet ten koste van de eigen binnenlandse inspanningen gebeuren.
We moeten ook opletten welke projecten we financieren. Ik lees dat er soms schandalige zaken worden gefinancierd die zogezegd een verbetering betekenen voor het lokale energiegebruik of van de CO2-uitstoot, maar eigenlijk soms mensen uit hun eigen leefgebied wegjagen. Ik denk dan aan de bouw van waterdammen. Ik stel voor om goed na te kijken waar u precies de investeringen in ontwikkelingssamenwerking en klimaatbeleid realiseert.
De heer Van Der Taelen heeft het woord.
Mevrouw de minister, u hebt het hier gehad over de maatregelen die de regering neemt op het vlak van CO2-uitstoot. Ik hoorde vanochtend op de radio dat Vlaanderen op de vingers is getikt voor de hoeveelheid fijn stof die in onze lucht ronddwarrelt. Fijn stof is een van de gevaarlijkste dragers die kanker kunnen veroorzaken. Het gaat dus om een zeer ernstig probleem. Kunt u wat meer uitleg geven bij wat u vanochtend op de radio hebt verteld? Ik meen onthouden te hebben dat u zei dat we allemaal een beetje ons best moeten doen en dat het dan wel in orde zou komen. (Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy)
Dit is geen slogan, mijnheer Van Rompuy. Ik heb het gehoord op de radio. Ik citeer. Maar misschien kan de minister zelf antwoorden. Ze hoeft geen playback te krijgen uit de zaal.
De heer Vandaele heeft het woord.
De passage over lucht in het regeerakkoord is zeer beknopt. De passage over energie is wel uitvoeriger en stelt duidelijk dat deze regering inspanningen zal doen. De N-VA staat daar volledig achter en vraagt dat er werk zou worden gemaakt van die maatregelen. We moeten daar niet te kneuterig in zijn, we mogen gerust een tandje bijsteken. Uiteraard moeten we beginnen in eigen land, rekening houdend weliswaar met het grensoverschrijdende aspect. Een deel van de vervuiling is immers afkomstig uit het buitenland. Maar op onze beurt zijn ook wij verantwoordelijk voor een deel van de vervuiling in onze buurlanden.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik stel voor dat we bij het onderwerp van deze vraag blijven, meer bepaald de broeikasgassen. Het regeerakkoord is heel duidelijk. Ik veronderstel dat de heer Sanctorum dat al heeft kunnen lezen. Ik hoop dat we in de toekomst niet uitgaan van wat in een interview wordt gezegd of van de wijze waarop in een krant wordt gepubliceerd.
Het is inderdaad belangrijk dat we starten in eigen land. Zolang we nog niet alles hebben onderzocht en de definitieve resultaten niet kennen, blijft het voorbarig om bepaalde pistes uit te sluiten. Ik denk dat het regeerakkoord daarover duidelijk is.
Mijnheer Sanctorum, u vraagt zich af of de daling door de binnenlandse inspanningen die worden geleverd, structureel is of veeleer te maken heeft met de economische crisis. Ik kan u verzekeren dat die daling structureel is. Vanaf 2004 is het het vierde jaar op rij dat er een daling wordt vastgesteld. De cijfers dateren van 2008. De economische crisis was pas volop voelbaar in 2009. Ik maak me sterk dat die daling niet alleen te wijten is aan de economische crisis.
U leest het interview zeer selectief. U haalt er een zinnetje uit. Wat het intern klimaatbeleid in Vlaanderen betreft, heb ik een aantal zeer specifieke maatregelen aangekondigd. Die staan allemaal in het interview. Ik verwijs onder andere ook naar een nieuwe klimaatconferentie die we na 2012 zullen moeten organiseren om dan te komen tot een nieuw klimaatbeleidsplan in Vlaanderen.
Mijnheer Martens, u verwijst naar het regeerakkoord. Voor mezelf en voor alle partijen in de meerderheid is dat de leidraad. Daar staat uitdrukkelijk in dat die projecten op een duurzame manier moeten worden bekeken. Dat is meteen ook een antwoord op de bezorgdheid van de heer Sanctorum wanneer hij zich afvraagt of we wel de juiste projecten steunen en of die op de juiste manier worden geïnterpreteerd.
Mijnheer Martens, het is niet omdat wij intern die norm halen dat we niet meer moeten investeren in de aankoop van emissierechten. Er komt een post-Kyoto-periode waar de doelstellingen nog veel ambitieuzer zullen zijn. Wat wij nu aankopen, kunnen we dan ook aanwenden. Het zou onverstandig zijn om nu alles overboord te gooien.
De heer Van der Taelen heeft nog een vraag over fijn stof gesteld. Het is jammer dat hij de discussie in de commissie voor Leefmilieu gisteren niet heeft meegemaakt. In feite is dit de resultante van een interpellatie van mevrouw Van den Eynde.
We zijn zeker niet door de Europese Commissie op de vingers getikt, we hebben zelf om uitstel gevraagd. Die aanvraag is ingediend. De Europese Commissie heeft ons laten weten dat uitstel om een aantal technische redenen niet te kunnen verlenen. We zijn zeker niet op de vingers getikt, en er is zeker geen inbreukprocedure opgestart.
Ik raad de heer Van der Taelen aan het commissieverslag eens te lezen. Tijdens deze vergadering is diepgaand op dit thema ingegaan. De actuele vraag van de heer Sanctorum betreft evenwel de broeikasgassen en niet het fijn stof. Ik wil gerust met de heer Van der Taelen over het fijn stof discussiëren. Hij kan me altijd de nodige vragen stellen.
Ik merk duidelijk, zeker aan de laatste woorden van de minister, dat het niet de bedoeling is de aankoop van vervuilingsrechten in het buitenland overboord te gooien. Indien wij de goedkope reductiedoelstellingen van de ontwikkelingslanden afkopen, zal het erop neerkomen dat de ontwikkelingslanden enkel nog de dure opties tot hun beschikking hebben. Dat zou heel egoïstisch van Vlaanderen zijn. Ik zou volledig op de reductiedoelstellingen in eigen land en niet op de aankoop van vervuilingsrechten in ontwikkelingslanden inzetten.
Het incident is gesloten.