Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Lieten.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, collega's, mevrouw de minister, vorige week besliste de Vlaamse Regering tot hervorming van de renovatiepremie. Dit werd met spoedadvies doorgezonden naar de Raad van State.
In maart 2007 voerde de toenmalige minister van Wonen, Marino Keulen, de renovatiepremie in: een waar succes. Meer dan 54.000 aanvragen kwamen er binnen in anderhalf jaar tijd. Groot was dan ook mijn verbazing, mevrouw de minister, toen ik de kranten las. Er werd een karikatuur gemaakt van de succesvolle renovatiepremie en van de auteur. Er werd uitvoerig verwezen naar werken als het plaatsen van marmeren tegels, mooie oude parketten en chique douchetegels, terwijl het oorspronkelijke reglement zich daar absoluut niet toe leende.
Het succes van de renovatiepremie, mevrouw de minister, miste zijn doel niet want vooral woonkwaliteit werd voor ogen gehouden. Zo kreeg de bouwsector een impuls. Ook jonge gezinnen stelde men in staat om een huis te kopen en een kleine renovatie te doen.
Mevrouw de minister, waarom werd dergelijke tendentieuze communicatie gevoerd over een succesvolle premie die hoge ogen gooide? Ten tweede: wanneer zal de gewijzigde premie van kracht worden? Het is als het ware een 'aankondigingspremie' met gewijzigde maatregelen, maar de bevolking is daardoor volledig in de war. En ten derde vraag ik welke wijzigingen u zult doorvoeren.
Collega's, even ter verduidelijking. Er mag eigenlijk slechts één vraag worden gesteld.
Ik pas enkel het reglement toe. Ik heb alle volksvertegenwoordigers een brief gestuurd. Het is vorige week op het Uitgebreid Bureau geweest. Ik hoor juist minister Crevits zeggen dat het beter is wanneer men geen stukken gebruikt. Dat komt de vinnigheid van het debat ten goede. Artikel 82, punt 6 van het reglement zegt: "De vraagsteller en het betrokken lid van de Regering mogen niet gebruikmaken van enige tekst." Als de fracties ervan overtuigd zijn dat het anders moet worden aangepakt, sta ik open voor suggesties.
Het reglement stelt ook heel duidelijk dat de vraagsteller één vraag stelt aan de regering bij de actuele vragen. Ik nodig iedereen uit om zich daaraan te houden, anders moet u een vraag om uitleg stellen. Mijn opmerkingen zijn positief bedoeld.
Minister Lieten heeft het woord.
De renovatiepremie is absoluut een groot succes. Wij steunen dat succes ook en daarom heeft deze regering in het licht van de toenemende aanvragen extra middelen voorzien bij de begrotingsopmaak: 24 miljoen euro extra in 2009 en 36 miljoen euro extra in 2010. Om te vermijden dat de budgettaire ontsporing verder zou gaan en om het succes en de handhaving van de premie te garanderen, zijn er maatregelen genomen om excessen te vermijden. Die excessen zijn gebaseerd op de praktijk.
De administratie heeft in 2008 ook een evaluatierapport opgemaakt. Daaruit blijkt dat er in de praktijk een gradatie bestaat in de werken die echt een structurele en bouwfysische impact hebben en de toestand van de woning fundamenteel kunnen verbeteren. Dat was de bedoeling van de renovatiepremie.
Sommige werken zijn, zoals we het in de communicatie hebben genoemd, veeleer luxueus van aard. We hebben in de communicatie twee dingen heel duidelijk gezegd. Enerzijds hebben we gezegd dat de renovatiepremie een succes is en moet behouden blijven en dat er extra middelen naartoe moeten gaan. Anderzijds kondigden wij een paar reglementaire aanpassingen aan die ervoor zullen zorgen dat we vooral zullen blijven inzetten op de structurele aanpassingen. Er is een groot verschil tussen parket leggen en een nieuw dak leggen. De overheid moet vooral inzetten op die werken die gezinnen de mogelijkheid geven om oudere huizen op te knappen en qua bouwfysische kwaliteit rijp te maken voor bewoning.
Wij hebben aangekondigd dat de lijst met de werken wordt gerationaliseerd. Alleen fundamentele ingrepen om de basiskwaliteit te verbeteren zullen in aanmerking blijven komen. Er is ook gezegd dat er per categorie van werken een maximumfactuur zal worden bepaald. Op basis daarvan zal het bedrag daarboven niet meer in aanmerking worden genomen. De inkomensgrenzen zijn dezelfde gebleven, maar we hebben wel gezegd dat we voorrang zullen verlenen aan mensen met een lager inkomen. De doelgroep die over de minste middelen beschikt, zou zeker de premie moeten kunnen krijgen.
De Vlaamse Regering heeft inderdaad spoedadvies gevraagd aan de Raad van State omdat het belangrijk is dat het reglement zo snel mogelijk kan worden aangepast, zodat er op het terrein geen chaos of slechte communicatie ontstaat. De informatie die wij hebben bekendgemaakt, hebben wij meteen ook, zo volledig mogelijk opgelijst, op de website www.vlaanderen.be geplaatst.
Het was zeker niet de bedoeling om tendentieus te zijn, maar we hebben wel degelijk in de communicatie praktijkvoorbeelden gebruikt die zich effectief hebben voorgedaan.
Mevrouw de minister, ik lees in het oude reglement totaal niets over parketten. Je leest daar alleen dat chappe of keramische tegels eventueel kunnen worden betoelaagd, op voorwaarde dat het gaat om een gevolg van werken in de ondergrond. Ik vind het een beetje sfeerschepperij. Het is jammer in De Morgen te moeten lezen: "Renovatiepremie schrapt luxe". Dat is totaal niet aan de orde.
De heer Decaluwe heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, minister Lieten heeft al verwezen naar het succes. U kunt het natuurlijk ook omdraaien. In de vorige regering heeft de vorige minister misschien wat ondergebudgetteerd, zodat we nu inderdaad moeten bijpassen.
Mevrouw de minister, ik vond het voorbeeld van het parket ook een beetje naast de kwestie. Het staat inderdaad niet in het oude reglement. Het is wel positief dat men in die hervorming ook energiebesparende maatregelen, zoals de dakisolatiepremie, eruit haalt. Het is wellicht een gemiste kans - het kan misschien nog bekeken worden - om tot een echte integratie te komen.
Er zijn toch parallellen. Men maakt nu het onderscheid tussen de beter- en de minderverdieners. Ik doe de suggestie dat men in de toekomst, met het oog op transparantie, zou komen tot één premie waarin de diverse werken begrepen zijn.
Mevrouw De Waele heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, collega's, het is ons zeker niet ontgaan dat het eerste voorstel met betrekking tot het woonbeleid voor enig wenkbrauwgefrons heeft gezorgd. Wij vinden dat u niet alleen de mensen die een woning wensen te renoveren en in te richten volgens de huidige, moderne normen raakt, u raakt ook de jonge mensen die een bestaande oudere woning willen kopen en op eigen ritme wensen te renoveren.
Wij denken dat u vrij slordig te werk bent gegaan bij het opstellen van uw lijst met luxeartikelen. Als u spreekt van een tweede toilet, dat zou worden uitgesloten van de renovatiepremie, dan denken wij dat u toch niet goed op de hoogte bent en dat u daarmee heel wat hulpbehoevenden in de kou laat staan. U vergeet ook dat grote gezinnen wel eens nood kunnen hebben aan een tweede toilet. Het is maar een van de voorbeelden die niet thuishoren in uw lijst van luxeartikelen. Wij vragen u dan ook om uw huiswerk opnieuw te maken.
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Het is spijtig dat er geen overgangsbepaling is. Vanaf de verschijning in het Belgisch Staatsblad gaat de regeling betreffende de renovatiepremie in. De lokale besturen trachten hun rol zo goed mogelijk te vervullen, maar kunnen dat plots niet meer omwille van deze wet. Heel wat mensen zijn op het verkeerde been gezet. Ik deel de bezorgdheid met mevrouw Van Volcem en de vraag of er nog in een overgangsbepaling kan worden voorzien.
De heer Keulen heeft het woord.
De voorbeelden van marmer- en parketvloeren en een tweede toilet hebben er niet in gezeten. Een toilet op elke verdieping past in de idee van levenslang wonen en kan ervoor zorgen dat mensen in hun woonst kunnen blijven als ze wat ouder worden.
Voorts realiseert men een besparing op kap van de werkende gezinnen. Ik pleit ervoor om het subsidiepercentage op 30 percent te houden voor iedereen. Nu is het 30 percent voor wie minder dan 25.000 euro verdient en 20 percent voor wie meer dan 25.000 euro verdient. Het zijn immers jonge gezinnen die oudere woningen kopen en opknappen met het geld van de renovatiepremie en zo hun eigendomsdroom realiseren. Dezelfde gezinnen betalen de renovatiepremie met hun belastinggeld. Zij blijven nu in de kou staan. Een alternatief zou het volgende kunnen zijn en dat heb ik al vaak gezegd in dit parlement.
We hadden ieder jaar, in 2006, 2007 en 2008 problemen om ons geld op te krijgen voor nieuwe sociale woningen. Dat had alles te maken met capaciteitproblemen in de bouwsector. De bouwsector kan de bouw van 2500 woningen en daarbovenop 6000 renovaties aan het sociale woonpatrimonium niet onderbreken. (Opmerkingen van de heer Carl Decaluwe)
Mijnheer Decaluwe, u bent eerste ondervoorzitter van dit parlement. U mag mij niet onderbreken, dat is een vorm van beleefdheid. U moet dus het voorbeeld geven.
De bouwsector kan op jaarbasis 2500 nieuwe sociale woningen en appartementen, en daarnaast 6000 renovaties aan. We zaten altijd met problemen. Geld moest worden overgedragen. Gebruik nu inderdaad deze kredieten om de renovatiepremie voort te versterken, investeer in de economie met een verbetering van de woonkwaliteit en help jonge gezinnen financieel om hun eigendomsdroom te realiseren.
De heer Penris heeft het woord.
Toen de heer Keulen tijdens de vorige legislatuur nog minister was, placht hij in onze commissie altijd te zeggen dat hij een pretoriaanse wacht had. Dat was mevrouw Dominique Guns. Ik zie dat hij nu een over een nieuwe pretoriaanse garde beschikt. (Opmerkingen van de heer Marino Keulen)
De nieuwe wacht is sterk genoeg.
Ik voel aan dat we als parlement wat gehandicapt zijn. Het gaat over een belangrijk onderwerp en de vakminister heeft zich helaas laten verontschuldigen wegens gezondheidsredenen. Zij zal morgen evenmin in de commissie kunnen aantreden. Om humanitaire redenen hebben we de commissie dan ook opgeschort. Ik hoop dat we daarover ooit nog een grondige gedachtewisseling kunnen houden. Dit kan immers niet in het korte bestek van een actuele vraag worden besproken. Ik nodig de commissieleden en andere geïnteresseerden dan ook hartelijk uit om in mijn commissie zo snel mogelijk met de bevoegde minister over dit onderwerp te gronde te debatteren. Dit punt verdient immers een goed debat.
De heer Crombez heeft het woord.
Ik begrijp voormalig minister Keulen niet goed. Hij zegt dat de voorbije jaren zijn budget niet kon worden opgebruikt. Het gaat dan over zijn bevoegdheid waar de uitvoering achterop liep. Voorts stelt hij dat het om een besparing gaat op de kap van de gewone gezinnen. Maar de regering heeft nu eindelijk beslist om bijkomende middelen uit te trekken voor een maatregel die zeer succesvol is gebleken. De vraag is waar de besparing in zit. (Opmerkingen van de heer Marino Keulen)
Mijnheer Keulen, u hebt net uitgelegd dat onderbreken niet beleefd is. Waar is de besparing als wordt gekozen voor wat echt noodzakelijk is? Daar kan eventueel over worden gediscussieerd. De regering maakt de keuze om extra middelen uit te trekken om een maatregel die was ondergebudgetteerd, te laten voortbestaan op een zo breed mogelijke manier.
Open Vld heeft hier vorige week uitgelegd wat het belang is van buffers. Dit was een omgekeerde buffer. Het was een goede maatregel die veel succes kende en waarvoor te weinig middelen waren uitgetrokken. Het voortbestaan van de maatregel wordt nu gegarandeerd voor de basisbehoeften. Ik snap de reactie van de heer Keulen niet, die normaliter het dossier toch goed moet kennen. (Applaus)
Ik vraag het woord voor een persoonlijk feit. Mijnheer Keulen, ik onderstreep volmondig wat de heer Crombez zegt. Vindt u het normaal dat het in deze regio gemiddeld vier jaar duurt om een sociale woning te bouwen omwille van de trage procedures? We hebben daar jaren over gedebatteerd. Vlaanderen heeft een probleem om in deze economisch moeilijke tijden op een snelle accurate manier te handelen. Zoals de heer Crombez echter zegt, gaan er steeds meer middelen naar die renovatiepremie. U, mijnheer Keulen, hebt echter nagelaten om daar voldoende middelen voor uit te trekken.
Mijnheer Decaluwe, als u een persoonlijk feit inroept, dan moet u dat ook toelichten. U hebt ook de naam van voormalig minister Van Mechelen genoemd die nu ook het woord vraagt. Op die manier kunnen we nog een halfuur bezig blijven met persoonlijke feiten.
De heer Van Mechelen heeft het woord.
In aanwezigheid van de vorige en huidige minister-president wil ik erop wijzen dat wij in het economisch herstelplan beslist hebben om alle bouwaanvragen van sociale woonmaatschappijen in het kader van artikel 127 versneld uit te voeren. We hebben 3000 woningen versneld vergund waaronder prioritair alle sociale woningen. Als de dossiers niet in orde zijn, kunnen er natuurlijk geen vergunningen worden afgeleverd, mijnheer Decaluwe.
Minister Lieten heeft het woord.
Ik vind het uiteraard erg jammer dat de heer Penris me niet beschouwt als een volwaardig plaatsvervanger van minister Van den Bossche.
Het premie- en energiebeleid moeten samen worden bekeken. Ook minister Van den Bossche heeft al aangekondigd dat ze ter zake initiatieven zal nemen.
Wat de lijst van de werken betreft, is reeds op 3 juli 2008 een evaluatierapport opgesteld door de administratie. Daarin stond duidelijk dat de premie misschien wel gedeeltelijk werd aangewend voor verfraaiingswerken, wat niet de bedoeling was. Dat rapport hebt u gekregen, mijnheer Keulen. Het debat is van toen al aan de gang.
We zijn inderdaad geconfronteerd met een hoogdringendheid. De vorige minister had het succes van de premie misschien niet voldoende ingeschat waardoor de middelen te beperkt waren om het jaar vol te maken. Daarom heeft deze regering in haar begrotingscontrole voorzien in extra middelen. Het is een van de weinige posten waarop extra middelen zijn ingeschreven. Voor de rest wordt er vooral bespaard. Dat betekent ook dat deze regering voluit achter die premie staat. We moeten er wel voor zorgen dat die premie een lang leven beschoren is en dat ze niet wordt misbruikt voor maatregelen waarvoor geen overheidsgeld moet worden aangewend.
De sociale huisvesting is een en-en-verhaal: het is belangrijk om oude woningen te helpen opknappen voor gezinnen, maar ook de sociale huisvesting moet worden voortgezet. Ik ben verheugd over de algemene steun die ik hier mag ontvangen. Tijdens de volgende jaren zullen we er tijdens de begrotingsbesprekingen voor zorgen dat er voldoende middelen worden uitgetrokken voor die renovatiepremie.
Bij de aanpassing van een dergelijke succesvolle premie is spoed niet aangewezen. Zowel mevrouw Coppé als ikzelf zijn schepen van Huisvesting in een Vlaamse centrumstad. Ik vind dan ook dat daar overleg over nodig is.
Van een succesvolle maatregel die bedoeld is om basisvoorzieningen te subsidiëren - en dat was ook de bedoeling van de oorspronkelijke regelgeving - hoeft geen karikatuur te worden gemaakt. De communicatie die daarover is gevoerd, is absoluut onterecht en uit de bocht.
Het incident is gesloten.