Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Watteeuw heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, het Nederlandse nutsbedrijf Delta heeft plannen om een tweede, en zelfs een derde, kerncentrale te bouwen in het Zeeuws-Vlaamse Borssele. Daartoe werd een startnotitie ingediend, dat is de eerste stap in de procedure en daar wordt nu een openbaar onderzoek over gevoerd. Het is heel opvallend dat heel weinig mensen iets van dat openbaar onderzoek afweten: er werd heel weinig over gecommuniceerd. Vanavond is er een infovergadering in Sint-Laureins en eigenlijk zijn er heel weinig inwoners van de grensgemeenten die daar vanaf weten.
En dat is een spijtige zaak, want de gevolgen van zo'n project zijn niet onbelangrijk. Als je de startnotitie doorneemt, kun je je in elk geval een aantal vragen stellen. Het gebruik van koelwater uit de zee zou bijvoorbeeld nogal wat effecten hebben op de ecologie van de Westerschelde. En waar zal het afval worden geborgen? Het afval moet ook worden opgewerkt. Daartoe zijn er een aantal transporten nodig. Normaal gezien zouden die transporten passeren door Oost-Vlaanderen en door Gent. Dat zijn allemaal zaken die de inwoners moeten weten, maar daarover is nu niet gecommuniceerd.
Als we uitgaan van goed nabuurschap met Nederland, zou men u toch op zijn minst op de hoogte moeten brengen van de plannen, en u er zelfs bij betrekken. Op die manier zou u de bewoners kunnen informeren en een standpunt innemen ten aanzien van de bouw van die kerncentrales.
Bent u op de hoogte gesteld van die plannen? Bent u betrokken bij de verdere uitwerking?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Het antwoord is 'ja'. Dit is inderdaad een belangrijk dossier, mijnheer Watteeuw. Zoals u zelf al aanhaalde, wordt er in een aantal Oost-Vlaamse gemeenten vanavond of eerstdaags een voorlichting gegeven door de dienst MER, in samenwerking met het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle.
De MER-cel is op 16 juli in kennis gesteld van een startnota, en er werd die mensen ook gevraagd om daar advies over te geven. Over dat advies kan nog verder worden gediscussieerd met minister van Leefmilieu Schauvliege. De MER-cel heeft een advies overgemaakt waarin een aantal aspecten zijn opgenomen, zoals de mogelijkheid om andere vormen van energieopwekking te gebruiken. Ook over het locatieonderzoek zijn opmerkingen geformuleerd.
Ik ga ervan uit dat de burgers nu worden geïnformeerd en dat de bevoegde minister het dossier van zeer nabij zal volgen. Mocht u meer tekst en uitleg nodig hebben over het advies van de MER-cel, dan kan dat ook in de bevoegde commissie worden gegeven.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, ik had graag nog van u gehoord in hoeverre u nog inspanningen zult doen om de bewoners van de grensgemeenten te informeren. Het openbare onderzoek loopt af op 16 oktober. Het is belangrijk dat mensen daar zelf een standpunt over kunnen innemen en dat kenbaar kunnen maken. Het is belangrijk dat dat nog gebeurt, buiten de infovergaderingen om.
Kunt u mij iets meer vertellen over het standpunt dat de Vlaamse Regering zal innemen ten aanzien van deze plannen? U verwijst naar hernieuwbare energie, maar hebt u ook bezwaar tegen de kerncentrale?
De heer Penris heeft het woord.
Ik ben een grote voorstander van kernenergie, en ik hoop dat we daar in de Commissie voor Woonbeleid, Stedenbeleid en Energie de komende vijf jaar een volwassen debat over kunnen voeren. Maar in dit dossier ben ik het voor één keer eens met de collega van Groen!: een kerncentrale is natuurlijk niet milieuvrijblijvend. De heer Watteeuw heeft al gesproken over mogelijke opwarmingseffecten van de hoge zee en de rivier toen hij het had over de bijkomende centrale.
Mijnheer de minister-president, het debat met Nederland, over een aantal milieuaspecten in onze Scheldedelta, is open. Wij zijn vragende partij in een aantal dossiers, maar de Nederlanders zijn dat ook. In dit dossier zijn zij eveneens vragende partij. Ik hoop dat we dit nieuwe aspect mee kunnen nemen in het diplomatieke overleg over de hele Scheldedelta.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Collega's, we vernemen inderdaad dat Nederland sinds enkele weken vragende partij is voor een nieuwe kerncentrale op amper dertig kilometer van Vlaamse steden. Vlaanderen is sinds 1997, ondertussen al twaalf jaar, vragende partij voor de derde Scheldeverdieping. Mijnheer de minister-president, in welke mate wordt deze vraag van de Nederlanders nu meegenomen in de diplomatieke onderhandelingen over het dossier van de Scheldeverdieping, die momenteel toch - laten we het voorzichtig uitdrukken - in het slop geraakt zijn?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw De Ridder, we zullen kijken wat 9 oktober zal brengen voor de uitdieping van de Westerschelde en de verdragen daarbij. Daar is minister Crevits intensief mee bezig.
Ik zal kijken of er nog bijkomende informatierondes nodig zijn in afspraak met minister Schauvliege en de andere bevoegde collega's. Op basis van de Nederlandse wet milieubeheer artikel 7.14 is de wettelijke adviseur zowel de MER-cel als dat Agentschap voor Nucleaire Controle. Zij hebben een advies gegeven. We zullen nu kijken of we nog verdere stappen moeten zetten. De Vlaamse Regering 'as such' is daar op dit moment niet door gevat, enkel de twee instellingen die ik net heb genoemd. Ook dat wordt verder bekeken.
Laat ons rustig kijken naar de relatie met andere dossiers met Nederland. Een kerncentrale aan de grens stelt heel wat uitdagingen en is enkel mogelijk in een goed nabuurschap, los van de positie over kernenergie, mijnheer Watteeuw.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, ik dank u voor uw antwoord. U geeft aan dat informatie belangrijk is. Kernenergie is geen energiebron van de toekomst. Er zijn veel te veel nadelen aan verbonden. Het is opvallend dat landen kerncentrales altijd aan de grens van hun grondgebied bouwen en nooit in het centrum. Het is maar één aspect dat aantoont dat dit geen goede energiebron is.
Het incident is gesloten.