Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Wymeersch heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president ik dank u voor het feit dat u me alsnog toelaat mijn vraag te stellen.
Mijnheer de minister-president, het zal u waarschijnlijk niet moeilijk vallen om te antwoorden. Het is immers niet de eerste keer dat we vragen stellen over dit thema. Als ik me goed herinner, was het op 7 april dat u in de pers hebt verklaard dat het, gelet op de precaire toestand van de landbouwers in Vlaanderen, hoog tijd wordt dat de Europese Commissie eens nagels met koppen zou slaan. U zou ook zelf met de vuist op tafel kloppen.
Wat hebben we nu gemerkt? De Europese Landbouwraad is achter de rug. Of u op tafel hebt geklopt, dat weet ik niet. Ik zie hier meer een beleefde leerling die de vinger opsteekt en het woord vraagt. U bent in alle geval met een kluitje in het riet gestuurd. De Europese Commissie heeft u nul op het rekest gegeven bij uw vraag om de mogelijkheid te bieden de Vlaamse landbouw sterk te ondersteunen. Ik heb begrepen dat er ook andere lidstaten zijn die voor misschien andere facetten van de landbouw steunmaatregelen hebben gevraagd. Ook zij zijn van een kale reis teruggekomen.
U verklaart in de pers dat het tijd wordt dat Europa nagels met koppen slaat. Naar buiten uit - ik maak er een beetje een karikatuur van - huurt u een bepaalde drukkingsgroep in als verkiezingsinstrument om uw eisen of verlangens te onderstrepen. Die laat dat ook welwillend toe. Het resultaat op het terrein is hetzelfde. De Vlaamse minister van Landbouw heeft in Europa niets kunnen verkrijgen om op het Vlaamse niveau iets te doen voor de Vlaamse landbouwsector.
Voor mijn tweede vaststelling kom ik terug op mijn vraag van enkele weken geleden. U hebt nog altijd de mogelijkheden binnen de enveloppe van de health check om structurele maatregelen te nemen en u blijft dat pertinent niet doen. Onze vraag luidt dan ook welke houding u aankleeft en wat u precies aan de Europese Commissie hebt gevraagd. Wat was het antwoord daarop?
Voorts hebt u uitspraken gedaan over een vervroegde uitkering van premies, over overbruggingskredieten en zo meer. Dat zijn geen structurele maatregelen. Op de premies hebben de landbouwers in ieder geval recht, en overbruggingskredieten moeten worden terugbetaald. Voorziet u in de mogelijkheid om tegen Europa te zeggen dat we zelf maatregelen zullen nemen? Wat bent u nog van plan om nog dit jaar structureel tegemoet te komen aan de verlangens en noden van de Vlaamse landbouwers?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, het is juist dat er vorige week op de Europese landbouwraad zoals aangekondigd drie expliciete vragen zijn gesteld: ten eerste, een vraag om de toeslagrechten vervroegd te betalen; ten tweede, een vraag naar marktondersteuning in de zuivelsector; en ten derde, een vraag naar maatregelen met betrekking tot de varkenshouderij. Deze vragen zijn uitdrukkelijk gesteld en werden door ons geïnitieerd. Zoals aangekondigd hebben we gevraagd dat de Europese Commissie, gelet op de ernst van de situatie, stappen zou ondernemen.
Ik betreur met u dat men dat niet heeft gedaan. Maar het gaat niet alleen om de Europese Commissie. Het Verenigd Koninkrijk en Denemarken stellen bijvoorbeeld dat ze tegenstander zijn van het feit dat men voor de varkenshouderij maatregelen zou treffen. Wat de zuivel betreft, zeggen de Nederlanders dan weer dat er geen maatregelen noodzakelijk zijn. Op de vergadering in de Commissie is gesteld dat deze punten er op de langere termijn niet slecht uitzien en dat voorzichtigheid geboden is.
Ik betreur dat met u, maar het is nu eenmaal niet zo dat als een minister van Landbouw bepaalde punten opeist, en andere ministers en de Commissie gaan daarmee niet akkoord, dat er plots geen democratische principes meer gelden. We hebben alles gedaan, en we zullen dat blijven doen, om het Europese niveau ervan te overtuigen maatregelen te nemen. Tot de laatste snik zullen we dat blijven proberen omdat ik ervan overtuigd ben dat de situatie ernstig is en dat er Europese maatregelen moeten komen, zeker op het vlak van de varkenshouderij.
Ten tweede heb ik deze week nog met de landbouworganisaties rond de tafel gezeten. Het is bijna iedere week dat ik met de ene of andere organisatie rond de tafel zit om de situatie te bespreken en te vragen wat nog kan gebeuren. U hebt zelf een tijdje geleden nog gezegd dat de waarborgen en de overbruggingskredieten een goede maatregel waren. Wij zijn nu de laatste hand aan het leggen aan het concretiseren van de overbruggingskredieten. Wij onderhouden een nauw contact met de organisaties en ik volg tot de laatste dag op wat we kunnen doen. In afspraak met de landbouworganisaties zullen we dat ook doen.
Het is niet juist, mijnheer Wymeersch, dat we niets extra ondernemen of dat we geen maatregelen nemen, zeker als ik het vergelijk met de gewone ondernemingen. We betalen bijvoorbeeld vervroegd 20 miljoen euro uit en ik refereer hier even aan de vraag van de heer Jos De Meyer. We ondernemen wel degelijk bijkomende acties. Dat is allemaal in het belang van de landbouwsector, die het zeker moeilijk heeft. Dat is allemaal goed afgesproken met de landbouworganisaties. Ik zal dat blijven doen en u zult mij waarschijnlijk daarover blijven ondervragen, al komt dit parlement na morgen niet meer samen.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, ik blijf hetzelfde vragen en u blijft hetzelfde antwoorden. Het komt altijd op hetzelfde neer. Structureel kunt u niets doen, zegt u. Ofwel doet u het niet, want u laat in het midden of u het kunt of niet. Volgens ons kunt u het wel. U zegt inspanningen te leveren zoals het vervroegd uitbetalen van premies. Maar dat betekent dat men wel recht had op deze premies. Dat betekent geen extra financiële inspanning. Voor overbruggingskredieten zijn wij geen vragende partij. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Het gemiddeld individueel landbouwbedrijf is geen vragende partij. Op het einde van de rit moet een overbruggingskrediet immers altijd worden terugbetaald. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Ik heb het over de individuele bedrijfsleiders.
Er zijn geen waarborgen. De Vlaamse Regering kan of wil niet in een structureel financieel vangnet voorzien. Er wordt steeds naar de Europese Commissie verwezen. Ik grijp hier even terug naar het interview met de minister-president van 7 april 2009. Gevraagd naar zijn grote verwezenlijkingen als minister van Landbouw verklaart hij trots te zijn op het Mestdecreet, dat hij in feite als minister van Leefmilieu mede dankzij onze steun vanuit de oppositie heeft kunnen realiseren, en op de bijkomende enveloppe van 50 miljoen euro voor het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds. Dat is het. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
De andere maatregelen zijn volgens de minister-president minder belangrijk. Dat klopt. Indien een vermeerdering met 50 miljoen euro al een van de grote meubelstukken van zijn verwezenlijkingen vormt, stel ik me vragen bij de rest van de genomen maatregelen. Hij heeft voor onze landbouw in feite niet veel gerealiseerd. Hij kan onder de Europese paraplu schuilen. Het is altijd de fout van anderen. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
De minister-president, bevoegd voor het landbouwbeleid, gaat samen met de Boerenbond affiches plakken. In het Vlaams Parlement slaagt hij er echter niet in decretale, structurele maatregelen te nemen. Ik heb een slogan voor hem. Ik raad hem aan deze slogan tijdens zijn verkiezingscampagne te gebruiken. 'Kris Peeters: veel beloven en weinig geven, doet boer en tuinder in armoe leven'. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik stel vast dat de verkiezingscampagnes ook hier zijn begonnen. De heer Wymeersch is het harde werk in de commissie blijkbaar heel snel vergeten. Er zijn nochtans heel wat acties met betrekking tot de rechtszekerheid en de effectiviteit van onze land- en tuinbouwsector ondernomen. De minister-president heeft terecht verklaard dat we op het niveau van de Europese Commissie moeten blijven aankaarten dat onze land- en tuinbouwsector momenteel een heel moeilijke periode doormaakt. Ik betreur dat hier vanuit Europa niet dieper op wordt ingegaan. Ik zou dan ook willen vragen hier tijdens de komende maanden de nodige aandacht aan te blijven besteden. Eventueel moeten contacten met andere landen worden gelegd om dit standpunt bij de Europese Commissie scherper te stellen.
De vraag is wat we op korte termijn kunnen doen. Heel wat bedrijven bevinden zich in een kritieke situatie. Ze moeten een moeilijke periode overbruggen. De sector heeft een relanceplan voorgesteld. Ik heb vernomen dat de minister-president wekelijks met vertegenwoordigers van de sector vergadert. Het Vlaams Parlement valt binnenkort stil. Ik hoop dat dit overleg nauw zal worden opgevolgd. We moeten nagaan op welke manier we op korte termijn maatregelen kunnen nemen om de bedrijven te helpen deze periode te overbruggen. Ik vraag me dan ook af of een aantal in het kader van het relanceplan voorgestelde maatregelen alsnog zullen worden afgetoetst.
Ik kan hier vrij kort op antwoorden. Ik onderhandel met de landbouworganisaties, die mijn werk op een heel andere manier dan de heer Wymeersch appreciëren. Ik vermoed dat zijn standpunt met de nakende verkiezingen te maken heeft. Ik stel voor dat we de landbouwers zelf laten beslissen hoe ze naar dit beleid willen kijken. (Opmerkingen van de heer Carl Decaluwe)
Ik dank de minister-president voor zijn antwoord. Ik stel me wel nog een vraag. Plakt de minister-president de affiches van de Boerenbond of plakt de Boerenbond de affiches van de minister-president? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) zal daar ook over oordelen.
Het incident is gesloten.